FREDERIK Duplex-woningen acht minister in 't Veld het middel om sneller te bouwen MAANDAG 17 JANUARI 1949 DE LEIDSE COURANT EERSTE BLAD PAGINA 2 Minister in 't Veld heeft te Lei den voor het gewest Zuid-Holland van de P. v. d. A. een rede gehou den over het vraagstuk van de wo ningbouw. Na wat reeds eerder is medege deeld door de minister en ook door ons uitvoerig werd gepubliceerd, gaf de ministeriële rede ons niet veel nieuws (vergaderingen van een par tij zijn ook niet de aangewezen plaats van een minister om nieuws mede te delen). Wij ontlenen enkele passages aan een verslag in het „Vrije Volk". De minister deelde mede, dat Z.- Holland het verst achter is met bou wen. De achterstand in Den Haag en Botterdam weet spr. aan de te hoge kosten; in Rotterdam zijn, al dus de minister.de bouwverordenin gen nodeloos zwaar. Maar wat de oorzaak is voor het andere gedeelte van Zuid-Holland, Leiden b.v., schijnt de minister niet te hebben medegedeeld. Grote besparing op kosten, vooral op de aanbestedingsprijzen en een grotere toepassing van de duplex- woningbouw gaf de minister aan als de mogelijkheden om het bouwpeil op te voeren, terwijl huurverhoging dit jaar n:et meer te vermijden zal zijn. willtn wij tot een rendabel woringfezn komen. De minister begon zijn inleiding met een weerlegging van veel on gerechtvaardigde critiek op het be leid van zijn departement. Wanneer in 1952 de Marshall-leveringen op houden, moeten wij een sluitende betalingsbalans hebben. Dat kunnen wij slechts bereiken door onze productie op te voeren. Nu hebben wij nog de kans met on ze nieuwe industrie. Duitsland en Japan zijn nog uit de markt. Wij kunnen ons de plaats veroveren die vroeger door deze landen werd in genomen. Over drie jaar is die kans er waarschijnlijk niet meer en daar om moeten wij fabrieken bouwen en veel fabrieken. Verder moeten d:t jaar 1000 boer derijen gebouwd werden, het onder houdswerk en het herstel van oor logsschade (nog voor dit jaar 57 miliioen gld.) moeten doorgaan. De grootste handicap is het tekort aan materialen. Als wij kunnen zor gen voor een geregelde aanvoer van Aetherklanken DINSDAG HILVERSUM I (301 m).. 7.00 Nieuws, 7.15 Ochtendgymn. 8.00 Nieuws, 8.15 „Pluk de dag", 9.00 Lichtbaken, Z.E. Heer Henri de Greeve. 9.30 Franse koorwerken, 10.00 „Wie komt er in mnjn hokje?" 10.15 Harry Janos suite. 10.40 Schoolradio. 11.30 „De eenheid der kerk". 12.03 Fluit en vleugel. 12.30 Land- en tuinbouwnieuws. 13.00 Nieuws. 13.25 Gram.pl. 13.50 Bas en piano. 14.30 „Onder ons". 15.00 Schoolradio. 15.30 Van Zweden naar Portugal. 16.00 „De Zonnebloem". 17.00 Na schooltijd. 17.15 Pianoduo. 17.45 ..Zijn haaien nu werkelijk zo gevaarlijk?" 18.30 Klaas v. Beeck; 18.30 Strijdkrachten. 19.00 Nieuws. 19.30 „Dit is leven". 20.00 Nieuws. 20.05 De gewone man. 20.12 Marie Koenen 70 jaar. 20.15 Bezoek aan „Casa Nova". 20.20 „Parcival". 22.15 „Damiaatjes". 23.00 Nieuws. 23.15 Viool en cello. HILVERSUM II (415 m). 7.00 Nieuws. 7.50 Dagopening door dr. J. C. A. Fetter. 8.00 Nieuws. 8.15 Gr.pl. 8.55 Voor de vrouw. 9.00 Gra duation Ball. 9.35 Aubade. 10.00 Morgenwijding door- ds. H. van den Elskamp te Bennekom. 10.15 Voor huis en fabriek. 10.50 Kleutertje luister! 11.30 „De Wekker". 12.00 Joop Walvis, orgel. 12.30 Land- en tuinbouwnieuws. 13.00 Nieuws. 13.20 „The Avroleans". 14.00 „Met naald en schaar". 14.30 Radio-matinée. 16.25 Van Palestrina tot Pijper. 16.40 „De schoolbel". 17.00 „Jacob Ha mel". 17.30 „The Skymasters". 18.00 Nieuws. 18.15 Tom Erich, piano. 18.30 Radiomuziekjournaal. 19.00 ..Met de Eendracht op avontuu*-". 