Wat is de betekenis van het Heilig Jaar Dr MEENK'S Zr. Zephyrina 25 jaar hoofdzuster 2e Pinksterdag Slegtenhorst's Fotowerken ZATERDAG i JUNI 1949 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 „Ge moet in land bevrijding afkondigen voor al zijn bewoners" Er is een heilig jaar op KOMST en van verschillende zijden werd ons gevraagd: wat is nu eigenlijk een Heilig Jaar? De vraag is onbeantwoord reeds een bewijs, hoe het Heilig Jaar in de loop der tijden van karakter is veranderd. In de mid deleeuwen was iedereen er zó vol van, dat de vraag niet eens ge steld zou zijn. In drommen en massa's trok al wat lopen en reizen kon naar Rome, om het Heilig Jaar te vieren. In 1450 was de toeloop in Rome zo groot, dat tweehonderd mensen bij het ge drang op de brug naar de Engel burcht om het leven kwamen! Het Heilig Jaar is een Jubileum- Jaar ter herdenking aan de Verlos sing door de komst van Christus. Aanvankelijk iedere honderd jaar, la ter iedere 50 jaar en de laatste eeuwen iedere 25 jaar wordt het boortejaar van Christus, waarmede onze tegenwoordige jaartelling een aanvang neemt, plechtig herdacht door een bizondere geestelijke gunst verlening aan allen, die de graven der Apostelen te Rome komen ver eren. Het is enigszins onzeker, wanneer voor het eerst een Heilig- of Jubel jaar is uitgeschreven. Ook het Oude Testament kende Jubel-jaren (het woord jubel ai_ leid van het Hebreeuwse jobel, dat trompet betekent), welke iedere 50ste jaar werden gevierd volgens het voorschrift in het Boek Leviticus: Zo moet ge het vijftigste jaar heiligen! Ge moet in het land be vrijding afkondigen voor al zijn bewoners; het is een jubeljaar voor u, waarin ieder van u in zijn bezit moet worden hersteld en naar zijn familie kan terugke ren. Want het is een jubeljaar, en het moet heilig voor u zijn. (Lev. 25 - 10). De paus wist er niets van. Er is echter geen samenhang in tijd tussen het Joodse en het Christelijke Jubeljaar, al is ook dit een feest van vreugdevolle herdenking en vooral van schuld-vergeving. Officieel is'het eerste Christelijke Jubeljaar uitge schreven in 1300, maar het staat vast. dat er ook vóórdien jubeljaren zijn geweest. Het merkwaardige bij dit eerste officiële Heilig Jaar was, dat de toemalige paus, Bonifacius Vlll, er niet toe zou zijn overgegaan, als niet van heinde en verre de gelovigen naar Rome waren komen stromen op het gerucht, dat de paus voor dat eeuwgetij een bizondere aflaat, de Jubilee-aflaat, had verleend. Dat ge rucht in 1300 vond zijn oorsprong in de overgeleverde heugenis, dat ook in 1200 een dergelijke gunst was be toond. Bonifacius VIII heeft zich ge schikt naar de aandrang van de chris tenheid en ook in 1300 de Jubilee- aflaat verleend. Tegen politieke verwikkelin gen is het Heilig Jaar niet op gewassen. Sindsdien is het Heilig Jaar regel matig gevierd, met onderbrekingen in 1800, 1850 en 1875, toen wegens poli tieke moeilijkheden het stilzwijgend moest voorbijgaan. Deze teleurstel ling dreigde ook voor het jaar 1950, doch paus Pius XII, overwegend, dat er een zekere stabiliteit in de Euro pese wan-verhoudingen in schijnt te treden, is er toch toe overgegaan het aan te kondigen, hetgeen volgens een vaststaande gewoonte, geschied is op Hemelvaartsdag jongstleden. De politieke hindernissen voor de viering van het Heilig Jaar hebben in 't bizonder betrekking op de reis-ver- binding met Rome. Niet,, of er ergens op de aardbol een oorlog woedt. Dan zou er bijna nooit een Heilig Jaar kunnen worden gehouden. In zo 'n Jubeljaar verwacht de Vader der Christenheid, dat zoveel mogelijk de gelovigen naa de graven der Aposte len zullen komen, om, na een berouw volle zondenbelijdenis en het naderen ter H. Tafel, deelachtig