„In het bewustzijn van onze
verantwoordelijkheid"
ingemeeuutde
DONDERDAG 24 FEBRUARI 1949
DE LEIDSE COURANT
1~WËEDE BLAD PAGINA 1
Bisschoppen van Duitsland eisen erkenning
van het recht der ouders
GROTE ONGERUSTHEID OVER
GRONDWET..
De verklaring van de Duitse Bis
schoppen, die de vorige week te
Pützchen bij Bonn onder voorzitter
schap van Kardinaal Frings hebben
vergaderd, werpt een heider licht
op de huidige spanning in de parle
mentaire raad van Bonn. „Ernstige
bezorgdheid over de toekomst van
ons volk", zo heet het in deze verkla
ring, „heeft ons, Duitse bisschoppen
bijeengebracht voor een buitenge
woon overleg. De stand der bespre
kingen in de parlementaire raad in
Bonn doet ons vrezen, dat in de door
de raad voorgestelde grondwet geen
acht wordt geslagen op de belang
rijkste en voor de opbouw van ?en
gezond functionnerende staat onont
beerlijke grondrechten en grondbe
gmselen. De grondwet van een staat
kan slechts dan haar doel bereiken,
wanneer zij de reeds door de natuur
gegeven, eeuwig geldende en door
Christus opnieuw bevestigde en ver
volmaakte Goddelijke orde erkent
als de basis van het staatsleven. De
waardigheid van de vrije, zedelijke
persoonlijkheid moet worden hoog
geacht. Iedere burger moet de on
voorwaardelijke verzekering' hebben,
dat hij zijn leven en dat van zijn
zin volgens zijn geweten, dat zich
met God verbonden weet, kan vor
men. Een der belangrijkste eisen, die
Wij moeten stellen is, dat in de
Grondwet, die door de Bond wordt
samengesteld, het door God gegeven
recht der ouders wordt erkent. De
ouders zijn de door God aangestelde
en de voor God verantwoordelijke
opvoeders der kinderen en moeten
daarom in staat worden gesteld en
het recht bezitten, hun kinderen niet
alleen in het gezin, maar ook in de
officiële scholen, volgens deze ver
antwoordelijkheid op te voeden
resp. te laten opvoeden.
Deze eis kunnen en zullen wij
dit stellen wij hiermede in 't bewust
zijn van onze verantwoordelijkheid
vast niet verzaken. Hierin weten
wij ons eensgezind met onze katho
lieke ouders en met ons gehele ka
tholieke volk, dat onze ernstige be
zorgdheid deelt.
Hoe kan een grondwet de basis zijn
voor een, verzekerde en vredevolle
toekomst van ons volk, wanneer
daarin zulk, een grondrecht bewust
wordt genegeerd? De strijd en het
lijden van de laatste jaren zou tever
geefs zijn geweest, wanneer niet eens
en voor altijd de grondwet het voor
het staatsbestuur onmogelijk maakt
het christelijk geweten geweld aan -te
doen en voorkomt datL. wat het
schoolonderricht betreft, de macht
van de staat geplaatst wordt boven,
het recht van de ouders. In ieder
geval wijzen wij reeds hu alle verant
woordelijkheid voor een dergelijke
ontwikkeling af. De aanvallen, die bij
de besprekingen over het Concor
daat tegen de H. Stoel zijn gericht,
wijzen wij op de krachtigste wijze
van de hand. Men heeft daarmede
ons en het gehele katholieke volk
ten diepste gewond. Deze beledigin
gen waren des te grievender voor de
H. Vader, omdat de H. Stoel ten tijde
van onze vernedering niet heeft op
gehouden Duitsland als eerlijke ge
noot te erkennen en zich onbekom
merd om het oordeel van de rest
van de wereld, een vriend en een
helper van het terneergeslagen volk
te tonen. Wij verwachten, dat de
grondwet de handhaving zal waar
borgen van het Concordaat, dat de
H. Stoel met het Duitsche R:jk heeft
gesloten.
