FREDERIK
Duplex-woningen acht minister
in 't Veld het middel om
sneller te bouwen
MAANDAG 17 JANUARI 1949
DE LEIDSE COURANT
EERSTE BLAD PAGINA 2
Minister in 't Veld heeft te Lei
den voor het gewest Zuid-Holland
van de P. v. d. A. een rede gehou
den over het vraagstuk van de wo
ningbouw.
Na wat reeds eerder is medege
deeld door de minister en ook door
ons uitvoerig werd gepubliceerd, gaf
de ministeriële rede ons niet veel
nieuws (vergaderingen van een par
tij zijn ook niet de aangewezen
plaats van een minister om nieuws
mede te delen).
Wij ontlenen enkele passages aan
een verslag in het „Vrije Volk".
De minister deelde mede, dat Z.-
Holland het verst achter is met bou
wen. De achterstand in Den Haag
en Botterdam weet spr. aan de te
hoge kosten; in Rotterdam zijn, al
dus de minister.de bouwverordenin
gen nodeloos zwaar. Maar wat de
oorzaak is voor het andere gedeelte
van Zuid-Holland, Leiden b.v.,
schijnt de minister niet te hebben
medegedeeld.
Grote besparing op kosten, vooral
op de aanbestedingsprijzen en een
grotere toepassing van de duplex-
woningbouw gaf de minister aan als
de mogelijkheden om het bouwpeil
op te voeren, terwijl huurverhoging
dit jaar n:et meer te vermijden zal
zijn. willtn wij tot een rendabel
woringfezn komen.
De minister begon zijn inleiding
met een weerlegging van veel on
gerechtvaardigde critiek op het be
leid van zijn departement. Wanneer
in 1952 de Marshall-leveringen op
houden, moeten wij een sluitende
betalingsbalans hebben.
Dat kunnen wij slechts bereiken
door onze productie op te voeren.
Nu hebben wij nog de kans met on
ze nieuwe industrie. Duitsland en
Japan zijn nog uit de markt. Wij
kunnen ons de plaats veroveren die
vroeger door deze landen werd in
genomen. Over drie jaar is die kans
er waarschijnlijk niet meer en daar
om moeten wij fabrieken bouwen en
veel fabrieken.
Verder moeten d:t jaar 1000 boer
derijen gebouwd werden, het onder
houdswerk en het herstel van oor
logsschade (nog voor dit jaar 57
miliioen gld.) moeten doorgaan.
De grootste handicap is het tekort
aan materialen. Als wij kunnen zor
gen voor een geregelde aanvoer van
Aetherklanken
DINSDAG
HILVERSUM I (301 m)..
7.00 Nieuws, 7.15 Ochtendgymn.
8.00 Nieuws, 8.15 „Pluk de dag",
9.00 Lichtbaken, Z.E. Heer Henri de
Greeve. 9.30 Franse koorwerken,
10.00 „Wie komt er in mnjn hokje?"
10.15 Harry Janos suite. 10.40
Schoolradio. 11.30 „De eenheid der
kerk". 12.03 Fluit en vleugel. 12.30
Land- en tuinbouwnieuws. 13.00
Nieuws. 13.25 Gram.pl. 13.50 Bas en
piano. 14.30 „Onder ons". 15.00
Schoolradio. 15.30 Van Zweden naar
Portugal. 16.00 „De Zonnebloem".
17.00 Na schooltijd. 17.15 Pianoduo.
17.45 ..Zijn haaien nu werkelijk zo
gevaarlijk?" 18.30 Klaas v. Beeck;
18.30 Strijdkrachten. 19.00 Nieuws.
19.30 „Dit is leven". 20.00 Nieuws.
20.05 De gewone man. 20.12 Marie
Koenen 70 jaar. 20.15 Bezoek aan
„Casa Nova". 20.20 „Parcival". 22.15
„Damiaatjes". 23.00 Nieuws. 23.15
Viool en cello.
HILVERSUM II (415 m).
7.00 Nieuws. 7.50 Dagopening door
dr. J. C. A. Fetter. 8.00 Nieuws. 8.15
Gr.pl. 8.55 Voor de vrouw. 9.00 Gra
duation Ball. 9.35 Aubade. 10.00
Morgenwijding door- ds. H. van den
Elskamp te Bennekom. 10.15 Voor
huis en fabriek. 10.50 Kleutertje
luister! 11.30 „De Wekker". 12.00
Joop Walvis, orgel. 12.30 Land- en
tuinbouwnieuws. 13.00 Nieuws. 13.20
„The Avroleans". 14.00 „Met naald
en schaar". 14.30 Radio-matinée.
