Wandelen: n V de sport van grijze bisschoppen door oorlogsgeweld in Palestina in Indonesië ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1949 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 ZOMERSE RAADGEVINGEN £}E MEEST IDEALE MANIER van reizen is en blijft de meest ouder wetse: op twee benen een vervoer middel, waarover arm en rijk in ge lijke fabrieks-uitvoering en degelijke aflevering beschikken. Er is nie mand, die zijn benen zou willen rui len voor een auto of zelfs voor hon derdduizend auto's. Dus zijn gezon de benen meer waard dan een auto, en het loont de moeite ze ook op va- cantie goed te gebruiken. Lopen is de wijze, waarop een mens zich van nature voortbeweegt en zelden of nooit een ongeluk krijgt. Chi va piano, va sano! Wie lang zaam gaat, gaat gezond! Aan deze natuurlijke voortbeweging is de menselijke ziel aangepast. Bij kunst matige versnelling op de fiets, in trein, auto of vliegtuig probeert de ziel wel mee te hollen, maar reeds na weinige dagen kan ze het tempo riet meer bijhouden. Ach arm! Ze raakt oververza digd van nieuwe indrukken en de toerist komt in de stemming van een avondje behangsel-uit zoeken. De eerste behangsels worden bewonderd of becriti- seerd, bij het tweede boek be hangsel-papier wordt er luste loos gebladerd en ten slotte zit ten je hersenen verstopt met een bal behangsel. De geest kan tot een bepaalde hoogte indrukken en beelden opslorpen en genie ten. Is die graad bereikt, dan draait de film er langs heen. BIJ VOETREIZEN beweegt de ziel zich in hetzelfde tempo als het lichaam en deze beweging is voor beide gezond. Jean Jacques Rousseau is misschien de baanbreker geweest voor het sportieve genoegen van wandelen. Hij was in ieder geval een van de eersten, die met een zak met brood, melk en kersen bij zich voor zijn plezier ging wandelen. „Als ie ergens naar toe moet, neem dan de postkoets" schreef hij „als je reizen wilt, moet je te voet gaan". Jac. Loveringh, die in 1733 een „vermakelijke Reyze door Holland" maakte, vond zijn tocht: „Zo singulier en ongemeen, al was 't alleen maar omdat zij ge heellij k te voet is afgelegt ge worden, dat ik niet weet ooit diergelijke gedaan of beschre ven is". In zijn boekje vond hij een nieuw v/oord voor wandeüen uit: „voeté ren", een woord, dat geen opgang heeft gemaakt. Loveringh waande, dat vóór hem nooit iemand te voet Holland had be reisd. Hij heeft echter illustere voor gangers gehad: Willibrord en Win- fried. St. Willibrord rijdt in Utrecht als een bronzen ruiter, maar een paard besteeg ons aller herder toch slechts in uiterste noodzaak. Niet uit angst op hol te zullen slaan, maar om Christus na te volgen, die niet alleen van kampeerdei-s, vissers, zei lers en natuurliefhebbers, doch ook van de tippelaars de grote Meester is. Christus af te beelden in een draag stoel of een reiswagen gezeten, zou iedereen bespottelijk en zelfs gods lasterlijk vinden. Hij wandelde over de wereld als een gewoon mensen kind en wandelde over het water als een ongewoon mensen-kind. In zijn voetspoor tredend zwierven de apos telen „per pedes apostolorum" over de wereld uit. Ook de Engelse en Ierse missiona rissen, die in West-Europa de Blijde Boodschap kwamen brengen, verko zen het stappen boven het rijden, waarbij komt, dat deze kloosterlin gen even reislustig waren als de En gelsen nog zijn. Van een hunner, Gallus, is bekend, dat hij „silvarum avidus gek op bossen" was. Hij marcheerde door naar de wouden van Zwitserland. De stad St. Gallen is naar hem genoemd. WILLIBRORD EN BONIFACIUS (Winfried) maakten, net als Ber- tus Aafjes, een voetreis naar Rome en hebben op hun tocht wis en ze ker meer beleefd, dan wie er per trein, auto of vliegtuig heentrekt. Hadden zij er een gedicht over ge schreven, dan zou het anders uitge vallen zijn dan van hun dopeling Bertus, die, mogelijk bestemd voor de bisschopsmijter, aan de dichter- 'hoed de voorkeur gaf. Niet iedereen kan bisschop wor den, maar het