Wandelen:
n
V
de sport van grijze bisschoppen
door oorlogsgeweld in
Palestina
in Indonesië
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
ZOMERSE RAADGEVINGEN
£}E MEEST IDEALE MANIER van
reizen is en blijft de meest ouder
wetse: op twee benen een vervoer
middel, waarover arm en rijk in ge
lijke fabrieks-uitvoering en degelijke
aflevering beschikken. Er is nie
mand, die zijn benen zou willen rui
len voor een auto of zelfs voor hon
derdduizend auto's. Dus zijn gezon
de benen meer waard dan een auto,
en het loont de moeite ze ook op va-
cantie goed te gebruiken.
Lopen is de wijze, waarop een
mens zich van nature voortbeweegt
en zelden of nooit een ongeluk krijgt.
Chi va piano, va sano! Wie lang
zaam gaat, gaat gezond! Aan deze
natuurlijke voortbeweging is de
menselijke ziel aangepast. Bij kunst
matige versnelling op de fiets, in
trein, auto of vliegtuig probeert de
ziel wel mee te hollen, maar reeds
na weinige dagen kan ze het tempo
riet meer bijhouden.
Ach arm! Ze raakt oververza
digd van nieuwe indrukken en
de toerist komt in de stemming
van een avondje behangsel-uit
zoeken. De eerste behangsels
worden bewonderd of becriti-
seerd, bij het tweede boek be
hangsel-papier wordt er luste
loos gebladerd en ten slotte zit
ten je hersenen verstopt met een
bal behangsel. De geest kan tot
een bepaalde hoogte indrukken
en beelden opslorpen en genie
ten. Is die graad bereikt, dan
draait de film er langs heen.
BIJ VOETREIZEN beweegt de ziel
zich in hetzelfde tempo als het
lichaam en deze beweging is voor
beide gezond. Jean Jacques Rousseau
is misschien de baanbreker geweest
voor het sportieve genoegen van
wandelen. Hij was in ieder geval een
van de eersten, die met een zak met
brood, melk en kersen bij zich voor
zijn plezier ging wandelen. „Als ie
ergens naar toe moet, neem dan de
postkoets" schreef hij „als je
reizen wilt, moet je te voet gaan".
Jac. Loveringh, die in 1733 een
„vermakelijke Reyze door Holland"
maakte, vond zijn tocht:
„Zo singulier en ongemeen, al
was 't alleen maar omdat zij ge
heellij k te voet is afgelegt ge
worden, dat ik niet weet ooit
diergelijke gedaan of beschre
ven is".
In zijn boekje vond hij een nieuw
v/oord voor wandeüen uit: „voeté
ren", een woord, dat geen opgang
heeft gemaakt.
Loveringh waande, dat vóór hem
nooit iemand te voet Holland had be
reisd. Hij heeft echter illustere voor
gangers gehad: Willibrord en Win-
fried. St. Willibrord rijdt in Utrecht
als een bronzen ruiter, maar een
paard besteeg ons aller herder toch
slechts in uiterste noodzaak. Niet uit
angst op hol te zullen slaan, maar
om Christus na te volgen, die niet
alleen van kampeerdei-s, vissers, zei
lers en natuurliefhebbers, doch ook
van de tippelaars de grote Meester is.
Christus af te beelden in een draag
stoel of een reiswagen gezeten, zou
iedereen bespottelijk en zelfs gods
lasterlijk vinden. Hij wandelde over
de wereld als een gewoon mensen
kind en wandelde over het water als
een ongewoon mensen-kind. In zijn
voetspoor tredend zwierven de apos
telen „per pedes apostolorum" over
de wereld uit.
Ook de Engelse en Ierse missiona
rissen, die in West-Europa de Blijde
Boodschap kwamen brengen, verko
zen het stappen boven het rijden,
waarbij komt, dat deze kloosterlin
gen even reislustig waren als de En
gelsen nog zijn. Van een hunner,
Gallus, is bekend, dat hij „silvarum
avidus gek op bossen" was. Hij
marcheerde door naar de wouden
van Zwitserland. De stad St. Gallen
is naar hem genoemd.
