„In het bewustzijn van onze verantwoordelijkheid" ingemeeuutde DONDERDAG 24 FEBRUARI 1949 DE LEIDSE COURANT 1~WËEDE BLAD PAGINA 1 Bisschoppen van Duitsland eisen erkenning van het recht der ouders GROTE ONGERUSTHEID OVER GRONDWET.. De verklaring van de Duitse Bis schoppen, die de vorige week te Pützchen bij Bonn onder voorzitter schap van Kardinaal Frings hebben vergaderd, werpt een heider licht op de huidige spanning in de parle mentaire raad van Bonn. „Ernstige bezorgdheid over de toekomst van ons volk", zo heet het in deze verkla ring, „heeft ons, Duitse bisschoppen bijeengebracht voor een buitenge woon overleg. De stand der bespre kingen in de parlementaire raad in Bonn doet ons vrezen, dat in de door de raad voorgestelde grondwet geen acht wordt geslagen op de belang rijkste en voor de opbouw van ?en gezond functionnerende staat onont beerlijke grondrechten en grondbe gmselen. De grondwet van een staat kan slechts dan haar doel bereiken, wanneer zij de reeds door de natuur gegeven, eeuwig geldende en door Christus opnieuw bevestigde en ver volmaakte Goddelijke orde erkent als de basis van het staatsleven. De waardigheid van de vrije, zedelijke persoonlijkheid moet worden hoog geacht. Iedere burger moet de on voorwaardelijke verzekering' hebben, dat hij zijn leven en dat van zijn zin volgens zijn geweten, dat zich met God verbonden weet, kan vor men. Een der belangrijkste eisen, die Wij moeten stellen is, dat in de Grondwet, die door de Bond wordt samengesteld, het door God gegeven recht der ouders wordt erkent. De ouders zijn de door God aangestelde en de voor God verantwoordelijke opvoeders der kinderen en moeten daarom in staat worden gesteld en het recht bezitten, hun kinderen niet alleen in het gezin, maar ook in de officiële scholen, volgens deze ver antwoordelijkheid op te voeden resp. te laten opvoeden. Deze eis kunnen en zullen wij dit stellen wij hiermede in 't bewust zijn van onze verantwoordelijkheid vast niet verzaken. Hierin weten wij ons eensgezind met onze katho lieke ouders en met ons gehele ka tholieke volk, dat onze ernstige be zorgdheid deelt. Hoe kan een grondwet de basis zijn voor een, verzekerde en vredevolle toekomst van ons volk, wanneer daarin zulk, een grondrecht bewust wordt genegeerd? De strijd en het lijden van de laatste jaren zou tever geefs zijn geweest, wanneer niet eens en voor altijd de grondwet het voor het staatsbestuur onmogelijk maakt het christelijk geweten geweld aan -te doen en voorkomt datL. wat het schoolonderricht betreft, de macht van de staat geplaatst wordt boven, het recht van de ouders. In ieder geval wijzen wij reeds hu alle verant woordelijkheid voor een dergelijke ontwikkeling af. De aanvallen, die bij de besprekingen over het Concor daat tegen de H. Stoel zijn gericht, wijzen wij op de krachtigste wijze van de hand. Men heeft daarmede ons en het gehele katholieke volk ten diepste gewond. Deze beledigin gen waren des te grievender voor de H. Vader, omdat de H. Stoel ten tijde van onze vernedering niet heeft op gehouden Duitsland als eerlijke ge noot te erkennen en zich onbekom merd om het oordeel van de rest van de wereld, een vriend en een helper van het terneergeslagen volk te tonen. Wij verwachten, dat de grondwet de handhaving zal waar borgen van het Concordaat, dat de H. Stoel met het Duitsche R:jk heeft gesloten. OOK IN DEN HAAG EEN BORG STELLINGSFONDS VOOR DE KLEINE MIDDENSTAND. B. en W. van 's-Gravenhage heb ben besprekingen gevoerd met de Kamer van Koophandel om onder het oog te zien of in de toekomst de oprichting van een borgstellings- foncïs ten behoeve van de ldeine middenstand voor deze gemeente wenselijk moest worden geoordeeld. Voorts