is in ieder geval een onderscheiding voor de wandelaars, die „met een ruiker op de hoed en stok in de hand" op vacantie trek ken, twee prelaten gemijterd en ge- stafd voor zich uit te zien stappen door het polderland. De twee vaderlandse bisschoppen reisden op verschillende wegen, maar nooit alleen, wat een verre raad inhoudt voor „voeteerders". Ook de leerlingen des Heren werden uitgezonden „twee aan twee". Het is heilzaam voor een mens zich bij tijd en wijle in eenzaamheid terug te trekken, maar te lange afzonderlijk heid leidt gemakkelijk tot uitzonder lijkheid tenzij bij zeer verheven geesten. Het is verstandig, zich daar toe niet gauw te rekenen. Wie denkt het te zijn, is het al niet. Deze va derlijke vermaning doelt in 't bijzon der op voet-reizen van lange adem, dagen achtereen, zonder, dat 's avonds een ontvangst wacht in gezellige fa milie- of vriendenkring. ,.0 zoete eenzaamheid" schreef Xavier de Maistre in zijn „Nachtelijke Reis rond mijn kamer" „ik heb de ver lokking gekend, waarmede gij uw minnaars betovert.... maar.... ik wil alleen maar 's morgens kluize naar zijn. 's Avonds houd ik ervan mensen om mij heen te zien". Het prettigst wandelt men ge tweeën of gedrieën. Niet meer. „Een vrolijke reisgezel is als een vlug ver voermiddel" besliste Publius Sy- rus kort en krachtig, wat Bilderdijk in sierlijker zinnen aanbeval: Die wandling is gewis heur voor werp dubbel waard! Maar saus haar lieflijkheid door 't edelst zoet op aard. Laat vrienden van uw hart de reistocht met u deelen. Een B.L O. school Wat is dat voor een school Enige tijd geleden hadden wij het genoegen in dit blad de aandacht van de lezers te vestigen op de noodzaak van Buitengewoon Onderwijs voor het moeilijk lerende kind. Het ging er toen vooral om de ouders te waarschuwen uit die plaatsen, welke op Woerden zijn georiënteerd. Dit heeft tot nu toe helaas niet de be oogde resultaten gehad. Die hoogst noodzakelijk school kwam er tot nu toe niet. Het rommelt er nog steeds! In de Leidse Courant van 3 Aug. werden we echter verblijd met het Raadsbesluit van de gemeente Lisse om te komen tot oprichting van een school voor Buitengewoon Onderwijs voor de bollenstreek. Zowei de Leid se als de Haarlemse B. O. School zullen met vreugde kennis nemen van dit besluit. Het aantal leerlin gen voor deze scholen was van dien aard, dat velen uit de Bollenstreek afgewezen moesten worden. Nu kan aan die zeer ongewenste toestand een spoedig einde komen. Waarschijnlijk zullen vele ouders belangstellend zijn te vernemen, wat dit toch voor scholen zijn en welke kinderen hiervoor in aanmer king zullen komen. Het verheugt ons, hiertoe door de redactie in de gele genheid te worden gesteld. Er zijn nu na een halve eeuw van volhardend werken in ons land on geveer 170 Scholen voor Buitenge woon Onderwijs. In de maand Juni vierde de R.K. Bond voor Buitenge- I ER IS GEEN VREDE IN HET H. LAND Het is aan een ieder voldoende be kend dat er sinds 1947 in Palestina een oorlogstoestand bestaat tussen Joden (Sionisten enerzijds en Ara bieren (geregelde Arabische troepen van de landen der Arabische liga en ongeregelde troepen, o.a. ook uit Pa lestina afkomstig) anderzijds-.Tussen beide partijen zijn wapenstilstan den gesloten, maar van vrede is voor lopig nog geen sprake, zeker niet van een. waarachtige vrede. De oorlogs toestand is vooral voor de Palestijn se Arabieren een bron geweest van veel ellende en is dit nog. Volgens de het laatst beschikbare officiële ge gevens behoren heden van de totale „Arabische" bevolking van Palesti- komstig van een land dat voor drie grote wereldgoddiensten een Heilig Land is en dat een centrale plaats in neemt in de geschiedenis van de godsdienst; 4e hun lot is nauw be trokken bij dat der centrale heilige plaatsen van het Christendom en van sommige heilige plaatsen van de Islam. De uiterste nood der vluchte lingen. Het is in de laatste in West-Euro pa gevoerde oorlog voorgekomen, dat