Wat is de betekenis van
het Heilig Jaar
Dr MEENK'S
Zr. Zephyrina 25 jaar
hoofdzuster
2e Pinksterdag
Slegtenhorst's Fotowerken
ZATERDAG i JUNI 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
„Ge moet in land bevrijding afkondigen
voor al zijn bewoners"
Er is een heilig jaar op
KOMST en van verschillende
zijden werd ons gevraagd: wat is nu
eigenlijk een Heilig Jaar?
De vraag is onbeantwoord
reeds een bewijs, hoe het Heilig
Jaar in de loop der tijden van
karakter is veranderd. In de mid
deleeuwen was iedereen er zó vol
van, dat de vraag niet eens ge
steld zou zijn. In drommen en
massa's trok al wat lopen en
reizen kon naar Rome, om het
Heilig Jaar te vieren. In 1450 was
de toeloop in Rome zo groot, dat
tweehonderd mensen bij het ge
drang op de brug naar de Engel
burcht om het leven kwamen!
Het Heilig Jaar is een Jubileum-
Jaar ter herdenking aan de Verlos
sing door de komst van Christus.
Aanvankelijk iedere honderd jaar, la
ter iedere 50 jaar en de laatste
eeuwen iedere 25 jaar wordt het
boortejaar van Christus, waarmede
onze tegenwoordige jaartelling een
aanvang neemt, plechtig herdacht
door een bizondere geestelijke gunst
verlening aan allen, die de graven
der Apostelen te Rome komen ver
eren.
Het is enigszins onzeker, wanneer
voor het eerst een Heilig- of Jubel
jaar is uitgeschreven.
Ook het Oude Testament kende
Jubel-jaren (het woord jubel ai_
leid van het Hebreeuwse jobel, dat
trompet betekent), welke iedere 50ste
jaar werden gevierd volgens het
voorschrift in het Boek Leviticus:
Zo moet ge het vijftigste jaar
heiligen! Ge moet in het land be
vrijding afkondigen voor al zijn
bewoners; het is een jubeljaar
voor u, waarin ieder van u in zijn
bezit moet worden hersteld en
naar zijn familie kan terugke
ren. Want het is een jubeljaar,
en het moet heilig voor u zijn.
(Lev. 25 - 10).
De paus wist er niets van.
Er is echter geen samenhang in tijd
tussen het Joodse en het Christelijke
Jubeljaar, al is ook dit een feest van
vreugdevolle herdenking en vooral
van schuld-vergeving. Officieel is'het
eerste Christelijke Jubeljaar uitge
schreven in 1300, maar het staat vast.
dat er ook vóórdien jubeljaren zijn
geweest. Het merkwaardige bij dit
eerste officiële Heilig Jaar was, dat
de toemalige paus, Bonifacius Vlll, er
niet toe zou zijn overgegaan, als niet
van heinde en verre de gelovigen
naar Rome waren komen stromen op
het gerucht, dat de paus voor dat
eeuwgetij een bizondere aflaat, de
Jubilee-aflaat, had verleend. Dat ge
rucht in 1300 vond zijn oorsprong in
de overgeleverde heugenis, dat ook
in 1200 een dergelijke gunst was be
toond. Bonifacius VIII heeft zich ge
schikt naar de aandrang van de chris
tenheid en ook in 1300 de Jubilee-
aflaat verleend.
Tegen politieke verwikkelin
gen is het Heilig Jaar niet op
gewassen.
Sindsdien is het Heilig Jaar regel
matig gevierd, met onderbrekingen in
1800, 1850 en 1875, toen wegens poli
tieke moeilijkheden het stilzwijgend
moest voorbijgaan. Deze teleurstel
ling dreigde ook voor het jaar 1950,
doch paus Pius XII, overwegend, dat
er een zekere stabiliteit in de Euro
pese wan-verhoudingen in schijnt te
treden, is er toch toe overgegaan het
aan te kondigen, hetgeen volgens een
vaststaande gewoonte, geschied is op
Hemelvaartsdag jongstleden.
