Luisterrijke viering van het gouden priesterfeest
van Haarlems Bisschop Mgr. Huibers
in de kathedraal te Haarlem
40-jarig priesterfeest van
pastoor J. L. Speet
DINSDAG 16 AUGUSTUS 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
De pontificale Hoogmis
Gisteren, op de eigenlijke feestdag,
trokken reeds vroeg honderden uit
Haarlem en vele andere plaatsen in
het bisdom naar de kathedrale basi
liek aan de Leidsevaart te Haarlem,
waarvan de monumentale koepel
feestelijk lag te pronken in het z6-
merse licht van de zon. Luid en
zwaar zongen de klokken hun lied
en reeds buiten werden de kerkgan
gers gegrepen door een ware feest
stemming. Het viel op hoe velen uit
Amsterdam en Hoorn, waar de ka
tholieken zo'n dankbare herinnering
hebben aan de bisschop een plaatsje
zochten in de kathedraal, terwijl wij
ook mochten zien, hoe oude getrou
wen uit de Leidse Mon Père-parochie
de basiliek binnengingen.
Bij bijzondere gelegenheden kan
men altoos de prachtige versiering in
de kathedraal bewonderen, maar dit
maal werd iedere indruk overtroffen
door de majestueuze bloemenpracht
die men overal langs pilaren en ge
welven had aangebracht. Dat was
een geschenk van de L.T.B. en het
moeten kunstenaarshanden geweest
zijn, die met al die gladiolen in hun
bonte en verschillende kleuren zo'n
fraai effect wisten te bereiken. Op
het priesterkoor vooral was de ver
siering met rose anjers achter het
bisschopsaltaar verrassend, waaraan
de palmen en varens een bijzonder
cachet gaven.
Reeds voor de plechtigheid waren
vele priesters op het ruime priester
koor gezeten en langzaam-aan
stroomde de kathedraal vol met ge
lovigen, waaronder talrijke autori
teiten uit het burgerlijk leven.
Het kathedrale koor, onder leiding
van dr. A. I. M. Kat, zong het mach
tige ,,Ecce sacerdos" van Bruckner
toen de stoet binnenschreed, die de
Bischop voorafging op zijn tocht naar
het altaar. Deze bestond uit het vol
tallig kathedraal kapittel en alle de
kens van het bisdom. De bisschop
was in vol ornaat en droeg het his
torische kazuifel daterend uit 1550,
dat naar men aanneemt gebruikt is
door alle bisschoppen die Haarlems
zetel hebben bezet.
Bij het H. Misoffer, waaronder het
koor de Messe Solemnelle van Ed-
mond Dierickx uitvoerde, werd de
bisschop geassisteerd door de vicaris-
generaal van het bisdom mgr. N. L.
A. Ammerlaan als presbyter assi-
stens, deken J. J. A. Kuilman Uit
Haarlem en pastoor J. Ruhe uit den
Haag als troondiakens en kapelaan
Jac. Huibers en pastoor M. Vinck
beiden uit den Haag als diaken en
subdiaken. De secretarissen „yan de
bisschop fungeerden als ceremoniarii.
De bisschop hield zelf de feestpre-
dicatie, waarvoor hij tot tekst geko
zen had de Introitus van de dag:
Gaudeamus omnes in Domino. Hij
memoreerde, hoe deze dag er een is
van bijzondere vreugde voor het hele
bisdom. Vele priesters gedenken na
melijk op deze dag het heilig uur,
waarop zij priester werden tot glorie
van God en tot zegen van de men
sen. En dat was mede de reden,
waarom de bisschop uitvoerig de
verhevenheid van het priesterschap
tekende. „De priester wordt reeds
geroepen, voor hij geboren is. God
heeft lang tevorc.i soms in meerde
re geslachten de roeping van de
priester voorbereid en deze volgt de
voorbereiding daarvan eerst in het
gezin, in het ouderlijk huis, waar
voor hij nooit genoeg dankbaar kan
zijn". In rijke woorden weidde de
bisschop hierover nog uit en zeide
hij speciaal tot de gelovigen: „Gij
zijt een volk van priesters, waaruit
vele priesters zijn voortgekomen.
Daarom kunnen wij met Maria zeg
gen: Mijn ziel verheft de Heer".