OOK IN DEN HAAG EEN BORG
STELLINGSFONDS VOOR DE
KLEINE MIDDENSTAND.
B. en W. van 's-Gravenhage heb
ben besprekingen gevoerd met de
Kamer van Koophandel om onder
het oog te zien of in de toekomst
de oprichting van een borgstellings-
foncïs ten behoeve van de ldeine
middenstand voor deze gemeente
wenselijk moest worden geoordeeld.
Voorts werden deze besprekingen
later voortgezet met het bestuur
van de stichting „Borgstellingsfonds
van de gemeenten Leidschendam,
Nootdorp, Rijswijk, Voorburg en
Wassenaar".
Bij het voeren van de onderhan-"
delingen namen B. en W. in 'de
eerste plaats in aanmerking, dat de
opleving van het bedrijfsleven de
credietbehoefte van de kleine mid
denstand in de naaste toekomst
waarschijnlijk zal doen toenemen,
waardoor de borgstellingsfondsen
een ruimere taak zullen moeten
verrichten, dan tot nu toe het geval
is geweest.
B. en W. zijn van oordeel, dat de
door» het rijk voorgestelde regeling
voor de gemeente 's-Gravenhage
aanvaardbaar is en dat op die
grondslag toetreding tot het borg
stellingsfonds verantwoord is, ook
wanneer de werkzaamheden van het
fonds in de eerstkomende tijd van
betrekkelijk geringe omvang moch
ten zijn. B. en W'. zijn van oordeel,
dat de gemeente 's-Gravenhage in
de nieuwe stichting dient deel te
nemen en zij hebben -de raad voor
gesteld aldus te besluiten.
Doel: de leden van de Jongeren
organisatie der K.V.P. een degelijke
politieke scholing te geven.
Om de leden van de Jongeren
organisatie in de K.V.P. een dege
lijke politieke scholing te geven, is
de stichting „Het Jan Robert Stu
diefonds" in het leven geroepen. Uit
de opbrengst van dit fonds zullen
de jongeren de verschillende wijzen
van scholing trachten te bekostigen.
Hiermede zou tevens de wens van
Jan Robert, de eerste leider en stu
wer der jongerenorganisatie, ver
vuld zijn. Immers ^ijn streven was
er geheel op gericht te bewerken,
dat iedere jongen in de K.V.P., van
welke stand ook, zich degelijk kon
scholen op het terrein van theoreti
sche en practische politiek. Wan
neer het fonds goed zal werken zal
de K.V.P. in de toekomst over vele
goed geschoolde krachten kunnen
beschikken.
De jongeren zijn er van overtuigd,
dat Katholiek Nederland hun zeker
zal willen helpen. Vele vooraan
staande en leidinggevende figuren
in het politieke en sociale leven
juichten dit initiatief toe.
Giften kunnen worden gezonden
aan Mej. T. A. Mul, administra
trice, Ag. Dekenstr. 471, Amster
dam of gestort worden op postgiro
315250 t.n.v. het Jan Robert Studie
fonds of op Gemeentegiro Amster
dam J 1028 der J.O. Kring Amster
dam met vermelding der initialen
J. R. S.
STATION TE ROOSENDAAL
HERSTELD.
Het grensstation te Roosendaal
heeft tijdens de bezetting ongeveer
twintig luchtaanvallen te verduren
gehad. De schade is nu eindelijk her
steld en op 16 Maart zal het gebouw
officieel worden ingewijd door ir.
Den Hollander, president-directeur
van de Nederlandse Spoorwegen.
Ook in Zeeland blijkt de burgerij
grote hoeveelheden oorlogsmateriaal
te hebben achtergehouden.
De rijkspolitie stelde in enige ge
meenten een onderzoek in en trof
o.m. aan: drie stuks groot geschut,
acht machinegeweren, talrijke kara
bijnen en geweren, 20.000 patronen,
700 granaten en granaat-onderdelen,
vier bommen, pantservuisten, enz.
In het speelgoedkistje van een kind
werd een pistool met vier scherpe pa
tronen aangetroffen.