duizenden mensen voor de nade rende vijand^zijn gevlucht, en dar ten getale van rond 1.200.000, on-was steeds grote ellende daarvan hel geveer 2/3, dat is 800.000 personen I gevolg. Zij kwamen echter doorgaans tot de groep der ongelukkigen die i terecht in bewoonde streken, waar men na de laatste oorlog euphemis- I gebouwen en huizen waren in welke tisch „displaced persons" („ontheem-ZÜ konden worden opgenomen, waar den") heeft genoemd. Deze mensen een medische dienst was die zich hen zijn grotendeels gevlucht uit vrees aantrok enz. Waar zij niet moedwillig voor het oorlogsgeweld, of zijn invan huis en haard verwijderd wer- een aantal gevallen van huis en den gehouden konden al deze perso- haard verdreven. Maar wat de oor- nen_ later weer terugkeren, soms al LEGERAUTORITEITEN HOUDEN TE LONDEN BESPREKINGEN - Enige hoge Amerikaanse officieren zijn op het vliegveld Northolt aan gekomen, voor besprekingen met Engelse, Noorse en Deense legerauto- riteiten te Londen. Het zijn gene raal Omar Bradley, chef van de Ie- gerstaf, generaal Hoyt Vandenberg chef van de luchtmachtstaf, en admi raal Louis Denfield, chef van de marinestaf. Zij hadden reeds in Duitsland besprekingen gevoerd met Italiaanse en Luxemburgse militaire leiders. Op het vliegveld werden zij be groet door luchtmaarschalk Lord Tedr'er n ^us) met veldmaarschalk William Slim. zaak van hun „verplaats" zijn ook moge wezen, feit is dat zij in de nieuwgevormde staat Israël nog al tijd niet worden toegelaten en dat veelal op hun bezittingen met uit zondering van het weinige dat (nog niet eens altijd) kon worden meege nomen, beslag is gelegd, voor zover zij voor de andere partij van waarde waren. Honderdduizenden hebben buiten hun schuld hun gehele bezit en alle middelen van bestaan verlo ren. De aan Joodse zijde geleden ver liezen en ellende zijn veel minder zwaar; het aantal displaced persons der vooroorlogse bevolking bedraagt daar slechts enkele duizenden, die bovendien voor het merendeel zijn ondergebracht in behuizingen die eerder aan Arabieren behoorden. Voorts gaat men aan Joodse zijde nog steeds door met immigratie op zo groot mogelijke schaal, hetgeen voldoende bewijst dat de situatie daar een geheel andere is dan die der Pa lestijnse Arabieren. Er zijn bijzondere redenen zich het lot dezer vluchtelingen op heel spe ciale wijze aan te trekken, aldus schrijft het comité „Pro Palestina in een memorandum, Dit comité is aan gesloten bij de Pauselijke Hulpactie voor Palestina. Het comité consta teert: le het zijn mensen die voor een groot deel in de uiterste nood ver keren; 2e onder de vluchtelingen be vinden zich een groot aantal Chris tenen, die in de Mohammedaanse wereld waarin zijn leven toch al van zelf in een zeer moeilijke positie ver keren; 3e de vluchtelingen zijn af- heel spoedig. De gevluchte Arabieren kwamen echter bij honderdduizenden in onbewoonde streken en zelfs woes tijnen terecht waar geen onderko men kon worden gevonden, geen me dische dienst geen voedsel. Een ge volg was dat duizenden van honger en gebrek omkwamen, dat de lijken zich opstapelden, dat volgens 'i schatting van de Belgische hulp dienst in korte tijd 12.000 kinderen stierven, terwijl het slechts met de grootste moeite is gelukt duizenden anderen in het leven te houden Do Arabier is traditiegetrouw zeer gast vrij en heeft deze gastvrijheid ook tot het uiterste betoond,, maar waar niets is of niets meer is, kan ook niets worden gegeven. Vele christenen onder vluchtelingen de Het aantal Palestijnse Christenen was volgens de laatste telling (1946)) ongeveer 136.000, men zou het voor het gemak (ruw genomen), misschien op 150.000 kunnen schatten, daar volkstelling cijfers in het Oosten steeds te laag zijn en men rekening moet houden met de natuurlijke aanwas, die in Palestina een der grootste is van heel de wereld. Vol gens de gegevens dit tot dusver zijn verstrekt, zijn ongeveer 100.000 dezer Christenen gevlucht, dus het meren deel. Dit