WILLIBRORD EN BONIFACIUS
(Winfried) maakten, net als Ber-
tus Aafjes, een voetreis naar Rome
en hebben op hun tocht wis en ze
ker meer beleefd, dan wie er per
trein, auto of vliegtuig heentrekt.
Hadden zij er een gedicht over ge
schreven, dan zou het anders uitge
vallen zijn dan van hun dopeling
Bertus, die, mogelijk bestemd voor
de bisschopsmijter, aan de dichter-
'hoed de voorkeur gaf.
Niet iedereen kan bisschop wor
den, maar het is in ieder geval een
onderscheiding voor de wandelaars,
die „met een ruiker op de hoed en
stok in de hand" op vacantie trek
ken, twee prelaten gemijterd en ge-
stafd voor zich uit te zien stappen
door het polderland.
De twee vaderlandse bisschoppen
reisden op verschillende wegen,
maar nooit alleen, wat een verre
raad inhoudt voor „voeteerders".
Ook de leerlingen des Heren werden
uitgezonden „twee aan twee". Het is
heilzaam voor een mens zich bij tijd
en wijle in eenzaamheid terug te
trekken, maar te lange afzonderlijk
heid leidt gemakkelijk tot uitzonder
lijkheid tenzij bij zeer verheven
geesten. Het is verstandig, zich daar
toe niet gauw te rekenen. Wie denkt
het te zijn, is het al niet. Deze va
derlijke vermaning doelt in 't bijzon
der op voet-reizen van lange adem,
dagen achtereen, zonder, dat 's avonds
een ontvangst wacht in gezellige fa
milie- of vriendenkring. ,.0 zoete
eenzaamheid" schreef Xavier de
Maistre in zijn „Nachtelijke Reis
rond mijn kamer" „ik heb de ver
lokking gekend, waarmede gij uw
minnaars betovert.... maar.... ik
wil alleen maar 's morgens kluize
naar zijn. 's Avonds houd ik ervan
mensen om mij heen te zien".
Het prettigst wandelt men ge
tweeën of gedrieën. Niet meer. „Een
vrolijke reisgezel is als een vlug ver
voermiddel" besliste Publius Sy-
rus kort en krachtig, wat Bilderdijk
in sierlijker zinnen aanbeval:
Die wandling is gewis heur voor
werp dubbel waard!
Maar saus haar lieflijkheid door
't edelst zoet op aard.
Laat vrienden van uw hart de
reistocht met u deelen.
Een B.L O. school
Wat is dat
voor een school
Enige tijd geleden hadden wij het
genoegen in dit blad de aandacht van
de lezers te vestigen op de noodzaak
van Buitengewoon Onderwijs voor
het moeilijk lerende kind. Het ging
er toen vooral om de ouders te
waarschuwen uit die plaatsen, welke
op Woerden zijn georiënteerd. Dit
heeft tot nu toe helaas niet de be
oogde resultaten gehad. Die hoogst
noodzakelijk school kwam er tot nu
toe niet. Het rommelt er nog steeds!
In de Leidse Courant van 3 Aug.
werden we echter verblijd met het
Raadsbesluit van de gemeente Lisse
om te komen tot oprichting van een
school voor Buitengewoon Onderwijs
voor de bollenstreek. Zowei de Leid
se als de Haarlemse B. O. School
zullen met vreugde kennis nemen
van dit besluit. Het aantal leerlin
gen voor deze scholen was van dien
aard, dat velen uit de Bollenstreek
afgewezen moesten worden. Nu kan
aan die zeer ongewenste toestand
een spoedig einde komen.
Waarschijnlijk zullen vele ouders
belangstellend zijn te vernemen,
wat dit toch voor scholen zijn en
welke kinderen hiervoor in aanmer
king zullen komen. Het verheugt ons,
hiertoe door de redactie in de gele
genheid te worden gesteld.
