S)e CcidAeSoii^cmt
JflSSIEWEEK
Voelbare guerilla-toeneming
op Java
ZATERDAG 28 MEI 1949
40ste JAARGANG No. 11705
Directeur: C. M. VAN HAMERSVELD.
Hoofdredacteur: TH. WILMER.
KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
WAARIN OPGENOMEN „DE BURCHT"
De Russen
kunnen het blokkeren
niet laten
Bur. Papengracht 32, Telel. 20015, Adm. en Advert. 20826, Abonn 20935 - Abonnementsprijs 10.32 p. w., i 1.40 p. mnd., I4.15 p. kwart. Franco p. p. 14.90 - Advert.: 15 ct. p. m.m. Telefoontjes i 1.50
IN HET
ROSE PALEIS
r\E GROTE VIER zijn sinds Maan-
dag te Parijs bijeen. Zij houden
de conferentie, welke indertijd te
New York één der voorwaarden was
van het accoord omtrent de ophef
fing van de Russische blokkade van
Berlijn. Men herinnert zich de situa
tie nog wel: Moskou was bereid 3e
blokkade op te heffen, mits tegelij
kertijd de datum zou zijn vastge-
steld van een hervatting der viermo-
gendhedenbesprekingen omtrent het
Duitse probleem. De Berlijnse ver-
keersstrubbelingen en de Parijse dis
cussies zijn dus twee exponenten van
een en dezelfde zaak. Gaat het in de
Parijse vergaderzaal goed, dan staat
de Berlijnse barometer op goed weer,
maar bevriest de stemming in het
Palais de Marbre Rose dan staat ook
het verkeer te Berlijn stil.
Op het ogenblik lijkt het weer ho
peloos mis met het Berlijnse verkeer,
zodat men daaruit gevoegelijk zijn
conclusies kan trekken omtrent de
resultaten van de Parijse besprekin
gen. Feitelijk is de conferentie te
Parijs een voortzetting van de vre
desconferentie, welke in Augustus
1945 te Potsdam begon. Zij sleepte
zich voort zonder resultaat in Lon
den, Parijs en Moskou en thans is
het weer Parijs, waar men de kop
stukken der grote internationale po
litiek bijeen ziet zitten.
De wereld heeft er nu heel wat
minder belangstelling voor dan in
vroeger 'jaren, toen men nog hoop
had, dat de heren het eens zouden
worden. Deze hoop heeft men allang
laten varen; in de plaats daarvan is
de onverschilligheid gekomen.
In het begin waren de berichten
onverwacht gunstig; men sprak van
een welwillende stemming en men
zag met verbazing, dat Wisjinski het
zo maar eens was met de door de
Westerse geallieerden opgestelde
agenda, wat een zeer ongebruikelijke
soepelheid was voor de Rus. die an
ders reeds bij zulke procedure-kwes
ties de boel in het honderd schopte.
Van1 de andere kant bleek het West
front werkelijk eensgezind te zijn,
zodat het voor de Russen niet moge
lijk was om de een tegen de ander uit
te spelen.
Zouden de Russen- met hun zin voor
realiteit nu werkelijk eieren voor hun
geld kiezen en het roer radicaal om
gooien?
Men dacht aanvankelijk, dat dit
inderdaad mogelijk was en er begon
reeds een glimpje hoop te gloren.
Maar het vonkje is al weer gedoofd,
nu men opnieuw schijnt te zijn afge
zakt naar het oude niveau van
vruchteloos gedebatteer met weder
zijdse verdachtmakingen en verwij
ten.
LIET SCHIJNT voornamelijk om de
dubbeltjes te gaan, welke men op
de bodem van ieder probleem aan
treft. De economische politiek van de
Sovjets in de Oostelijke zóne is nl.
de kern van alle moeilijkheden. Ter
wijl de geallieerden in het Westen
zich alle moeiten en opofferingen heb
ben getroost ob hun zones weer op
de been te krijgen, is Rusland van
meet af aan van een ander stand
punt uitgegaan, dat in 't kort is ge
schetst met de formule: halen wat
er uit te halen is. Met het gevolg, dat
de welvaart van West-Duitsland zich
waarschijnlijk op dezelfde wijze ver
houdt tot die van Oost-Duitsland als
te Berlijn de Westmark ten opzichte
van de Sovjetmark ,nl. viermaal zo
veel waard.