16.25 Van Palestrina tot Pijper. 16.40
„De schoolbel". 17.00 „Jacob Ha
mel". 17.30 „The Skymasters". 18.00
Nieuws. 18.15 Tom Erich, piano.
18.30 Radiomuziekjournaal. 19.00
..Met de Eendracht op avontuu*-".
19.30 „Ik zou zo graag20.00
Nieuws. 20.15 Bonte Dinsdagavond-
trein. 21.35 Hersengymnastiek. 21.45
Kon. *Mannenzangver. „Apollo".
22.30 De pianiste Janine Da Costa.
23.00 Nieuws. 23.25 Symphonie no.
5 (Gr.pl.).
bouwmateriaal, dan kunnen wij de
bouwplannen met onze arbeiders
gerust verwerken.
Elke provincie en elke gemeente
zal goed moeten begrijpen, dat zij
minstens vijftien jaar nodig hebben
om hun achterstand in te lopen, als
zij niet aan montagebouw en du
plex-woningen willen. Spr. rekende
voor, dat wij, door de volgende ja
ren uitsluitend duplex-woningen te
bouwen, in de helft van de tijd door
onze achterstand heen zouden zijn.
Allen hebben wij er toe mee te
werken, besloot de minister, de
bouwkosten zo laag mogelijk te hou
den. Spr. is stellig van mening, dat,
willen wij komen tot een rendabel
woningbezit, de huren verhoogd zul
len moeten worden, dit jaar met
30 terwijl ook de aanbestedings-
kosten belangrijk omlaag kunnen.
De regering wil deze huurverhoging
beschouwen in het kader van de
loon- en prijspolitiek. Wanneer dus
de huren omhoog gaan, zullen ook
de lonen moeten worden verhoogd,
want de regering wenst geen huur
verhoging ten koste van de arbeider.
ARKA-CONGRES TE
's-HERTOGENBOSCH.
Te 's-Hertogenbosch is een congres
gehouden van de A.R.K.A., de Alge
mene R.K. Ambtenarenvereniging.
Ongeveer driehonderd afgevaardig
den van alle afdelingen uit het land
namen aan dit congres deel.
In zijn openings- en welkomst
woord gewaagde de voorzitter, de
heer B. J. van Elk o.a. van de moei
lijkheden, waarmede de ambtenaren
te kampen hebben. Hij waarschuwde
tegen een stakingsmentaliteit.
Naar aanleiding van de arrestatie
van Kardinaal iMndszenty stelde hij
de vergadering voor openlijk stelling
te nemen tegen deze aanslag-.
In een protestmotie, die aan de
Hongaarse gezant te Den Haag zal
worden overhandigd, protesteert de
A.R.K.A. tegen deze anti-godsdiensti
ge politiek, dringt zij aan op in vrij
heidsstelling van de Kardinaal en
doet zij een beroep op de edelmoe
digheid van het Hongaarse volk.
Bij de behandeling van het be
stuursbeleid hadden de vele afgevaar
digden zowel waardering voor als
grieven tegen dit beleid. Een der
voornaamste grieven werd o.a. geuit
door de afdeling Utrecht, wier woord
voerder vaststelde, dat de motie, aan
genomen op het Kurhauscongres, om
te verkrijgen dat de 2pct. gratificatie
ongelimiteerd zou worden uitgekeerd,
niet werd uitgevoerd, ondanks de
steun, die reeds bij voorbaat door de
K.V.P. was toegezegd.
In de avondvergadering van Vrij
dag en in de ochtendzitting van Za
terdag werden nog diverse agenda
punten in huishoudelijke zitting af
gehandeld. Zaterdag woonde de vi
caris-generaal van het Bossche bis
dom, mgr F. Hendrikx, als vertegen
woordiger van de bisschop van Den
Bosch, die verhinderd was, een deel
der bijeenkomst bij.
De voorzitter van de bond, de heer
B. J. M. van Elk uit Eindhoven, werd
bij acclamatie herkozen. Eveneens
werden herkozen de periodiek-aftre
dende hoofdbestuursleden H. J. Cor-
sten (Rotterdam) en mr. dr. J. B.
Sens (Heerlen). In plaats van het
hoofdbestuurslid H. van Velzen
(Haarlem) werd gekozen J. Loerak
ker (Haarlem).