De politieke hindernissen voor de
viering van het Heilig Jaar hebben in
't bizonder betrekking op de reis-ver-
binding met Rome. Niet,, of er ergens
op de aardbol een oorlog woedt. Dan
zou er bijna nooit een Heilig Jaar
kunnen worden gehouden. In zo 'n
Jubeljaar verwacht de Vader der
Christenheid, dat zoveel mogelijk de
gelovigen naa de graven der Aposte
len zullen komen, om, na een berouw
volle zondenbelijdenis en het naderen
ter H. Tafel, deelachtig te worden aan
de bizondere Jubilee-aflaat
De Jubilee-aflaat.
Het is gebruik, dat na afloop van
het Jubeljaar, deze aflaat wordt uit
gestrekt, onder bepaalde voorwaar
den, over de gehele wereld. Dat is
ook nu reeds gebeurd, maar de oor
spronkelijke opzet is, dat de aflaat
uitsluitend te Rome kan verworven
worden, waarbij het herhaald bezoek
aan de vier hoofdkerken, de St. Jan
van Lateranen, de St. Pieter „in Va-
ticano", de St. Paulus „buiten de mu
ren" en de Grote Maria-kerk (Santa
Maria Maggiore) verplichtend is.
De Jubilee-aflaat is een „volle af
laat", een kwijtschelding dus van alle
straffen, die n de vergeving der zon
den aan de rouwmoedige zondaar,
zijn overgebleven. De ontzaglijke
geestdrift, waarmede in vroeger
eeuwen iedereen, die kon, naar Rome
trok, is hieruit te verklaren, dat de
Kerk aanvankelijk met het verlenen
van volle aflaten zéér zuinig was. De
gehele kerkelijke boete-tucht, in de
eerste christentijden uiterst streng,
is geleidelijk verzacht. De Kerk is
met moederlijke vrijgevigheid steeds
ruimer geworden in het kwijtschel
den van straffen, welke hier of hier
namaals moesten worden uitgeboet.
Korte, uit het hart opwellende ver
zuchtingen of ..schietgebeden" geven
reeds een kwijtschelding van „100 da
gen" of „300 dagen" waarmede
niet is bedoeld, dat men, om het po
pulair te zeggen, dan 100 of 300 dagen
korter in het Vagevuur moet gelou
terd worder, maar, dat de Kerk bij
ieder van zulke verzuchtingen mits
ze met volledige overgave, liefde en
geloof worden gedaan kwijtschel
ding verleent van straffen naar de
mate in vroeger eeuwen aan een zon
daar kerkelijke boete was opgelegd.
De „penitentie", die na de biecht
wordt opgelegd, is 'n herinnering aan
de oud-kerkelijke boete-practijk, toen
men er niet met een litanie of rozen
krans af-kwam, maar een straf kreeg
opgelegd, waarmede jaren en jaren
en soms het gehele leven gemoeid
waren. Ook in het verlenen van volle
aflaten is de Kerk steeds vrijgeviger
geworden, zodat op voorwaarde,
dat de gelovige zich in de vereiste ge
steltenis bevindt, waar men vooral
niet te licht over moet denken
b.v. iemand, die iedere dag te Com
munie gaat, iedere dag een volle af
laat kan verwerven, een aflaat, welke
in wezen niet verschilt van de Jubi
lee-aflaat.
Nu een volle aflaat niets zeld
zaams meer is, wordt de behoefte
aan een Jubilee-aflaat minder
sterk gevoeld. De moeilijkheden,
aan het verkrijgen van de Jubi
lee-aflaat verbonden, zijn echter
bizonder geschikt de pelgrim in
de vereiste gesteltenis te brengen.
Het zou niet te verantwoorden
zijn, indien men er in 1950 te
Rome of in 1951 in eigen land
toe in de gelegenheid wordt ge
steld, de gunsten van de Jubilee-
aflaat veronachtzamen.