te worden aan de bizondere Jubilee-aflaat De Jubilee-aflaat. Het is gebruik, dat na afloop van het Jubeljaar, deze aflaat wordt uit gestrekt, onder bepaalde voorwaar den, over de gehele wereld. Dat is ook nu reeds gebeurd, maar de oor spronkelijke opzet is, dat de aflaat uitsluitend te Rome kan verworven worden, waarbij het herhaald bezoek aan de vier hoofdkerken, de St. Jan van Lateranen, de St. Pieter „in Va- ticano", de St. Paulus „buiten de mu ren" en de Grote Maria-kerk (Santa Maria Maggiore) verplichtend is. De Jubilee-aflaat is een „volle af laat", een kwijtschelding dus van alle straffen, die n de vergeving der zon den aan de rouwmoedige zondaar, zijn overgebleven. De ontzaglijke geestdrift, waarmede in vroeger eeuwen iedereen, die kon, naar Rome trok, is hieruit te verklaren, dat de Kerk aanvankelijk met het verlenen van volle aflaten zéér zuinig was. De gehele kerkelijke boete-tucht, in de eerste christentijden uiterst streng, is geleidelijk verzacht. De Kerk is met moederlijke vrijgevigheid steeds ruimer geworden in het kwijtschel den van straffen, welke hier of hier namaals moesten worden uitgeboet. Korte, uit het hart opwellende ver zuchtingen of ..schietgebeden" geven reeds een kwijtschelding van „100 da gen" of „300 dagen" waarmede niet is bedoeld, dat men, om het po pulair te zeggen, dan 100 of 300 dagen korter in het Vagevuur moet gelou terd worder, maar, dat de Kerk bij ieder van zulke verzuchtingen mits ze met volledige overgave, liefde en geloof worden gedaan kwijtschel ding verleent van straffen naar de mate in vroeger eeuwen aan een zon daar kerkelijke boete was opgelegd. De „penitentie", die na de biecht wordt opgelegd, is 'n herinnering aan de oud-kerkelijke boete-practijk, toen men er niet met een litanie of rozen krans af-kwam, maar een straf kreeg opgelegd, waarmede jaren en jaren en soms het gehele leven gemoeid waren. Ook in het verlenen van volle aflaten is de Kerk steeds vrijgeviger geworden, zodat op voorwaarde, dat de gelovige zich in de vereiste ge steltenis bevindt, waar men vooral niet te licht over moet denken b.v. iemand, die iedere dag te Com munie gaat, iedere dag een volle af laat kan verwerven, een aflaat, welke in wezen niet verschilt van de Jubi lee-aflaat. Nu een volle aflaat niets zeld zaams meer is, wordt de behoefte aan een Jubilee-aflaat minder sterk gevoeld. De moeilijkheden, aan het verkrijgen van de Jubi lee-aflaat verbonden, zijn echter bizonder geschikt de pelgrim in de vereiste gesteltenis te brengen. Het zou niet te verantwoorden zijn, indien men er in 1950 te Rome of in 1951 in eigen land toe in de gelegenheid wordt ge steld, de gunsten van de Jubilee- aflaat veronachtzamen. Toch heeft het Heilig Jaar in be trekking tot de aflaat-verlening zijn unieke betekenis min of meer zien vervagen. Het is en blijft een jaar van vergeving, een jaar om eens ex tra zijn geestelijke zaken in het reine te brengen, waarbij de viering van de gedachtenis van Christus' komst op aarde overheerst. Het inslaan van de deur. Daarom wordt een Heilig Jaar ge opend op de vooravond van Kerstmis, hetgeen wordt verzinnebeeld met het openbreken van de „Heilige Deur". De vier hoofdkerken van Rome heb ben ieder vijf deuren, waarvan er één is dichtgemetseld. Op de vooravond van Kerstmis komt Z. H. de Paus (in de andere kerken een kardinaal-le gaat) de deur openslaan. Onder het uitspreken van de woorden: „Open voor mij de poorten der gerechtig heid", geeft de paus met een zilveren hamer drie tikken op de dichtgemet selde deur. Te voren is het metsel werk zo verzwakt, dat het mogelijk is bij dit drievoudig geklop, de muur plotseling te laten instorten! Door de open-geslagen deur gaat de