Langdurig werd gediscusieerd over
de wijziging van een artikel in de
statuten betreffende het lidmaat
schap. Tenslotte werd besloten, het
betreffende artikel te lezen als volgt:
Leden kunnen zijn alle R.K. ambtena
ren van voldoende godsdienstig en
zedelijk gedrag, behoudens zij, die,
karchtens een overeenkomst van A.R.
K.A., aangegaan door het hoofdbe
stuur met enige andere R.K. organi
saties van overheids- en semi-over-
heidspersoneel, uitsluitend het lid
maatschap van deze organisatie kun
nen verwerven.
SINAASAPPELEN UIT SPANJE
MAKEN HUN ENTREE
De eerste Spaanse sinaasappelen
van dit jaar zijn te Rotterdam aan
gekomen. De Prins Willem II van
de Oranjelijn arriveerde Zaterdag
ochtend vroeg met rond driehonderd
ton in haar ruimen.
Over enkele dagen wordt verder
de Gordias van de K.N.S.M., met
een ongeveer gelijke hoeveelheid te
Amsterdam verwacht.
Toch geen Italiaanse griep?
Wanneer je met griep te bed ligt,
is het een schrale troost te weten,
dat het geen Spaanse maar Italiaan
se griep is. die je te pakken heeft.
Men spreekt thans van een Italiaan
se griep, omdat de huidige griep
epidemie, waartegen West-Europa
r.og geen defensie-systeem heeft we
ten op te bouwen, het eerst gecon
stateerd is in Italië en wel omstreeks
de jaarwisseling. Nu nog heeft on
geveer 40 pet. van de Italianen de
griep.
Het schijnt evenwel de vraag te
zijn of onze griep wel uit Italië af
komstig is. Volgens prof. J. Mulder
zijn er nl. twee soorten virus te on
derscheiden, welke verantwoordelijk
zijn voor de griep. Zij worden aan
geduid met A. en B. Nu heeft prof.
Mulder hier het virus A. geïdenti
ficeerd, terwijl in Frankrijk dr. Le-
pine, van het Pasteur Instituut te
Parijs, hetzelfde virus heeft gecon
stateerd in de helft van het aantal
griepgevallen. Maar de Italianen
hebben te kampen met het virus B.
Wie dus een A-griepje heeft, kan
niet zeggen, dat hij door Italiaanse
griep is aangetast. Misschien een
speciaal Frans griepje. Veel komt het
er niet op aan, want of je nu dooi
de kat of door de kater gebeten
wordt, maakt niet veel verschil.
Wel is een A-griepje wat vinniger
dan een B-griepje, maar in de prac-
tijk blijkt tot nu toe, dat de huidige
epidemie niet zo kwaadaardig is.
Veel minder in elk geval dan de
beruchte Spaanse griep na de vorige
wereldoorlog. Het aantal griep-pa-
tiënten is zeker zo groot als tijdens
de Spaanse griep, maar het aantal
sterfgevallen is nog zeer laag. In
Frankrijk 2 per duizend en dan nog
onder zeer jonge kinderen en ouden
van dagen.
VAN VAN MAARSEVEEN,
MAARSSEN EN
MAARSSEN EN MAARSSEVEEN.
Het dorp Maarssen bestaat uit
Maarssen alleen, maar Maarsseveen
valt uiteen in Nieuw-Maarsseveen en
Oud-Maarsseveen. Maar mr. J. H, van
Maarseveen (minister van Binnen
landse Zaken) ziet er geen been in,
om hen te maken tot één en diende
in een wetsontwerp tot samenvoeging
van Maarssen en Maarsseveen.
3{j0->de (polf
De heer D. Bax uit Hoofddorp
is aan de Universiteit te Nijmegen
gepromoveerd tot doctor in delet
teren en wijsbegeerte cum laude.
De persfotograaf Jac. Hooghuis
is te Zwolle bij zijn woning met zijn
auto in het water gereden en ver
dronken.
De tol bij het
Warmonderhek
Een proefproces uitgelokt
Reeds vele jaren is de tol bij net
Warmonderhek voor tal van particu
lieren en instanties' een doorn in het
oog, terwijl ook K.N.A.C. en A.N.W.
B. het advies hebben doen uitgaan
om deze tol te mijden. Talrijk zijn
ook de bemoeiingen, welke overheids
lichamen aan de dag hebben ge
legd om deze prae-historische „sta
in de weg" te doen verdwijnen, ech
ter steeds zonder resultaat. De tol
baas, de heer Leenen, die zijn ont
vangsten in het jaar 1929-1930 zelfs
tot 25.000 zag stijgen, vraagt een
schadeloosstelling van.een mil
iioen gulden. Een heel bedrag....