Toch heeft het Heilig Jaar in be
trekking tot de aflaat-verlening zijn
unieke betekenis min of meer zien
vervagen. Het is en blijft een jaar
van vergeving, een jaar om eens ex
tra zijn geestelijke zaken in het reine
te brengen, waarbij de viering van
de gedachtenis van Christus' komst
op aarde overheerst.
Het inslaan van de deur.
Daarom wordt een Heilig Jaar ge
opend op de vooravond van Kerstmis,
hetgeen wordt verzinnebeeld met het
openbreken van de „Heilige Deur".
De vier hoofdkerken van Rome heb
ben ieder vijf deuren, waarvan er één
is dichtgemetseld. Op de vooravond
van Kerstmis komt Z. H. de Paus (in
de andere kerken een kardinaal-le
gaat) de deur openslaan. Onder het
uitspreken van de woorden: „Open
voor mij de poorten der gerechtig
heid", geeft de paus met een zilveren
hamer drie tikken op de dichtgemet
selde deur. Te voren is het metsel
werk zo verzwakt, dat het mogelijk
is bij dit drievoudig geklop, de muur
plotseling te laten instorten! Door
de open-geslagen deur gaat de H. Va
der dan de St. Pieter binnen en
daarmede is het Heilig Jaar eveneens
opengeslagen.
Ter verhoging van het feestelijke
karakter -an het Heilig Jaar is het
gebruik heilig-verklaringen, welke
steeds met grootse plechtigheid om
geven worden, voor dit jaar te reser
veren, maar de nadruk blijft toch lig
gen op het voorrecht in het feestge
tij van de Verlossing te kunnen pel
grimeren naar de graven van Chris
tus' vrienden en bloedgetuigen en de
levende Petrus, de plaatsbekleder
van Christus, aanhankelijkheid te
gaan betuigen.
Het jaar Onzes Heren 1950 zal, die
per en ernstiger dan gewone jaren,
bij uitstek het jaar van Onzen Heer,
een Christus-jaar zijn en de hemel
poort wijder openen. De aankondi
ging ervan op de dag van de Hemel
vaart was daarvan de belofte en het
onderpand.
^YuAHDesePW
NAGEBRUIK VAN ONZE
HOOFDP'JNTABLETTEN
BRASKAMP N.V. FABRIKANTE VAN
GENEESMIDDELEN
BUISJE VAN 20STUKS SOCENT
Een leven van werken en zorgen voor de
lijdende mensheid
FEN OUD HOLLANDS SPREEKWOORD zegt: „Wie aan de weg tim-
mert, heeft veel bekijks", doch er zijn ook gevallen, dat men be
langstelling toont voor degenen, die niet aan de weg timmeren.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen, we doelen hier op de
jubilerende zuster Zephyrina in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Leiden,
die thans meer dan 39 jaar dag in dag uit zichzelf geheel geeft aan de ver
pleging van de zieken, die aan haar zorgen worden toevertrouwd. En van
die 39 jaren is Zr. Zephyrina thans 25 jaar hoofdzuster, belast met de al
gehele leiding van de ziekenverpleging in het St. Elisabeth Ziekenhuis.
Wat dat zeggen wil: niemand beter dan de doktoren, de mede-zusters en
dan de patiënten, die zich aan haar goede zorgen hebben toevertrouwd
ii} al die jaren, weten zulks.
Die patiënten.het zijn er duizen
den en duizenden geweest, uit stad
en omgeving, uit binnen- en buiten
land, tot van ver over de landsgren
zen, tot uit de verre Oost zelfs.
Zr. Zephyrina, de zilveren jubila-
resse en met ere, hoe gaarne zijzelf
dit feit ook in alle stilte zou hebben
herdacht, slechts denkend aan God,
die haar al die jaren de kracht gaf,
maar ook de moed, om dit zware
werk zo zorgvuldig mogelijk te ver
richten.