Monseigneur verzocht allen hun
gebeden bijzonder te richten tot de
H. Maagd, wier bescherming hijzelf
zo dikwijls had ondervonden.
Na afloop van de pleohtigheid gaf
de bisschop allen, daartoe door de
Paus gemachtigd, de pauselijke Ze
gen. Het kathedrale koor zong het
zesstemmig „Assumpta est Maria"
van Palestrina en terwijl de kerk
vorst in een lange stoet van pries
ters de kathedraal verliet zongen al
len het Magnificat.
KONINKLIJKE
ONDERSCHEIDING
De burgerlijke autoriteiten, waar
onder de ministers J. van Schaick
en mr. Th. Weyers, dr. J. E. baron
de Vos van Steenwijk, de commissa
ris van de Koningin in Noord-Hol
land, wethouder A. Angenent namens
het gemeentebestuur te Haarlem, de
burgemeester van Velsen en vele an
deren kwamen bijeen op de pleba-
nie, waar minister Weyers de bis
schop toesprak en hem gelukwenste
met zijn gouden feest. Een warm ap
plaus steeg op toen de minister me
dedeelde dat H. M. de Koningin
mgr. Huibers benoemd had tot Com
mandeur in de Orde van de Neder
landse Leeuw. Hij spelde vervol
gens de bisschop de versierselen op,
waarna de vicaris generaal de oor
konde van de benoeming voorlas.
De bisschop dankte voor deze gro
te eerbewijzen.
Aanbieding feestgaven
Tijdens de eerste officiële receptie
waren het kathedraal kapittel, de de
kens van het bisdom en oversten van
religieuzen-orden rond de bisschop
bijeen, evenals de pasgewijde mis
siebisschop mgr; J. Groen, M.S.F.
Mgr. Ammerlaan voerde het woord
en zeide o.m. :„U hebt nu alle mo
gelijke taken reeds vervuld, welke
thans culmineren in het bisschops
ambt. Wij waarderen hoog, dat u ons
als bisschop zo voortreffelijk voor
gaat en het moet maar eens gezegd
zijn dat het ons gemakkelijk valt u
te volgen".
Om de geldelijke zorgen van
de bisschop min of meer te ver
lichten bood hij als feestgave
een bedrag aan geld aan. Voor de
inrichting van enkele installaties
in het groot seminarie te War-
mond had de geestelijkheid in
het bisdom een bedrag bijeen
gebracht van 18.000,de re
ligieuze congregaties en orden,
die in het bisdom werkzaam zijn,
hadden voor hetzelfde doel totaal
23.000,geschonken. Namens
de gelovigen werd de bisschop
80.000,aangeboden voor het
Fonds Kerkenbouw.
Het Io Vivat klonk op en zijn ont
roering' nauwelijks meester bracht de
bisschop dank voor al die gaven en
sprak hij de verwachting uit dat de
saamhorigheid altijd goed zou blij
ven.
Daarna arriveerde de pauselijke
Internuntius, mgr. Paolo Giobbe, die
Haarlems bisschop persoonlijk kwam
feliciteren.
Vervolgens was daartoe de gele
genheid aan priesters en leken,
waarvan zéér velen gebruik maak
ten.
In de avond, ongeveer half acht,
kwam Z. Em. Kardinaal de Jong de
jubilerende Bisschop gelukwensen.
Mgr. Th. Verhoeven
veertig jaar priester
Hoge onderscheidingen
Temidden van familie en vrien
den heeft Mgr. Th. Verhoeven, di
recteur van het Centraal Katholiek
Bureau voor Onderwijs en Opvoe
ding te Den Haag, zijn veertig jarig
priesterjubileum gevierd.
Onmiddellijk na de H. Mis van
dankzegging kwam de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, Dr. J. Th. Rutten, in de aula
van het St. Aloysius-college d(
jubilaris zijn gelukwensen aanbie
den. De minister kon mededelen, dat
het H.M. Koningin Juliana had be
haagd de jubilaris te benoemen tot
Ridder in de Orde van de Neder
landse Leeuw.
Tegen vijf uur in de namiddag
kwam Z. Exc. Kardinaal de Jong,
aartsbisschop van Utrecht, vergezeld
van zijn secretaris en enige andere
geestelijken Mgr. Th. Verhoeven in
het gebouw van het Centraal Bu
reau te Den Haag zijn felicitaties
aanbieden.