Teneinde te komen tot de indie
ning van een klacht bij het college
van Ged. Staten van Zuid-Holland
heeft het lid van Prov. Staten, mr. dr.
P. G. Kribbe, die ook secretaris van
de K. van K. te Leiden is, zich Za
terdagmiddag op de fiets met enke
le kennissen naar de tol van het
Warmonderhek begeven om te zien
of de tolbaas hem ook kon verplich
ten als berijder van een rijwiel tol
te betalen. Mr. dr. Knibbe achtte de
ze tolheffing in strijd met het tarief,
dat in 1929 gold en waarbij geen spra
ke was, dat een berijder van een rij
wiel ook „zijn penningske" moest of
feren. Wel was in die tijd o.a. een
tarief opgenomen voor rijtuigen op
vier wielen (ƒ0.20) en voor chais of
kar 0.10), terwijl voetgangers, die
ingezetene van Warmond waren, een
cent moeten betalen en buiten War
mond anderhalve cent. Thans prijkt
bij de tol een bord, waarop is aan
gekondigd, dat ook berijders van een
bakfiets of een fiets tien cent moeten
betalen. Mr. dr. Knibbe is van oor
deel, dat deze toevoeging er geheel
eigenmachtig op is aangebracht.
Toen mr. dr. Knibbe zich Zater
dagmiddag aan liet tolhek vervoegde,
bestreed hij de mening van de tol-
knechl en zeide hij eventueel onder
protest liet z.i. onrechtmatig ver
schuldigde tolgeld te willen betalen.
Op zijn verzoek werd de tolbaas, de
heer Leenen, er bij gehaald, die even
wel niet door de heer Knibbe was te
overtuigen. Nadat de heer Knibbe
nogmaals had verzekerd onder pro
test te willen betalen, merkte de
heer Leenen op, dat hij hem dan de
doorgang door de tol weigerde, waar
op mr. Knibbe naar Leiden is terug
gekeerd. Heden heeft hij bij het Col
lege van Ged. Staten van Zuid-Hol
land een klacht ingediend, met het
verzoek een uitspraak te willen doen.
Zijn kennissen, die tevens als. getui
gen waren medegegaan, hebben wel
tolgeld betaald, doch moesten in te
genstelling met het op het bord ver
nielde tarief slechts vijf cent beta
len.
en het avontuur met
Notaris Zwingelliout
verteld door Hubert Vet
fluister-
69
•yheodorus Jansen Co.
knipoogde tegen Fre-
derik. ^Ja. beste jongen."
zei hij geheel onverwacht,
„ik ben alles en ik ben
niets. Ik ben niemand en
ik ben iedereen. Begrijp
je het nu?"
Frederiks ogen werden
groot en rond van verba
zing; toen klaarde zijn
gezicht helemaal op.
„U bent Ko Kraauw
de hij.
Theodorus Jansen Co knipoogde
weer en zoog een mondvol rook uit
zijn sigaar. Ongemerkt had hij zich
in de richting van de onbewegelijke
notaris begeven en stond nu vlak
naast hem.
„Wat een uitzonderlijk toegetakel
de etalage-poppen hebben ze hier in
deze winkel," zei hij afkeurend te
gen Frederik. Met zijn ene vinger
trok hij de jaszak van de notaris wat
open en gooide er een kluit sigaren
as in.
„En dat gezicht bevalt me ook
niets!" ging hij verder, na de notaris
nauwlettend bestudeerd te hebben.
Frederik kwam naast hem staan.
„Ja, U hebt gelijk!" zei hij, alsof hij
de notaris voor de eerste keer zag,
die pop heeft een erg ongunstig ge
zicht. Echt een misdadiger. Ik be
grijp niet dat de eigenaar van deze
zaak zo'n lelijke pop in zijn winkel
durft te zetten."
Theodorus Jansen Co. schudde
in afgrijzen zijn hoofd en hulde de
geplaagde notaris in een zware rook
wolk. ..Winkeliers hebben soms van
die rare -ideën, merkte hij op.
Nu werd het de notaris te mach
tig. Gedurende de samenspraak van
Theodorus Jansen Co. en Frederik
was zijn gezicht steeds roder gewor
den en nu barstte hij los: „Je zult
jezelf bedoelen! Bah!" en toen was
hij met een paar sprongen bij de
deur en vluchtte de straat op, ach
tervolgd door de luide schaterlach
van Frederik en de vermomde Ko
Krauw.