VERKEERSVLEGELS.
De politie te Amstefdam is er in
geslaagd de auto, waarmede Dins
dagavond om even over tienen in
de Commelinstraat te Amsterdam
twee bejaarde mannen werden aan
gereden, op te sporen. Een sur
veillerende agent trof gisternacht
om twee uur in de Bankastraat een
auto aan met een ingedeukte radia
tor, die bovendien een dop en een
stuk scharnier miste, welke na het
ongeluk in de Commelinstraat wa
ren gevonden. De auto bleek te be
horen aan een autoverhuurinrich
ting in de Commelinstraat. De man,
die de auto had gehuurd, had een
gefingeerd adres opgegeven. De po
litie heeft evenwel aanwijzingen,
welke vermoedelijk tot zijn arresta
tie zullen kunnen leiden. De toe
stand van het slachtoffer H. W. is
redelijk goed. Het andere slachtof
fer P. F. is er evenwel ernstig aan
toe.
Om hall' twee gisternacht heeft
een dronken autobestuui'der in De
Lairessestraat te Amsterdam een
botsing met een boom veroorzaakt-
Hij en zijn passagier kregen lelijke
snij wonden en kneusden enkele
ribben. De auto werd totaal ver
nield.
EEN ..PROFESSOR" KON JAREN
LANG ANDEREN GELD
AFTROGGELEN
Hij zit nu in een Huis van Bewaring
Op verzoek van de Rijksvreemde-
jingendienst, houdt, aldus het „Al
gemeen Dagblad", de Arnhemse re-
ceherche zich bezig met het uitzoe
ken van onnoemelijk veel oplichte
rijen en flc-ssetrekkerspraktijken,
waaraan de 55-jarige R- B.. direc
teur van een Arnhems taleninstituut,
zich heeft schuldig gemaakt. R. B.,
die geheel Nederland tot operatie-
terrein heeft gehad, heeft zich na de
oorlog beijverd om honderden men
sen, die, meestal om politieke rede
nen, in moeilijkheden verkeerden,
zogenaamd te helpen. In feite echter
maakte hij ze alleen maar flinke
sommen ge'ds of goederen afhan
dig. Hij is gearresteerd.
Het taleninstituut, dat hij sedert
1940 te Arnhem dreef, trok niet zo
veel cursisten, dat hij zich in de
naaste toekomst een man in bonis
zou' kunnen noemen. Daarom zocht
„professor" of „doctor" Roskam, zo
als hij zich gaarne liet noemen, naar
andere, lonender inkomsten. Tegen
over politieke delinquenten, tegen
over Duitsers, toekomstige emigran
ten, ongewenste vreemdelingen, te
genover zijn eigen cursisten, zelfs
tegenover bekende personen gaf hij
hoog op van 2ijn relaties in hoge
kringen en over zijn invloed, die
zich vrijwel onbeperkt over alle ge
bieden zou uitstrekken.
Wanneer men hem moeilijkheden
voorlegde, zou hij, de grote R. B., de
zaak wel eens even voor hen klaren,
mits men hem voor zijn werk de no
dige penningskens wilde offeren. Bij
onstentenis aan liquide middelen
wilde hij zich desnoods ook wel
over een radio, een machine, juwelen
enzovoorts ontfermen. Schuldbeken
tenissen kon hij al evenzeer gebrui
ken.
Enige Duitsers, die verblijf hielden
in Nederlandse vreemdelingenkam
pen en voor hun financiële offers
slechts vage beloften en tenslotte
helemaal niets meer in ruil kregen,
deden aangifte bij de Rijksvreemde-
lingendienst, die al meer soortgelijke
klachten had ontvangen. De recher
che te Arnhem arresteerde R. B. en
toen kwamen er wonderlijke dingen
voor de dag.
B. bleek in het geheel geen graad
te bezitten. De praedicaten professor
en doctor had Ihij zichzelf maar aan
gemeten. Een universitaire opleiding
heeft hij nimmer gehad. Wel stu
deerde hij te hooi en te gras een
beetje van dit en een beetje van dat.