Het was de Amerikaan Dean
Acheson, die met de directheid aan
het Amerikaanse optreden eigen, de
koe bij de horens pakte.
Hij gaf een uitvoerig overzicht van
de wijze, waarop West-Duitsland
„ten koste van vele millioenen dol
lars" op de been is gebracht, terwijj.
de Westerse mogendheden zonder
volledige gegevens zijn gelaten om
trent de economische toestand in de
Sovjet-zóne. Wat men er van wist
wees uit, dat een-derde van de totale
productie-capaciteit der zóne in han
den is van Sovjet-maatschappijen,
die in sommige basis-industrieën
zelfs negentig tot honderd procent
van de capaciteit opslokten.
Met deze opmerkingen van Ache
son was de conferentie meteen terug
bij het oud zeer, dat in het verleden
een overeenkomst onmogelijk heeft
Hiermede hangen nl. verschillende
andere kwesties samen, zoals bijv. de
kwestie van de herstelbetalingen, de
zeggenschap over het Ruhrgebied, de
munteenheid, enz., enz.
Wanneer men de zaken aldus be
kijkt, nl. vanuit deze centrale kwes
tie, dan begrijpt men, dat de Weste
lijke geallieerden er niets voor voe
len om „terug te gaan tot Postdam",
zoals Wisjinski wilde, d.w.z. om de
toestand te herstellen, zoals die was
toen de vredesonderhandelingen in
1945 begonnen. Er is sindsdien nl.
heel wat veranderd. West-Duitsland
heeft grote vorderingen gemaakt op
de weg naar herstel en men kan het
de Westelijke geallieerden niet kwa
lijk nemen, dat zij deze vorderingen
niet zomaar wensen prijs te geven.
De conferentie is nog niet geëin
digd; wij kunnen dus nog weinig
zeggen omtrent haar afloop. Maar als
zij afloopt volgens de verwachtingen,
V Politiek
op z'n smalst
NAAR aanleiding van de ontslag
aanvrage van de burgemeester
van 's-Gravenhage mr. Visser, schrijft
de Haagse correspondent van de
„Tijd" o.m.:
„Thans wordt er wederom
druk gespeculeerd en reeds zijn
de namen genoemd van jhr. de
Ranitz, jihr. v. d. Goes van Na-
ters en dr. Beel, terwijl men weer
aan het rekenen slaat mét fac
toren als de politieke samenstel
ling van de Haagse raad en be
noemingen, welke elders geschied
zijn".
Dat is nu „politiek" op z'n smalst!
„Politiek", die eigenlijk geen po
litiek is daarom gebruiken we
aanhalingstekens omdat ze niet
allereerst streeft naar het belang van
de Staat, maar veel meer naar de
eer en glorie- van de eigen politieke
partij. Het is: „partij-politiek".
Zeker, iedere politieke partij mag
en moet er voor waken, dat de leden
van die partij krijgen de rechten,
welke hun toekomen; dat zij m.a.w.
niet worden achteruitgezet, omdat zij
tot die partij behorenIedere po
litieke partij mag en moet eisen, dat
met haar auantiteit, haar grootte
rekening wordt gehouden bij benoe
mingen. Maar voorop moet staan: be
kwaamheid en geschiktheid voor een
functie. En, vervolgens, men ga niet
meten met een passer, of er 'wel pre
cies rekening is gehouden, relatief,
m?t de grootte der verschillende par
tijen. Dat laatste is politiek op z'n
smalst; „politiek" tussen aanhalings
tekens.
De correspondent van \de „Tijd"
schrijft verder, dat er „speciaal voor
deze plaats" ('s-Gravenhage) nodig
is voor de burgemeestersfunctie een
„integere, actieve figuur". Inder
daad. Maar het is niet alleen en ook
niet „speciaal" voor 's-Gravenhage
geboden, naar zulk een figuur voor
de burgemeestersfunctie te zoeken
totdat men er een gevonden heeft.