werden deze besprekingen later voortgezet met het bestuur van de stichting „Borgstellingsfonds van de gemeenten Leidschendam, Nootdorp, Rijswijk, Voorburg en Wassenaar". Bij het voeren van de onderhan-" delingen namen B. en W. in 'de eerste plaats in aanmerking, dat de opleving van het bedrijfsleven de credietbehoefte van de kleine mid denstand in de naaste toekomst waarschijnlijk zal doen toenemen, waardoor de borgstellingsfondsen een ruimere taak zullen moeten verrichten, dan tot nu toe het geval is geweest. B. en W. zijn van oordeel, dat de door» het rijk voorgestelde regeling voor de gemeente 's-Gravenhage aanvaardbaar is en dat op die grondslag toetreding tot het borg stellingsfonds verantwoord is, ook wanneer de werkzaamheden van het fonds in de eerstkomende tijd van betrekkelijk geringe omvang moch ten zijn. B. en W'. zijn van oordeel, dat de gemeente 's-Gravenhage in de nieuwe stichting dient deel te nemen en zij hebben -de raad voor gesteld aldus te besluiten. Doel: de leden van de Jongeren organisatie der K.V.P. een degelijke politieke scholing te geven. Om de leden van de Jongeren organisatie in de K.V.P. een dege lijke politieke scholing te geven, is de stichting „Het Jan Robert Stu diefonds" in het leven geroepen. Uit de opbrengst van dit fonds zullen de jongeren de verschillende wijzen van scholing trachten te bekostigen. Hiermede zou tevens de wens van Jan Robert, de eerste leider en stu wer der jongerenorganisatie, ver vuld zijn. Immers ^ijn streven was er geheel op gericht te bewerken, dat iedere jongen in de K.V.P., van welke stand ook, zich degelijk kon scholen op het terrein van theoreti sche en practische politiek. Wan neer het fonds goed zal werken zal de K.V.P. in de toekomst over vele goed geschoolde krachten kunnen beschikken. De jongeren zijn er van overtuigd, dat Katholiek Nederland hun zeker zal willen helpen. Vele vooraan staande en leidinggevende figuren in het politieke en sociale leven juichten dit initiatief toe. Giften kunnen worden gezonden aan Mej. T. A. Mul, administra trice, Ag. Dekenstr. 471, Amster dam of gestort worden op postgiro 315250 t.n.v. het Jan Robert Studie fonds of op Gemeentegiro Amster dam J 1028 der J.O. Kring Amster dam met vermelding der initialen J. R. S. STATION TE ROOSENDAAL HERSTELD. Het grensstation te Roosendaal heeft tijdens de bezetting ongeveer twintig luchtaanvallen te verduren gehad. De schade is nu eindelijk her steld en op 16 Maart zal het gebouw officieel worden ingewijd door ir. Den Hollander, president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen. Ook in Zeeland blijkt de burgerij grote hoeveelheden oorlogsmateriaal te hebben achtergehouden. De rijkspolitie stelde in enige ge meenten een onderzoek in en trof o.m. aan: drie stuks groot geschut, acht machinegeweren, talrijke kara bijnen en geweren, 20.000 patronen, 700 granaten en granaat-onderdelen, vier bommen, pantservuisten, enz. In het speelgoedkistje van een kind werd een pistool met vier scherpe pa tronen aangetroffen. VERKEERSVLEGELS. De politie te Amstefdam is er in geslaagd de auto, waarmede Dins dagavond om even over tienen in de Commelinstraat te Amsterdam twee bejaarde mannen werden aan gereden, op te sporen. Een sur veillerende agent trof gisternacht om twee uur in de Bankastraat een auto aan met een ingedeukte radia tor, die bovendien een dop en een stuk scharnier miste, welke na het ongeluk in de Commelinstraat wa ren gevonden. De auto bleek te be horen aan een autoverhuurinrich ting in de Commelinstraat. De man, die de auto had gehuurd, had een gefingeerd adres opgegeven. De po litie heeft evenwel aanwijzingen, welke vermoedelijk tot zijn arresta tie zullen