Er zijn nu na een halve eeuw van
volhardend werken in ons land on
geveer 170 Scholen voor Buitenge
woon Onderwijs. In de maand Juni
vierde de R.K. Bond voor Buitenge-
I ER IS GEEN VREDE IN HET H. LAND
Het is aan een ieder voldoende be
kend dat er sinds 1947 in Palestina
een oorlogstoestand bestaat tussen
Joden (Sionisten enerzijds en Ara
bieren (geregelde Arabische troepen
van de landen der Arabische liga en
ongeregelde troepen, o.a. ook uit Pa
lestina afkomstig) anderzijds-.Tussen
beide partijen zijn wapenstilstan
den gesloten, maar van vrede is voor
lopig nog geen sprake, zeker niet van
een. waarachtige vrede. De oorlogs
toestand is vooral voor de Palestijn
se Arabieren een bron geweest van
veel ellende en is dit nog. Volgens
de het laatst beschikbare officiële ge
gevens behoren heden van de totale
„Arabische" bevolking van Palesti-
komstig van een land dat voor drie
grote wereldgoddiensten een Heilig
Land is en dat een centrale plaats in
neemt in de geschiedenis van de
godsdienst; 4e hun lot is nauw be
trokken bij dat der centrale heilige
plaatsen van het Christendom en
van sommige heilige plaatsen van de
Islam.
De uiterste nood der vluchte
lingen.
Het is in de laatste in West-Euro
pa gevoerde oorlog voorgekomen,
dat duizenden mensen voor de nade
rende vijand^zijn gevlucht, en dar
ten getale van rond 1.200.000, on-was steeds grote ellende daarvan hel
geveer 2/3, dat is 800.000 personen I gevolg. Zij kwamen echter doorgaans
tot de groep der ongelukkigen die i terecht in bewoonde streken, waar
men na de laatste oorlog euphemis- I gebouwen en huizen waren in welke
tisch „displaced persons" („ontheem-ZÜ konden worden opgenomen, waar
den") heeft genoemd. Deze mensen een medische dienst was die zich hen
zijn grotendeels gevlucht uit vrees aantrok enz. Waar zij niet moedwillig
voor het oorlogsgeweld, of zijn invan huis en haard verwijderd wer-
een aantal gevallen van huis en den gehouden konden al deze perso-
haard verdreven. Maar wat de oor- nen_ later weer terugkeren, soms al
LEGERAUTORITEITEN HOUDEN
TE LONDEN BESPREKINGEN -
Enige hoge Amerikaanse officieren
zijn op het vliegveld Northolt aan
gekomen, voor besprekingen met
Engelse, Noorse en Deense legerauto-
riteiten te Londen. Het zijn gene
raal Omar Bradley, chef van de Ie-
gerstaf, generaal Hoyt Vandenberg
chef van de luchtmachtstaf, en admi
raal Louis Denfield, chef van de
marinestaf. Zij hadden reeds in
Duitsland besprekingen gevoerd met
Italiaanse en Luxemburgse militaire
leiders.
Op het vliegveld werden zij be
groet door luchtmaarschalk Lord
Tedr'er n ^us) met veldmaarschalk
William Slim.
zaak van hun „verplaats" zijn ook
moge wezen, feit is dat zij in de
nieuwgevormde staat Israël nog al
tijd niet worden toegelaten en dat
veelal op hun bezittingen met uit
zondering van het weinige dat (nog
niet eens altijd) kon worden meege
nomen, beslag is gelegd, voor zover
zij voor de andere partij van waarde
waren. Honderdduizenden hebben
buiten hun schuld hun gehele bezit
en alle middelen van bestaan verlo
ren.
De aan Joodse zijde geleden ver
liezen en ellende zijn veel minder
zwaar; het aantal displaced persons
der vooroorlogse bevolking bedraagt
daar slechts enkele duizenden, die
bovendien voor het merendeel zijn
ondergebracht in behuizingen die
eerder aan Arabieren behoorden.
Voorts gaat men aan Joodse zijde
nog steeds door met immigratie op
zo groot mogelijke schaal, hetgeen
voldoende bewijst dat de situatie daar
een geheel andere is dan die der Pa
lestijnse Arabieren.
