Luisterrijke viering van het gouden priesterfeest van Haarlems Bisschop Mgr. Huibers in de kathedraal te Haarlem 40-jarig priesterfeest van pastoor J. L. Speet DINSDAG 16 AUGUSTUS 1949 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 De pontificale Hoogmis Gisteren, op de eigenlijke feestdag, trokken reeds vroeg honderden uit Haarlem en vele andere plaatsen in het bisdom naar de kathedrale basi liek aan de Leidsevaart te Haarlem, waarvan de monumentale koepel feestelijk lag te pronken in het z6- merse licht van de zon. Luid en zwaar zongen de klokken hun lied en reeds buiten werden de kerkgan gers gegrepen door een ware feest stemming. Het viel op hoe velen uit Amsterdam en Hoorn, waar de ka tholieken zo'n dankbare herinnering hebben aan de bisschop een plaatsje zochten in de kathedraal, terwijl wij ook mochten zien, hoe oude getrou wen uit de Leidse Mon Père-parochie de basiliek binnengingen. Bij bijzondere gelegenheden kan men altoos de prachtige versiering in de kathedraal bewonderen, maar dit maal werd iedere indruk overtroffen door de majestueuze bloemenpracht die men overal langs pilaren en ge welven had aangebracht. Dat was een geschenk van de L.T.B. en het moeten kunstenaarshanden geweest zijn, die met al die gladiolen in hun bonte en verschillende kleuren zo'n fraai effect wisten te bereiken. Op het priesterkoor vooral was de ver siering met rose anjers achter het bisschopsaltaar verrassend, waaraan de palmen en varens een bijzonder cachet gaven. Reeds voor de plechtigheid waren vele priesters op het ruime priester koor gezeten en langzaam-aan stroomde de kathedraal vol met ge lovigen, waaronder talrijke autori teiten uit het burgerlijk leven. Het kathedrale koor, onder leiding van dr. A. I. M. Kat, zong het mach tige ,,Ecce sacerdos" van Bruckner toen de stoet binnenschreed, die de Bischop voorafging op zijn tocht naar het altaar. Deze bestond uit het vol tallig kathedraal kapittel en alle de kens van het bisdom. De bisschop was in vol ornaat en droeg het his torische kazuifel daterend uit 1550, dat naar men aanneemt gebruikt is door alle bisschoppen die Haarlems zetel hebben bezet. Bij het H. Misoffer, waaronder het koor de Messe Solemnelle van Ed- mond Dierickx uitvoerde, werd de bisschop geassisteerd door de vicaris- generaal van het bisdom mgr. N. L. A. Ammerlaan als presbyter assi- stens, deken J. J. A. Kuilman Uit Haarlem en pastoor J. Ruhe uit den Haag als troondiakens en kapelaan Jac. Huibers en pastoor M. Vinck beiden uit den Haag als diaken en subdiaken. De secretarissen „yan de bisschop fungeerden als ceremoniarii. De bisschop hield zelf de feestpre- dicatie, waarvoor hij tot tekst geko zen had de Introitus van de dag: Gaudeamus omnes in Domino. Hij memoreerde, hoe deze dag er een is van bijzondere vreugde voor het hele bisdom. Vele priesters gedenken na melijk op deze dag het heilig uur, waarop zij priester werden tot glorie van God en tot zegen van de men sen. En dat was mede de reden, waarom de bisschop uitvoerig de verhevenheid van het priesterschap tekende. „De priester wordt reeds geroepen, voor hij geboren is. God heeft lang tevorc.i soms in meerde re geslachten de roeping van de priester voorbereid en deze volgt de voorbereiding daarvan eerst in het gezin, in het ouderlijk huis, waar voor hij nooit genoeg dankbaar kan zijn". In rijke woorden weidde de bisschop hierover nog uit en zeide hij speciaal tot de gelovigen: „Gij zijt een volk van priesters, waaruit vele priesters zijn voortgekomen. Daarom kunnen wij met Maria zeg