H. Va der dan de St. Pieter binnen en daarmede is het Heilig Jaar eveneens opengeslagen. Ter verhoging van het feestelijke karakter -an het Heilig Jaar is het gebruik heilig-verklaringen, welke steeds met grootse plechtigheid om geven worden, voor dit jaar te reser veren, maar de nadruk blijft toch lig gen op het voorrecht in het feestge tij van de Verlossing te kunnen pel grimeren naar de graven van Chris tus' vrienden en bloedgetuigen en de levende Petrus, de plaatsbekleder van Christus, aanhankelijkheid te gaan betuigen. Het jaar Onzes Heren 1950 zal, die per en ernstiger dan gewone jaren, bij uitstek het jaar van Onzen Heer, een Christus-jaar zijn en de hemel poort wijder openen. De aankondi ging ervan op de dag van de Hemel vaart was daarvan de belofte en het onderpand. ^YuAHDesePW NAGEBRUIK VAN ONZE HOOFDP'JNTABLETTEN BRASKAMP N.V. FABRIKANTE VAN GENEESMIDDELEN BUISJE VAN 20STUKS SOCENT Een leven van werken en zorgen voor de lijdende mensheid FEN OUD HOLLANDS SPREEKWOORD zegt: „Wie aan de weg tim- mert, heeft veel bekijks", doch er zijn ook gevallen, dat men be langstelling toont voor degenen, die niet aan de weg timmeren. Om maar meteen met de deur in huis te vallen, we doelen hier op de jubilerende zuster Zephyrina in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Leiden, die thans meer dan 39 jaar dag in dag uit zichzelf geheel geeft aan de ver pleging van de zieken, die aan haar zorgen worden toevertrouwd. En van die 39 jaren is Zr. Zephyrina thans 25 jaar hoofdzuster, belast met de al gehele leiding van de ziekenverpleging in het St. Elisabeth Ziekenhuis. Wat dat zeggen wil: niemand beter dan de doktoren, de mede-zusters en dan de patiënten, die zich aan haar goede zorgen hebben toevertrouwd ii} al die jaren, weten zulks. Die patiënten.het zijn er duizen den en duizenden geweest, uit stad en omgeving, uit binnen- en buiten land, tot van ver over de landsgren zen, tot uit de verre Oost zelfs. Zr. Zephyrina, de zilveren jubila- resse en met ere, hoe gaarne zijzelf dit feit ook in alle stilte zou hebben herdacht, slechts denkend aan God, die haar al die jaren de kracht gaf, maar ook de moed, om dit zware werk zo zorgvuldig mogelijk te ver richten. Wij hebben ons niet gewaagd aan een interview met de jubilaresse zelf, omdat wij, haar mening kennend, wisten, dat zij ons op alle mogelijke manieren zou hebben bewogen om niets te schrijven. En, daarvan zijn wij overtuigd, wij weten, dat wij ve len dienen, als wij hier een en ander schrijven over haar langdurige werk zaamheid in dit zo bijzonder werk van christelijke naastenliefde, omdat wij weten, dat wij aldus de dank ver tolken niet alleen van zo talrijke pa tiënten, die „met zuster Zephyrien te maken hebben gehad", maar ook van de nog talrijker familieleden dier pa tiënten, die toch altijd weer blij wa ren, als zij een zieke, dank zij zorg vuldige verpleging, weer gezond in hun midden mochten ontvangen. Zr. Zephyrina (Engelina Geerling) werd 31 Maart 1889 te Leiderdorp ge boren. Zij deed haar intrede in het klooster op 4 September 1907 en werd geprofest op 8 September 1909. Na enkele maanden reeds kwam zij naar Leiden in de ziekenverple ging van het St. Elisabethziekenhuis, waar de tegenwoordige Algemeen Overste, de Eerw. Moeder Assisia overste van het huis was en de te genwoordige overste van het Zieken huis, de eerw. moeder Sebastiana, werkzaam was in de verpleging „Tres faciunt collegium" is op de ze drie „kopstukken" laten we het maar eens 'n weinig oneerbiedig zeg gen van de Congregatie zeker wel van toepassing, want wat er in al die jaren door deze drie mensen, werk sters voor de evennaaste, is uitge broed en tot stand gekomen grenst aan het