19.30 „Ik zou zo graag20.00 Nieuws. 20.15 Bonte Dinsdagavond- trein. 21.35 Hersengymnastiek. 21.45 Kon. *Mannenzangver. „Apollo". 22.30 De pianiste Janine Da Costa. 23.00 Nieuws. 23.25 Symphonie no. 5 (Gr.pl.). bouwmateriaal, dan kunnen wij de bouwplannen met onze arbeiders gerust verwerken. Elke provincie en elke gemeente zal goed moeten begrijpen, dat zij minstens vijftien jaar nodig hebben om hun achterstand in te lopen, als zij niet aan montagebouw en du plex-woningen willen. Spr. rekende voor, dat wij, door de volgende ja ren uitsluitend duplex-woningen te bouwen, in de helft van de tijd door onze achterstand heen zouden zijn. Allen hebben wij er toe mee te werken, besloot de minister, de bouwkosten zo laag mogelijk te hou den. Spr. is stellig van mening, dat, willen wij komen tot een rendabel woningbezit, de huren verhoogd zul len moeten worden, dit jaar met 30 terwijl ook de aanbestedings- kosten belangrijk omlaag kunnen. De regering wil deze huurverhoging beschouwen in het kader van de loon- en prijspolitiek. Wanneer dus de huren omhoog gaan, zullen ook de lonen moeten worden verhoogd, want de regering wenst geen huur verhoging ten koste van de arbeider. ARKA-CONGRES TE 's-HERTOGENBOSCH. Te 's-Hertogenbosch is een congres gehouden van de A.R.K.A., de Alge mene R.K. Ambtenarenvereniging. Ongeveer driehonderd afgevaardig den van alle afdelingen uit het land namen aan dit congres deel. In zijn openings- en welkomst woord gewaagde de voorzitter, de heer B. J. van Elk o.a. van de moei lijkheden, waarmede de ambtenaren te kampen hebben. Hij waarschuwde tegen een stakingsmentaliteit. Naar aanleiding van de arrestatie van Kardinaal iMndszenty stelde hij de vergadering voor openlijk stelling te nemen tegen deze aanslag-. In een protestmotie, die aan de Hongaarse gezant te Den Haag zal worden overhandigd, protesteert de A.R.K.A. tegen deze anti-godsdiensti ge politiek, dringt zij aan op in vrij heidsstelling van de Kardinaal en doet zij een beroep op de edelmoe digheid van het Hongaarse volk. Bij de behandeling van het be stuursbeleid hadden de vele afgevaar digden zowel waardering voor als grieven tegen dit beleid. Een der voornaamste grieven werd o.a. geuit door de afdeling Utrecht, wier woord voerder vaststelde, dat de motie, aan genomen op het Kurhauscongres, om te verkrijgen dat de 2pct. gratificatie ongelimiteerd zou worden uitgekeerd, niet werd uitgevoerd, ondanks de steun, die reeds bij voorbaat door de K.V.P. was toegezegd. In de avondvergadering van Vrij dag en in de ochtendzitting van Za terdag werden nog diverse agenda punten in huishoudelijke zitting af gehandeld. Zaterdag woonde de vi caris-generaal van het Bossche bis dom, mgr F. Hendrikx, als vertegen woordiger van de bisschop van Den Bosch, die verhinderd was, een deel der bijeenkomst bij. De voorzitter van de bond, de heer B. J. M. van Elk uit Eindhoven, werd bij acclamatie herkozen. Eveneens werden herkozen de periodiek-aftre dende hoofdbestuursleden H. J. Cor- sten (Rotterdam) en mr. dr. J. B. Sens (Heerlen). In plaats van het hoofdbestuurslid H. van Velzen (Haarlem) werd gekozen J. Loerak ker (Haarlem). Langdurig werd gediscusieerd over de wijziging van een artikel in de statuten betreffende het lidmaat schap. Tenslotte werd besloten, het betreffende artikel te lezen als volgt: Leden kunnen zijn alle R.K. ambtena ren van voldoende godsdienstig en zedelijk gedrag, behoudens zij, die, karchtens een overeenkomst van A.R. K.A., aangegaan door het hoofdbe stuur met enige andere R.K. organi saties van overheids- en semi-over- heidspersoneel, uitsluitend