gen: Mijn ziel verheft de Heer". Monseigneur verzocht allen hun gebeden bijzonder te richten tot de H. Maagd, wier bescherming hijzelf zo dikwijls had ondervonden. Na afloop van de pleohtigheid gaf de bisschop allen, daartoe door de Paus gemachtigd, de pauselijke Ze gen. Het kathedrale koor zong het zesstemmig „Assumpta est Maria" van Palestrina en terwijl de kerk vorst in een lange stoet van pries ters de kathedraal verliet zongen al len het Magnificat. KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING De burgerlijke autoriteiten, waar onder de ministers J. van Schaick en mr. Th. Weyers, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, de commissa ris van de Koningin in Noord-Hol land, wethouder A. Angenent namens het gemeentebestuur te Haarlem, de burgemeester van Velsen en vele an deren kwamen bijeen op de pleba- nie, waar minister Weyers de bis schop toesprak en hem gelukwenste met zijn gouden feest. Een warm ap plaus steeg op toen de minister me dedeelde dat H. M. de Koningin mgr. Huibers benoemd had tot Com mandeur in de Orde van de Neder landse Leeuw. Hij spelde vervol gens de bisschop de versierselen op, waarna de vicaris generaal de oor konde van de benoeming voorlas. De bisschop dankte voor deze gro te eerbewijzen. Aanbieding feestgaven Tijdens de eerste officiële receptie waren het kathedraal kapittel, de de kens van het bisdom en oversten van religieuzen-orden rond de bisschop bijeen, evenals de pasgewijde mis siebisschop mgr; J. Groen, M.S.F. Mgr. Ammerlaan voerde het woord en zeide o.m. :„U hebt nu alle mo gelijke taken reeds vervuld, welke thans culmineren in het bisschops ambt. Wij waarderen hoog, dat u ons als bisschop zo voortreffelijk voor gaat en het moet maar eens gezegd zijn dat het ons gemakkelijk valt u te volgen". Om de geldelijke zorgen van de bisschop min of meer te ver lichten bood hij als feestgave een bedrag aan geld aan. Voor de inrichting van enkele installaties in het groot seminarie te War- mond had de geestelijkheid in het bisdom een bedrag bijeen gebracht van 18.000,de re ligieuze congregaties en orden, die in het bisdom werkzaam zijn, hadden voor hetzelfde doel totaal 23.000,geschonken. Namens de gelovigen werd de bisschop 80.000,aangeboden voor het Fonds Kerkenbouw. Het Io Vivat klonk op en zijn ont roering' nauwelijks meester bracht de bisschop dank voor al die gaven en sprak hij de verwachting uit dat de saamhorigheid altijd goed zou blij ven. Daarna arriveerde de pauselijke Internuntius, mgr. Paolo Giobbe, die Haarlems bisschop persoonlijk kwam feliciteren. Vervolgens was daartoe de gele genheid aan priesters en leken, waarvan zéér velen gebruik maak ten. In de avond, ongeveer half acht, kwam Z. Em. Kardinaal de Jong de jubilerende Bisschop gelukwensen. Mgr. Th. Verhoeven veertig jaar priester Hoge onderscheidingen Temidden van familie en vrien den heeft Mgr. Th. Verhoeven, di recteur van het Centraal Katholiek Bureau voor Onderwijs en Opvoe ding te Den Haag, zijn veertig jarig priesterjubileum gevierd. Onmiddellijk na de H. Mis van dankzegging kwam de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen, Dr. J. Th. Rutten, in de aula van het St. Aloysius-college d( jubilaris zijn gelukwensen aanbie den. De minister kon mededelen, dat het H.M. Koningin Juliana had be haagd de jubilaris te benoemen tot Ridder in de Orde van de Neder landse Leeuw. Tegen vijf uur in de namiddag kwam Z. Exc. Kardinaal de Jong, aartsbisschop van Utrecht, vergezeld van zijn secretaris en enige andere geestelijken Mgr. Th. Verhoeven