ongelooflijke. Het St. Elisabeth Ziekenhuis was in de jaren rond 1910 nog eenvoudig St. Elisabethgesticht, een naam, die bij velen nóg voortleeft. De opzet was heel eenvoudig geweest bij het eeuwfeest is dit in onze courant uit eengezet en toen Zr. Zephyrien in Leiden kwam, waren er nauwelijks honderd patiënten in het alleroudste gedeelte van het huis, de oude bouw. Maar... reeds toen bleek er ruimte gebrek. Zr. Zephyrien kwam toen als hoofd in de Mariabouw, maar spoe dig was zij assistente op de operatie kamer, hetgeen veel van haar tijd in beslag nam, daarna werd zij hoofd op de tweede verdieping en tenslotte in 1924, onder de Eerw. Moeder As sisia als Algemeen Overste, hoofd van het hele huis. We kunnen niet alles opnoemen wat er in al die jaren in en rond het oude St. Elisabethgesticht is geschied. Hoe het groeide naarmate de groei toenam, weten zeer velen, want nau welijks was een uitbreiding tot stand gekomen, of er werden weer plan nen beraamd voor verdere uitbouw en, ware de tweede oorlog niet tussen beide gekomen, er zou ongetwijfeld nog veel meer zijn geschied. En zo kunnen we zeggen, dat Zr. Zephyrien de hele ontwikkeling van het ziekenhuis heeft medegemaakt, omdat zij als hoofd van de zieken verpleging in de eerste plaats met de uitbreiding .te maken had. Toen de jubilaresse in 1924 hoofdzuster werd, was ei zo'n ontstellend gebrek aan bedden, dat ze niet wist hoe ze de pa tiënten ligging moest verschaffen. En menigmaal stond Zr. Zephyrien tegen een kast geleund te peinzen en uit te kienen hoe ze toch maar zoveel moge lijk bedden kon plaatsen. „Tussen- schuiven" is geen onbekend woord voor haar geweest. Dat heeft zij moe ten doen, misschien tegen haar zin, maar gedwongen door de nood, want het is steeds haar grootste verdriet geweest, dat zij niet altijd alle aan vragers heeft kunnen helpen. En dit verdriet werd nog vergroot, doordat velen de afwijzing niet begrepeh, of niet wilden begrijpen. Wat was het een vreugde voor Zr. Zephyrien telkens wanneer weer een uitbreiding tot stand was gekomen en met hoeveel zorgen wist zij zamen met Moeder Sebastiana alle kamers te installeren en van de no dige ingrediënten te voorzien. Zelfs alle kasten werden „aangekleed" en ingericht en nu na al die jaren is de inrichting van die kasten nog precies dezelfde. Over alles gingen haar zorgen en niets ontging haar scherpziend oog, ook niet bij de grootste uitbreidingen. En die zorgen vergrootten zich naarmate de tijd vorderde. Er kwam een rectoraat, later een pensionaat van inwonenden, na de oorlog wer den alle klinieken geherbergd, de operatiekamers werden gemoderni seerd, het St. Elisabeth Ziekenhuis werd een modern ziekenhuis met al le verplichtingen van dien, maar hoe zeer het werk ook groeide, hoe talrijk de patiënten ook werden, hoe mo derner de outillage ook werd, Zr. Ze phyrien bleef steeds dezelfde, de oude getrouwe, gedienstige, zorgvolle en toegewijde ziekenzuster, de rechter arm van de doktoren en niet in het minst van de operatiedoktoren en slechts wanneer Zr. Zephyrien in de nabijheid was ging alles goed... Vermelden we tenslotte nog, dat aan het directriceschap van de zie ken-afdeling ook vast zat en zit de opleiding van de verschillende zus ters voor de verpleging en ook dat heeft Zr. Zephyrien al die jaren met grote nauwgezetheid gedaan, zelfs zo, dat het verwondering wekte, dat zij die opleiding kon waarnemen naast haar veelomvattende taak en op zo perfecte wijze als zij gedaan heeft, zodat zij met recht een bekwaam do cente mag worden genoemd, die ook op deze wijze talrijk velen aan zich verplicht heeft. We zouden zo door kunnen gaan, maar we wiilen eindigen op gevaar af, ons toch al haar „toorn" zo die al van