betekent practisch het einde van het Christendom in Palestina, m.a.w. de grootste ramp die Christendom in het land van zijn ontstaan beleeft. De eerste grote ramp was die van de verovering van he* land "~or de Mohammedanen (eer ste ty le eeuw) gevolgd door een geleide ijke islamisering; de tweede was die van de verdrijving der kruis vaarders (eind 12e eeuw, 13 eeuw); de derde is die waarvan men nu getuige Het resultaat is de practisch gehele vernietiging van het Christendom in het land waar het ontstaan is, en dat het altijd heeft beschouwd als het Heilige Land bij uitstek, waarheen men de eeuwen door heeft gepelgri meerd om de plaatsen te bezoeken, die geheiligd zijn door het Leven en Sterven van de Verlosser. Palestina is voor het Christendom, speciaal voor het katholieke en orthodoxe, niet slechts een zeer heilige, maar dode reliek, doch een land waarvan inspiratie, bezieling en leven uitgaat door het simpele feit dat het de pel grim in staat stelt er zijn geestelijk leven te verdiepen of zelfs te her nieuwen, en door het feit dat het met Calvarieberg het meest tastbare sym bool is van de waarheden van het Christelijk geloof, een symbool dat niet kan nalaten de grootste indruk te maken op allen die het met een vroom en gelovig hart bezoeken. Dat in zulk een land de Christenen ont breken of zullen ontbreken is een ge mis dat dieper dan waar ter wereld zal worden gevoeld, een gemis waar de Christenheid nooit of nimmer ge noegen mee zal mogen of kunnen ne en. De Palestijnse Christenen behoren tot verschillende ritussen en kerkge meenschappen. Het belangrijkst zijn de Latijnen en de Grieks-Ortho doxen, welke laatste sterk onder in vloed van de orthodoxex clergé van Griekenland staan, terwijl de hogere prelaten van hun hiërarchie door gaans Grieken zijn. Daarnaast zijn er nog Grieks-Katholieken, met een eigen bisdom in Galilea; Armeniërs vooral orthodoxe maar ook katholie ke; Syriërs (Maronieten, andere ka tholieke Syriërs, Jacobieten); Kop ten (meest orthodox, gering in aan tal); Abessyniërs (meest orthodox, weinig in getal); orthodoxe Russen (vooral te Jerusalem); enkele Pro testanten (te Jerusalem, Nazareth en elders). De voornaamste Rooms-Ka- tholieke instantie is sinds 1847 de La tijnse patriarch van Jerusalem; vóór die tijd is het eeuwenlang geweest de overste der Franciscanen van Pales tina, de z.g. Custos van het H. Land, die het recht heeft pontificaal te ce- lbereren. De Franciscanen zijn de voornaamste bewaarders der H.H. Plaatsen der katholieken; deze rol hebben zij eeuwen lang in Palestina vervuld. Christendom in gevaar. De Christenen van Palestina en de andere Arabisch-Mohammedaanse landen hebben eeuwen lang het be staan geleid van een door de Islam gedulde minderheid. De Mohamme daanse orthodoxie schrijft voor dat heidenen met 't zwaard moeten wor den bevochten en voor de keuzze worden gesteld de Islam te aanvaar den of te sterven. Voor Joden en Christenen maakt men echter een uitzondering; men duldt hen, tegèn het betalen van een schatting. Als ge volg hiervan is het leven der Christe nen altijd zwaar geweest in de lan den, die door de Islam werden of worden overheerst. In het Turkse rijk werden zij op veel plaatsen o.a. in Palestina, min of meer ontzien, als gevolg van de steun die de Christe nen van de Christelijke mogendhe den in Europa genoten. Nu deze steun echter is ontvallen en een nieuw Arabisch nationalisme, hetgeen wil zegen Mohammedanisme, het hoofd opsteekt, is hun toestand in de Arabische staten meer precair ge worden dan eeuwen lang het geval is geweest. Dit maakt de positie dei- Christenen onder de Palestijnse vluchtelingen extra moeilijk. Ver van huis en haard en de kerkelijke gemeenschap waarin zij geworteld waren en hun geestelijke houvast hadden, lopen zij gevaar hun geloof te verliezen en met geweld of dooi de omstandigheden te worden ge dwongen tot de Islam over te gaan Bovendien krijgen zij van de Moham medanen het