in het gebouw van het Centraal Bu reau te Den Haag zijn felicitaties aanbieden. In een korte toespraak sprak kardinaal zijn dank uit voor het vele werk, dat de jubilaris in het belang van het katholieke onderwijs en de opvoeding had verricht. Te vens herinnerde de hoogste kerkelij ke autoriteit van Nederland aan de grote persoonlijke vriendschap, hen beiden reeds lange jaren heeft verbonden. Het hoogtepunt van het bezoek van de kardinaal was diens mededeling van de benoeming van Mgr. Th. Verhoeven tot Protonota- rius Apostolicus. LEIMUIDEN AANBIEDING VAN HET FEESTGESCHENK AAN DE JUBILERENDE BISSCHOP Z. H. 'EXC. MGR. J. P. HUIBERS Foto de Boer Op 15 Augustus vierde de parochie van de H. Joh. de Doper het 40-jarig priesterfeest van haar pastoor. De uitdrukkelijke wens van de pastoor was, dat alle feestvertoon zoveel mogelijk beperkt zou worden. De parochianen hebben echter hun jubilerende herder een hartelijke hulde gebracht Zondagmorgen sprak kapelaan'v. Teijlingen in een kort woord de pa rochianen toe om te herinneren aan de betekenis van een 40-jarige prie sterarbeid. Bij deze gelegenheid is het een ereplicht de bedienaar der H. Kerk hulde te brengen, aldus de oud-ka pelaan. Heel de parochie heeft deze aansporing ter harte genomen en zo is dit jubileum een waar parochie- feest geworden. Helaas heeft kape laan A. Bakkum, die het feestco mité zou leiden, wegens ernstige ziekte de feestelijkheden niet kun nen meemaken. WELKOM. De jubilerende pastoor werd Zon dagavond door het kerkbestuur afge haald en in zijn parochie binnenge leid. Deze keer ging de tocht door Rijnzaterwoude, dat, hoewel de pa stoor niet officieel ingehaald wilde worden, toch een feestelijk karak ter droeg door de vele vlaggen met witgele wimpels. Toen de pastoor, nabij de St. Josephschool arriveerde, werd hij verwelkomd doop de jeugd verenigingen en talrijke parochianen Vanaf het schoolplein tot de pasto rie hadden Gidsen, Welpen en de gymnastiekver. O.D.I. zich in rijen opgesteld, tussen welke de jubila ris, voorafgegaan door misdienaars en vele bruidjes, zich naar de pasto rie begaf. Bij de kosterswoning was een erepoort opgesteld met het op schrift: „Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren", terwijl nabij de kerk bloemen hingen en wimpels met de pauselijke kleuren wapper den in het zomerzonnetje. Enige ogenblikken later geleidden bruid jes en misdienaars de jubilaris naar de kerk, waar hij met een welkomst lied werd begroet. Geassisteerd door kapelaan Vroklage als diaken en ka pelaan v. Teijlingen als subdiaken, celebreerde de pastoor een kort lof wrarin de zieken van de parochie vooral kapelaan Bakkum met gebed bedacht werden. In de voilé kerk hadden plaats genomen de heer en mevrouw Bakhuizen, de heer en mevr. Stapensea en wethouder Tas- seron. Na het lof zong het dameskoor „Gloria Dei", onder leiding van haar directeur Ch. v. d. Mark, „Priester- hulde" van Anton Ponter. OFFICIËLE HULDIGING. Hiervoor kwamen na het lof ker kelijke en burgerlijke overheid bij een, alsmede het R.K. Armbestuur en verschillende genodigden. Het dameszangkoor opende de rij met Priesterlied van H. Strategier. Na> mens de parochie voerde de heer Buykx het woord om de jubilaris te danken voor het vele wat hij in de 15 jaren voor de parochie heeft gedaan. Hierbij werd het parochiege schenk in enveloppe aangeboden. De heer Obdeijn schetste in een kor te toespraak de goede voornemens, die gemaakt worden, maar niet al tijd ten uitvoer gebracht worden. Het voorbeeld van ijver en gods dienstzin