het lid maatschap van deze organisatie kun nen verwerven. SINAASAPPELEN UIT SPANJE MAKEN HUN ENTREE De eerste Spaanse sinaasappelen van dit jaar zijn te Rotterdam aan gekomen. De Prins Willem II van de Oranjelijn arriveerde Zaterdag ochtend vroeg met rond driehonderd ton in haar ruimen. Over enkele dagen wordt verder de Gordias van de K.N.S.M., met een ongeveer gelijke hoeveelheid te Amsterdam verwacht. Toch geen Italiaanse griep? Wanneer je met griep te bed ligt, is het een schrale troost te weten, dat het geen Spaanse maar Italiaan se griep is. die je te pakken heeft. Men spreekt thans van een Italiaan se griep, omdat de huidige griep epidemie, waartegen West-Europa r.og geen defensie-systeem heeft we ten op te bouwen, het eerst gecon stateerd is in Italië en wel omstreeks de jaarwisseling. Nu nog heeft on geveer 40 pet. van de Italianen de griep. Het schijnt evenwel de vraag te zijn of onze griep wel uit Italië af komstig is. Volgens prof. J. Mulder zijn er nl. twee soorten virus te on derscheiden, welke verantwoordelijk zijn voor de griep. Zij worden aan geduid met A. en B. Nu heeft prof. Mulder hier het virus A. geïdenti ficeerd, terwijl in Frankrijk dr. Le- pine, van het Pasteur Instituut te Parijs, hetzelfde virus heeft gecon stateerd in de helft van het aantal griepgevallen. Maar de Italianen hebben te kampen met het virus B. Wie dus een A-griepje heeft, kan niet zeggen, dat hij door Italiaanse griep is aangetast. Misschien een speciaal Frans griepje. Veel komt het er niet op aan, want of je nu dooi de kat of door de kater gebeten wordt, maakt niet veel verschil. Wel is een A-griepje wat vinniger dan een B-griepje, maar in de prac- tijk blijkt tot nu toe, dat de huidige epidemie niet zo kwaadaardig is. Veel minder in elk geval dan de beruchte Spaanse griep na de vorige wereldoorlog. Het aantal griep-pa- tiënten is zeker zo groot als tijdens de Spaanse griep, maar het aantal sterfgevallen is nog zeer laag. In Frankrijk 2 per duizend en dan nog onder zeer jonge kinderen en ouden van dagen. VAN VAN MAARSEVEEN, MAARSSEN EN MAARSSEN EN MAARSSEVEEN. Het dorp Maarssen bestaat uit Maarssen alleen, maar Maarsseveen valt uiteen in Nieuw-Maarsseveen en Oud-Maarsseveen. Maar mr. J. H, van Maarseveen (minister van Binnen landse Zaken) ziet er geen been in, om hen te maken tot één en diende in een wetsontwerp tot samenvoeging van Maarssen en Maarsseveen. 3{j0->de (polf De heer D. Bax uit Hoofddorp is aan de Universiteit te Nijmegen gepromoveerd tot doctor in delet teren en wijsbegeerte cum laude. De persfotograaf Jac. Hooghuis is te Zwolle bij zijn woning met zijn auto in het water gereden en ver dronken. De tol bij het Warmonderhek Een proefproces uitgelokt Reeds vele jaren is de tol bij net Warmonderhek voor tal van particu lieren en instanties' een doorn in het oog, terwijl ook K.N.A.C. en A.N.W. B. het advies hebben doen uitgaan om deze tol te mijden. Talrijk zijn ook de bemoeiingen, welke overheids lichamen aan de dag hebben ge legd om deze prae-historische „sta in de weg" te doen verdwijnen, ech ter steeds zonder resultaat. De tol baas, de heer Leenen, die zijn ont vangsten in het jaar 1929-1930 zelfs tot 25.000 zag stijgen, vraagt een schadeloosstelling van.een mil iioen gulden. Een heel bedrag.... Teneinde te komen tot de indie ning van een klacht bij het college van Ged. Staten van Zuid-Holland heeft het lid van Prov. Staten, mr. dr. P. G. Kribbe, die ook secretaris van de K. van K. te Leiden is, zich Za terdagmiddag op de fiets met enke le kennissen naar de tol van het