Tijdens de oorlogsjaren wist hij
van een actie, die ten doel had on
dergedoken professoren en docenten
te ondersteunen, eveneens te profi
teren. Tegelijkertijd echter gaf hij
'es in het Russisch aan de Beauf-
tragte des Reichskommissaris in Gel
derland.
Voor een omroepvereniging sprak
hij eens een Nieuwjaarswens uit in
zeventien talen. Hij beweerde 45 ta
len machtig te zijn. Op zijn school
kon men „in iedere taal worden on
derwezen", die men maar wenste, al
was het Hottentots of Papoeaans.
Achteraf bleek zijn talenkennis ech
ter zeer beperkt te zijn.
Jarenlang heeft deze pseudo-pro
fessor zijn praktijken uitgeoefend.
Van zijn knoeierijen is misschien
slechts een vijftigste deel aan het
licht gekomen. De hoofdinspecteur
van de recherche te Arnhem houdt
zich dan ook voor klachten aanbevo
len.
WEDEROM ZILVERKORRELS.
Wederom houdt de politie zich
bezig met een uitgebreide smokkel
handel in zilver- en goudkorrels.
Enkele maanden geleden werd de
aandacht van de Amsterdamse cen
trale reoherche gevestigd op een
45-jarige handelsreiziger uit de
Amazonenstraat te Amsterdam, die
in de periode eind 1945 eind 1948
vier grote partijen baai- goud en
zilver aan juweliers en groothande
laren had verkocht. De totale waar
de van deze partijen beloopt
233.000 op grond van de goud- en
zilverbeschikking en het deviezen-
besluit heeft men deze 45-jarige
handelaar aan een verhoor onder
worpen. Het onderzoek, dat geruime
tijd in beslag heeft genomen, heeft
echter nog weinig resultaat opgele
verd. De man beweert het goud en
zilver ter verkoop gekregen te heb
ben van een koopman, die dc naarr;
zou dragen van V. en in Den Bosch
zou wonen. De handelsreiziger H.
zou belast zijn met de verkoop op
provisiebasis. Hij ontving een pro
visie van 10 cent per gram goud en
een gulden per kg zilver. De prij
zen, die hij bij de verkoop bereken
de waren normaal. Volgens hem
was V. een bonafide handelaar, met
wie hij in 1945 in een Amsterdam
se lunchroom had kennis gemaakt
en sedertdien regelmatig zaken
cfeed. Inmiddels is gebleken, dat
deze V. niet bestaat, althans dat
deze naam gefingeerd is.
Het goud en zilver is zonder twij
fel van smokkel afkomstig eri waar
schijnlijk van Duitse of T.sjechisehe
oorsprong en via België ons land
binnengebracht. Er zijn aanwijzin
gen, die -doen vermoeden, dat deze
zaak verband houdt met de affaire,
ongeveer een maand geleden, toen
een agent van politie op de Admi
raal de Ruyterweg te Amsterdam
een auto aanhield, welke zilverkor
rels „uitstrooide". Ook het onder
zoek in die zaak heeft nog weinig
resultaat opgeleverd. Wel heeft men
later in de in beslag genomen auto
nog 30 kg zilver gevonden. De Am
sterdamse politie heeft het onder
zoek thans overgedragen aan do
douane-recherche en deze heeft
contact gezocht met de gelijke
dienst in België.
HUWELIJKSZWENDELAAR.