Overal moet aan het hoofd .der ge
meente staan een integere, actieve
figuur. Gelukkig worden de burge
meestersbenoemingen over het alge
meen door de^ elkaar opvolgende re
geringen in ons land met zorgvuldig
heid gedaan. Enkele uitzonderingen
bevestigen hier inderdaad de regel.
Het is van eminent belang voor een
gemeente te hebben een, in de goede
zin, onpartijdige, onomkoopbare, be
kwame, actieve burgemeester.
Leiden heeft zulk een burgemees
ter. En wij kennen er vele in fcnze
omgeving.
Politiek
op z'n breedst
70ALS men gisteren »in ons blad
heeft kunnen lezen, heeft in
Leimuiden reeds de gemeenteraads
verkiezing plaats gehad met goed
succes voor de K.V.P.!
In andere gemeenten moet zij nog
geschieden: in Leiden op Woensdag
22 Juni.
Onze propagandisten zijn volop in
actie om overal een goed resultaat
te bereiken. Dat men hen yteune in
deze actie!
Dat is politiek op z'n breedst:
zuivere beginsel-politiek.
Het gaat hier niet om persoonlijke
belangen van de propagandisten, het
gaat hier ook niet om de personen
van de op de katholieke lijst ge
plaatste candidaten; het gaat hier
om de beginselen, die ook aan de
stembus voor een gemeenteraads
verkiezing in het geding zijn; het
gaat hier zuiver en alleen om wat
men noemt: de Katholieke zaak.
Onze propagandisten voeren; poli
tiek op z'n breedst!
Jndische
Katholiek Nederland zal van Zon
dag 29 Mei tot en met de eerste
Pinksterdag weer eensgezind deelne
men aan de Week van Gebed en Of
fer voor de Missiën in Indonesië en
West-Indië.
Als Katholieken bidden we alle 52
weken van het jaar, dus iedere dag,
naar de wens der Pausen? voor de
kerstening der ruim een milliard on-
gedoopten, die met ons door dit le
ven heentrekken naar de eeuwigheid.
Als Katholieke Nederlanders wil
len wij daarenboven tenminste één
week in het jaar, allen tezamen, ook
nog bidden en offeren voor de bewo
ners van de missiegebieden ,in Oost
en West, welke onder leiding van
Gods Voorzienigheid,, tot nu toe met
ons vormden het Koninkrijk der Ne
derlanden.
Dat wij voor deze missiegebieden
sedert jaren één volle week met aan
drang bidden en edelmoedig offeren,
is te danken aan de Priestermissie-
bond, die onder voorzitterschap van
Zijne Eminentie Johannes Kardinaal
de Jong daartoe in 1936 het initiatief
nam.
Tengevolge van een rechtmatig
verlangen naar onafhankelijkheid
zullen straks de staatkundige ver
houdingen tussen Nederland en die
volken in Oost en West sterk gewij
zigd worden. Toch zal Katholiek Ne
derland, hoever de scheiding ook
worde doorgevoerd, niet, ja nooit, op
geven de taak om die vólken deel
achtig te maken aan de kennis van
Christus en aan de rijkdom Zijner
liefde. Het missiewerk in Oost en
West is door Nederland nooit begon
nen uit eigenbelang ;integendeel, on
telbare gebeden, onschatbare offers
aan geld en missionarissen heeft ons
Katholieke volksdeel voor Indonesië
en West-Indië gebracht, zonder er
nooit iets voor terug te ontvangen,
tenzij de blijde overtuiging, dat wij
meewerkten aan de grote taak, waar
voor Christus Zich geheel en al gaf.
0
„Sursuhi Corda" weet te melden,
dat de parochie van O. L. Vrouw
Onb. Ontv. („Hartebrug") te Leiden
bij de Indische Missieweek in 1948
de hoogste opbrengst in heel Neder
land had.
HOLLANDSE TULPEN BLOEIEN
IN CANADESE HOOFDSTAD Als
dank voor het aandeel, dat de Cana
dese troepen in de bevrijding van
Holland hadden, heeft de Nederland
se regering ongeveer 400.000 tulpen
bollen naar Ottawa gestuurd, die
daar nu in parken en plansoenen in
bloei staan. Caroline en Hinke Tuin
man, dochtertjes van de Nederlandse
landbouwkundige attaché in £ttawa
die in Volendams costuum zijn ge
kleed, vertellen een agent van de
Canadese bereden politie bijzonder
heden over de tulpen.