In een korte toespraak sprak
kardinaal zijn dank uit voor het
vele werk, dat de jubilaris in het
belang van het katholieke onderwijs
en de opvoeding had verricht. Te
vens herinnerde de hoogste kerkelij
ke autoriteit van Nederland aan de
grote persoonlijke vriendschap,
hen beiden reeds lange jaren heeft
verbonden. Het hoogtepunt van het
bezoek van de kardinaal was diens
mededeling van de benoeming van
Mgr. Th. Verhoeven tot Protonota-
rius Apostolicus.
LEIMUIDEN
AANBIEDING VAN HET FEESTGESCHENK AAN DE JUBILERENDE
BISSCHOP Z. H. 'EXC. MGR. J. P. HUIBERS
Foto de Boer
Op 15 Augustus vierde de parochie
van de H. Joh. de Doper het 40-jarig
priesterfeest van haar pastoor.
De uitdrukkelijke wens van de
pastoor was, dat alle feestvertoon
zoveel mogelijk beperkt zou worden.
De parochianen hebben echter hun
jubilerende herder een hartelijke
hulde gebracht
Zondagmorgen sprak kapelaan'v.
Teijlingen in een kort woord de pa
rochianen toe om te herinneren aan
de betekenis van een 40-jarige prie
sterarbeid.
Bij deze gelegenheid is het een
ereplicht de bedienaar der H. Kerk
hulde te brengen, aldus de oud-ka
pelaan. Heel de parochie heeft deze
aansporing ter harte genomen en zo
is dit jubileum een waar parochie-
feest geworden. Helaas heeft kape
laan A. Bakkum, die het feestco
mité zou leiden, wegens ernstige
ziekte de feestelijkheden niet kun
nen meemaken.
WELKOM.
De jubilerende pastoor werd Zon
dagavond door het kerkbestuur afge
haald en in zijn parochie binnenge
leid. Deze keer ging de tocht door
Rijnzaterwoude, dat, hoewel de pa
stoor niet officieel ingehaald wilde
worden, toch een feestelijk karak
ter droeg door de vele vlaggen met
witgele wimpels. Toen de pastoor,
nabij de St. Josephschool arriveerde,
werd hij verwelkomd doop de jeugd
verenigingen en talrijke parochianen
Vanaf het schoolplein tot de pasto
rie hadden Gidsen, Welpen en de
gymnastiekver. O.D.I. zich in rijen
opgesteld, tussen welke de jubila
ris, voorafgegaan door misdienaars
en vele bruidjes, zich naar de pasto
rie begaf. Bij de kosterswoning was
een erepoort opgesteld met het op
schrift: „Gezegend Hij, die komt in
de naam des Heren", terwijl nabij
de kerk bloemen hingen en wimpels
met de pauselijke kleuren wapper
den in het zomerzonnetje. Enige
ogenblikken later geleidden bruid
jes en misdienaars de jubilaris naar
de kerk, waar hij met een welkomst
lied werd begroet. Geassisteerd door
kapelaan Vroklage als diaken en ka
pelaan v. Teijlingen als subdiaken,
celebreerde de pastoor een kort lof
wrarin de zieken van de parochie
vooral kapelaan Bakkum met
gebed bedacht werden. In de voilé
kerk hadden plaats genomen de heer
en mevrouw Bakhuizen, de heer en
mevr. Stapensea en wethouder Tas-
seron. Na het lof zong het dameskoor
„Gloria Dei", onder leiding van haar
directeur Ch. v. d. Mark, „Priester-
hulde" van Anton Ponter.
OFFICIËLE HULDIGING.
Hiervoor kwamen na het lof ker
kelijke en burgerlijke overheid bij
een, alsmede het R.K. Armbestuur
en verschillende genodigden. Het
dameszangkoor opende de rij met
Priesterlied van H. Strategier. Na>
mens de parochie voerde de heer
Buykx het woord om de jubilaris
te danken voor het vele wat hij in
de 15 jaren voor de parochie heeft
gedaan. Hierbij werd het parochiege
schenk in enveloppe aangeboden.
De heer Obdeijn schetste in een kor
te toespraak de goede voornemens,
die gemaakt worden, maar niet al
tijd ten uitvoer gebracht worden.