De Amsterdamse politie heeft een
58-jarige man aangehouden. die
enige tijd geleden in de dagbladen
een huwelijksadvertentie publiceer
de, waarin hij zeide, dat een bemid
deld heer, vermogend, met een klein
lichaamsgebrek, grootgrondbezitter,
kennismaking zocht met een be
schaafde dame. Op deze advertentie
waren niet minder dan 60 brieven
binnengekomen. De 58-jarige J. de
G. heeft kans gezien 30 van deze 60
schrijfsters te bezoeken. Hij stelde
zich voor als secretaris van de „ver
mogende heer" en verklaarde de
opdracht te hebben kennis te ma
ken en inlichtingen in te winnen
omtrent de schrijfsters. Aan
van hen vertelde hij een gering sa
laris te hebben en graag voor zijn
bemiddeling wat te ontvangen b.v.
een bedrag van 3 a 400 gld. De
vrouw had geen geld in huis en zo
nam hij genoegen met een voor
sdhot van f 10,Toen hij eenmaal
weg was kreeg de vrouw argwaan
en zocht zij contact met de politie.
De G. is thans wegens oplichting
subs, poging tot oplidhting aange
houden.
MEER LEVEN Ot> DE BEURS.
De affaire op de effectenbeurs te
Amsterdam was gisteren weliswaar
niet omvangrijk, maar, voor zover
uiterlijk kon worden beoordeeld, was
de handel toch groter dan Dinsdag.
De stemming was goed prijshoudend.
Bij de opening werden de toonaan
gevende aandelen verhandeld op of
iets boven het slotpeil van Dinsdag,
waarna geleidelijk aan een kleine
verbetering kon worden waargeno
men, terwijl in de meeste gevallen bij
het slot op ongeveer het hoogste punt
van de dag werd gehandeld. Op de
beleggingsmarkt ontwikkelde zich
nogal wat affaire in de conversiele
ning 1947, die opnieuw aan aanbod
onderhevig was en die bij een ope-
ningsprijs van 96 5/8 inzakte tot 96
7/16, waarna tegen het slot werd ge
handeld tegen circa 96 1/2. De overige
Nederlandse staatspapieren hadden
ook thans weer een gedeprimeerd
voorkomen. Van Amerikaanse fonds-
sen was niets te bekennen.
HAAGSE BIJZ. GERECHTSHOF.
De exploitant van een woningbu-'
reau in Leiden, K. L. van Duuren, had
zich voor het Haagse B. G. te ver
antwoorden vanwege de medewer
king, door hem verleend aan huis
zoekingen, arrestaties enz. door de
landwacht. Eigenlijk was deze zaak
nog een voortzetting van dc reeds
behandelde Leidse landwachtzaken,
want deze verdachte had hen aan in
lichtingen geholpen, waarbij in het
bijzonder weer het geval Wagten-
donk te Voorschoten ter sprake
kwam. Van de daar tijdens een huis
zoeking gearresteerden, zijn enkelen
om het leven gekomen. Verdachte
kende het huis der fam. Wagtendonk
en hij had voor de nodige informaties
gezoogd. Als getuige in deze zaak
was o.m. gedagvaard mej. C. M.
Wagtendonk, die echter door haar
verblijf in Indië niet kon verschijnen.
Wel was er de gedetineerde land-
wachter L. Kolk, die zijn inlichtingen
omtrent het verraad, door verdachte
gepleegd, verstrekte. De p. f. wees op
de ernstige gevolgen welke het ver
raad heeft gehad, en eiste 15 jaar ge
vangenisstraf m. a. De raadsman, mr.
G. A. J. Dolk, meende dat verd. niet
zozeer het opzet heeft gehad, en pleit
te clementie. Uitspraak over twee
weken.
DE IDEALIST, DIE EEN PAK*"
SLAAG GAF
De stoker K. de Jong uit Koude
kerk aan de Rijn werd door zijn ver
dediger geschetst als een idealist,
maar in bezettingstijd had hij voor
zijn ideaal dan toch maar gevaarlijke
dingen uitgehaald. Zo had hij verraad
gepleegd jegens de onderwijzers
Bloem, de Raad en Jongeneel, die op
school van die heel lelijke versjes
over de N.S.B. zouden hebben ver.
