7
Noodwet Indonesië door
Eerste Kamer aanvaard
EEN WEEK HEEFT
DAGEN
\Jtoxie Qo£f
ZATERDAG 30 OCTOBER 1948
DE LEIUSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 2
Gistermorgen behandelde de Eer
ste Kamer in openbare vergadering
het ontwerp noodwet Indonesië.
De heer Pollema (Chr. H. U.) con
stateert, dat de anti-revolutionairen
in de Tweede Kamer geen poging
hebben gedaan om het wetsontwerp
te verbeteren, zoals de heren Oud,
Tilanus en Van der Goes van Naters
deden.
Voor spreker en het overgrote
deel van zijn fractie hebben wij hier
te maken met staatsnoodrecht, al
thans na de veranderingen, die door
de behandeling van het ontwerp in
de Tweede Kamer zijn aangebracht.
Wij zitten ook bij talloze andere
onderwerpen nog volop in het staats
noodrecht. Waarom wil de regering
dit ontwerp dan ook niet voorstel
len als uitvloeisel van het staats
noodrecht? Alleen als zodanig kan
spreker het ontwerp aanvaarden.
De heer Molenaar (Vrijh.) betoogt,
dat wij hier niet te maken hebben
met een ongeoorloofd gebruik van
art. 210 van de Grondwet. Volgens
spreker hebben wij hier te maken
met een „delegatie" en de mogelijk
heid tot „delegatie" heeft grenzen.
Er staan, aldus gaat de heer Mo
lenaar verder, twee belangrijke be
perkingen in: 1) Er is bevestiging
nodig van de genomen algemene
maatregelen door het parlement. 2)
De onderhavige wet geeft aan de re
gering bevoegdheden slechts voor
zeer korte tijd.
Beide beperkingen maken het ont
werp voor spreker aanvaardbaar, of
schoon deze methode van wetgeving
uiterst zeldzaam moet blijven.
(Boyenstaande reeds geplaatst in
onze vorige oplage).
De heer Anema (A.-R.) wil zich be
perken tot het staatsrechtelijk aspect
van dit ontwerp. Art. 210 handelt over
zeer essentiële punten van ons staats
bestel. Spreker acht hierbij de moge
lijkheid van delegatie uitgesloten. Uit
grondwettelijk oogpunt bezien is dit
ontwerp voor spreker niet aanvaard
baar.
De heer Jonkman (P. v. d. A.) me
moreert het „historisch gebeuren" dat
het instituut van „lt.-gouverneur-ge-
neraal" thans op het punt staat te
verdwijnen. Ondanks staatsrechtelijke
bezwaren acht spreker gezien de
dood toestand het ontwerp aan
vaardbaar.
De heer De Wilde (A.-R.) acht
het ontwerp een bedenkelijke inbreuk
op art. 210 van de grondwet. Ingaan
de op de beleidsvraag betreffende In
donesië betoogt spreker, niet in te
zien. dat de nood-toestand aldaar
die z.i. inderdaad aanwezig is tot
deze proceduren zou nopen.
De heer Kersten (K.V.P.) verklaart
geen grondwettelijke bezwaren te
hebben tegen dit ontwerp. Wel moet
hij de heer de Wilde toegeven, dat
hier wordt afgeweken van de oude
getrouwe parlementaire-traditie. Maar
komt dit niet juist door de feitelijke
situatie? Naar sprekers inzicht wel.
De gewichtige datum van 1 Jan.
'49 nadert snel. Met de federalisten
is overeenstemming bereikt. De mili
taire situatie binnen en buiten de re
publiek wordt met de dag ernstiger.
Dit gevoegd bij het internationale as
pect van de Indonesische kwestie en
het einde van het instituut van land
voogdij. brengt de noodtoestand naar
voren. Spreker en zijn fractie willen
van harte de regering bij dit ontwerp
steunen.