demoraliserende verwijt te horen, dat het de „Christenvolke ren" der Verenigde Naties zijn die door hun gedrag hebben meegewerkt aan hun ondergang in het H. Land. Steeds hebben de Arabische Christe nen gesteund op hun Westerse ge loofsgenoten; nu ziet zie wat het einde is. Men denke nierbij dat in het ge hele Oosten, in Europta als in Azië, het Christendom in groot gevaar ver keert. In de landen onder communis tisch bewind wordt het met uit roeiing bedreigd; in de Mohamme daanse landen staat het onder grote druk; in Palestina zijn de vertegen woordigers er van verdreven, of in dien niet verdreven, wordt het hun belet naar hun eeuwenoude woon steden terug te keren, hetgeen feite lijk en moreel niet verschillend is. Het is van belang dat het Christen dom elke post verdedigt waar het staat, dus óók in Palestina; maar om dat Palestina van zulk een uitzonder lijke betekenis is voor de Christenen moet men zeggen: vooral in Pa lestina. woon Onderwijs haar 25-jarig be staan. Ons land telt nu ongeveer 70 katholieke B. O. Scholen. Vooral de laatste jaren begint het inzicht steeds meer veld te winnen, dat lang niet alle kinderen het gewoon lager on derwijs met vrucht kunnen volgen. De huidige school met haar hoog opgevoerde leerprogram en de vaak onmogelijk grote klassebevolking, is gedwongen klassikaal te werk te gaan en alle leerlingen volgens het zelfde recept te behandelen. Zeker 2 pet. van onze kinderen is absoluut niet in staat dit onderwijs met enig succes te volgen. Voor deze pl.m. 30.000 Nederlandse kinderen werden en worden z.g. Buitengewone Scholen opgericht. Deze scholen worden Buitengewoon genoemd, omdat zij anders zijn en werken dan de gewone school. Het zou te ver voeren, hier een uitvoe rige beschrijving te geven van de werkwijze van de B. O. School. We zullen daarom volstaan met het aan geven van de grote lijnen. Bij een bezoek aan een B. O. School valt het eerst op het klein aantal leerlingen per klas. Dit bedraagt 18 a 20 kin deren. Het is de leerkrachten daar door mogelijk de kinderen beter te observeren aan elk afzonderlijk meer aandacht te besteden. Een tweede kenmerk van deze scholen, nauw samenhangend met het vorige, is de individuele werkwijze. De kinde ren werken ieder aan het werk wat zij aan kunnen. Tijdens het reken- uur zijn de leerlingen dan ook bijna allen met verschillend werk bezig. Het tempo is aangepast aan het kind, en niet omgekeerd het kind aan het tempo. Vervolgens tracht men met alles zo concreet mogelijk te zijn. Het ab stracte ligt het kind over het alge meen niet en zeker deze kinderen niet Ook genieten de leerlingen deze scholen een groter vrijheid en wordt er naar gestreefd, om zonder het onderwijs te schaden, de kinde ren de gang naar school tot een zeker genoegen te maken. Reeds te lang was de dagelijkse tocht naar school voor deze kinderen vaak een martel gang. Ze voelden zich niet op hun plaats en moesten er (noodgedwon gen) dikwijls voor spek en bonen bij zitten. Mede in verband hiermede wordt op iedere B. O. School aan de z.g. luxe vakken tekenen en handen arbeid ruimschoots tijd gegeven. De lichamelijke oefeningen staan in hoog aanzien en grote aandacht wordt geschonken aan de maatschap pelijke moeilijkheden van deze kin deren bij het verlaten van de school. Hiermede is natuurlijk lang niet alles gezegd over deze moderne vorm van onderwijs. Dit artikel worde dan ook beschouwd als een eerste oriën tatie. Mogelijk kunnen we het later nog eens hebben over de leerlingen zelf. A. VAN TONGEREN,, Grote Houtstraat 42, Haarlem. 