Het voorbeeld van ijver en gods
dienstzin van deze jubilerende her
der moet echter goede vruchten
voortbrengen. Spreker eindigde met
het laatste couplet van het zo pas
gezongen welkomstlied:
Wij danken daarom, en bidden
U Heer,
Schenk gij onze herder Uw zegen
steeds meer,
Geef hem de Genade, om altijd
te zijn,
Een leidsman voor ons naar het
eeuwig festijn
Burgemeester Bakhuizen feliciteer
de de pastoor namens beide gemeen
ten en wees op de prettige samem
werking, die er steeds heerst tussen
kerkelijke en burgerlijke overheid.
Namens kerk- en armbestuur
sprak de heer C. A. Beuk en bood
de jubilaris een vulpen aan. Dr Sta
pensea voerde het woord namens de
zieken, om dank te brengen voor de
grote toewijding waarmede de pas
toor steeds voor hen zorgt.
De jubilaris dankte de parochia
nen en de aanwezigen voor het blij-
de welkom, de hartelijke woorden postzegels vervaardigd,
en voor de geschenken. Hiermede
was op de vooravond van de jubel
dag het feest op waardige wijze in
geluid.
DE PLECHTIGE HOOGMIS.
De kerk was door de bloemkwee-
kers van de parochie versierd met
vele bloemstukken. In het midden
waren vier grote manden met witte
anjers opgehangen. Zondagmorgen
droeg de jubilaris de plechtige Hoog
mis op, hierbij geassisteerd door de
parochiezonen pater Clarentius
Straathof als diaken en pater Silva-
nus v. d. Meer als subdiaken en
pater Liberatus v. Velzen als cere-
moniarius.
Feestpredikant was de zeereerw.
heer Th. L. Westgeest, rector van de
„Goede Herder" te Zoeterwoude-
Leiderdorp. die tot tekst had geko
zen Jo. 15.15: „Ik noem u geen I
dienstknechten meer maar Ik
heb u vrienden genoemd." Op deze
blijde dag voor herder en parochia
nen. wilde spr. enige gedachten aan
geven over het geluk van het pries
terschap en aansporen tot gebed voor
de priesters. Behalve gezant van
God en uitdeler van Gods geheime
nissen is de priester meer dan ooit
een vriend van God, omdat een in
tieme betrekking is ontstaan tussen
de leerling en de Meester. Ik
heb u vrienden genoemd, omdat Ik
u alles heb bekend gemaakt, wat ik
van de Vader heb gehoord." Eén zijn
Christus en de priesters in alles, in
gedachten, woord en werk, in het
gemeenschappelijk doel: het zoeken
van de glorie Gods. Veertig jaren
heeft de jubilerende herder het werk
van zijn vriend Jezus voortgezet,
met ijver en zorg, gesteund door de
genaden van het priesterschap, al
tijd meer en iedere dag beter be
seffend het geluk priester te zijn.
Het „Introibo Ik zal opgaan tot
het altaar Gods" klonk nog heden
even blij en met nog hartelijker
dankbaarheid, als 40 jaar geleden in
de wijdings-mis. Wij allen delen in
deze vreugde en met hem danken wij
God, want dat is „dignum et justum"
Gehoor gevend aan de wens van de
jubilaris, wekte spr. allen op met
volharding te bidden voor de pries
ters. Mochten alle gelovigen besef
fen, dat zij moeten bidden voor de
priesters en om priester. Want
God wil gevraagd worden. Met
Augustinus wees spr. erop, dat, als
de eerste Christenen baden voor Pe
trus en Paulus, de priesters veel
méér behoefte hebben aan het gebed
van de gelovigen. De priester za"
eenmaal rekenschap moeten afleg
gen van de uitoefening van zijn ambt
maar ook is het in het belang van
de gelovigen zelf veel te bidden voor
de priesters. Want zo de herder is,
zo is de kudde. Bidt daarom voor uw
goede herder, die met heilige ijver
waakt over uw zieleheil, die iedere
dag aan het altaar uw belangen bij
God bepleit, die iedere avond zijn
schaapjes nagaat en God aanbeveelt,
als hij voor het te ruste gaan, even
neerknielt voor het tabernakel. Ze
gen dale neder over dit priester
schap!
Het kerkkoor voerde een vier
stemmige mis uit, en het dames
koor zong na de hoogmis de Pries
ter-cantate van A. Th. Vis.
RECEPTIE.