De heer Schoonenberg (C.P.N.)
wijst op de sterk groeiende invloed
van Amerika zowel in Nederland als
in Indonesië Standpunt van_ sprekers
partij is, dat Hatta en zijn groep
slechts „Quislings" zijn.
De heer van der Kieft (P. v. d. A.)
acht hans het bewijs geleverd, dat
parlementaire democratie ook snel
kan werken.
De heer van der Kiefst wenst voorts
hulde te brengen aan het door dr.
van Mok gepresteerde werk.
De heer Ruys de Beerenbrouck (K.
V.P.) is van mening, dat van een in
breuk op de grondwet hier geen spra
ke is. Een uitvoerig judidisch betoog
brengt spreker tot een conclusie, die
dicht staat bij de door mr. Oud in
de Tweede Karrer verdedigde opvat
ting. Hij vraagt echter aan de minis
ter nader aan te tonen, dat noodzaak
aanwezig is voor het volgen van de
procedure.
De minister van O. G„ mr. Sassen,
betoogt in antwoord op de sprekers,
dat er aanmerkelijk verschil bestaat
tussen eerste en tweede redactie van
het ontwerp. De sporen van de nood
zijn zeer duidelijk te onderkennen.
De regering noemt deze procedure
eveneens zeer ongewoon en zij wil
hier dan ook zeer. zuinig gebruik van
maken. Het staat echter de leden van
de Staten-Generaal vrij, bij dit ont
werp het hoofdaccent te leggen op
het noodrechts karakter. Wij zijn
thans in een beslissend stadium. Zul
len de onderhandelingen met de re
publiek worden hervat, ja dan neen,
en wat zullen van beide gevallen
de consequenties zijn? Deze vragen
hielden de regering bij de opstelling
van dit ontwerp voornamelijk bezig.
De minister .ontkent de door de
heer Schoonenberg naar voren ge
brachte Amerikaanse instructies.
Minister Sassen betoogt, dat er wel
degelijk van een noodtoestand spra
ke is. Hij wijst nog eens op de infil
traties van zwaar gewapende repu
blikeinen. Een verbetering is nog niet
ingetreden. In één week kwamen 60
botsingen met geïnfiltreerde troepen
voor. Het ons trouw gebleven Indo
nesische bestuurscorps lijdt vele ver
liezen, hier en daar is het geheel ver
dwenen. Administrateurs van onder
nemingen zijn voortdurend aan le
vensgevaar blootgesteld en hun fami
lieleden moesten worden geëvacueerd
naar veiliger gebieden. De terreurda
den worden van de republiek uit aan
gemoedigd en verordend.
De actie van Moeso is nog lang niet
bedwongen. Aanhangers van Moeso
voeren een guerilla. Veel wordt er
gemoord, voedselvoorraden worden
vernield, verkeersbruggen verwoest
enz. Vele bestuursambtenaren ziin
cok hier het slachtoffer van terreur
daden. Ook op Sumatra is grote wan
orde en materiële nood.
..Tk geef u slechts een uiterst sobere
schets van de toestand die dien ern
stig is. Wij staan voor een beslissend
stadium", aldus de minister.
Hierna schorst de voorzitter de
vergadering voor tien minuten, „om
dat enige fracties-de wens hadden te
kennen gegeven zich intern te bera
den".
Hierna wordt over het ontwerp ge
stemd.
Het ontwerp wordt met 38 tegen 12
stemmen aangenomen.
Tegen stemden de anti-revolutionai
ren, de communisten en de heer
Reijers.
GESNEUVELDEN IN 1940 THANS
HERBEGRAVEN.
Gisteren werd het stoffelijk over
schot van twee manschappen van
het 4 III (Rom\) g.b., die op 12 Mei
1940 bij Dordrecht waren gesneu
veld en aldaar waren begraven,
naar hun oude woonplaats Bergen
op Zoom overgebracht om een
rustplaats te krijgen in de gewijde
aarde tussen hun stadgenoten.