LEIDEN
VOLKSDANS IS GEEN KIJKSPEL,
MEN MOET HET DOEN.
Interessante en leerzame causerie
van Jop Polman.
Was het nog niet zo heel lang ge
leden slechts een klein groepje, aat
de goede zuivere Engelse volksdans
in Nederland weer ging dansen, thans
telt ons land honderden groepen en
zijn er duizenden jongeren en oude
ren, die zich met liefde en enthousias
me aan de volksdans geven.
Maar bij velen heerst er jammer
genoeg nog een verkeerd begrip om
trent de schoonheid en het pleizier
van deze dansen, en daarom was het
van onze katholieke Leidse volks
dansgroep „De Grote Ronde" een
uitstekend idee om de heer Jop Pol
man, de bij uitstek deskundige op dit
gebied, uit te nodigen om in Leiden
over dit onderwerp te komen spre
ken.
Behalve de leden van „De Grote
Ronde" en die van de tweede groep
„De Tovercirkel" waren vele verte
genwoordigers van de jeugd- en jon
gerenbeweging uit het district Leiden
benevens rector L. Vester en de gees
telijk adviseur, kapelaan Loerakker
uit Meerburg, Zaterdagavond in het
St. Antonius Clubhuis bijeen, toen
Jop Polman bij de aanvang van zijn
causerie allereerst vaststelde, dat men
als toeschouwer bij het volksdansen
spoedig uitgekeken is. Er is schijn
baar betrekkelijk weinig afwisseling.
De schoonheid en het pleizier ervan
ervaart men pas, wanneer men zelf
meedoet. De volksdans is er dus niet
om bekeken, maar om gedaan te wor
den. Hetzelfde kan met een kleine
variatie van de volkszang gezegd
worden. De luisteraar gaat een canon
b.v. gauw vervelen. De zangers zelf
beleven er veel pleizier van en kun
nen bij wijze van spreken tot in het
oneindige doorgaan.
Als tweede element, dat voor de
dans niet gemist kan worden, wees
spr. op het gemengde karakter. De
waaide van de volksdans wordt daar
door voor een groot gedeelte bepaald.
Wanneer de volksdans door meisjes
of jongens alleen wordt gedanst (voor
de laatste groep de zwaarddansen uit
gezonderd), dan wordt ze doods en
gaat alle humor en ironie, die er in
besloten ligt, verloren. In dat geval
ook wordt de dans tegennatuurlijk.
Uitvoerig besprak de heer Polman
de moderne dansen waarvan hij in
principe niet al te veel slechts wilde
zeggen. Nadat hij van zijn ervaringen
op dit gebied had verteld," die overi
gens niets aan duidelijkheid te wen
sen overlieten, stelde hij toch vast,
dat, zo de moderne dans niet slecht is,
dit wel in zeer vele gevallen gezegd
moet worden an de millieu's, waar
in ze wordt beoefend.
Dit kan men de volksdans nimmer
verwijten.
Hij bracht tevens naar voren, dat
de volksdans in tegenstelling tot de
moderne dans een gemeenschapsdans
is. waarvan het genoegen nooit een
einde neemt.
Ook de muziek bij beide soorten
dansen bracht spr. ter sprake. Bij de
moderne dans maken de instrumen
ten alleen maar lawaai, omdat zij
geen melodieën kunnen maken (ten
zij die gestolen worden van de klas
sieke muziek). De volksdans wordt
begeleid door waardevolle melodieën,
waarop het grootste gedeelte van de
klassieke muziek is gebouwd.
Wij moeten helaas het betoog op dit
punt van Jop Polman, dat hij met tal
rijke voorbeelden illustreerde, al te
beknopt weergeven!
Tenslotte belandde spr. bij de con
tinentale dansen (Nederlandse, Scan
dinavische en Duitse), die men ten
onrechte als goede (volks)dansen be
schouwt. Dansen is beweging. Daar
moet vaart en élegance in zitten. Dat
vindt men bij de Engelse contra-dan
sen. Bij de continentale dans b.v. de
Driekusman, speelt men toneel en is
er stilstand, waardoor het ware ka
rakter van de volksdans verloren
gaat. Wanneer men al het onware bij
de continentale dans bij elkaar neemt,
dan vraagt men zich af: wat blijft er
nog van over? Temeer daar zij in vele
gevallen is verboerst en verplompt.
Van de gelegenheid tot vragen
stellen werd druk gebruik gemaakt,
waarbij de moderne dans uiteraard
een ruim aandeel kreeg en ook het
jazz-probleem werd aangesneden.