Er zijn bijzondere redenen zich het
lot dezer vluchtelingen op heel spe
ciale wijze aan te trekken, aldus
schrijft het comité „Pro Palestina in
een memorandum, Dit comité is aan
gesloten bij de Pauselijke Hulpactie
voor Palestina. Het comité consta
teert:
le het zijn mensen die voor een
groot deel in de uiterste nood ver
keren; 2e onder de vluchtelingen be
vinden zich een groot aantal Chris
tenen, die in de Mohammedaanse
wereld waarin zijn leven toch al van
zelf in een zeer moeilijke positie ver
keren; 3e de vluchtelingen zijn af-
heel spoedig. De gevluchte Arabieren
kwamen echter bij honderdduizenden
in onbewoonde streken en zelfs woes
tijnen terecht waar geen onderko
men kon worden gevonden, geen me
dische dienst geen voedsel. Een ge
volg was dat duizenden van honger
en gebrek omkwamen, dat de lijken
zich opstapelden, dat volgens 'i
schatting van de Belgische hulp
dienst in korte tijd 12.000 kinderen
stierven, terwijl het slechts met de
grootste moeite is gelukt duizenden
anderen in het leven te houden Do
Arabier is traditiegetrouw zeer gast
vrij en heeft deze gastvrijheid ook
tot het uiterste betoond,, maar waar
niets is of niets meer is, kan ook
niets worden gegeven.
Vele christenen onder
vluchtelingen
de
Het aantal Palestijnse Christenen
was volgens de laatste telling (1946))
ongeveer 136.000, men zou het voor
het gemak (ruw genomen), misschien
op 150.000 kunnen schatten, daar
volkstelling cijfers in het Oosten
steeds te laag zijn en men rekening
moet houden met de natuurlijke
aanwas, die in Palestina een der
grootste is van heel de wereld. Vol
gens de gegevens dit tot dusver zijn
verstrekt, zijn ongeveer 100.000 dezer
Christenen gevlucht, dus het meren
deel. Dit betekent practisch het einde
van het Christendom in Palestina,
m.a.w. de grootste ramp die
Christendom in het land van zijn
ontstaan beleeft. De eerste grote ramp
was die van de verovering van he*
land "~or de Mohammedanen (eer
ste ty le eeuw) gevolgd door een
geleide ijke islamisering; de tweede
was die van de verdrijving der kruis
vaarders (eind 12e eeuw, 13 eeuw); de
derde is die waarvan men nu getuige
Het resultaat is de practisch gehele
vernietiging van het Christendom in
het land waar het ontstaan is, en dat
het altijd heeft beschouwd als het
Heilige Land bij uitstek, waarheen
men de eeuwen door heeft gepelgri
meerd om de plaatsen te bezoeken,
die geheiligd zijn door het Leven en
Sterven van de Verlosser. Palestina
is voor het Christendom, speciaal
voor het katholieke en orthodoxe,
niet slechts een zeer heilige, maar
dode reliek, doch een land waarvan
inspiratie, bezieling en leven uitgaat
door het simpele feit dat het de pel
grim in staat stelt er zijn geestelijk
leven te verdiepen of zelfs te her
nieuwen, en door het feit dat het met
Calvarieberg het meest tastbare sym
bool is van de waarheden van het
Christelijk geloof, een symbool dat
niet kan nalaten de grootste indruk
te maken op allen die het met een
vroom en gelovig hart bezoeken. Dat
in zulk een land de Christenen ont
breken of zullen ontbreken is een ge
mis dat dieper dan waar ter wereld
zal worden gevoeld, een gemis waar
de Christenheid nooit of nimmer ge
noegen mee zal mogen of kunnen ne
en.