BEKENDMAKING VAN SULTAN
VAN D JOK JA.
De sultan van Djokja heeft een be
kendmaking uitgegeven als minister
van Staat van de republiek en tevens
als coördinator van de binnenlandse
veiligheid, aldus bericht een corres
pondent van Aneta. De bekendmaking
luidt:
Na de terugtrekking van de Neder
landse strijdkrachten zal aan ieder,
ook aan degenen, die reeds in diepst
zijn bij de voorlopige federale rege
ring, zonder onderscheid van ras en
godsdienst, veiligheid van lijf en goed
bij voortduring worden gegarandeerd.
In het bijzonder zal er voor worden
gezorgd, dat geen' represaille-maat
regelen tegen wie ook genomen wor
den. Na het herstel van de republi
keinse regering te Djokja blijft voor
iedereen gelegenheid openstaan onge
hinderd Djokja te verlaten.
De bekendmaking was opgesteld in
het Indonesisch en het Javaans.
EEN OFFICIEEL 'OVERZICHT.
De weerslag van de op 7 Mei be
reikte overeenkomst is uiteenlopend.
In de nieuwe opengelegde streken
DE ONTMANTELING VAN DE
DUlTSE 09RL0GSINDÜSTRIE
Ondanks het hefüg verzet in be
paalde Duitse kringen wordt het ont-
mantelingswerk van de Duitse zware
industrie voortgezet. Een fotograaf
van A.N.P.-fotb is de eerste foto
graaf, die er in geslaagd is opnamen
te maken van hét ontmantelingswerk
en wel in de vroegere fabrieken van
Krupp te Essen.
Deze foto vertoont het opladen
van een onderdeel van een afgebro
ken demontage-kraan op een spoor
wagen. Deze demontage-kraan wordt
naar Nederland vervoerd als een
kleine compensatie vor de ennorme
schade, die de Nazi's tijdens de be
zetting aan de Nederlandse industrie
hebben berokkend.
in, Midden- en Oost-Java wordt de
plaatselijk voelbare toeneming van
activiteit van guerilla's en benden
toegeschreven aan het feit, dat de
strijdgroepen de overeenkomst aan
grijpen als middel om de bevolking
te intimideren en trachten haar te
bewegen tot het aannemen van een
non-coöperatieve houding aldus
wordt van officiële zijde medege
deeld. De bevolking neemt echter
een afwachtende houding aan. Bij de
strijdgroepen in Zuid-Malang, Dji
bang, Ngandjuk en Madiun valt een
verdergaande communistische oriën
tering op te merken. De eindindruk
in het nieuw opengekomen gebied op
Java (piet uitzondering van Bantam,
waar op de weg naar normale toe
standen wederom vorderingen ge
maakt zijn) is nochtans, dat, ofschoon
de toestand na het sluiten van de
overeenkomst aanvankelijk in som
mige gebieden slechter werd, deze in
verslagperiode vrijwel constant bleef
met een lichte tendens tot verbete
ring. De toewijding en de plichtsbe
trachting van bestuur en politie
noemt de regeringscommissaris voor
Oost-Java boven alle lof verheven,
ondanks het risico van intimidatie.
Oa Sumatra heeft van de aanvang
af dP reactie op de overeenkomst een
ander karakter gedragen, voorname
lijk een van politieke aard en zij
heeft mitsdien ook andere conse
quenties. De teleurstelling over het
afsnijden van de mogelijkheid om
reeds thans te komen tot een zelf
standig landsbestel is vooral in Tapa-
nuli groot. Men is daar er van over
tuigd, dat de uitspraak van de be
volking nu niet twijfelachtig zou zijn
geweest, doch dat rekening moet
worden gehouden met het herleven
van de intimidatie.
In het Noordelijk deel van Mid-
den-Java zet de gunstige tendenz
zich voort. De militaire toestand rond
Djogja en Solo is weinig veranderd;
de aanslagen op posten en bivaks
houden aan.