Wij hebben ons niet gewaagd aan
een interview met de jubilaresse zelf,
omdat wij, haar mening kennend,
wisten, dat zij ons op alle mogelijke
manieren zou hebben bewogen om
niets te schrijven. En, daarvan zijn
wij overtuigd, wij weten, dat wij ve
len dienen, als wij hier een en ander
schrijven over haar langdurige werk
zaamheid in dit zo bijzonder werk
van christelijke naastenliefde, omdat
wij weten, dat wij aldus de dank ver
tolken niet alleen van zo talrijke pa
tiënten, die „met zuster Zephyrien te
maken hebben gehad", maar ook van
de nog talrijker familieleden dier pa
tiënten, die toch altijd weer blij wa
ren, als zij een zieke, dank zij zorg
vuldige verpleging, weer gezond in
hun midden mochten ontvangen.
Zr. Zephyrina (Engelina Geerling)
werd 31 Maart 1889 te Leiderdorp ge
boren. Zij deed haar intrede in het
klooster op 4 September 1907 en werd
geprofest op 8 September 1909.
Na enkele maanden reeds kwam
zij naar Leiden in de ziekenverple
ging van het St. Elisabethziekenhuis,
waar de tegenwoordige Algemeen
Overste, de Eerw. Moeder Assisia
overste van het huis was en de te
genwoordige overste van het Zieken
huis, de eerw. moeder Sebastiana,
werkzaam was in de verpleging
„Tres faciunt collegium" is op de
ze drie „kopstukken" laten we het
maar eens 'n weinig oneerbiedig zeg
gen van de Congregatie zeker wel
van toepassing, want wat er in al die
jaren door deze drie mensen, werk
sters voor de evennaaste, is uitge
broed en tot stand gekomen grenst
aan het ongelooflijke.
Het St. Elisabeth Ziekenhuis was in
de jaren rond 1910 nog eenvoudig
St. Elisabethgesticht, een naam, die
bij velen nóg voortleeft. De opzet was
heel eenvoudig geweest bij het
eeuwfeest is dit in onze courant uit
eengezet en toen Zr. Zephyrien in
Leiden kwam, waren er nauwelijks
honderd patiënten in het alleroudste
gedeelte van het huis, de oude bouw.
Maar... reeds toen bleek er ruimte
gebrek. Zr. Zephyrien kwam toen als
hoofd in de Mariabouw, maar spoe
dig was zij assistente op de operatie
kamer, hetgeen veel van haar tijd in
beslag nam, daarna werd zij hoofd
op de tweede verdieping en tenslotte
in 1924, onder de Eerw. Moeder As
sisia als Algemeen Overste, hoofd van
het hele huis.
We kunnen niet alles opnoemen
wat er in al die jaren in en rond het
oude St. Elisabethgesticht is geschied.
Hoe het groeide naarmate de groei
toenam, weten zeer velen, want nau
welijks was een uitbreiding tot stand
gekomen, of er werden weer plan
nen beraamd voor verdere uitbouw
en, ware de tweede oorlog niet tussen
beide gekomen, er zou ongetwijfeld
nog veel meer zijn geschied.
En zo kunnen we zeggen, dat Zr.
Zephyrien de hele ontwikkeling van
het ziekenhuis heeft medegemaakt,
omdat zij als hoofd van de zieken
verpleging in de eerste plaats met de
uitbreiding .te maken had. Toen de
jubilaresse in 1924 hoofdzuster werd,
was ei zo'n ontstellend gebrek aan
bedden, dat ze niet wist hoe ze de pa
tiënten ligging moest verschaffen. En
menigmaal stond Zr. Zephyrien tegen
een kast geleund te peinzen en uit te
kienen hoe ze toch maar zoveel moge
lijk bedden kon plaatsen. „Tussen-
schuiven" is geen onbekend woord
voor haar geweest. Dat heeft zij moe
ten doen, misschien tegen haar zin,
maar gedwongen door de nood, want
het is steeds haar grootste verdriet
geweest, dat zij niet altijd alle aan
vragers heeft kunnen helpen. En dit
verdriet werd nog vergroot, doordat
velen de afwijzing niet begrepeh, of
niet wilden begrijpen.