De Palestijnse Christenen behoren
tot verschillende ritussen en kerkge
meenschappen. Het belangrijkst zijn
de Latijnen en de Grieks-Ortho
doxen, welke laatste sterk onder in
vloed van de orthodoxex clergé van
Griekenland staan, terwijl de hogere
prelaten van hun hiërarchie door
gaans Grieken zijn. Daarnaast zijn er
nog Grieks-Katholieken, met een
eigen bisdom in Galilea; Armeniërs
vooral orthodoxe maar ook katholie
ke; Syriërs (Maronieten, andere ka
tholieke Syriërs, Jacobieten); Kop
ten (meest orthodox, gering in aan
tal); Abessyniërs (meest orthodox,
weinig in getal); orthodoxe Russen
(vooral te Jerusalem); enkele Pro
testanten (te Jerusalem, Nazareth en
elders). De voornaamste Rooms-Ka-
tholieke instantie is sinds 1847 de La
tijnse patriarch van Jerusalem; vóór
die tijd is het eeuwenlang geweest de
overste der Franciscanen van Pales
tina, de z.g. Custos van het H. Land,
die het recht heeft pontificaal te ce-
lbereren. De Franciscanen zijn de
voornaamste bewaarders der H.H.
Plaatsen der katholieken; deze rol
hebben zij eeuwen lang in Palestina
vervuld.
Christendom in gevaar.
De Christenen van Palestina en de
andere Arabisch-Mohammedaanse
landen hebben eeuwen lang het be
staan geleid van een door de Islam
gedulde minderheid. De Mohamme
daanse orthodoxie schrijft voor dat
heidenen met 't zwaard moeten wor
den bevochten en voor de keuzze
worden gesteld de Islam te aanvaar
den of te sterven. Voor Joden en
Christenen maakt men echter een
uitzondering; men duldt hen, tegèn
het betalen van een schatting. Als ge
volg hiervan is het leven der Christe
nen altijd zwaar geweest in de lan
den, die door de Islam werden of
worden overheerst. In het Turkse
rijk werden zij op veel plaatsen o.a.
in Palestina, min of meer ontzien, als
gevolg van de steun die de Christe
nen van de Christelijke mogendhe
den in Europa genoten. Nu deze
steun echter is ontvallen en een
nieuw Arabisch nationalisme, hetgeen
wil zegen Mohammedanisme, het
hoofd opsteekt, is hun toestand in de
Arabische staten meer precair ge
worden dan eeuwen lang het geval
is geweest. Dit maakt de positie dei-
Christenen onder de Palestijnse
vluchtelingen extra moeilijk. Ver
van huis en haard en de kerkelijke
gemeenschap waarin zij geworteld
waren en hun geestelijke houvast
hadden, lopen zij gevaar hun geloof
te verliezen en met geweld of dooi
de omstandigheden te worden ge
dwongen tot de Islam over te gaan
Bovendien krijgen zij van de Moham
medanen het demoraliserende verwijt
te horen, dat het de „Christenvolke
ren" der Verenigde Naties zijn die
door hun gedrag hebben meegewerkt
aan hun ondergang in het H. Land.
Steeds hebben de Arabische Christe
nen gesteund op hun Westerse ge
loofsgenoten; nu ziet zie wat het
einde is.
Men denke nierbij dat in het ge
hele Oosten, in Europta als in Azië,
het Christendom in groot gevaar ver
keert. In de landen onder communis
tisch bewind wordt het met uit
roeiing bedreigd; in de Mohamme
daanse landen staat het onder grote
druk; in Palestina zijn de vertegen
woordigers er van verdreven, of in
dien niet verdreven, wordt het hun
belet naar hun eeuwenoude woon
steden terug te keren, hetgeen feite
lijk en moreel niet verschillend is.
Het is van belang dat het Christen
dom elke post verdedigt waar het
staat, dus óók in Palestina; maar om
dat Palestina van zulk een uitzonder
lijke betekenis is voor de Christenen
moet men zeggen: vooral in Pa
lestina.
woon Onderwijs haar 25-jarig be
staan. Ons land telt nu ongeveer 70
katholieke B. O. Scholen. Vooral de
laatste jaren begint het inzicht steeds
meer veld te winnen, dat lang niet
alle kinderen het gewoon lager on
derwijs met vrucht kunnen volgen.