van deze jubilerende her der moet echter goede vruchten voortbrengen. Spreker eindigde met het laatste couplet van het zo pas gezongen welkomstlied: Wij danken daarom, en bidden U Heer, Schenk gij onze herder Uw zegen steeds meer, Geef hem de Genade, om altijd te zijn, Een leidsman voor ons naar het eeuwig festijn Burgemeester Bakhuizen feliciteer de de pastoor namens beide gemeen ten en wees op de prettige samem werking, die er steeds heerst tussen kerkelijke en burgerlijke overheid. Namens kerk- en armbestuur sprak de heer C. A. Beuk en bood de jubilaris een vulpen aan. Dr Sta pensea voerde het woord namens de zieken, om dank te brengen voor de grote toewijding waarmede de pas toor steeds voor hen zorgt. De jubilaris dankte de parochia nen en de aanwezigen voor het blij- de welkom, de hartelijke woorden postzegels vervaardigd, en voor de geschenken. Hiermede was op de vooravond van de jubel dag het feest op waardige wijze in geluid. DE PLECHTIGE HOOGMIS. De kerk was door de bloemkwee- kers van de parochie versierd met vele bloemstukken. In het midden waren vier grote manden met witte anjers opgehangen. Zondagmorgen droeg de jubilaris de plechtige Hoog mis op, hierbij geassisteerd door de parochiezonen pater Clarentius Straathof als diaken en pater Silva- nus v. d. Meer als subdiaken en pater Liberatus v. Velzen als cere- moniarius. Feestpredikant was de zeereerw. heer Th. L. Westgeest, rector van de „Goede Herder" te Zoeterwoude- Leiderdorp. die tot tekst had geko zen Jo. 15.15: „Ik noem u geen I dienstknechten meer maar Ik heb u vrienden genoemd." Op deze blijde dag voor herder en parochia nen. wilde spr. enige gedachten aan geven over het geluk van het pries terschap en aansporen tot gebed voor de priesters. Behalve gezant van God en uitdeler van Gods geheime nissen is de priester meer dan ooit een vriend van God, omdat een in tieme betrekking is ontstaan tussen de leerling en de Meester. Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles heb bekend gemaakt, wat ik van de Vader heb gehoord." Eén zijn Christus en de priesters in alles, in gedachten, woord en werk, in het gemeenschappelijk doel: het zoeken van de glorie Gods. Veertig jaren heeft de jubilerende herder het werk van zijn vriend Jezus voortgezet, met ijver en zorg, gesteund door de genaden van het priesterschap, al tijd meer en iedere dag beter be seffend het geluk priester te zijn. Het „Introibo Ik zal opgaan tot het altaar Gods" klonk nog heden even blij en met nog hartelijker dankbaarheid, als 40 jaar geleden in de wijdings-mis. Wij allen delen in deze vreugde en met hem danken wij God, want dat is „dignum et justum" Gehoor gevend aan de wens van de jubilaris, wekte spr. allen op met volharding te bidden voor de pries ters. Mochten alle gelovigen besef fen, dat zij moeten bidden voor de priesters en om priester. Want God wil gevraagd worden. Met Augustinus wees spr. erop, dat, als de eerste Christenen baden voor Pe trus en Paulus, de priesters veel méér behoefte hebben aan het gebed van de gelovigen. De priester za" eenmaal rekenschap moeten afleg gen van de uitoefening van zijn ambt maar ook is het in het belang van de gelovigen zelf veel te bidden voor de priesters. Want zo de herder is, zo is de kudde. Bidt daarom voor uw goede herder, die met heilige ijver waakt over uw zieleheil, die iedere dag aan het altaar uw belangen bij God bepleit, die iedere avond zijn schaapjes nagaat en God aanbeveelt, als hij voor het te ruste gaan, even neerknielt voor het tabernakel. Ze gen dale neder