Een hartelijk applaus vertolkte de
dank van de aanwezigen aan de heer
Polman, wie bovendien een boek van
Ant. Coolen werd aangeboden.
Als omlijsting zong Simon Klein
met allen enkele liedjes, terwijl de
dansers zelf (en later met de gasten)
enige volksdansen dansten. Het was
al laat, toen allen met de „Tovercir-
kei" deze bijzonder geslaagde en
leerrijke avond uitdansten!
H. v. S.
Naar een recordcijfer
voor de
Bloedtransfusiedienst
Inderdaad, het gaat niet slecht met
de opgaven voor de Bloedtransfusie
dienst. Tot vanmorgen waren bijna
900 aanmeldingsformulieren binnen
gekomen. Dat is op zichzelf reeds
een recordcijfer, wanneer men ziet
hoe de plasma-campagne in de maand
November voor Haarlem 698 flessen
opleverde, voor Den Haag 617, voor
Utrecht 413. Maar daar zijn ook nog
andere plaatsen en andere cijfers te
noemen.
Men leze sléchts: in dezelfde
maand November: Berlicum 386,
Hoofddorp 322, Naaldwijk 527, Vee-
nendaal 501Plaatsen, die veel
kleiner zijn dan Leiden, doch naar
verhouding van het inwonertal veel
meer aanmeldingen opleverden.
Menigeen zal zeggen: alweer die
Bloedtransfusie. Inderdaad: iedere
dag weer staan de bloedarme men
sen voor de dokter en zij vragen
steeds meer bloed.
Uit alle lagen der bevolking kwa
men reeds aanmeldingen binnen.
Niemand, die gezond is en bloed
kan missen, zou mogen achterblijven
bij deze grandioze actie. Niemand:
geeft u dus alsnog op bij de Bloed
transfusiedienst van het Rode Kruis,
Rijnsburgerweg 3, Leiden.
ZILVEREN JUBILEUM VAN
GEBR. VAN ULDEN.
Personeel bood glas in loodraam aan.
Het vijf en twintigjarig bestaan van
het garage-bedrijf van Gebr. van
Uuden werd Zaterdag met veel luis
ter gevierd. Dat begon 's morgens al,
toen het personeel om kwart voor elf
de directie in de bovenzaal van „In
den Vergulden Turk" opwachtte,
voor een korte huldiging. De heer
N. C. Reizevoort, vertegenwordiger
der firma, voerde namens het perso
neel het woord en releveerde de ge
schiedenis van het bedrijf, zoals wij
dat in ons nummer van Vrijdag 1.1.
reeds deden. Als stoffelijk blijk van
waardering bood spr. een fraai ge
brandschilderde glas in loodraam
aan, met de symbolische voorstel
lingen van handel en arbeid, welk
raam bestemd is voor het nieuw te'
bouwen kantoor.
Tijdens de lunch, die hierop volgde
en waarbij ook de familieleden van
de jubilerende firmaten aanzaten,
werden nog vele goede woorden ge
sproken. De heer A. van Valderen
prêes als zwager de heren Van
Ulden voor hun noeste ijver en taai
doorzettingsvermogen, betrok ook de
oude mevr. Van Ulden in deze hul
diging en wijdde enkele gevoelvolle
woorden aan de vader der huidige
firmanten. Namens de familieleden
bood de heer J. van Ulden een schil
derij aan, waarna de heren G. Rei-
chert en P. van Ulden nog spraken,
welke laatste wees op de self-made
men, die dit bedrijf hebben groot ge
maakt.
De oudste firmant, de heer A. van
Ulden gewaagde in zijn dankwoord
van grote dankbaarheid ten opzichte
van allen, die meegewerkt hebben
om het bed-^jf tot bloei te brengen,
in het bijzonder ook het personeel
van groot tot klein, waar de directie
altijd op heeft kunnen bouwen.
Druk bezochte receptie.
In de oude en prachtlievende sfeer
van de grote zaal in het Oosters In
stituut, Rapenburg 61, recipieerde
's middags de jubilerende firma, te
midden van een schat van bloem
stukken, die de voorname luister nog
verhoogden. In een drie uur voort
durende stroom kwamen vrienden,
bekenden, zaken-relaties, leveran
ciers en cliënten hun gelukwensen
aanbieden. Wij merkten daarbij o.a.
op de commissaris van politie, de
heer R. J. Meyer, de wethouders S.