kunnen leiden. De toe stand van het slachtoffer H. W. is redelijk goed. Het andere slachtof fer P. F. is er evenwel ernstig aan toe. Om hall' twee gisternacht heeft een dronken autobestuui'der in De Lairessestraat te Amsterdam een botsing met een boom veroorzaakt- Hij en zijn passagier kregen lelijke snij wonden en kneusden enkele ribben. De auto werd totaal ver nield. EEN ..PROFESSOR" KON JAREN LANG ANDEREN GELD AFTROGGELEN Hij zit nu in een Huis van Bewaring Op verzoek van de Rijksvreemde- jingendienst, houdt, aldus het „Al gemeen Dagblad", de Arnhemse re- ceherche zich bezig met het uitzoe ken van onnoemelijk veel oplichte rijen en flc-ssetrekkerspraktijken, waaraan de 55-jarige R- B.. direc teur van een Arnhems taleninstituut, zich heeft schuldig gemaakt. R. B., die geheel Nederland tot operatie- terrein heeft gehad, heeft zich na de oorlog beijverd om honderden men sen, die, meestal om politieke rede nen, in moeilijkheden verkeerden, zogenaamd te helpen. In feite echter maakte hij ze alleen maar flinke sommen ge'ds of goederen afhan dig. Hij is gearresteerd. Het taleninstituut, dat hij sedert 1940 te Arnhem dreef, trok niet zo veel cursisten, dat hij zich in de naaste toekomst een man in bonis zou' kunnen noemen. Daarom zocht „professor" of „doctor" Roskam, zo als hij zich gaarne liet noemen, naar andere, lonender inkomsten. Tegen over politieke delinquenten, tegen over Duitsers, toekomstige emigran ten, ongewenste vreemdelingen, te genover zijn eigen cursisten, zelfs tegenover bekende personen gaf hij hoog op van 2ijn relaties in hoge kringen en over zijn invloed, die zich vrijwel onbeperkt over alle ge bieden zou uitstrekken. Wanneer men hem moeilijkheden voorlegde, zou hij, de grote R. B., de zaak wel eens even voor hen klaren, mits men hem voor zijn werk de no dige penningskens wilde offeren. Bij onstentenis aan liquide middelen wilde hij zich desnoods ook wel over een radio, een machine, juwelen enzovoorts ontfermen. Schuldbeken tenissen kon hij al evenzeer gebrui ken. Enige Duitsers, die verblijf hielden in Nederlandse vreemdelingenkam pen en voor hun financiële offers slechts vage beloften en tenslotte helemaal niets meer in ruil kregen, deden aangifte bij de Rijksvreemde- lingendienst, die al meer soortgelijke klachten had ontvangen. De recher che te Arnhem arresteerde R. B. en toen kwamen er wonderlijke dingen voor de dag. B. bleek in het geheel geen graad te bezitten. De praedicaten professor en doctor had Ihij zichzelf maar aan gemeten. Een universitaire opleiding heeft hij nimmer gehad. Wel stu deerde hij te hooi en te gras een beetje van dit en een beetje van dat. Tijdens de oorlogsjaren wist hij van een actie, die ten doel had on dergedoken professoren en docenten te ondersteunen, eveneens te profi teren. Tegelijkertijd echter gaf hij 'es in het Russisch aan de Beauf- tragte des Reichskommissaris in Gel derland. Voor een omroepvereniging sprak hij eens een Nieuwjaarswens uit in zeventien talen. Hij beweerde 45 ta len machtig te zijn. Op zijn school kon men „in iedere taal worden on derwezen", die men maar wenste, al was het Hottentots of Papoeaans. Achteraf bleek zijn talenkennis ech ter zeer beperkt te zijn. Jarenlang heeft deze pseudo-pro fessor zijn praktijken uitgeoefend. Van zijn knoeierijen is misschien slechts een vijftigste deel aan het licht gekomen. De hoofdinspecteur van de recherche te Arnhem houdt zich dan ook voor klachten aanbevo len. WEDEROM ZILVERKORRELS. Wederom houdt de politie zich bezig met een uitgebreide smokkel handel in zilver- en goudkorrels. Enkele maanden geleden werd de aandacht van de Amsterdamse cen trale reoherche gevestigd op een 45-jarige handelsreiziger