Warmonderhek begeven om te zien of de tolbaas hem ook kon verplich ten als berijder van een rijwiel tol te betalen. Mr. dr. Knibbe achtte de ze tolheffing in strijd met het tarief, dat in 1929 gold en waarbij geen spra ke was, dat een berijder van een rij wiel ook „zijn penningske" moest of feren. Wel was in die tijd o.a. een tarief opgenomen voor rijtuigen op vier wielen (ƒ0.20) en voor chais of kar 0.10), terwijl voetgangers, die ingezetene van Warmond waren, een cent moeten betalen en buiten War mond anderhalve cent. Thans prijkt bij de tol een bord, waarop is aan gekondigd, dat ook berijders van een bakfiets of een fiets tien cent moeten betalen. Mr. dr. Knibbe is van oor deel, dat deze toevoeging er geheel eigenmachtig op is aangebracht. Toen mr. dr. Knibbe zich Zater dagmiddag aan liet tolhek vervoegde, bestreed hij de mening van de tol- knechl en zeide hij eventueel onder protest liet z.i. onrechtmatig ver schuldigde tolgeld te willen betalen. Op zijn verzoek werd de tolbaas, de heer Leenen, er bij gehaald, die even wel niet door de heer Knibbe was te overtuigen. Nadat de heer Knibbe nogmaals had verzekerd onder pro test te willen betalen, merkte de heer Leenen op, dat hij hem dan de doorgang door de tol weigerde, waar op mr. Knibbe naar Leiden is terug gekeerd. Heden heeft hij bij het Col lege van Ged. Staten van Zuid-Hol land een klacht ingediend, met het verzoek een uitspraak te willen doen. Zijn kennissen, die tevens als. getui gen waren medegegaan, hebben wel tolgeld betaald, doch moesten in te genstelling met het op het bord ver nielde tarief slechts vijf cent beta len. en het avontuur met Notaris Zwingelliout verteld door Hubert Vet fluister- 69 •yheodorus Jansen Co. knipoogde tegen Fre- derik. ^Ja. beste jongen." zei hij geheel onverwacht, „ik ben alles en ik ben niets. Ik ben niemand en ik ben iedereen. Begrijp je het nu?" Frederiks ogen werden groot en rond van verba zing; toen klaarde zijn gezicht helemaal op. „U bent Ko Kraauw de hij. Theodorus Jansen Co knipoogde weer en zoog een mondvol rook uit zijn sigaar. Ongemerkt had hij zich in de richting van de onbewegelijke notaris begeven en stond nu vlak naast hem. „Wat een uitzonderlijk toegetakel de etalage-poppen hebben ze hier in deze winkel," zei hij afkeurend te gen Frederik. Met zijn ene vinger trok hij de jaszak van de notaris wat open en gooide er een kluit sigaren as in. „En dat gezicht bevalt me ook niets!" ging hij verder, na de notaris nauwlettend bestudeerd te hebben. Frederik kwam naast hem staan. „Ja, U hebt gelijk!" zei hij, alsof hij de notaris voor de eerste keer zag, die pop heeft een erg ongunstig ge zicht. Echt een misdadiger. Ik be grijp niet dat de eigenaar van deze zaak zo'n lelijke pop in zijn winkel durft te zetten." Theodorus Jansen Co. schudde in afgrijzen zijn hoofd en hulde de geplaagde notaris in een zware rook wolk. ..Winkeliers hebben soms van die rare -ideën, merkte hij op. Nu werd het de notaris te mach tig. Gedurende de samenspraak van Theodorus Jansen Co. en Frederik was zijn gezicht steeds roder gewor den en nu barstte hij los: „Je zult jezelf bedoelen! Bah!" en toen was hij met een paar sprongen bij de deur en vluchtte de straat op, ach tervolgd door de luide schaterlach van Frederik en de vermomde Ko Krauw. LEIDEN VOLKSDANS IS GEEN KIJKSPEL, MEN MOET HET DOEN. Interessante en leerzame causerie van Jop Polman. Was het nog niet zo heel lang ge leden slechts een klein groepje, aat de goede zuivere Engelse volksdans in Nederland weer ging dansen, thans telt ons land honderden groepen en zijn er duizenden