spi-eid. Nu zei de Jong, dat hij het
eigenlijk helemaal niet als verraad
had bedoeld. Er was op de kringver
gadering over een en ander gespi*o-
ken en toen had hij verteld hetgeen
hij van kinderen gehoord had. Overi
gens is de kwestie gelukkig zonder
ernstige gevolgen gebleven. De kring,
leider van de N.S.B. te Alphen aan
den Rijn was door verdachte van de
feiten op de hoogte gesteld, hetgeen
volgens verdachte niet officieel zou
zijn gebeurd. Er werd echter nog
meer aan verdachte verweten; hij
had dokter D. Vlaanderen te Koude-
keric mishandeld. Daar was wat aan
vooraf gegaan. Verdachte had zich n.l.
beijverd om allerlei propaganda-ma-
teriaal voor de N.S.B. op te plakken
en dit deed hij ook op een bord naast
de woning van de arts. Deze ergerde
zich daar natuurlijk erg aan cn er
werd een radicale maatregel toege
past. Men smeerde iets op het bord,
waardoor het plaksel niet hield. Toen
had de Jong zijn fraais op de deuren
der garage van de dokter geplakt,
waarover ruzie ontstond, bij welke
gelegenheid de J. er op los had ge-
PRINSESJES IN DE SNEEUW.
Evenals de Nederlandse koningskin
deren brengen de Zweedse prinsesjes
Margaret ha, Eirgitta en Desiré haar
vacantie in de winterse bergen door.
Zij verblijven in het wintersport
plaatsje Storlien en skiën de lieve
lange dag.
In het algemeen werden de feiten
door verdachte erkend.
De proc.-fiscaal wees erop, dat ver
dachte in bezettingstijd maar uithaal
de hetgeen hem goed dacht en zich
nogal een fel man in de beweging be
toonde. De eis luidde 10 jaar gevange
nisstraf m. a. De raadsman, mr. J. A.
M. Leistikow, ging de levensomstan
digheden van verd. na, die door aller
lei moeilijkheden bij de N.S.B. was
gekomen, omdat hij daarin zijn ideaal
verwezenlijkt meende te zien Ook de
mishandelde arts noemt verd. een
„doorzetter", die onverantwoordelijk
idealist was. Dat verd. 30 jaar bij één
patroon werkzaam is geweest, pleit
voor hem. Zijn idealisme was volgens
pl. meer tragisch dan misdadig. Verd.
wil zo spoedig mogelijk weer aan het
werk gaan en daarom vond pl. een
straf van 10 jaar veel te lang.'Ver
dachte heeft ingezien dat zijn keuze
onjuist is geweest en heeft er spijt
van. De mogelijkheid om zich te re-
classeren moet hem gegeven worden
en een lage straf zou voldoende zijn,
aldus pl. Uitspraak over twee weken.
VAN BEWAKER TOT BEWAAKTE.
Het arbeidsveld van de thans 28-
jarige G. A. Scholte uit Rijswijk is
wel zeer uitgestrekt geweest. Hij
hielp in Delft bij het doen van ar
restaties door „foute" politieagenten,
in de Rijnstreek sloofde hij zich uit
voor de Jeugdstorm, in Rijnsburg
hielp hij bij een overval, cn in Den
Haag had hij een belangrijk werk in
het verzamelen van gegevens van
politieke aard -over leden der Germ.
S.S.
Er was nog meer merkwaardigs aan
deze jongeman. Voor de bezetting
van ons land gold hij als een goed
Nederlander, en hij was zelfs belast
om tijdens de Mei-dagen geïnterneer
de N.S.E.-ers te bewaken, doch dade
lijk na de capitulatie veranderde zijn
gezindheid en stelde hij zich in dienst
van de vijand. Geheel vrijwillig be
gaf hij zich naar Delft om politieman
nen te helpen bij arrestaties en de
proc.-fiscaal bij het Haagse B. G.
wees er op dat het optreden van S. in
Rijnsburg ook niet zonder gevolgen
is geweest. Gezien zijn activiteit vor
derde de procureur-fiscaal negen jaar
gevangenisstraf m. a.
ATOOMKLOK TE GREENWICH?