De plechtigheid op het R.K. kerk
hof werd door vele oud-leden van
het 4 in G.B. bijgewoond. De oud
commandant, reserve kapitein Man-
ders sprak enige woorden, daarbij
herinnerend aan de Meidagen 1940
en aan de wijze waarop beiden
door een vijandelijke granaat om
het leven waren gekomen.
Pechvogel.
Donderdagmorgen kwam
er een heertje met vale
bolhoed de redactie-kamer
binnen. Op het matje bij
de deur bleef hij staan,
kuchte een paar maal en
spreidde een bescheiden
heid ten toon, of het een
bezoek aan de inspecteur
der belastingen gold in
verband met een dwangbe
vel. Na enige tijd zag ik
een opening onder zijn
snor komen, waaruit viel af
te leiden dat hij bijna aan
spreken toe was. Vrij plot
seling ro'de het eruit: „Wat
denken de heren van vrou
wen?"
Nu kunt U er verzekerd
van zijn, dat r Ui ons al
veel vragen zijn gesteld,
maar nog rco;t zo'n gemak
kelijke. Daarom nam ik
gauw het woord en vertolk
te aller gevoelens door te
zeggen: ..Alls lofprijzingen
ziir haar deal. 't Ziin zon
netjes in een donkere we
reld".
Oh", bromde he* heertje
verontschuld ^eno en keek,
of hij tot de ontdekking
kwam dat hij een rolmops
besteld had in een sigaren-
vv-iikel.
Nu kan ik tooit hebben,
dat iemand in moeilijkhe
den zit en nam hem even
apart. Wat een pechvogels
heb je toch in de wereld!
Hij had zijn vrouw een
hoedje gegeven met een
kikkerveer, omdat ze jar.g
was. Twee duge*r late- zei
ze, dat die hoed absoluut
niet bij haar mantel paste
en om ziin cadeautje in ere
te houden, liet hij haar een
mantel kopen. Zelf bleef
bij thuis. Kon je alles van
tevoren weten! Zij kwam
terug met een bontjas. In
disch lam (de rekening
moet nog komen). Maai
toen had ze weer geen har
moniërende schoenen. Hij
dacht aan bet cadeautje
dat hij zelf had uitgezocht
en liet haar een paar
schoenen kopen. Ze'f ging
hij mee. En toen ook de
juffrouw in de -vinkei vond
dat er vanzelfsprekend een
paar nylons bij hoorde,
moest hij wel toegeven
evenals met die sjaal.
„En wat denkt U, dat ze
vanochtend zei?", vroeg hij
wanhopig.
„Dat rare hoedje van
jou draag ik niet meer!"
Schreiend is hij de Pape
gracht afgerend.
Dineetje.
Een Duitse boer bemerk
te in zijn weiland twee man
nen, die er een vuurtje
stookten. Hij besloot eens
poolshoogte te gaan nemen
en ontdekte dat het twee
gevluchte Russen waren,
die een soort soep bereid
den. Daar er erg grote stuk
ken vlees in dreven, liep de
boer even langs zijn koeien
om te zien. of ze nog hele
maal compleet waren. On
danks het feit, dat dit het
geval was, koesterde hij
toch argwaan en stapte
nogmaals op de Russen af.
„Hoe komen jullie aan
dat vlees?" vroeg hij.
De Russen tikten tegen
hun oren en zeiden in
spreekkoor: „Niks ver
staan!"
De boer gaf het echter
niet op wees eerst op een
koe. toen op het vlees in
de soep en riep vervolgens:
„Boeeeee".
Niks boeeee". galmde de
Russen geruststellend.
„Datte woef-woef"'
Commentaar overbo
dig!
Het nieuwe wapen.
In een voetbalvers1 ag la
zen wij:
„Men kon een speld ho
ren vallen van de spanning.
Het bruine monster lag
roerloos op de elfmeter-
stip en Jaap Vreeland stond
er achter. Toen snerpte
het fluitsignaal en met een
zeer been voltrok hij het
vonnis".