Wat was het een vreugde voor Zr.
Zephyrien telkens wanneer weer een
uitbreiding tot stand was gekomen
en met hoeveel zorgen wist zij
zamen met Moeder Sebastiana alle
kamers te installeren en van de no
dige ingrediënten te voorzien. Zelfs
alle kasten werden „aangekleed" en
ingericht en nu na al die jaren is de
inrichting van die kasten nog precies
dezelfde.
Over alles gingen haar zorgen en
niets ontging haar scherpziend oog,
ook niet bij de grootste uitbreidingen.
En die zorgen vergrootten zich
naarmate de tijd vorderde. Er kwam
een rectoraat, later een pensionaat
van inwonenden, na de oorlog wer
den alle klinieken geherbergd, de
operatiekamers werden gemoderni
seerd, het St. Elisabeth Ziekenhuis
werd een modern ziekenhuis met al
le verplichtingen van dien, maar hoe
zeer het werk ook groeide, hoe talrijk
de patiënten ook werden, hoe mo
derner de outillage ook werd, Zr. Ze
phyrien bleef steeds dezelfde, de oude
getrouwe, gedienstige, zorgvolle en
toegewijde ziekenzuster, de rechter
arm van de doktoren en niet in het
minst van de operatiedoktoren en
slechts wanneer Zr. Zephyrien in de
nabijheid was ging alles goed...
Vermelden we tenslotte nog, dat
aan het directriceschap van de zie
ken-afdeling ook vast zat en zit de
opleiding van de verschillende zus
ters voor de verpleging en ook dat
heeft Zr. Zephyrien al die jaren met
grote nauwgezetheid gedaan, zelfs zo,
dat het verwondering wekte, dat zij
die opleiding kon waarnemen naast
haar veelomvattende taak en op zo
perfecte wijze als zij gedaan heeft,
zodat zij met recht een bekwaam do
cente mag worden genoemd, die ook
op deze wijze talrijk velen aan zich
verplicht heeft.
We zouden zo door kunnen gaan,
maar we wiilen eindigen op gevaar
af, ons toch al haar „toorn" zo die
al van haar zou kunnen uitgaan
op de hals gehaald te hebben.
We besluiten slechts met één wens:
dat het Zr Zephyrien gegeven moge
zijn nog vele jaren haar zegenrijk
werk ten bate van de zieken en hulp
behoevenden te mogen blijven uit
oefenen met dezelfde offervaardig
heid, dezelfde toewijding, die de pa
tiënten van haar gewend zijn. Dan
zal zij allen aan zich verplichten, het
geen niet beter beloond kan worden
dan door een hartelijk gebed tot God
en de H. Elisabeth, dat haar werk in
de toekomst even vruchtdragend zal
mogen zijn als het tot nu toe geweest
is. Dat wensen we deze jubilaresse
van harte toe.
Vanzelfsprekend zal Zr. Zephyrien
op haar jubileumdag wél aan de weg
moeten timmeren. Daarom is er Vrij
dag 10 Juni gelegenheid de jubilares
se geluk te wensen: des morgens van
11 tot 12.30 uur voor geestelijken en
doktoren, van 35 uur voor patiën
ten en oud-patiënten en verdere be
langstellenden. Vooraf gaat echter
des morgens om 10 uur een plechtige
H. Mis van dankzegging.
MINISTER MANSHOLT NAAR
DENEMARKEN EN ZWEDEN.
Van 717 Juni a.s. zal de porte
feuille van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening worden waarge
nomen door prof. dr. J. R. M. van
den Brink, minister van Economi
sche Zaken.