Menken en A. J. Jongeleen, namens
B en W, de heer J. C. Bolderdijk,
secretaris van de landelijke Bovag, de
heer A. C. Meester, a's voorzitter
van de Leise Bovag, de heer J. H. de
Jong, directeur van de Gem. Reini
gingsdienst en de heer van der Vijver
als vertegenwoordiger van de N.Z.H.
V.M. De heer F. Maarse sprak na
mens de Ned. Ver voor Transport
ondernemingen, bracht hulde aan di
rectie en personeel en sprak de hoop
uit, dat het bedrijf nog zeer vele ja
ren zijn dienende taak bij het stads
vervoer zal mogen voortzetten. „De
Turk en de banketbakkerij A. v. d.
Heyden verzorgden de buffetten. De
verkeerspolitie zorgde voor een vlot
te regeling, voor de lange fi'le van
auto's der receptie-gangers.
Met een intiem diner in In de
Vergulde Turk" werd 's avonds het
feest besloten.
DE VACANT1E
VAN
21)
Ze gingen vroeg, zowat om negen
uur, uit de stad weg. Sarton ging
Laforge afhalen aan zijn woning. En
de agent, die de ronde daar doet, zag
Laforge. uit huis komen en instap
pen. Men weet niet, wanneer Lafor
ge teruggekomen is, maar Maandag
morgen was hij op zijn kantoor en
vanmorgen was hij op de bank en
op zijn kantoor."
Dupuy knikte eens en Lacombre
vervolgde:
„Nu dan, vandaag, toen ze zich
eerst vergewist hadden van Lafor-
ge's aanwezigheid, hebben ze iemand
naar het kantoor van Sarton gestuurd
en ze verkeerden daar in grote span
ning, omdat ze juist een telefonische
boodschap over Sarton gekregen had
den. Hij bevindt zich in een particu
lier ziekenhuisje, in de buurt van
Vigean, bij Parijs. Hij is daar al se
dert Zaterdagochtend. Men had 'hem
bewusteloos langs de weg gevonden,
met een buil op zijn voorhoofd, een
wond op zijn schedel en hij 'had nog
al wat bloed verloren. Vlak vóór het
aanbreken van de dag had het daar
geregend, maar zijn kleren waren
nog droog. Men had hem op een met
gras begroeide berm gelegd, waar de
eerste de beste auto, die voorbij
kwam, hem zodra het dag werd zien
moest. Een dokter, die van een zie
kenbezoek thuiskwam vond hem
daar."
„Sarton bleef tot heden nagenoeg
bewusteloos. Gisteren had hij enke
le heldere ogenb'ikken, maar niet
voldoende, om te beseffen, waar hij
was. Maar vandaag vroeg hij de dok
ter, of hij zijn kantoor wilde opbel
len Op het kantoor 'hadden ze
zich niet zo erg bezorgd gemaakt,
omdat het wel meer voorkwam, dat
hij tot Dinsdag wegbleef."
Met lichte verbazing riep Dupuy
uit: „Wist die dokter dan niet, wie
hij was? Sarton zal toch wel'icht
brieven of papieren bij zich gehad
hebben, waaruit zijn identiteit kon
blijken. Een dokter, die een bewus
teloze drie dagen laat liggen, zonder
een poging, om na te gaan, wie hij
is en zijn familie bericht te zenden,
mag toch wel op zijn vingers getikt
worden, vind ik!"
„Sarton zelf vertelde tegen zijn
kantoor, dat hij een autobotsing had
gehad," zei Lacombre.
„Botsing? Botsing!" herhaa'de Du
puy buiten zichzelf. „Dat is een leu
gen! Hij is met Laforge hierheen
gekomen en Bonnet chauffeerde. La
forge kwam Maandagmorgen op zijn
kantoor en zei geen woord over een
botsing. De wagen vertoonde geen
enkel spoor van een botsing! Dat
komt niet uit."
„Sarton heeft op zijn kantoor laten
weten, dat hij er morgen zou ko
men," zei Lacombre.
Dupuy staarde hem aan. „Als hij
in dat ziekenhuis bewusteloos lag,
dan heeft hij niet op Zaterdag naar
Parijs kunnen telefoneren!" zei hij.
„Telefoneren?" herhaalde Lacom
bre.
„Iemand heeft toch getelefoneerd?"
bracht Dupuy hem geprikkeld onder
het oog. „Iemand heeft de politie te
Richelie opgebeld met de boodschap,
dat hij Sarton was en ciat zijn wa
gen was gestolen."
„Sarton moet er dan méér van
weten!" zei Lacombre. „Ik zal hem
hier halen, zodra hij vervoerd mag
worden."