Van 2 tot half 4 was in de bene
denzaal van de pastorie gelegen
heid tot feliciteren, waarvan onaf
gebroken gebruik werd gemaakt. In
deze zaal, die door de eerw. zusters
was ingericht en versierd, waren de
vele geschenken een vertolking van
waardering voor het werk van de
feestvierende pastoor.
Wij noemen slechts een velum ge
schonken door de schoolkinderen
kraagjes voor de misdienaars van
de modevakschool.
PLECHTIG DANKLOF.
De officiële sluiting van het paro-
chiefeest had plaats Zondagavond
7 uur in de vorm van 'n plechtig
lof. De jubilaris werd nu geassi
steerd door oud-kapelaans en wel
kapelaan Berkhout als diaken
kapelaan Vlaas als subdiaken ter
wijl pater Carolus Borr. v. Velzen
als ceremoniarius fungeerde.
Na het Magnificat sprak de fees
teling een woord van dank, waarin
hij op de eerste plaats dank bracht
aan God, die de grote genade had
geschonken om 40 jaar in Diens
Benoemingen
Paters Franciscanen
Door het Provinciaal Kapittel der
Paters Franciscanen zijn benoemd
tot resp.
Gardiaan en Vicaris
te Weert: de paters M. Celie en
L. Valckx;
te Maastricht: de paters E. Seelen
en D. Hulshof;
te Nijmegen: de paters D. Koot en
N.' v. Heereveld;
te Venray: de paters J. Gronheid
en Th. Wassenaar;
te Wychen: de paters E Wolfkamp
en Fl. Claessens;
Woerden: de paters H. Nieu-
wenhuyzen en S. v. d. Bosch (oud
kapelaan van de „Hartebrug" te
Leiden, pastoor te Amsterdam);
te Vorden: de paters J. Rosmalen
en S. van Rossum;
te Nieuwe Niedorp: de paters Th.
Pothof en S. Baselaar;
te Heerlen: (Sittarderweg) de pa
ters Th. Thöne en S. Smitz, pastoor
te Leiden;
te Venlo: de paters C. Reiber en
Tl. Schouten;
te Heerlen (H.B.S.): de paters H.
Caminade en J. Bouwman;
te Bleyerheide; de paters D. v. Ga
len (oud-kapelaan te Leiden), en L.
te Nijmegen: de paters R. Haze-
broek en M. Goemans;
te Venray (Gymnasium): de pa
ters B. v. Summeren (tevens rector)
en T. Plekker;
te Drachten: de paters M. Staver-
man en S. Goosen (oud-kapelaan te
Leiden, pastoor te Lichtenvoorde).
te Brummen: de paters A, Duin
dam en R. Backers;
te Watersleyde: de paters V. Wor-
telboer en P. Mikx;
te Vlodrop: de paters A. Stokman
en S. v. Elsschot;
Tot pastoor werden benoemd:
te Ammerzoden: pater H. Veldman
te Amsterdam: (Mozer. en Aarön)
pater N. Sanders;
te Amsterdam: (Admiraal de Ruy-
terweg) pater G. Bertels;
te Bolsward; pater dr I. Onings;
te Delft (Raamstraat) pater W. de
Leeuw, oud-pastoor te Leiden, rector
te Bleyerheide;
te Gorcum: pater C. v. d. Berg;
te Gouda (St. Joseph) pater A. v.
d. Hoeven, pastoor te Woerden. De
tegenwoordige pastoor aldaar pater
Blom wordt kapelaan aan dezelfde
parochie;
te Leiden (Hartebrug): pater N.
Lohuis;
te Lichtenvoorde: pater B. Theu-
nissen;
te Roterdam: pater Th. Sanders,
vroeger belast geweest met de ziel
zorg in de Margarita van Cortona-
stichting te Leiden;
te Vorden: pater H. Gerz;
te Woerden: pater M. Staal, pas
toor te Bolsward.
te Zaltbommel: pater C. Verhaar.
Wijngaard te mogen werken. Ver
volgens sprak hij waarderende woor
den tot personen afzonderlijk, en
tot groepen personen, die hem in
zijn 15-jarig pastoraat in deze paro
chie in zijn priesterarbeid hebben
bijgestaan.
Om vooral niemand te vergeten
bedankte hij tot slot de gehele pa
rochie voor het gebed en de vele
weldaden, die dit jubileum onver
getelijk gemaakt hebben. In een
machtig „Te Deum" brachten zowel
geestelijkheid, als gelovigen nog
maals dank aan God voor dit grote
feest.