over dit priester schap! Het kerkkoor voerde een vier stemmige mis uit, en het dames koor zong na de hoogmis de Pries ter-cantate van A. Th. Vis. RECEPTIE. Van 2 tot half 4 was in de bene denzaal van de pastorie gelegen heid tot feliciteren, waarvan onaf gebroken gebruik werd gemaakt. In deze zaal, die door de eerw. zusters was ingericht en versierd, waren de vele geschenken een vertolking van waardering voor het werk van de feestvierende pastoor. Wij noemen slechts een velum ge schonken door de schoolkinderen kraagjes voor de misdienaars van de modevakschool. PLECHTIG DANKLOF. De officiële sluiting van het paro- chiefeest had plaats Zondagavond 7 uur in de vorm van 'n plechtig lof. De jubilaris werd nu geassi steerd door oud-kapelaans en wel kapelaan Berkhout als diaken kapelaan Vlaas als subdiaken ter wijl pater Carolus Borr. v. Velzen als ceremoniarius fungeerde. Na het Magnificat sprak de fees teling een woord van dank, waarin hij op de eerste plaats dank bracht aan God, die de grote genade had geschonken om 40 jaar in Diens Benoemingen Paters Franciscanen Door het Provinciaal Kapittel der Paters Franciscanen zijn benoemd tot resp. Gardiaan en Vicaris te Weert: de paters M. Celie en L. Valckx; te Maastricht: de paters E. Seelen en D. Hulshof; te Nijmegen: de paters D. Koot en N.' v. Heereveld; te Venray: de paters J. Gronheid en Th. Wassenaar; te Wychen: de paters E Wolfkamp en Fl. Claessens; Woerden: de paters H. Nieu- wenhuyzen en S. v. d. Bosch (oud kapelaan van de „Hartebrug" te Leiden, pastoor te Amsterdam); te Vorden: de paters J. Rosmalen en S. van Rossum; te Nieuwe Niedorp: de paters Th. Pothof en S. Baselaar; te Heerlen: (Sittarderweg) de pa ters Th. Thöne en S. Smitz, pastoor te Leiden; te Venlo: de paters C. Reiber en Tl. Schouten; te Heerlen (H.B.S.): de paters H. Caminade en J. Bouwman; te Bleyerheide; de paters D. v. Ga len (oud-kapelaan te Leiden), en L. te Nijmegen: de paters R. Haze- broek en M. Goemans; te Venray (Gymnasium): de pa ters B. v. Summeren (tevens rector) en T. Plekker; te Drachten: de paters M. Staver- man en S. Goosen (oud-kapelaan te Leiden, pastoor te Lichtenvoorde). te Brummen: de paters A, Duin dam en R. Backers; te Watersleyde: de paters V. Wor- telboer en P. Mikx; te Vlodrop: de paters A. Stokman en S. v. Elsschot; Tot pastoor werden benoemd: te Ammerzoden: pater H. Veldman te Amsterdam: (Mozer. en Aarön) pater N. Sanders; te Amsterdam: (Admiraal de Ruy- terweg) pater G. Bertels; te Bolsward; pater dr I. Onings; te Delft (Raamstraat) pater W. de Leeuw, oud-pastoor te Leiden, rector te Bleyerheide; te Gorcum: pater C. v. d. Berg; te Gouda (St. Joseph) pater A. v. d. Hoeven, pastoor te Woerden. De tegenwoordige pastoor aldaar pater Blom wordt kapelaan aan dezelfde parochie; te Leiden (Hartebrug): pater N. Lohuis; te Lichtenvoorde: pater B. Theu- nissen; te Roterdam: pater Th. Sanders, vroeger belast geweest met de ziel zorg in de Margarita van Cortona- stichting te Leiden; te Vorden: pater H. Gerz; te Woerden: pater M. Staal, pas toor te Bolsward. te Zaltbommel: pater C. Verhaar. Wijngaard te mogen werken. Ver volgens sprak hij waarderende woor den tot personen afzonderlijk, en tot groepen personen, die hem in zijn 15-jarig pastoraat in deze paro chie in zijn priesterarbeid hebben bijgestaan. Om vooral niemand te vergeten bedankte hij tot slot de gehele pa rochie voor het gebed en de vele weldaden, die dit jubileum onver getelijk gemaakt hebben. In een machtig „Te Deum" brachten zowel geestelijkheid, als gelovigen nog