jongeren en oude ren, die zich met liefde en enthousias me aan de volksdans geven. Maar bij velen heerst er jammer genoeg nog een verkeerd begrip om trent de schoonheid en het pleizier van deze dansen, en daarom was het van onze katholieke Leidse volks dansgroep „De Grote Ronde" een uitstekend idee om de heer Jop Pol man, de bij uitstek deskundige op dit gebied, uit te nodigen om in Leiden over dit onderwerp te komen spre ken. Behalve de leden van „De Grote Ronde" en die van de tweede groep „De Tovercirkel" waren vele verte genwoordigers van de jeugd- en jon gerenbeweging uit het district Leiden benevens rector L. Vester en de gees telijk adviseur, kapelaan Loerakker uit Meerburg, Zaterdagavond in het St. Antonius Clubhuis bijeen, toen Jop Polman bij de aanvang van zijn causerie allereerst vaststelde, dat men als toeschouwer bij het volksdansen spoedig uitgekeken is. Er is schijn baar betrekkelijk weinig afwisseling. De schoonheid en het pleizier ervan ervaart men pas, wanneer men zelf meedoet. De volksdans is er dus niet om bekeken, maar om gedaan te wor den. Hetzelfde kan met een kleine variatie van de volkszang gezegd worden. De luisteraar gaat een canon b.v. gauw vervelen. De zangers zelf beleven er veel pleizier van en kun nen bij wijze van spreken tot in het oneindige doorgaan. Als tweede element, dat voor de dans niet gemist kan worden, wees spr. op het gemengde karakter. De waaide van de volksdans wordt daar door voor een groot gedeelte bepaald. Wanneer de volksdans door meisjes of jongens alleen wordt gedanst (voor de laatste groep de zwaarddansen uit gezonderd), dan wordt ze doods en gaat alle humor en ironie, die er in besloten ligt, verloren. In dat geval ook wordt de dans tegennatuurlijk. Uitvoerig besprak de heer Polman de moderne dansen waarvan hij in principe niet al te veel slechts wilde zeggen. Nadat hij van zijn ervaringen op dit gebied had verteld," die overi gens niets aan duidelijkheid te wen sen overlieten, stelde hij toch vast, dat, zo de moderne dans niet slecht is, dit wel in zeer vele gevallen gezegd moet worden an de millieu's, waar in ze wordt beoefend. Dit kan men de volksdans nimmer verwijten. Hij bracht tevens naar voren, dat de volksdans in tegenstelling tot de moderne dans een gemeenschapsdans is. waarvan het genoegen nooit een einde neemt. Ook de muziek bij beide soorten dansen bracht spr. ter sprake. Bij de moderne dans maken de instrumen ten alleen maar lawaai, omdat zij geen melodieën kunnen maken (ten zij die gestolen worden van de klas sieke muziek). De volksdans wordt begeleid door waardevolle melodieën, waarop het grootste gedeelte van de klassieke muziek is gebouwd. Wij moeten helaas het betoog op dit punt van Jop Polman, dat hij met tal rijke voorbeelden illustreerde, al te beknopt weergeven! Tenslotte belandde spr. bij de con tinentale dansen (Nederlandse, Scan dinavische en Duitse), die men ten onrechte als goede (volks)dansen be schouwt. Dansen is beweging. Daar moet vaart en élegance in zitten. Dat vindt men bij de Engelse contra-dan sen. Bij de continentale dans b.v. de Driekusman, speelt men toneel en is er stilstand, waardoor het ware ka rakter van de volksdans verloren gaat. Wanneer men al het onware bij de continentale dans bij elkaar neemt, dan vraagt men zich af: wat blijft er nog van over? Temeer daar zij in vele gevallen is verboerst en verplompt. Van de gelegenheid tot vragen stellen werd druk gebruik gemaakt, waarbij de moderne dans uiteraard een ruim aandeel kreeg en ook het jazz-probleem werd aangesneden. Een hartelijk applaus vertolkte