uit de Amazonenstraat te Amsterdam, die in de periode eind 1945 eind 1948 vier grote partijen baai- goud en zilver aan juweliers en groothande laren had verkocht. De totale waar de van deze partijen beloopt 233.000 op grond van de goud- en zilverbeschikking en het deviezen- besluit heeft men deze 45-jarige handelaar aan een verhoor onder worpen. Het onderzoek, dat geruime tijd in beslag heeft genomen, heeft echter nog weinig resultaat opgele verd. De man beweert het goud en zilver ter verkoop gekregen te heb ben van een koopman, die dc naarr; zou dragen van V. en in Den Bosch zou wonen. De handelsreiziger H. zou belast zijn met de verkoop op provisiebasis. Hij ontving een pro visie van 10 cent per gram goud en een gulden per kg zilver. De prij zen, die hij bij de verkoop bereken de waren normaal. Volgens hem was V. een bonafide handelaar, met wie hij in 1945 in een Amsterdam se lunchroom had kennis gemaakt en sedertdien regelmatig zaken cfeed. Inmiddels is gebleken, dat deze V. niet bestaat, althans dat deze naam gefingeerd is. Het goud en zilver is zonder twij fel van smokkel afkomstig eri waar schijnlijk van Duitse of T.sjechisehe oorsprong en via België ons land binnengebracht. Er zijn aanwijzin gen, die -doen vermoeden, dat deze zaak verband houdt met de affaire, ongeveer een maand geleden, toen een agent van politie op de Admi raal de Ruyterweg te Amsterdam een auto aanhield, welke zilverkor rels „uitstrooide". Ook het onder zoek in die zaak heeft nog weinig resultaat opgeleverd. Wel heeft men later in de in beslag genomen auto nog 30 kg zilver gevonden. De Am sterdamse politie heeft het onder zoek thans overgedragen aan do douane-recherche en deze heeft contact gezocht met de gelijke dienst in België. HUWELIJKSZWENDELAAR. De Amsterdamse politie heeft een 58-jarige man aangehouden. die enige tijd geleden in de dagbladen een huwelijksadvertentie publiceer de, waarin hij zeide, dat een bemid deld heer, vermogend, met een klein lichaamsgebrek, grootgrondbezitter, kennismaking zocht met een be schaafde dame. Op deze advertentie waren niet minder dan 60 brieven binnengekomen. De 58-jarige J. de G. heeft kans gezien 30 van deze 60 schrijfsters te bezoeken. Hij stelde zich voor als secretaris van de „ver mogende heer" en verklaarde de opdracht te hebben kennis te ma ken en inlichtingen in te winnen omtrent de schrijfsters. Aan van hen vertelde hij een gering sa laris te hebben en graag voor zijn bemiddeling wat te ontvangen b.v. een bedrag van 3 a 400 gld. De vrouw had geen geld in huis en zo nam hij genoegen met een voor sdhot van f 10,Toen hij eenmaal weg was kreeg de vrouw argwaan en zocht zij contact met de politie. De G. is thans wegens oplichting subs, poging tot oplidhting aange houden. MEER LEVEN Ot> DE BEURS. De affaire op de effectenbeurs te Amsterdam was gisteren weliswaar niet omvangrijk, maar, voor zover uiterlijk kon worden beoordeeld, was de handel toch groter dan Dinsdag. De stemming was goed prijshoudend. Bij de opening werden de toonaan gevende aandelen verhandeld op of iets boven het slotpeil van Dinsdag, waarna geleidelijk aan een kleine verbetering kon worden waargeno men, terwijl in de meeste gevallen bij het slot op ongeveer het hoogste punt van de dag werd gehandeld. Op de beleggingsmarkt ontwikkelde zich nogal wat affaire in de conversiele ning 1947, die opnieuw aan aanbod onderhevig was en die bij een ope- ningsprijs van 96 5/8 inzakte tot 96 7/16, waarna tegen het slot werd ge handeld tegen circa 96 1/2. De overige Nederlandse staatspapieren hadden ook thans weer een gedeprimeerd voorkomen. Van Amerikaanse fonds- sen was niets te bekennen. HAAGSE BIJZ. GERECHTSHOF. De exploitant van