Voor de vierde maal tijdens deze
dagen liet „Gloria Dei" haar ijver
POSTZEGELS VOOR PORTUGESE blijken door de uitvoering van „Be-
POSTERIJEN In opdracht van de nedicamus Domino" van Theo Smit.
Portugese posterijen worden bij de Zo heeft de parochie van de H.
grafische inrichting N. V. Joh. En- J°h- de Doper op waardige wijze
schedé Zn. te Haarlem een millioen pastoor Speet hulde gebracht.
DOOR P. G. WODEHOUSE
Vertaald door Jean H. P. Jacobs
40)
„En nu over het gedrag, als ik het
huis binnen kom? Hoe moet dat zijn.
Zou ik uitgelaten moeten doen of erg
triest? Een verloren zoon is natuur
lijk heel wat anders dan een verloren
weggebleven en reddeloos verloren
gewaande neef zou moeten doen?"
Zo'n neef met de mentaliteit van
Jimmy Crocker, en met zoveel op
zijn geweten als die, zou het huis
moeten binnen kruipen met een
witte vlag in zijn handen".
Er klonk een bel in de gang.
„Souper!" zei Jimmy.
„Dan moet ik gaan."
„Ja, ik ontmoet u nog wel."
Hij geleidde haar tot aan de deur en
keek haar na van af de stoep voor het
huis. Hij haalde toen diep adem en
dacht hardop bij zichzelf, toen hij te
rug het huis binnen ging om zich te
versterken met het souper.
TWAALFDE HOOFDSTUK
Toen Jimmy 's anderdaags 's mor
gens om half tien bij het kantoor van
meneer Pett in de Pine-straat aan
kwam, zijn vaste voornemen, om
vroeg genoeg op te staan, teneinde er
om negen uur te kunnen zijn, was
niet doorgegaan, toen hij er dus
aankwam, bevond hij zich in verre
staat van voorbereiding op de ont
moeting. Hij had zich op heel wat
voorbereid, door o.a. een paar keu
rige schotels te verorberen in een
duur hotel, inplaats van het pension-
ontbijt, waarmee hij zijn innerlijke
mens de laatste tijd herhaaldelijk een
affront had aangedaan. Verder was
zijn pak netjesgeperst, zijn schoener
blonken schitterend en zijn kin was
spiegelglad geschoren. Al die dingen
mét de prachtige ochtend verhoogden
nog zijn optimisme. Er was iets, dal
hem scheen te vermanen, zich toch
nergens ongerust over te maken er
dat alles in orde zou komen. Hij was
de laatste om te ontkennen, dat zijn
positie wel een beetje gecompliceerd
was geworden en hij had papier en
potlood moeten gebruiken om juist uit
te mikken, waar hij nu eigenlijk
stond. Maar wat betekende dat? Een
beetje moeilijkheden in het leven zijr
uitstekend voor de hersens. Jimmy
overhandigde zijn kaartje met zo'n
geniaal gebaar, dat het jongmens
van zijn stuk gebracht werd en zelfs
zijn hap kauwgom doorslikte.
„Geef dat eens aan de baas, jonge
man! "zei hij.
De jongen verdween sprakeloos.
Van waar hij stond, buiten het hek
dat de bezoekers van de werkers aan
de andere kant scheidde, had Jimmy
het uitzicht op erg bezig uitziende
jongelui, met grote papieren ver
sterkingen om zich heen gestapeld
diep verzonken in bezigheden, die
die veel papier schenen te vereisen.
Er was er zelfs een, die zoveel papier
om zich heen had liggen, dat men
kon veronderstellen, dat hij een bad
in de branding nam. Jimmy bekeek de
zwoegers met een goedmoedigen,
vriendelijke blik. Al die bedrijvig
heid gaf hem een gelukkig gevoel.
Hij hield er van, dat dit allemaal
om hem heen gebeurde.
De kantoorjongen kwam terug.
„Dien kant uit, alstublieft".
De eerbiedigheid van de jongen
was blijkbaar gestegen. De manier,
waarop meneer Pett de naam begroet
had van de bezoeker, had hem geim-
poneerd. Het was werkelijk merk
waardig, hoe de financier, een nul in
zijn eigen huis, op iedereen indruk
wist te maken op zijn bureau.