de dank van de aanwezigen aan de heer Polman, wie bovendien een boek van Ant. Coolen werd aangeboden. Als omlijsting zong Simon Klein met allen enkele liedjes, terwijl de dansers zelf (en later met de gasten) enige volksdansen dansten. Het was al laat, toen allen met de „Tovercir- kei" deze bijzonder geslaagde en leerrijke avond uitdansten! H. v. S. Naar een recordcijfer voor de Bloedtransfusiedienst Inderdaad, het gaat niet slecht met de opgaven voor de Bloedtransfusie dienst. Tot vanmorgen waren bijna 900 aanmeldingsformulieren binnen gekomen. Dat is op zichzelf reeds een recordcijfer, wanneer men ziet hoe de plasma-campagne in de maand November voor Haarlem 698 flessen opleverde, voor Den Haag 617, voor Utrecht 413. Maar daar zijn ook nog andere plaatsen en andere cijfers te noemen. Men leze sléchts: in dezelfde maand November: Berlicum 386, Hoofddorp 322, Naaldwijk 527, Vee- nendaal 501Plaatsen, die veel kleiner zijn dan Leiden, doch naar verhouding van het inwonertal veel meer aanmeldingen opleverden. Menigeen zal zeggen: alweer die Bloedtransfusie. Inderdaad: iedere dag weer staan de bloedarme men sen voor de dokter en zij vragen steeds meer bloed. Uit alle lagen der bevolking kwa men reeds aanmeldingen binnen. Niemand, die gezond is en bloed kan missen, zou mogen achterblijven bij deze grandioze actie. Niemand: geeft u dus alsnog op bij de Bloed transfusiedienst van het Rode Kruis, Rijnsburgerweg 3, Leiden. ZILVEREN JUBILEUM VAN GEBR. VAN ULDEN. Personeel bood glas in loodraam aan. Het vijf en twintigjarig bestaan van het garage-bedrijf van Gebr. van Uuden werd Zaterdag met veel luis ter gevierd. Dat begon 's morgens al, toen het personeel om kwart voor elf de directie in de bovenzaal van „In den Vergulden Turk" opwachtte, voor een korte huldiging. De heer N. C. Reizevoort, vertegenwordiger der firma, voerde namens het perso neel het woord en releveerde de ge schiedenis van het bedrijf, zoals wij dat in ons nummer van Vrijdag 1.1. reeds deden. Als stoffelijk blijk van waardering bood spr. een fraai ge brandschilderde glas in loodraam aan, met de symbolische voorstel lingen van handel en arbeid, welk raam bestemd is voor het nieuw te' bouwen kantoor. Tijdens de lunch, die hierop volgde en waarbij ook de familieleden van de jubilerende firmaten aanzaten, werden nog vele goede woorden ge sproken. De heer A. van Valderen prêes als zwager de heren Van Ulden voor hun noeste ijver en taai doorzettingsvermogen, betrok ook de oude mevr. Van Ulden in deze hul diging en wijdde enkele gevoelvolle woorden aan de vader der huidige firmanten. Namens de familieleden bood de heer J. van Ulden een schil derij aan, waarna de heren G. Rei- chert en P. van Ulden nog spraken, welke laatste wees op de self-made men, die dit bedrijf hebben groot ge maakt. De oudste firmant, de heer A. van Ulden gewaagde in zijn dankwoord van grote dankbaarheid ten opzichte van allen, die meegewerkt hebben om het bed-^jf tot bloei te brengen, in het bijzonder ook het personeel van groot tot klein, waar de directie altijd op heeft kunnen bouwen. Druk bezochte receptie. In de oude en prachtlievende sfeer van de grote zaal in het Oosters In stituut, Rapenburg 61, recipieerde 's middags de jubilerende firma, te midden van een schat van bloem stukken, die de voorname luister nog verhoogden. In een drie uur voort durende stroom kwamen vrienden, bekenden, zaken-relaties, leveran ciers en cliënten hun gelukwensen aanbieden. Wij merkten daarbij o.a. op de commissaris van politie, de heer R. J. Meyer, de wethouders S. Menken en