„STRADA-VERENIGING" TE
BATAVIA VIERT 25-JARIG
BESTAAN
Dinsdag 24 Mei, feest van O.L.
Vr«uw della Strada, werd te Batavia
onder grote belangstelling het 25-ja-
rig bestaan der „Strada-Vereniging"
gevierd. Bij besluit van de Gouver
neur-Generaal, getekend Tjipanas
30 Mei 1924, werden de statuten
goedgekeurd en verkreeg de vereni
ging rechtspersoonlijkheid.
Artikel 2 dffcer statuten luidt:
„Doel der vereniging is het oprich
ten, in stand houden en eventueel
uitbreiden van instellingen van naas
tenliefde en onderwijs." De „Strada-
Vereniging" heeft gedurende een
kwart eeuw op-lofwaardige wijze bij
gedragen tot een evenwichtige op
bouw van het katholiek lager- en
middelbaar onderwijs te Batavia. z
Naast de voortreffelijke meisjes
scholen van de eerw. zusters Ursuli-
nen (Noordwijk, Postweg en Meester
Cornelis) bestond er in 1924 slechts
één katholieke jongensschool, de
Europese Lagere School „Sint Aloy-
sius'' van de eerw. Broeders aan het
Koningsplein. Uit het hieronder-
staande moge blijken, welke resulta
ten door de bemoeiingen der „Strada-
Vereniging" sinds haar oprichting op
het gebied van onderwijs zijn be
reikt.
Een Hollands-Chinese school en
een Europees Lagere School (de la
tere Xaverius-school), waaraan ook
het z.g. Strada-internaat verbonden
was. Deze drie waren gehuisvest in
het daartoe aangekochte vroegere
„Instituut Bos", Guning Sahiri 88. De
H. C. S. werd na een jaar omgezet in
een H. I. S., die in 1930 onder de
naam van „Van Lith-school" werd
overgenomen door de eerw. Broeders
van O.L. Vrouw van Lourdes, en la
ter overgebracht naar Tanah Njonja 2
In 1927 opende de Strada-Vereni-
ging de Algemene Middelbare school
afd. B. het Sint Petrus Canisius Col
lege, Menteng 40, als eerste en, gedu
rende lange tijd, enige katholieke
school van dien aard. In 1931 kwam
het Canisius College geheel onder
leiding der paters Jezuieten.
In 1927 werd de Strada-Mulo ge
opend, gevestigd aan de Soendaweg.
Mulo- en Ignatiusschool werden la
ter overgenomen door de eerw.
Broeders van de H. Oloysius.
DE HUIDIGE SITUATIE IN
INDONESIë.
Nadat verschillende informele be
sprekingen waren gehouden, is op 7
Mei j.l. te Batavia een formele con
ferentie belegd, waarop, zoals reeds
bekend, overeenstemming werd be
reikt.
Op bijgaande kaart is de huidige si
tuatie op overzichtelijke wijze aan
gegeven. Duidelijk is hierop te zien,
welk gebied ónder Nederlands gezag
staat en een deel van de territoria,
welke als Federaal gebied moeten
worden beschouwd. Ook het ge
bied, hetwelk uiteindelijk door de Re-,
publikeinen beheerst zal worden, is
duidelijk te onderkennen. Zoals be
kend, wordt met de overdracht van
de Souvereiniteit aan de republikei
nen in de voormalige residentie
Djocja gewacht, totdat de evacuatie
van personën, welke vóórdien dit ge
bied wensen tj verlaten, zal zijn vol
tooid. Verwacht wordt, dat dit tussen
3 en 5 Juni a.s. het geval zal zijn.