een woningbu-' reau in Leiden, K. L. van Duuren, had zich voor het Haagse B. G. te ver antwoorden vanwege de medewer king, door hem verleend aan huis zoekingen, arrestaties enz. door de landwacht. Eigenlijk was deze zaak nog een voortzetting van dc reeds behandelde Leidse landwachtzaken, want deze verdachte had hen aan in lichtingen geholpen, waarbij in het bijzonder weer het geval Wagten- donk te Voorschoten ter sprake kwam. Van de daar tijdens een huis zoeking gearresteerden, zijn enkelen om het leven gekomen. Verdachte kende het huis der fam. Wagtendonk en hij had voor de nodige informaties gezoogd. Als getuige in deze zaak was o.m. gedagvaard mej. C. M. Wagtendonk, die echter door haar verblijf in Indië niet kon verschijnen. Wel was er de gedetineerde land- wachter L. Kolk, die zijn inlichtingen omtrent het verraad, door verdachte gepleegd, verstrekte. De p. f. wees op de ernstige gevolgen welke het ver raad heeft gehad, en eiste 15 jaar ge vangenisstraf m. a. De raadsman, mr. G. A. J. Dolk, meende dat verd. niet zozeer het opzet heeft gehad, en pleit te clementie. Uitspraak over twee weken. DE IDEALIST, DIE EEN PAK*" SLAAG GAF De stoker K. de Jong uit Koude kerk aan de Rijn werd door zijn ver dediger geschetst als een idealist, maar in bezettingstijd had hij voor zijn ideaal dan toch maar gevaarlijke dingen uitgehaald. Zo had hij verraad gepleegd jegens de onderwijzers Bloem, de Raad en Jongeneel, die op school van die heel lelijke versjes over de N.S.B. zouden hebben ver. spi-eid. Nu zei de Jong, dat hij het eigenlijk helemaal niet als verraad had bedoeld. Er was op de kringver gadering over een en ander gespi*o- ken en toen had hij verteld hetgeen hij van kinderen gehoord had. Overi gens is de kwestie gelukkig zonder ernstige gevolgen gebleven. De kring, leider van de N.S.B. te Alphen aan den Rijn was door verdachte van de feiten op de hoogte gesteld, hetgeen volgens verdachte niet officieel zou zijn gebeurd. Er werd echter nog meer aan verdachte verweten; hij had dokter D. Vlaanderen te Koude- keric mishandeld. Daar was wat aan vooraf gegaan. Verdachte had zich n.l. beijverd om allerlei propaganda-ma- teriaal voor de N.S.B. op te plakken en dit deed hij ook op een bord naast de woning van de arts. Deze ergerde zich daar natuurlijk erg aan cn er werd een radicale maatregel toege past. Men smeerde iets op het bord, waardoor het plaksel niet hield. Toen had de Jong zijn fraais op de deuren der garage van de dokter geplakt, waarover ruzie ontstond, bij welke gelegenheid de J. er op los had ge- PRINSESJES IN DE SNEEUW. Evenals de Nederlandse koningskin deren brengen de Zweedse prinsesjes Margaret ha, Eirgitta en Desiré haar vacantie in de winterse bergen door. Zij verblijven in het wintersport plaatsje Storlien en skiën de lieve lange dag. In het algemeen werden de feiten door verdachte erkend. De proc.-fiscaal wees erop, dat ver dachte in bezettingstijd maar uithaal de hetgeen hem goed dacht en zich nogal een fel man in de beweging be toonde. De eis luidde 10 jaar gevange nisstraf m. a. De raadsman, mr. J. A. M. Leistikow, ging de levensomstan digheden van verd. na, die door aller lei moeilijkheden bij de N.S.B. was gekomen, omdat hij daarin zijn ideaal verwezenlijkt meende te zien Ook de mishandelde arts noemt verd. een „doorzetter", die onverantwoordelijk idealist was. Dat verd. 30 jaar bij één patroon werkzaam is geweest, pleit voor hem. Zijn idealisme was volgens pl. meer tragisch dan misdadig. Verd. wil zo spoedig mogelijk weer aan het werk gaan en daarom vond pl. een straf van 10 jaar veel te lang.'Ver dachte heeft ingezien dat zijn keuze onjuist is geweest en heeft er spijt van. De mogelijkheid