A. J. Jongeleen, namens B en W, de heer J. C. Bolderdijk, secretaris van de landelijke Bovag, de heer A. C. Meester, a's voorzitter van de Leise Bovag, de heer J. H. de Jong, directeur van de Gem. Reini gingsdienst en de heer van der Vijver als vertegenwoordiger van de N.Z.H. V.M. De heer F. Maarse sprak na mens de Ned. Ver voor Transport ondernemingen, bracht hulde aan di rectie en personeel en sprak de hoop uit, dat het bedrijf nog zeer vele ja ren zijn dienende taak bij het stads vervoer zal mogen voortzetten. „De Turk en de banketbakkerij A. v. d. Heyden verzorgden de buffetten. De verkeerspolitie zorgde voor een vlot te regeling, voor de lange fi'le van auto's der receptie-gangers. Met een intiem diner in In de Vergulde Turk" werd 's avonds het feest besloten. DE VACANT1E VAN 21) Ze gingen vroeg, zowat om negen uur, uit de stad weg. Sarton ging Laforge afhalen aan zijn woning. En de agent, die de ronde daar doet, zag Laforge. uit huis komen en instap pen. Men weet niet, wanneer Lafor ge teruggekomen is, maar Maandag morgen was hij op zijn kantoor en vanmorgen was hij op de bank en op zijn kantoor." Dupuy knikte eens en Lacombre vervolgde: „Nu dan, vandaag, toen ze zich eerst vergewist hadden van Lafor- ge's aanwezigheid, hebben ze iemand naar het kantoor van Sarton gestuurd en ze verkeerden daar in grote span ning, omdat ze juist een telefonische boodschap over Sarton gekregen had den. Hij bevindt zich in een particu lier ziekenhuisje, in de buurt van Vigean, bij Parijs. Hij is daar al se dert Zaterdagochtend. Men had 'hem bewusteloos langs de weg gevonden, met een buil op zijn voorhoofd, een wond op zijn schedel en hij 'had nog al wat bloed verloren. Vlak vóór het aanbreken van de dag had het daar geregend, maar zijn kleren waren nog droog. Men had hem op een met gras begroeide berm gelegd, waar de eerste de beste auto, die voorbij kwam, hem zodra het dag werd zien moest. Een dokter, die van een zie kenbezoek thuiskwam vond hem daar." „Sarton bleef tot heden nagenoeg bewusteloos. Gisteren had hij enke le heldere ogenb'ikken, maar niet voldoende, om te beseffen, waar hij was. Maar vandaag vroeg hij de dok ter, of hij zijn kantoor wilde opbel len Op het kantoor 'hadden ze zich niet zo erg bezorgd gemaakt, omdat het wel meer voorkwam, dat hij tot Dinsdag wegbleef." Met lichte verbazing riep Dupuy uit: „Wist die dokter dan niet, wie hij was? Sarton zal toch wel'icht brieven of papieren bij zich gehad hebben, waaruit zijn identiteit kon blijken. Een dokter, die een bewus teloze drie dagen laat liggen, zonder een poging, om na te gaan, wie hij is en zijn familie bericht te zenden, mag toch wel op zijn vingers getikt worden, vind ik!" „Sarton zelf vertelde tegen zijn kantoor, dat hij een autobotsing had gehad," zei Lacombre. „Botsing? Botsing!" herhaa'de Du puy buiten zichzelf. „Dat is een leu gen! Hij is met Laforge hierheen gekomen en Bonnet chauffeerde. La forge kwam Maandagmorgen op zijn kantoor en zei geen woord over een botsing. De wagen vertoonde geen enkel spoor van een botsing! Dat komt niet uit." „Sarton heeft op zijn kantoor laten weten, dat hij er morgen zou ko men," zei Lacombre. Dupuy staarde hem aan. „Als hij in dat ziekenhuis bewusteloos lag, dan heeft hij niet op Zaterdag naar Parijs kunnen telefoneren!" zei hij. „Telefoneren?" herhaalde Lacom bre. „Iemand heeft toch getelefoneerd?" bracht Dupuy hem geprikkeld onder het oog. „Iemand heeft de politie te Richelie opgebeld met de boodschap, dat hij Sarton was en ciat zijn wa gen was gestolen." „Sarton moet er dan méér van weten!" zei Lacombre. „Ik