De huidige school met haar hoog
opgevoerde leerprogram en de vaak
onmogelijk grote klassebevolking, is
gedwongen klassikaal te werk te
gaan en alle leerlingen volgens het
zelfde recept te behandelen. Zeker 2
pet. van onze kinderen is absoluut
niet in staat dit onderwijs met enig
succes te volgen.
Voor deze pl.m. 30.000 Nederlandse
kinderen werden en worden z.g.
Buitengewone Scholen opgericht.
Deze scholen worden Buitengewoon
genoemd, omdat zij anders zijn en
werken dan de gewone school. Het
zou te ver voeren, hier een uitvoe
rige beschrijving te geven van de
werkwijze van de B. O. School. We
zullen daarom volstaan met het aan
geven van de grote lijnen. Bij een
bezoek aan een B. O. School valt het
eerst op het klein aantal leerlingen
per klas. Dit bedraagt 18 a 20 kin
deren. Het is de leerkrachten daar
door mogelijk de kinderen beter te
observeren aan elk afzonderlijk meer
aandacht te besteden. Een tweede
kenmerk van deze scholen, nauw
samenhangend met het vorige, is de
individuele werkwijze. De kinde
ren werken ieder aan het werk wat
zij aan kunnen. Tijdens het reken-
uur zijn de leerlingen dan ook bijna
allen met verschillend werk bezig.
Het tempo is aangepast aan het kind,
en niet omgekeerd het kind aan het
tempo.
Vervolgens tracht men met alles
zo concreet mogelijk te zijn. Het ab
stracte ligt het kind over het alge
meen niet en zeker deze kinderen
niet
Ook genieten de leerlingen
deze scholen een groter vrijheid en
wordt er naar gestreefd, om zonder
het onderwijs te schaden, de kinde
ren de gang naar school tot een zeker
genoegen te maken. Reeds te lang
was de dagelijkse tocht naar school
voor deze kinderen vaak een martel
gang. Ze voelden zich niet op hun
plaats en moesten er (noodgedwon
gen) dikwijls voor spek en bonen bij
zitten. Mede in verband hiermede
wordt op iedere B. O. School aan de
z.g. luxe vakken tekenen en handen
arbeid ruimschoots tijd gegeven. De
lichamelijke oefeningen staan in
hoog aanzien en grote aandacht
wordt geschonken aan de maatschap
pelijke moeilijkheden van deze kin
deren bij het verlaten van de
school.
Hiermede is natuurlijk lang niet
alles gezegd over deze moderne vorm
van onderwijs. Dit artikel worde dan
ook beschouwd als een eerste oriën
tatie. Mogelijk kunnen we het later
nog eens hebben over de leerlingen
zelf.
A. VAN TONGEREN,,
Grote Houtstraat 42, Haarlem.
'Hvcjawct
CO HUIGSLOOT,
Noordeinde 177,
Roelofarendsveen,
viert op 10 Augustus voor de 3e maal
zijn verjaardag bij de Verbindings-
afd. in Buitenzorg.
PAS OP VOOR BRAND
De K.N.A.C. waarschuwt voor het
wegwerpen van brandende sigaren-
of sigaretteneindjes, ook uit portie
ren van auto's op wegbermen. Tij
dens een periode van droogte kun
nen zeer spoedig branden ontstaan.