maals dank aan God voor dit grote feest. Voor de vierde maal tijdens deze dagen liet „Gloria Dei" haar ijver POSTZEGELS VOOR PORTUGESE blijken door de uitvoering van „Be- POSTERIJEN In opdracht van de nedicamus Domino" van Theo Smit. Portugese posterijen worden bij de Zo heeft de parochie van de H. grafische inrichting N. V. Joh. En- J°h- de Doper op waardige wijze schedé Zn. te Haarlem een millioen pastoor Speet hulde gebracht. DOOR P. G. WODEHOUSE Vertaald door Jean H. P. Jacobs 40) „En nu over het gedrag, als ik het huis binnen kom? Hoe moet dat zijn. Zou ik uitgelaten moeten doen of erg triest? Een verloren zoon is natuur lijk heel wat anders dan een verloren weggebleven en reddeloos verloren gewaande neef zou moeten doen?" Zo'n neef met de mentaliteit van Jimmy Crocker, en met zoveel op zijn geweten als die, zou het huis moeten binnen kruipen met een witte vlag in zijn handen". Er klonk een bel in de gang. „Souper!" zei Jimmy. „Dan moet ik gaan." „Ja, ik ontmoet u nog wel." Hij geleidde haar tot aan de deur en keek haar na van af de stoep voor het huis. Hij haalde toen diep adem en dacht hardop bij zichzelf, toen hij te rug het huis binnen ging om zich te versterken met het souper. TWAALFDE HOOFDSTUK Toen Jimmy 's anderdaags 's mor gens om half tien bij het kantoor van meneer Pett in de Pine-straat aan kwam, zijn vaste voornemen, om vroeg genoeg op te staan, teneinde er om negen uur te kunnen zijn, was niet doorgegaan, toen hij er dus aankwam, bevond hij zich in verre staat van voorbereiding op de ont moeting. Hij had zich op heel wat voorbereid, door o.a. een paar keu rige schotels te verorberen in een duur hotel, inplaats van het pension- ontbijt, waarmee hij zijn innerlijke mens de laatste tijd herhaaldelijk een affront had aangedaan. Verder was zijn pak netjesgeperst, zijn schoener blonken schitterend en zijn kin was spiegelglad geschoren. Al die dingen mét de prachtige ochtend verhoogden nog zijn optimisme. Er was iets, dal hem scheen te vermanen, zich toch nergens ongerust over te maken er dat alles in orde zou komen. Hij was de laatste om te ontkennen, dat zijn positie wel een beetje gecompliceerd was geworden en hij had papier en potlood moeten gebruiken om juist uit te mikken, waar hij nu eigenlijk stond. Maar wat betekende dat? Een beetje moeilijkheden in het leven zijr uitstekend voor de hersens. Jimmy overhandigde zijn kaartje met zo'n geniaal gebaar, dat het jongmens van zijn stuk gebracht werd en zelfs zijn hap kauwgom doorslikte. „Geef dat eens aan de baas, jonge man! "zei hij. De jongen verdween sprakeloos. Van waar hij stond, buiten het hek dat de bezoekers van de werkers aan de andere kant scheidde, had Jimmy het uitzicht op erg bezig uitziende jongelui, met grote papieren ver sterkingen om zich heen gestapeld diep verzonken in bezigheden, die die veel papier schenen te vereisen. Er was er zelfs een, die zoveel papier om zich heen had liggen, dat men kon veronderstellen, dat hij een bad in de branding nam. Jimmy bekeek de zwoegers met een goedmoedigen, vriendelijke blik. Al die bedrijvig heid gaf hem een gelukkig gevoel. Hij hield er van, dat dit allemaal om hem heen gebeurde. De kantoorjongen kwam terug. „Dien kant uit, alstublieft". De eerbiedigheid van de jongen was blijkbaar gestegen. De manier, waarop meneer Pett de naam begroet had van de bezoeker, had hem geim- poneerd. Het was werkelijk merk waardig, hoe de financier, een nul in zijn eigen huis, op iedereen indruk wist te maken op zijn bureau. De aankondiging, dat meneer James