„Natuurlijk," stemde Dupuy met
hem in. „Je moest, dunkt me, Danet
maar sturen," zei hij beslist.
„Zeg Danet, zodra Sarton op reis
mag, breng je hem hier. Hij is een
belangrijke getuige, in elk geva'.
Zorg, dat hij hier komt!"
Danet protesteerde. „Daar behoef
ik toch niet voor te gaan? Dat kan
iedere...."
Maar Dupuy1 zei met aandrang:
„Daar is iemand voor nodig met ver
antwoordelijkheid en hersens in zijn
hoofd, jongen." Hij aarzelde even
en zei: „Lacombre, ik praat vóór mijn
beurt. Per slot van rekening, is het
uw zaak."
„Het is wel goed zo, verzekerde La
combre hem. Joseph, jij doet wat
Dupuy zegt."
Danet hield koppig vol: „Ik moet
toch eigenlijk hier blijven en met
wat hier gebeurt in contact zijn!"
Dupuy pakte zijn arm beet. „We
moeten ook wat meer over die dokter
daar te weten komen jongen," zei hij
bedaard. „Misschien is hij er wel in
betrokken. Neem jij hem eens goed
op, vraag hem een en ander, vorm
je mening over hem."
Daardoor gevleid liet Danet zich
overhalen.
„Ja dat is wel zo," gaf hij toe. „Dan
kan ik het beter doen. Ik zal goed
naar he minformeren en Sarton mee
terug brengen. Ik zal zien, wat ik
onderweg van Sarton te weten kan
komen." Maar daar had Dupuy, en
met n ad ruik, op legen.
„Dat doe je niet, Joseph!" zei hjj
beslist. „Je vraagt Sarton niets. Je
zegt he malleen, dat je orders hebt,
hem hierheen te brengen. Laat hem
in zijn eigen vet gaar smoren, tot we
hem hier hebben. Als hij sedert Za
terdag bewusteloos is geweest, dan
zijn er heel wat dingen, waaf hij
niets van afweet. Tegen dat je hem
hierheen gebracht hebt weten wij
misschien ook meer, dan we nu we
ten en. zijn we in staat, hem een se
rie vragen te stePen, waarop hij
geen antwoord kan geven."
En, als bij nader inzien voegde hij
er bij: „Wat ik nog zeggen wilde,
Joseph, ik zou graag hebben, dat je
nog een paar dingen voor me onder
zocht. Vraag aan dokter Metton, of er
geen gas van de uitlaat ontsnapt kan
zijn en of het achter in de auto kan
gekomen zijn en of die dode het in
geademd kan hebben on of hij soms
ergens mee verdoofd kan wezen. En
zie er achter te komen, waar juffrouw
Bonnet verleden week Laforge heen
gereden heeft."
Danet en Lacombre begavén zich
naar de deur. Daar ontmoetten ze Bé
Delmont. Het gelaat van het meisje
stond strak en betrokken; ze had
iets willen zeggen. Maar Dupuy
drong er met plotselinge stortv'oed
van woorden op aan, dat Joseph en
Lacombre zouden instappen en pas
toen ze weg waren, wendde hy zich
tot Bé.
„Juffrouw Delmont?" zei hij ern
stig. „Ik veronderstel, dat u slecht
nieuws hebt."
Ze knikte. „Ik heb het kampement
van Edouard Petit opgebeld," zei ze
verdrietig. „Maar mijnheer Eberlé is
er niet. Ze verwachten hem daar ook
niet. Ze hadden geen enkel bericht
van hem gekregen."
Dupuy floot zachtjes. „Was hij dan
van plan, daarheen te gaan?" „Ja,
daar ging hij gewoonlijk naar toe. Hij
heeft trouwens gezegd dat hij er
heen ging."
Dupuy schudde het hoofd. „Kind-
'ief", zei hij. „Ik had je niet moeten
vragen, daarheen te telefoneren. Het
is nu eenmaal een kwade gewoonte
van me. om als iemand me iets
vraagt, het altijd te willen contro
leren. Ik denk heus niet, dat mijn
heer Eberlé met dit geval ook maar
iets te maken heeft. En dat ik er
benieuwd naar ben, waar hij is
Hij grinnikte eens en vatte haar bij
de arm. „Je moet je over een visser
nooit verbazen." zei hij gemoedelijk.
„Je kunt ze rrt zo min vertrouwen,
als een fore1 in een beek. Héb je er
nog om gedacht, die brief mee te
brengen?"