haar zou kunnen uitgaan op de hals gehaald te hebben. We besluiten slechts met één wens: dat het Zr Zephyrien gegeven moge zijn nog vele jaren haar zegenrijk werk ten bate van de zieken en hulp behoevenden te mogen blijven uit oefenen met dezelfde offervaardig heid, dezelfde toewijding, die de pa tiënten van haar gewend zijn. Dan zal zij allen aan zich verplichten, het geen niet beter beloond kan worden dan door een hartelijk gebed tot God en de H. Elisabeth, dat haar werk in de toekomst even vruchtdragend zal mogen zijn als het tot nu toe geweest is. Dat wensen we deze jubilaresse van harte toe. Vanzelfsprekend zal Zr. Zephyrien op haar jubileumdag wél aan de weg moeten timmeren. Daarom is er Vrij dag 10 Juni gelegenheid de jubilares se geluk te wensen: des morgens van 11 tot 12.30 uur voor geestelijken en doktoren, van 35 uur voor patiën ten en oud-patiënten en verdere be langstellenden. Vooraf gaat echter des morgens om 10 uur een plechtige H. Mis van dankzegging. MINISTER MANSHOLT NAAR DENEMARKEN EN ZWEDEN. Van 717 Juni a.s. zal de porte feuille van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening worden waarge nomen door prof. dr. J. R. M. van den Brink, minister van Economi sche Zaken. Minister S. L. Mansholt zal gedu rende deze periode een onofficieel bezoek brengen aan Denemarken en Zweden en in deze landen verschil lende landbouwbedrijven en spe ciaal coöperatieve instellingen op agrarisch gebied bezichtigen. Minister Mansholt zal vergezeld worden door de heer ir. C. Staf, directeur-generaal van de Landbouw en de heer ir. H. T. Tjallema, direc teur van akker- en weidebouw. geopend van 10 uur v.m. tot 5 uur n.m. Ateliers voor Moderne Fotokunst NIEUWE RIJN 46 - TEL. 23010 LEIDEN REGERING SLUIT GROOT EXPORTCONTRACT VOOR BACON MET ENGELAND. De Nederlandse regering heeft met het Engelse ministerie van Voedselvoorziening een contract ge sloten voor de levering van bacon gedurende 1949, 1950, 1951 en 1952. De minimum hoeveelheden, die zul len worden geleverd bedragen voor 1949 10.000 ton, voor 1950 25.000 ton en voor 1951 35.000 ton. De werkelijke hoeveelheden zullen waarschijnlijk aanzienlijk groter zijn. Gestreefd wordt nl. naar 40.000 ton voor 1950 en 60.000 ton voor 1951. Deze hoeveelheden zullen door Engeland worden aangekocht, als Nederland in staat is deze te leveren. De beide regeringen zullen in 1950 bepalen welke hoeveelheid in 1952 zal worden geleverd. Reeds is over eengekomen, dat Engeland in dat jaar ten minste 45.000 ton zal ko pen. Van Nederlandse zijde is 80.000 ton als maximum genoemd. Mr. D'AILLY VERBIEDT VERKIEZINGSLEUZE De burgemeester van Amsterdam, mr. A. J. d'Ailly, heeft door middel van dé politie de Revolutionnair- Communistische Partij (R.C.P.) be volen de leuze „Indonesë los van Holland nu", waaronder deze partij haar verkiezingscampagne voert, van de op de hoofdstedelijke brug gen bevestigde borden te verwijde ren 'll&tjacvct IN IN DIE: PIET STOBBE, J. C. de Haanstraat 6, Lisse, viert 5 Juni zijn 2e Ind. verjaardag te Palembang. ALBERT OTTO, Beukenlaan 7, Sassenheim, viert zijn le Indonesische verjaardag op le Pinksterdag op het eiland Mo- rotai. CHR. SMELTINK, Van Leeuwenstraat 23, Noordwijk, viert 5 Juni zijn 3e Indonesische ver jaardag te Palembang. AANKOMST „GROTE BEER" EN „JOHAN v. OLDENBARNEVELT" De troepenschepen „Grote Beer" en „Johan van Oldenbarnevelt" worden in de haven van Amsterdam verwacht, respectievelijk in de nacht van 7 op 8 Juni en in die van 8 op 9 Juni a.s. Aan boord bevinden zich geen gesloten onderdelen doch een aantal militairen circa 1200 en circa 1000 die om bijzondere re denen worden gerepatrieerd. De ontscheping van de „Grote Beer" zal beginnen op