Sir Harold Spencer Jones, Brits
astronoom, die in Californië 'n aan
tal lezingen houdt, heeft te Los An
geles meegedeeld, dat de onlangs te
Washington geconstrueerde atoom
klok vermoedelijk het apparaat in
het observatox^ium te Greenwich,
dat over dc gehele wereld de tijd
bepaalt, zal vervangen.
Volgens Spencer Jones zijn de
kwartskristalklokken te Greenwich
slechts tot op ongeveer een duizend
ste van een seconde per dag nauw
keurig, terwijl de Amerikaanse
atoomklok, die op trillingen van
ammoniamoleculen loopt, een bijna
absolute tijdmaat schijnt te zijn.
Spreker had de atoomklok nog niet
gezien.
f SLAAPWAGEN
DOOR AGATHA CHRISTIE
U)
„MicheL zal ze je toezongen."
De slaapwagen-conducteur verliet
die coupé.
„Welke andere reizigers zijn er
nog in de trein?" vroeg Poirot.
„In deze wagen zijn dir. Consta-
tine en ik de enige reizigers. In de
wagen uit Boekarest is een oude
heer met een mank been. De con
ducteur kent hem. Behalve dat zijn
er de gewone wagens, maar die
gaan ons niet aan, daar ze gesloten
werden na Ihet diner gisterenavond.
Vóór de Istanboel-calais wagen rijdt
alleen de restauratie-wagen."
„Dan schijnt het," zei Poirot lang
zaam, „dat we naar onze moorde
naar moeten zoeken in de Istanboel-
Calais wagen."
Hij wendde zich tot de dokter.
„Dat bedoelde 1 u ook, niet?"
Dé Griek knikte.
„Één half uur na middernacht
liepen we vast in de sneeuwhoop.
Niemand kan sindsdien de trein
verlaten hetofoen."
Monsieur Bouc zei pledhtig: „De
moordenaar zit dus bij ons in de
trein."
HOOFDSTUK VI.
„Allereerst," zei Poirot, „zou ik
een woordje willen praten met de
jonge MacQueen. Hij kan ons r
schien waardevolle inlichtingen ge
ven."
„Zeker," zei monsieur Bouc.
Hij wendde zich tot de hoofdcon
ducteur.
„Laat mijnheer MacQueen hier
De conducteur kwam terug met
komen."
een bundel passen en biljetten.
Monsieur Bouc nam ze van hem aan.
„Dank je, Michel. Het zal 't beste
zijn, denk ik. dat je nu naar je post
terug gaat. We zullen later forrr/eel
je getuigenis horen."
„Heel goed, monsieur."
Michel verliet de coupé.
„Nadat we mét de jonge Mac
Queen gesproken hebben," zei Poi
rot. „wil monsieur le docteur mis
schien met mij meegaan naar de
coupé van d« dode."
„Zeker."
„Als we daar klaar zijn
Maar op dit ogenblik kwam de
hoofdconducteur terug met Hector
MacQuec
Monsieur Bouc stond op.
„We hebben het hier een beetje
vol," zei hij vriendelijk. „Neem
mijn plaats, mijnheer MacQueen.
Monsieur Poirot zal tegenover u
zitten zo."
Hij zei tot de hoofdconducteur:
„Haal alle mensen uit de restau
ratie-wagen en maak die vrij voor
monsieur Poirot. Wil je daar de
verhoren houden, mon cher?"
„Dat zou het gemakkelijkste zijn,
ja," zei Poirot.
MacQueen stond van de een naar
de ander .te kijken, de snelle stroom
Frans niet geheel volgend.
„Wat is er," begon hij moeizaam.
„Waarom'.
Met een krachtig gebaar wenkte
Poirot hem naar de hoekplaats. Hij
ging zitten en begon weer „Waar
om...." Dan, in zijn eigen taal:
„Wat is er aan de hand in de trein?
Is er iets gebeurd?"
Hij keek van de. een naar de an
der.
Poirot knikte.
„Juist. Er is iets gebeurd. Bereid
u voor op een schok. Uw patroon,
de heer Ratchett is dood!"