De aankondiging, dat meneer James
Crocker meneer Pett verlangde t e
spreken, had deze laatste toegeklon
ken als een mirakel. Er was sinds hun
terugkeer uit Engeland geen dag
voorbijgegaan, zonder dat mevrouw
Pett in weeklagen uitbrak over het
mislukken van hun poging om van de
jongeman een kerel te maken. Het to
neel in huis, toen mevrouw Pett het
verslag in de Kroniek, over het geval
Lord Percy Whipple, las, was enig ge
weest in zijn soort. Voor de eers*e
maal, zolang hij haar kende, was de
onverstoorbare vrouw, toen van haar
stuk gebracht. Zij huilde bijna als zij
er aan dacht. Wanneer zij het geweten
had, zou zij gedurende haar onder
houd met haar zuster in Londen eer
wapen in handen gehad hebben, da*
haar nederlaag in een grote triomf
zou hebben doen verkeren, en die ge
dachte was werkelijk meer, dan me
vrouw Pett kon verdragen. Wanneer
zij nog terugdacht aan die scène en
in haar herinnering de manier terug
riep, waarop mevrouw Crocker zo
terloops van „Lord Percy Whipple,
de beste vriend", van haar stiefzoon
sprak, en besefte, dat op datzelfde
ogenblik Lord Percy in bed lag, om te
bekomen van zijn eerste ontmoeting
met Jimmy Crocker, dan wist zij niet
meer, wat voor een gevoel haar ei
genlijk bekroop, maar zij werd er erg
ongedurig onder. Toen de stand van
zaken voor het eerst lot haar door
drong, had zij reeds terstond aan zes
verschillende dingen gedacht die zij
tegen haar zuster had kunnen zeggen,
het ene nog verpletterender dan hel
andere, dingen, die zij nu nooit meer
zou kunnen aanvoeren.
En nu was de g -legenheid om haar
rustige eigenwaarde wederom te her
stellen plotseling en onverwacht ko
men opdagen; Jimmy Crocker was,
trots, het zeggen van zijn stiefmoeder
en waarschijnlijk tegen haar bevelen
in, toch naar Amerika gekomen. Me
neer Pett dacht daaraan het eerste,
hoe zijn vrouw zou opkijken, en nau
welijks wachtend totdat de kantoor
jongen had zich teruggetrokken
sprong hij op Jimmy toe, als een
groot lammetje en gaf hem een klap
op zijn schouder en liep over van pret
en vriendelijkheid.
„Mijn beste jongen! ik ben verrukt
je hier te zien!"
Jimmy was verrast, verlicht en ver
genoegd. Hij had dergelijke harte
lijkheid heel niet verwacht, een gere
serveerde koelheid, was het beste,
waar hij niet op gerekend had. Het
was hem duidelijk te verstaan gege
ven, dat hij in het huis der Petten zou
beschouwd worden als het zwarte
schaap; en al neemt men ook al een
zwart schaap in zijn kudde op, daar
om vleit en prijst men het nog hele
maal niet.
„U bent erg vriendelijk," zei hij bij
na geschrokken.
Een ogenblik stonden zij elkaar aan
te kijken, meneer Pett vond, dat Jim
my er veel beter uit zag, dan hij hem
zich in zijn verbeelding had voorge
steld. Hij had zich Jimmy misdadi
ger, opgeblazener en fatteriger voor
gesteld. Jimmy, van zijn kant, was on
middellijk ingenomen met de finan
cier. Ook hij was door zijn verbeel
ding misleid geworden. Hij had altijd
gedacht, dat die millionnairs van Wal
Street hoekige strijdlustige mensen
waren met doordringende ogen en
een scherpe tong. Hij had meneer Pett
op de boot alleen maar van uit de ver
te gezien en was niet in staat geweest,
zich em idee van diens karakter te
vormen. Hij vond hem nu een leuke
kleine meneer.
„We hadden al alle hoop opgege
ven, dat je nog komen zou," zei me
neer Pett.
Jimmy vond, dat het nu wel pas
gaf, zich een beetje berouwvoller te
gedragen.
„Ik had nooit durven hopen, dat u
mij zo zoudt hebben ontvangen. Ik ge
loof toch, dat ik me niet erg sympa
thiek heb gemaakt." Z.O.Z.