Minister S. L. Mansholt zal gedu
rende deze periode een onofficieel
bezoek brengen aan Denemarken en
Zweden en in deze landen verschil
lende landbouwbedrijven en spe
ciaal coöperatieve instellingen op
agrarisch gebied bezichtigen.
Minister Mansholt zal vergezeld
worden door de heer ir. C. Staf,
directeur-generaal van de Landbouw
en de heer ir. H. T. Tjallema, direc
teur van akker- en weidebouw.
geopend van 10 uur v.m.
tot 5 uur n.m.
Ateliers voor Moderne Fotokunst
NIEUWE RIJN 46 - TEL. 23010
LEIDEN
REGERING SLUIT GROOT
EXPORTCONTRACT VOOR
BACON MET ENGELAND.
De Nederlandse regering heeft
met het Engelse ministerie van
Voedselvoorziening een contract ge
sloten voor de levering van bacon
gedurende 1949, 1950, 1951 en 1952.
De minimum hoeveelheden, die zul
len worden geleverd bedragen voor
1949 10.000 ton, voor 1950 25.000
ton en voor 1951 35.000 ton. De
werkelijke hoeveelheden zullen
waarschijnlijk aanzienlijk groter
zijn. Gestreefd wordt nl. naar 40.000
ton voor 1950 en 60.000 ton voor
1951. Deze hoeveelheden zullen door
Engeland worden aangekocht, als
Nederland in staat is deze te leveren.
De beide regeringen zullen in 1950
bepalen welke hoeveelheid in 1952
zal worden geleverd. Reeds is over
eengekomen, dat Engeland in dat
jaar ten minste 45.000 ton zal ko
pen. Van Nederlandse zijde is 80.000
ton als maximum genoemd.
Mr. D'AILLY VERBIEDT
VERKIEZINGSLEUZE
De burgemeester van Amsterdam,
mr. A. J. d'Ailly, heeft door middel
van dé politie de Revolutionnair-
Communistische Partij (R.C.P.) be
volen de leuze „Indonesë los van
Holland nu", waaronder deze partij
haar verkiezingscampagne voert,
van de op de hoofdstedelijke brug
gen bevestigde borden te verwijde
ren
'll&tjacvct
IN IN DIE:
PIET STOBBE,
J. C. de Haanstraat 6,
Lisse,
viert 5 Juni zijn 2e Ind. verjaardag te
Palembang.
ALBERT OTTO,
Beukenlaan 7,
Sassenheim,
viert zijn le Indonesische verjaardag
op le Pinksterdag op het eiland Mo-
rotai.
CHR. SMELTINK,
Van Leeuwenstraat 23,
Noordwijk,
viert 5 Juni zijn 3e Indonesische ver
jaardag te Palembang.
AANKOMST „GROTE BEER" EN
„JOHAN v. OLDENBARNEVELT"
De troepenschepen „Grote Beer"
en „Johan van Oldenbarnevelt"
worden in de haven van Amsterdam
verwacht, respectievelijk in de nacht
van 7 op 8 Juni en in die van 8 op
9 Juni a.s. Aan boord bevinden zich
geen gesloten onderdelen doch een
aantal militairen circa 1200 en
circa 1000 die om bijzondere re
denen worden gerepatrieerd. De
ontscheping van de „Grote Beer" zal
beginnen op Woensdag 8 Juni a.s. te
9 uur, die van de „Johan van Ol
denbarnevelt" op Donderdag 9 Juni
a.s. te 9 uur.
VEEL LIEFHEBBERS VOOR DE
MOBILOFOON
Het aantal aanvragen voor mobilo
foons bij de P.T.T. is, aldus verne
men wij, zo groot dat men er voor
lopig bij lang na nog niet aan kan
voldoen.
Intussen wordt hard gewerkt aan
de aanleg van z.g. centrale posten in
verschillende delen van ons land,
door middel waarvan een automobi
list met een mobilofoon in zijn wa
gen met ieder telefoonnummer kan
telefoneren. Te Amsterdam, Rotter
dam, Den Haag en Utrecht zijn reeds
centraalposten aanwezig.