Een nieuw
leermiddel
IN COMBINATIE MET
acdaabudia
Aan een publicatie van de Katho
lieke Radio-Omroep, afd. Schoolradio,
ontlenen we het volgende:
Met de voorbeelden van Ameri
kaanse schooltelevisie voor ogen, heb
ben wij gezocht naar een visueel
hulpmiddel, dat voorlopig de televi
sie kan vervangen en wellicht inlei
den, zonder de technische onvol
maaktheden van deze nieuwe vin
ding. De foto-projectie leek ons hier
de oplossing. Waarom niet gebruik
gemaakt van dit leermiddel, dat in
zijn moderne vorm bij het onderwijs
reeds lang practisch nut heeft bewe
zen? Toen wij bij de aanvang van
de Schoolradio-uitzendingen 1949 deze
gedachte terloops lanceerden, bleek
de belangstelling en instemming van
de onderwijs-krachten zo groot, dat
wij overtuigd zijn van een volkomen
verantwoorde aanvulling op school
radio. Het staat nu wel vast, dat foto
projectie voor het aanschouwelijk on
derwijs practisch onmisbaar is en,
sinds de jaren 19401945, een onge
kende ontwikkeling doormaakt. Heeft
men zich in onderwijs-kringen wel
eens rekenschap gegeven van de gro
te waarde, die in de jongste wereld
oorlog aan de fotoprojectie werd toe
gekend? Millioenen mannen en vrou
wen van zeer uiteenlopende ontwik
keling werden op korte termijn, me
de door middel van de foto-projectie,
ingewijd in de techniek van de mo
derne oorlogvoering. Sindsdiens heeft
de foto-projectie als leermiddel een
grote populariteit verkregen.
Ook in ons eigen land is de laatste
jaren vooral in onderwijs-kringen
een stijgende belangstelling te consta
teren voor de foto-projectie. In het
lezenswaardige boekje „Foto-projec
tie" schrijft de heer de Korte o.m. het
volgende:
„Sedert kort neemt het projecte
ren van foto's in allerlei kringen
een steeds hoger vlucht. De oorzaak
hiervan ligt in het feit, dat foto
projectie bewezen heeft voor ve
lerlei doel buitengewoon bruikbaar
te zijn. In de naaste toekomst zal
naar onze stellige overtuiging het
projecteren van fotobeelden zelfs
een zeer voorname plaats in het
cultureel en maatschappelijk leven
innemen."
In de loop van dit jaar kregen wij
tientallen aanvragen over het „hoe"
en „wat" van de foto-projectie in
combinatie met de schoolradio.
Tot zover de Katholieke Radio-Om
roep, afd. Schoolradio. Wij adviseren
belangstellenden zich omnadere in
lichtingen te wenden tot voornoem
de instelling te Hilversm.
PIET VLASVELD,
Lage Rijndijk 28B,
Leiden,
viert 10 Augustus zijn 2e Ind. ver
jaardag als sergeant te Surabaja.
HENK MARIA DE GROOT,
Noordeinde 53,
Zevenhoven,
soldaat le kL, viert op 10 Augustus
zijn le Ind. verjaardag te Waïi-Ku-
kun (Madiun).
A
L
yT
m k
J. A. v. d. BROEK,
Voorweg 85,
Nieuwe-Wetering,
viert 8 Augustus zijn 3e Ind. ver
jaardag.
ONTSLAG BEROEPSPERSONEEL
KONINKLIJKE MARINE.
Korporaals en manschappen beho
rende tot het beroepspersoneel der
Koninklijke Marine, wier dienstver
band vóór of op 1 Januari 1943 was
geëindigd en die sindsdien geen re-
engagement hebben gesloten,kunnen
met ingang van heden hun verzoek
tot ontslag indienen, welk verzoek
alsdan zal worden ingewilligd.
Korporaals en manschappen, die
zijn overgebracht naar de Koninklij
ke Marine Reserve, doch wier dienst
verband eveneens vóór of op boven
genoemde datum was geëindigd, zon
der dat zij dindsdien een reëngage-
ment hebben gesloten, zullen op hun
verzoek van de werkelijke dienst
worden ontheven. Korporaals en
manschappen dienende in Indonesië
of Nederlandse Antillen, die aan ge
noemde eisen voldoen, doch wier ge
zinnen op 's Rijks kosten naar deze
gebieden zijn overgebracht, zullen
eerst hun verblijf aldaar moeten uit
dienen, alvorens ee ndergelijk ver
zoek kan worden ingewilligd.o De
aandacht van betrokkene,n wordt er
echter op gevestigd, dat bij inwilli
ging van het verzoek het in de toe
komst niet mogelijk zal zijn, weder
om vrijwillig in beroepsdienst terug
te keren. Vanzelfsprekend wordt dus
geadviseerd geen ontslag aan te vra
gen, alvorens een passende burge:r
werkkring is gevonden.