om zich te re- classeren moet hem gegeven worden en een lage straf zou voldoende zijn, aldus pl. Uitspraak over twee weken. VAN BEWAKER TOT BEWAAKTE. Het arbeidsveld van de thans 28- jarige G. A. Scholte uit Rijswijk is wel zeer uitgestrekt geweest. Hij hielp in Delft bij het doen van ar restaties door „foute" politieagenten, in de Rijnstreek sloofde hij zich uit voor de Jeugdstorm, in Rijnsburg hielp hij bij een overval, cn in Den Haag had hij een belangrijk werk in het verzamelen van gegevens van politieke aard -over leden der Germ. S.S. Er was nog meer merkwaardigs aan deze jongeman. Voor de bezetting van ons land gold hij als een goed Nederlander, en hij was zelfs belast om tijdens de Mei-dagen geïnterneer de N.S.E.-ers te bewaken, doch dade lijk na de capitulatie veranderde zijn gezindheid en stelde hij zich in dienst van de vijand. Geheel vrijwillig be gaf hij zich naar Delft om politieman nen te helpen bij arrestaties en de proc.-fiscaal bij het Haagse B. G. wees er op dat het optreden van S. in Rijnsburg ook niet zonder gevolgen is geweest. Gezien zijn activiteit vor derde de procureur-fiscaal negen jaar gevangenisstraf m. a. ATOOMKLOK TE GREENWICH? Sir Harold Spencer Jones, Brits astronoom, die in Californië 'n aan tal lezingen houdt, heeft te Los An geles meegedeeld, dat de onlangs te Washington geconstrueerde atoom klok vermoedelijk het apparaat in het observatox^ium te Greenwich, dat over dc gehele wereld de tijd bepaalt, zal vervangen. Volgens Spencer Jones zijn de kwartskristalklokken te Greenwich slechts tot op ongeveer een duizend ste van een seconde per dag nauw keurig, terwijl de Amerikaanse atoomklok, die op trillingen van ammoniamoleculen loopt, een bijna absolute tijdmaat schijnt te zijn. Spreker had de atoomklok nog niet gezien. f SLAAPWAGEN DOOR AGATHA CHRISTIE U) „MicheL zal ze je toezongen." De slaapwagen-conducteur verliet die coupé. „Welke andere reizigers zijn er nog in de trein?" vroeg Poirot. „In deze wagen zijn dir. Consta- tine en ik de enige reizigers. In de wagen uit Boekarest is een oude heer met een mank been. De con ducteur kent hem. Behalve dat zijn er de gewone wagens, maar die gaan ons niet aan, daar ze gesloten werden na Ihet diner gisterenavond. Vóór de Istanboel-calais wagen rijdt alleen de restauratie-wagen." „Dan schijnt het," zei Poirot lang zaam, „dat we naar onze moorde naar moeten zoeken in de Istanboel- Calais wagen." Hij wendde zich tot de dokter. „Dat bedoelde 1 u ook, niet?" Dé Griek knikte. „Één half uur na middernacht liepen we vast in de sneeuwhoop. Niemand kan sindsdien de trein verlaten hetofoen." Monsieur Bouc zei pledhtig: „De moordenaar zit dus bij ons in de trein." HOOFDSTUK VI. „Allereerst," zei Poirot, „zou ik een woordje willen praten met de jonge MacQueen. Hij kan ons r schien waardevolle inlichtingen ge ven." „Zeker," zei monsieur Bouc. Hij wendde zich tot de hoofdcon ducteur. „Laat mijnheer MacQueen hier De conducteur kwam terug met komen." een bundel passen en biljetten. Monsieur Bouc nam ze van hem aan. „Dank je, Michel. Het zal 't beste zijn, denk ik. dat je nu naar je post terug gaat. We zullen later forrr/eel je getuigenis horen." „Heel goed, monsieur." Michel verliet de coupé. „Nadat we mét de jonge Mac Queen gesproken hebben," zei Poi rot. „wil monsieur le docteur mis schien met mij meegaan naar de coupé van d« dode." „Zeker." „Als we daar klaar zijn Maar op dit ogenblik kwam de hoofdconducteur terug met Hector MacQuec Monsieur Bouc stond op. „We hebben het hier een beetje vol," zei hij vriendelijk. „Neem mijn plaats, mijnheer MacQueen. Monsieur Poirot zal tegenover u zitten zo." Hij zei tot de hoofdconducteur: „Haal alle mensen