Crocker meneer Pett verlangde t e spreken, had deze laatste toegeklon ken als een mirakel. Er was sinds hun terugkeer uit Engeland geen dag voorbijgegaan, zonder dat mevrouw Pett in weeklagen uitbrak over het mislukken van hun poging om van de jongeman een kerel te maken. Het to neel in huis, toen mevrouw Pett het verslag in de Kroniek, over het geval Lord Percy Whipple, las, was enig ge weest in zijn soort. Voor de eers*e maal, zolang hij haar kende, was de onverstoorbare vrouw, toen van haar stuk gebracht. Zij huilde bijna als zij er aan dacht. Wanneer zij het geweten had, zou zij gedurende haar onder houd met haar zuster in Londen eer wapen in handen gehad hebben, da* haar nederlaag in een grote triomf zou hebben doen verkeren, en die ge dachte was werkelijk meer, dan me vrouw Pett kon verdragen. Wanneer zij nog terugdacht aan die scène en in haar herinnering de manier terug riep, waarop mevrouw Crocker zo terloops van „Lord Percy Whipple, de beste vriend", van haar stiefzoon sprak, en besefte, dat op datzelfde ogenblik Lord Percy in bed lag, om te bekomen van zijn eerste ontmoeting met Jimmy Crocker, dan wist zij niet meer, wat voor een gevoel haar ei genlijk bekroop, maar zij werd er erg ongedurig onder. Toen de stand van zaken voor het eerst lot haar door drong, had zij reeds terstond aan zes verschillende dingen gedacht die zij tegen haar zuster had kunnen zeggen, het ene nog verpletterender dan hel andere, dingen, die zij nu nooit meer zou kunnen aanvoeren. En nu was de g -legenheid om haar rustige eigenwaarde wederom te her stellen plotseling en onverwacht ko men opdagen; Jimmy Crocker was, trots, het zeggen van zijn stiefmoeder en waarschijnlijk tegen haar bevelen in, toch naar Amerika gekomen. Me neer Pett dacht daaraan het eerste, hoe zijn vrouw zou opkijken, en nau welijks wachtend totdat de kantoor jongen had zich teruggetrokken sprong hij op Jimmy toe, als een groot lammetje en gaf hem een klap op zijn schouder en liep over van pret en vriendelijkheid. „Mijn beste jongen! ik ben verrukt je hier te zien!" Jimmy was verrast, verlicht en ver genoegd. Hij had dergelijke harte lijkheid heel niet verwacht, een gere serveerde koelheid, was het beste, waar hij niet op gerekend had. Het was hem duidelijk te verstaan gege ven, dat hij in het huis der Petten zou beschouwd worden als het zwarte schaap; en al neemt men ook al een zwart schaap in zijn kudde op, daar om vleit en prijst men het nog hele maal niet. „U bent erg vriendelijk," zei hij bij na geschrokken. Een ogenblik stonden zij elkaar aan te kijken, meneer Pett vond, dat Jim my er veel beter uit zag, dan hij hem zich in zijn verbeelding had voorge steld. Hij had zich Jimmy misdadi ger, opgeblazener en fatteriger voor gesteld. Jimmy, van zijn kant, was on middellijk ingenomen met de finan cier. Ook hij was door zijn verbeel ding misleid geworden. Hij had altijd gedacht, dat die millionnairs van Wal Street hoekige strijdlustige mensen waren met doordringende ogen en een scherpe tong. Hij had meneer Pett op de boot alleen maar van uit de ver te gezien en was niet in staat geweest, zich em idee van diens karakter te vormen. Hij vond hem nu een leuke kleine meneer. „We hadden al alle hoop opgege ven, dat je nog komen zou," zei me neer Pett. Jimmy vond, dat het nu wel pas gaf, zich een beetje berouwvoller te gedragen. „Ik had nooit durven hopen, dat u mij zo zoudt hebben ontvangen. Ik ge loof toch, dat ik me niet erg sympa thiek heb gemaakt." Z.O.Z.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 5