zal hem hier halen, zodra hij vervoerd mag worden." „Natuurlijk," stemde Dupuy met hem in. „Je moest, dunkt me, Danet maar sturen," zei hij beslist. „Zeg Danet, zodra Sarton op reis mag, breng je hem hier. Hij is een belangrijke getuige, in elk geva'. Zorg, dat hij hier komt!" Danet protesteerde. „Daar behoef ik toch niet voor te gaan? Dat kan iedere...." Maar Dupuy1 zei met aandrang: „Daar is iemand voor nodig met ver antwoordelijkheid en hersens in zijn hoofd, jongen." Hij aarzelde even en zei: „Lacombre, ik praat vóór mijn beurt. Per slot van rekening, is het uw zaak." „Het is wel goed zo, verzekerde La combre hem. Joseph, jij doet wat Dupuy zegt." Danet hield koppig vol: „Ik moet toch eigenlijk hier blijven en met wat hier gebeurt in contact zijn!" Dupuy pakte zijn arm beet. „We moeten ook wat meer over die dokter daar te weten komen jongen," zei hij bedaard. „Misschien is hij er wel in betrokken. Neem jij hem eens goed op, vraag hem een en ander, vorm je mening over hem." Daardoor gevleid liet Danet zich overhalen. „Ja dat is wel zo," gaf hij toe. „Dan kan ik het beter doen. Ik zal goed naar he minformeren en Sarton mee terug brengen. Ik zal zien, wat ik onderweg van Sarton te weten kan komen." Maar daar had Dupuy, en met n ad ruik, op legen. „Dat doe je niet, Joseph!" zei hjj beslist. „Je vraagt Sarton niets. Je zegt he malleen, dat je orders hebt, hem hierheen te brengen. Laat hem in zijn eigen vet gaar smoren, tot we hem hier hebben. Als hij sedert Za terdag bewusteloos is geweest, dan zijn er heel wat dingen, waaf hij niets van afweet. Tegen dat je hem hierheen gebracht hebt weten wij misschien ook meer, dan we nu we ten en. zijn we in staat, hem een se rie vragen te stePen, waarop hij geen antwoord kan geven." En, als bij nader inzien voegde hij er bij: „Wat ik nog zeggen wilde, Joseph, ik zou graag hebben, dat je nog een paar dingen voor me onder zocht. Vraag aan dokter Metton, of er geen gas van de uitlaat ontsnapt kan zijn en of het achter in de auto kan gekomen zijn en of die dode het in geademd kan hebben on of hij soms ergens mee verdoofd kan wezen. En zie er achter te komen, waar juffrouw Bonnet verleden week Laforge heen gereden heeft." Danet en Lacombre begavén zich naar de deur. Daar ontmoetten ze Bé Delmont. Het gelaat van het meisje stond strak en betrokken; ze had iets willen zeggen. Maar Dupuy drong er met plotselinge stortv'oed van woorden op aan, dat Joseph en Lacombre zouden instappen en pas toen ze weg waren, wendde hy zich tot Bé. „Juffrouw Delmont?" zei hij ern stig. „Ik veronderstel, dat u slecht nieuws hebt." Ze knikte. „Ik heb het kampement van Edouard Petit opgebeld," zei ze verdrietig. „Maar mijnheer Eberlé is er niet. Ze verwachten hem daar ook niet. Ze hadden geen enkel bericht van hem gekregen." Dupuy floot zachtjes. „Was hij dan van plan, daarheen te gaan?" „Ja, daar ging hij gewoonlijk naar toe. Hij heeft trouwens gezegd dat hij er heen ging." Dupuy schudde het hoofd. „Kind- 'ief", zei hij. „Ik had je niet moeten vragen, daarheen te telefoneren. Het is nu eenmaal een kwade gewoonte van me. om als iemand me iets vraagt, het altijd te willen contro leren. Ik denk heus niet, dat mijn heer Eberlé met dit geval ook maar iets te maken heeft. En dat ik er benieuwd naar ben, waar hij is Hij grinnikte eens en vatte haar bij de arm. „Je moet je over een visser nooit verbazen." zei hij gemoedelijk. „Je kunt ze rrt zo min vertrouwen, als een fore1 in een beek. Héb je er nog om gedacht, die brief mee te brengen?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 2