Uit de persconferentie, welke de
leider van de Nederlandse delegatie,
Dr. van Royen, direct na afloop van
de formele zitting heeft gehouden,
blijkt, dat ook buiten het sultanaat
Djocja, nog grote gebieden door de
republikeinen zullen worden bestuurd
Begrafenis
generaal Spoor
Op het ere-veld
temidden zijner soldaten
Onder stralend weer zagen duizen-'
den belangstellenden te Batavia he
denmorgen d begrafenisstoet van ge
neraal Spoor voorbijtrekken. De
drukte begon reeds om 8 uur met het
langs de gehele route opstellen van
toeschouwei's, onder wie vele Indone
siërs in hun beste kledij. De volledige
stoet stelde zich op de oude Buiten-
zorgseweg op. Vooraf ging de M.P.,
gewapend met een geleide van vier
compagnieën, en het muziekkorps van
het K.N.I.L. met omfloerste trommen
en de commandant van de stoet, ge-
neraal-majoor Engels-, Een weapon-
carrier trok het affuit, waarop de kist
stond, gedekt met de Nederlandse
vlag, waarop lagen een helm, de de
coraties van de generaal en het
bloemstuk van mevrouw Spoor, be
staande uit witte anjers en orchi
deeën. Hiernaast gingen de vier slip-
pendragers, n.l. generaal-majoor Mo-
jet, generaal-majoor Scholten, gene
raal-majoor Alons en generaal-majoor
Baay. Hierachter kwamen zestien
vaandrigs en onder-luitenants als dra
gers, mevrouw Spoor, dr. Beel, sultan
Hamid II als vertegenwoordiger van
koningin Juliana, jhr. Six als adju
dant van prins Bernard, hoge autori
teiten, deputaties van ridders van de
militaire Willemsorde. Aan het graf
spraken dr. Beel, generaal-majoor
Buurman van Vreede, vice-admiraal
Pinke, dr. Hilman Djajdiningrat en
dominee F. M. 'Kooyman.
De legercommandant. generaal
Spoor, rust thans temidden van zijn
soldaten op het ereveld Menteng Pu-
lo aan de rand van Batavia onder een
eenvoudig houten kruis onder num
mer 46. Op het kruis staat onder de
Nederlandse driekleur het opschrift
„Generaal S. H. Spoor, commandant
van het leger in Indonesië". De gene
raal rust op het ereveld, dat op de
zuil bij de ingang de inscriptie draagt
„Op 8 December 1947 eerste steen ge
legd door zijne excellentie luitenant-
generaal S. H. Spoor". Op het ereveld
lagen ongeveer 300 bloemstukken,
waaronder een van H. M. de Koningin
met rood-wit-blauw lint en kroon.
Voorts bloemstukken van dr. Beel, dr.
van Mook. van de regeringen der
deelstaten, van de legerkorpsen, van
vice-admiraal Pinke, van sultan Ha
mid II. Van de leden der JJNCI, ieder
afzonderlijk.
In punt 7 van de afgelegde verklaring
zegt de Ned. Regering ermede ac
coord te gaan „dat in alle gebieden
buiten de residentie Djocjacarta,
waar bestuurs-, politie- en andere
ambtenaren van de Indonesische re
gering thans hun functie niet uitoefe
nen, de republikeinse bestuurs-, poli
tie- en andere ambtenaren in functie
zullen blijven". Zo zal dus het noor
delijke deel van Sumatra Atjeh
alsook de eilandengroep langs de
Westkust van dit eiland, volledig on
der republikeins bestuur vallen.
Evenwel zonder dat deze gebieden of
ficieel zullen worden erkend als re
publikeins territoir, maar wel wordt
het feit erkend, dat deze gebieden be
staan (als .zodanigj als een „factual
actuality", een feitelijke werkelijk
heid dus.
Uit de kaart blijkt dan ook duide
lijk, dat het gebied, hetwelk door de
Republiek uiteindelijk zal worden be
heerst, belangrijk groter is, dan in 't
algemeen wordt aangenomen.
Met onze Nederlandse delegatie
vertrouwen wij echter, dat, nu door
ons deze concessie is gedaan, een
concessié, welke veel verder gaat, dan
oorspronkelijk door de Veiligheids
raad was voorgesteld de basis ge
legd zal zijn, waarop de B.F.O. en de
Republiek tot overeenstemming kun
nen komen f.a.v. hun positie op de
Ronde Tafel Conferentie, waar de on
voorwaardelijke overdracht van de
werkelijke en volledige souvereini
teit aan de Verenigde Staten van In
donesië zal worden behandeld en,
naar wij hopen, afgehandeld.
£en
Naar de mate, waarin wij tot die
pere kennis van onszelf komen, le
ren wij ook andere mensen beter
kennen.
DE SITUATIE IN INDONESIË