MacQueen's mond spitste zich tot
een tuitje. Behalve dat zijn ogen
wat meer schitterden, toonde hij
geen spoor van schrik of verdriet.
„Dus ze hebben hem gekregen,
ten slotte," zei hij.
„Wat bedoelt u precies met die
woorden, mijnheer MacQueen?"
MacQueen aarzelde.
„U neemt aan, dat de heer Rat-
dhett vermoord is?" zei Poirot.
„Niet dan?" Dit keer toonde .Mac
Queen verbazing. „Nu ja," zei hij
langzaam, „dat dacht ik ook. Be
doelt u dat hij zo maar stierf in zijn
slaap? Wel, de oude was zo taai, zo
taai als
Hij zweeg, bij gebrek aan een
vergelijking.
„Neen, neen," zei Poirot. „Uw on
derstelling was heel juist. De heer
Ratchett is vermoord, doodgestoken.
Maar ik zou willen weten, waarom
u zo zeker bent, dat het moord was
en geen natuurlijke dood."
MacQueen aarzelde.
„Ik moet dit eerst eens goed be
grijpen," zei hij. „Wie is u eigen
lijk? En waf hebt u er mee te ma
ken?"
„Ik vertegenwoordig de Com
pagnie Internationale des Wagons-
Lits." Hij wachtte en voegde er toen
bij: „Ik ben detective. Mijn naam is
Hercule Poirot."
Als hij effect verwachtte, slaagde
hij niet. MacQueen zei alleen: „O
ja," ©n wachtte dat hdj door zou
gaan.
„U kent de naam misschien."
„Ja, hij lijkt me bekend. Ik heb
alleen altijd gedlacht, dat het een
dames kleermaker was."
Poirot keek hem geërgerd aan.
„Het is ongelofelijk!" zei hij.
„Wat is ongelofelijk?"
„Niets. Laten we voortgaan met
de zaak. Ik wil graag dat u me al
les vertelt, mijnheer MacQueen, wat
u van de dode weet. U was geen
familie van hem?"
„Neen.. Ik ben was zijn se
cretaris."
„Hoe lang hiad u die betrekking?"
„Iets meer dan een jaar."
„Geef me alstublieft alle inlich
tingen die "u geven kimt."
„Wel, ik ontmoette de heer Rat
chett ruim een jaar geleden, toen ik
in Perzië was."
Poirot onderbrak hem. „Wat deed
u in Perzië?"
„Ik was van New Yoiik gekomen
om een petroleum-concessde te on
derzoeken. U wilt daar zeker niet
alles van horen. Mijn vrienden en
ik waren er nogal' lelijk mee opge
licht. Mijnheer Ratchett zat in het
zelfde hotel. Hij had juist herrie ge
had met zijn secretaris. Hij bood
mij de baan aan en Ik nam 25e. Ik
had niets en was blij, als het ware,
een goed betaalde baan voor me
klaar te vinden."
„En sindsdien?"
„We hebben gereisd. Mijnheer
Ratchett wou de wereld zien. Hij
werd belemmerd door zijn gebrek
aan talenkennis. Ik deed meer
dienst als tolk dan als secretaris.
„Vertel me nu zoveel als u kunt
van uw patroon."
Het was een prettig leven."
De jonge man haalde zijn schou
ders op. Hij keek bedenkelijk.
„Dat is zo gemakkelijk niet."
„Hoe was zijn volle naam?"
„Samuel Edward Ratchett."
„Was hij Amerikaans burger?"
„Ja."
„Uit welk deel van Amerika
kwam hij?"
„Ik weet het niet."
„Wel, vertel me wat u weet-"
„De waarheid is, mijnheer Poirot.
dat ik niets weet! Mijnheer Ratchett
sprak nooit over ziohzelf of zijn
leven in Amerika."
„Waarom, denkt u?"
„Ik weet het niet. Ik dacht, dat
hij zich misschien schaamde voor
zijn afkomst. Dat doen somrrrigc
lui."
„Lijkt u dat een bevredigende op
lossing?"
(Wordt vervolgd)