uit de restau ratie-wagen en maak die vrij voor monsieur Poirot. Wil je daar de verhoren houden, mon cher?" „Dat zou het gemakkelijkste zijn, ja," zei Poirot. MacQueen stond van de een naar de ander .te kijken, de snelle stroom Frans niet geheel volgend. „Wat is er," begon hij moeizaam. „Waarom'. Met een krachtig gebaar wenkte Poirot hem naar de hoekplaats. Hij ging zitten en begon weer „Waar om...." Dan, in zijn eigen taal: „Wat is er aan de hand in de trein? Is er iets gebeurd?" Hij keek van de. een naar de an der. Poirot knikte. „Juist. Er is iets gebeurd. Bereid u voor op een schok. Uw patroon, de heer Ratchett is dood!" MacQueen's mond spitste zich tot een tuitje. Behalve dat zijn ogen wat meer schitterden, toonde hij geen spoor van schrik of verdriet. „Dus ze hebben hem gekregen, ten slotte," zei hij. „Wat bedoelt u precies met die woorden, mijnheer MacQueen?" MacQueen aarzelde. „U neemt aan, dat de heer Rat- dhett vermoord is?" zei Poirot. „Niet dan?" Dit keer toonde .Mac Queen verbazing. „Nu ja," zei hij langzaam, „dat dacht ik ook. Be doelt u dat hij zo maar stierf in zijn slaap? Wel, de oude was zo taai, zo taai als Hij zweeg, bij gebrek aan een vergelijking. „Neen, neen," zei Poirot. „Uw on derstelling was heel juist. De heer Ratchett is vermoord, doodgestoken. Maar ik zou willen weten, waarom u zo zeker bent, dat het moord was en geen natuurlijke dood." MacQueen aarzelde. „Ik moet dit eerst eens goed be grijpen," zei hij. „Wie is u eigen lijk? En waf hebt u er mee te ma ken?" „Ik vertegenwoordig de Com pagnie Internationale des Wagons- Lits." Hij wachtte en voegde er toen bij: „Ik ben detective. Mijn naam is Hercule Poirot." Als hij effect verwachtte, slaagde hij niet. MacQueen zei alleen: „O ja," ©n wachtte dat hdj door zou gaan. „U kent de naam misschien." „Ja, hij lijkt me bekend. Ik heb alleen altijd gedlacht, dat het een dames kleermaker was." Poirot keek hem geërgerd aan. „Het is ongelofelijk!" zei hij. „Wat is ongelofelijk?" „Niets. Laten we voortgaan met de zaak. Ik wil graag dat u me al les vertelt, mijnheer MacQueen, wat u van de dode weet. U was geen familie van hem?" „Neen.. Ik ben was zijn se cretaris." „Hoe lang hiad u die betrekking?" „Iets meer dan een jaar." „Geef me alstublieft alle inlich tingen die "u geven kimt." „Wel, ik ontmoette de heer Rat chett ruim een jaar geleden, toen ik in Perzië was." Poirot onderbrak hem. „Wat deed u in Perzië?" „Ik was van New Yoiik gekomen om een petroleum-concessde te on derzoeken. U wilt daar zeker niet alles van horen. Mijn vrienden en ik waren er nogal' lelijk mee opge licht. Mijnheer Ratchett zat in het zelfde hotel. Hij had juist herrie ge had met zijn secretaris. Hij bood mij de baan aan en Ik nam 25e. Ik had niets en was blij, als het ware, een goed betaalde baan voor me klaar te vinden." „En sindsdien?" „We hebben gereisd. Mijnheer Ratchett wou de wereld zien. Hij werd belemmerd door zijn gebrek aan talenkennis. Ik deed meer dienst als tolk dan als secretaris. „Vertel me nu zoveel als u kunt van uw patroon." Het was een prettig leven." De jonge man haalde zijn schou ders op. Hij keek bedenkelijk. „Dat is zo gemakkelijk niet." „Hoe was zijn volle naam?" „Samuel Edward Ratchett." „Was hij Amerikaans burger?" „Ja." „Uit welk deel van Amerika kwam hij?" „Ik weet het niet." „Wel, vertel me wat u weet-" „De waarheid is, mijnheer Poirot. dat ik niets weet! Mijnheer Ratchett sprak nooit over ziohzelf of zijn leven in Amerika." „Waarom, denkt u?" „Ik weet het niet. Ik dacht, dat hij zich misschien schaamde voor zijn afkomst. Dat doen somrrrigc lui." „Lijkt u dat een bevredigende op lossing?" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 5