'Hvcjawct CO HUIGSLOOT, Noordeinde 177, Roelofarendsveen, viert op 10 Augustus voor de 3e maal zijn verjaardag bij de Verbindings- afd. in Buitenzorg. PAS OP VOOR BRAND De K.N.A.C. waarschuwt voor het wegwerpen van brandende sigaren- of sigaretteneindjes, ook uit portie ren van auto's op wegbermen. Tij dens een periode van droogte kun nen zeer spoedig branden ontstaan. Een nieuw leermiddel IN COMBINATIE MET acdaabudia Aan een publicatie van de Katho lieke Radio-Omroep, afd. Schoolradio, ontlenen we het volgende: Met de voorbeelden van Ameri kaanse schooltelevisie voor ogen, heb ben wij gezocht naar een visueel hulpmiddel, dat voorlopig de televi sie kan vervangen en wellicht inlei den, zonder de technische onvol maaktheden van deze nieuwe vin ding. De foto-projectie leek ons hier de oplossing. Waarom niet gebruik gemaakt van dit leermiddel, dat in zijn moderne vorm bij het onderwijs reeds lang practisch nut heeft bewe zen? Toen wij bij de aanvang van de Schoolradio-uitzendingen 1949 deze gedachte terloops lanceerden, bleek de belangstelling en instemming van de onderwijs-krachten zo groot, dat wij overtuigd zijn van een volkomen verantwoorde aanvulling op school radio. Het staat nu wel vast, dat foto projectie voor het aanschouwelijk on derwijs practisch onmisbaar is en, sinds de jaren 19401945, een onge kende ontwikkeling doormaakt. Heeft men zich in onderwijs-kringen wel eens rekenschap gegeven van de gro te waarde, die in de jongste wereld oorlog aan de fotoprojectie werd toe gekend? Millioenen mannen en vrou wen van zeer uiteenlopende ontwik keling werden op korte termijn, me de door middel van de foto-projectie, ingewijd in de techniek van de mo derne oorlogvoering. Sindsdiens heeft de foto-projectie als leermiddel een grote populariteit verkregen. Ook in ons eigen land is de laatste jaren vooral in onderwijs-kringen een stijgende belangstelling te consta teren voor de foto-projectie. In het lezenswaardige boekje „Foto-projec tie" schrijft de heer de Korte o.m. het volgende: „Sedert kort neemt het projecte ren van foto's in allerlei kringen een steeds hoger vlucht. De oorzaak hiervan ligt in het feit, dat foto projectie bewezen heeft voor ve lerlei doel buitengewoon bruikbaar te zijn. In de naaste toekomst zal naar onze stellige overtuiging het projecteren van fotobeelden zelfs een zeer voorname plaats in het cultureel en maatschappelijk leven innemen." In de loop van dit jaar kregen wij tientallen aanvragen over het „hoe" en „wat" van de foto-projectie in combinatie met de schoolradio. Tot zover de Katholieke Radio-Om roep, afd. Schoolradio. Wij adviseren belangstellenden zich omnadere in lichtingen te wenden tot voornoem de instelling te Hilversm. PIET VLASVELD, Lage Rijndijk 28B, Leiden, viert 10 Augustus zijn 2e Ind. ver jaardag als sergeant te Surabaja. HENK MARIA DE GROOT, Noordeinde 53, Zevenhoven, soldaat le kL, viert op 10 Augustus zijn le Ind. verjaardag te Waïi-Ku- kun (Madiun). A L yT m k J. A. v. d. BROEK, Voorweg 85, Nieuwe-Wetering, viert 8 Augustus zijn 3e Ind. ver jaardag. ONTSLAG BEROEPSPERSONEEL KONINKLIJKE MARINE. Korporaals en manschappen beho rende tot het beroepspersoneel der Koninklijke Marine, wier dienstver band vóór of op 1 Januari 1943 was geëindigd en die sindsdien geen re- engagement hebben gesloten,kunnen met ingang van heden hun verzoek tot ontslag indienen, welk verzoek alsdan zal worden ingewilligd. Korporaals en manschappen, die zijn overgebracht naar de Koninklij ke Marine Reserve, doch wier dienst verband eveneens vóór of op boven genoemde datum was geëindigd, zon der dat zij dindsdien een reëngage- ment hebben gesloten, zullen op hun verzoek van de werkelijke dienst worden ontheven. Korporaals en manschappen dienende in Indonesië of Nederlandse Antillen, die aan ge noemde eisen voldoen, doch wier ge zinnen op 's Rijks kosten naar deze gebieden zijn overgebracht, zullen eerst hun verblijf aldaar moeten uit dienen, alvorens ee ndergelijk ver zoek kan worden ingewilligd.o De aandacht van betrokkene,n wordt er echter op gevestigd, dat bij inwilli ging van het verzoek het in de toe komst niet mogelijk zal zijn, weder om vrijwillig in beroepsdienst terug te keren. Vanzelfsprekend wordt dus geadviseerd geen ontslag aan te vra gen, alvorens een passende burge:r werkkring is gevonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 5