De eerste vier abonnée's die reeds
de beschikking hebben over een mo
bilofoontoestel, kunnen al van deze
centraalposten profiteren.
Het abonnement op de mobilofoon
is honderd gulden per maand.
Donderdagmiddag heeft een zwaar
geladen trailer met oplegger van
Steeman's Vrachtdienst op de West
zijde te Zaandam een 27-jarige moe
der overreden, die vlak bij de Ver
kade-fabriek met haar twee-jarig
kindje aan het fietsen was.
De vrouw, mevrouw SanTpimon
uit Westzaan. kreeg een wiel over
het lichaam. Haar fiets werd totaal
vernield en het zitbankje voor het
kind, dat aan het stuur gemonteerd
was, werd er gedeeltelijk afgerukt.
De vrouw is zwaar gewond in het
gemeentelijke ziekenhuis opgeno
men. Zij is daar in de loop van de
nacht overleden. Het kind ontsnapte
op wonderbaarlijke wijze aan de
dood, daar het achter de moeder
terechtkwam en beschermd bleef.
Het liep wel een hersenschudding
en ernstige schaafwonden op en
moest eveneens in het gemeentelijke
ziekenhuis worden opgenomen.
G. S. HEEMSKERK,
Rijndijk All,
Hazerswoude,
viert op 6 Juni a.s. zijn tweede In
donesische verjaardag te Palembang.
H. VAN MARWIJK,
Coornhertstraat 4A,
Leiden,
viert op 7 Juni zijn 21e verjaardag
te Sukamandi (West-Java).
HENK KOSTER,
Meidoornstraat 39,
Leiden,
viert zijn tweede Ind. verjaardag op
7 Juni te Bandoeng.
A. SPAAN.
Visserstraat 25c,
Alphen a. d. Rijn,
vierde op 31 Mei zijn 2e verjaardag
in Indonesië als hospitaal-soldaat te
Palembang.
(Foto's van in Indonesië verblijven
de militairen kunnen bij de redactie
worden ingestuurd tot uiterlijk een
week voor de verjaardag. Foto's,
welke later worden ingezonden wor
den niet opgenomen).
STRENGERE EISEN VOOR
SPORTVLIEGERS.
Sinds 1 Mei zijn ook in ons land
de bepalingen van de „International
Civil Aviation Organization" van
kracht geworden, volgens welke
sportvliegers voortaan niet direct
meer na het behalen van het vlieg
bewijs A niet-betalende passagiers
(dus familie en kennissen) in hun
toestel mogen meenemen. Zij moe
ten na het behalen van dit vlieg
bewijs eerst 30 uur in totaal hebben
gevlogen, alvorens zij op het vlieg
bewijs de aantekening krijgen, niet
betalende passagiers te nrogen mee
nemen.
Het behalen van het vliegbewijs A
eist op zichzelf gemiddeld 20 les
uren.
Gistermiddag tegen vijf uur is het
foto-sportvliegtuig van de Aero Hol
land, de P.H.F.C.B., in de omgeving
van Born, op 15 km van Maastricht,
neergestort.
Het toestel had deze middag op
namen gemaakt boven de Limburgse
hoofdstad Maastricht. Juist toen het
vliegtuig boven de stuw van Borgha
ren vloog, raakte de motor defect.
Het toestel verloor aan hoogte en
raakte een der in de nabijheid staan
de bomen, waardoor de rechtervleu
gel afbrak en het vliegtuig neer
stortte. De beide inzittenden, de pi
loot H. van Leeuwen en de fotografe,
mej. A. Lien, werden beiden licht
gewond. Het toestel wercl geheel ver
nield.
In het water van het Oosterdok
te Amsterdam is Vrijdagmiddag een
4-jarig knaapje spelenderwijs te wa
ter geraakt en verdronken. Na an
derhalf uur dreggen heeft de politie
te water het lijkje opgehaald.