Woensdag 8 Juni a.s. te 9 uur, die van de „Johan van Ol denbarnevelt" op Donderdag 9 Juni a.s. te 9 uur. VEEL LIEFHEBBERS VOOR DE MOBILOFOON Het aantal aanvragen voor mobilo foons bij de P.T.T. is, aldus verne men wij, zo groot dat men er voor lopig bij lang na nog niet aan kan voldoen. Intussen wordt hard gewerkt aan de aanleg van z.g. centrale posten in verschillende delen van ons land, door middel waarvan een automobi list met een mobilofoon in zijn wa gen met ieder telefoonnummer kan telefoneren. Te Amsterdam, Rotter dam, Den Haag en Utrecht zijn reeds centraalposten aanwezig. De eerste vier abonnée's die reeds de beschikking hebben over een mo bilofoontoestel, kunnen al van deze centraalposten profiteren. Het abonnement op de mobilofoon is honderd gulden per maand. Donderdagmiddag heeft een zwaar geladen trailer met oplegger van Steeman's Vrachtdienst op de West zijde te Zaandam een 27-jarige moe der overreden, die vlak bij de Ver kade-fabriek met haar twee-jarig kindje aan het fietsen was. De vrouw, mevrouw SanTpimon uit Westzaan. kreeg een wiel over het lichaam. Haar fiets werd totaal vernield en het zitbankje voor het kind, dat aan het stuur gemonteerd was, werd er gedeeltelijk afgerukt. De vrouw is zwaar gewond in het gemeentelijke ziekenhuis opgeno men. Zij is daar in de loop van de nacht overleden. Het kind ontsnapte op wonderbaarlijke wijze aan de dood, daar het achter de moeder terechtkwam en beschermd bleef. Het liep wel een hersenschudding en ernstige schaafwonden op en moest eveneens in het gemeentelijke ziekenhuis worden opgenomen. G. S. HEEMSKERK, Rijndijk All, Hazerswoude, viert op 6 Juni a.s. zijn tweede In donesische verjaardag te Palembang. H. VAN MARWIJK, Coornhertstraat 4A, Leiden, viert op 7 Juni zijn 21e verjaardag te Sukamandi (West-Java). HENK KOSTER, Meidoornstraat 39, Leiden, viert zijn tweede Ind. verjaardag op 7 Juni te Bandoeng. A. SPAAN. Visserstraat 25c, Alphen a. d. Rijn, vierde op 31 Mei zijn 2e verjaardag in Indonesië als hospitaal-soldaat te Palembang. (Foto's van in Indonesië verblijven de militairen kunnen bij de redactie worden ingestuurd tot uiterlijk een week voor de verjaardag. Foto's, welke later worden ingezonden wor den niet opgenomen). STRENGERE EISEN VOOR SPORTVLIEGERS. Sinds 1 Mei zijn ook in ons land de bepalingen van de „International Civil Aviation Organization" van kracht geworden, volgens welke sportvliegers voortaan niet direct meer na het behalen van het vlieg bewijs A niet-betalende passagiers (dus familie en kennissen) in hun toestel mogen meenemen. Zij moe ten na het behalen van dit vlieg bewijs eerst 30 uur in totaal hebben gevlogen, alvorens zij op het vlieg bewijs de aantekening krijgen, niet betalende passagiers te nrogen mee nemen. Het behalen van het vliegbewijs A eist op zichzelf gemiddeld 20 les uren. Gistermiddag tegen vijf uur is het foto-sportvliegtuig van de Aero Hol land, de P.H.F.C.B., in de omgeving van Born, op 15 km van Maastricht, neergestort. Het toestel had deze middag op namen gemaakt boven de Limburgse hoofdstad Maastricht. Juist toen het vliegtuig boven de stuw van Borgha ren vloog, raakte de motor defect. Het toestel verloor aan hoogte en raakte een der in de nabijheid staan de bomen, waardoor de rechtervleu gel afbrak en het vliegtuig neer stortte. De beide inzittenden, de pi loot H. van Leeuwen en de fotografe, mej. A. Lien, werden beiden licht gewond. Het toestel wercl geheel ver nield. In het water van het Oosterdok te Amsterdam is Vrijdagmiddag een 4-jarig knaapje spelenderwijs te wa ter geraakt en verdronken. Na an derhalf uur dreggen heeft de politie te water het lijkje opgehaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 5