Dat is tenminste weer
eens iets anders!
Blazertjes.
Het is onbegrijpelijk,
maar waar. In Weenen zijn
de mannen slecht gehu
meurd, wanneer ze niets te
roken hebben. Vorige week
boften ze echter want op
een plein kwam een man,
die Amerikaanse sigaretten
verkocht voor de helft van
ce zwarte prijs. Alle zwart
handelaren op het plein
werden nijdig, omdat hij in
hun wijk zat, maar de
Weense vrouwen waren blij
en gaven hun mannen dub
bel zakgeld. In een wip
was de weldoener uitver
kocht en juist wilde hij
vertrekken, toen zijn eer
ste klant, gevolgd door bij
na alle andere klanten, het
plein op kwam rennen en
allerlei lelijke woorden
riep. Er bleek zaagsel in de
sigaretten te zitten in
plaats van tabak. De koop
man heeft tevergeefs ge
tracht er tussenuit te trek
ken. Het geld heeft hij te
rug moeten geven en op
het ogenblik ligt hij in een
ziekenhuis, waar hij bijna
niét te zien is van het ver
band.
Zijn vrouw heeft te
gen de buren verteld, dat
haar man zakenverlof
heeft.
Lezers, is er wel eens een
po'itie-agent naar *U toe
gekomen. om U te vertel
len. dat U zich buitenge
woon goed aan de ver
keersregels, houdt? Neen?
Dan moet U eens horen!
In Cleveland (Verenigde
Staten) gaan de politie
agenten van het standpunt
uit. dat het kwade ge
straft, maarhet goede
beloond moet worden. Wan
neer iemand daar tegen de
verkeersregels zondigt,
wordt hij op de bon geslin
gerd. Precies als hier. Maar
indien hij goed op de stop
lichten let, netjes op tijd
zijn hand uitsteekt enz.,
krijgt hij uit erkentelijk
heid een beloning. De man
nen mogen een sigaretje
opsteken en de dames een
heerlijke bonbon uit een
zakje nemen. Een en ander
geschiedt in het kader van
de verkeersactie „Wie goed
doet, goed ontmoet".
Heren agenten, wij
verwachten U binnenkort
bij dat nare stoplicht op de
hoek van de Breestraat en
het Kort Rapenburg. Na
tuurlijk met een snoepje
en een rokertje!
't Ei van Columbus.
De kinderwagens zijn
duur tegenwoordig. Nu
woont er hier in de stad
een practische moeder, die
wel een kindje heeft, maar
geen geld om een wag-en te
kopen. En omdat ze toch
graag uit rijden wilde
ging ze eens op de rommel
zolder snuffelen. Gister
middag hebben we haar
gezien in het v. d. Werff-
park. Onder een stofdoe
kenmandje had ze twee
wielen gemonteerd en aan
de bovenkant was een be
zemsteel bevestigd, om het
geheel voort te bewegen.
Ze liep zacht te neuriën:
„Rije, rije, rije met m'n
wagentje".
Ons kleine adviesbureau.
Mevr. P. te^R. Wan
neer U een bommantel wilt
hebben met St. Nicolaas,
kunt U dat beter niet
rechtstreeks vragen. Dan
loopt het toch op niets uit.
Zeg morgenavond zo ter
loops eens tegen uw echt
genoot. dat er zulke mooie
sierknopen in de winkel
op de hoek liggen. Die
geeft hij U vast. Door uw
dankbaarheid te tonen
komt hij na enige zin
spelingen in de loon van
de week tot het besef, dat
een paar sierknopen zon
der een blouse en een plis-
sérokje niet tot uiting ko
men en neemt hij U op Za
terdagmiddag mee de stad
in. De rest is heel gemak
kelijk. Enkele weken later
nodigt U 'n heleboel vrien
dinnen uit (mogen geen
mannen bij zijn, want die
betekenen een. reactionair
houvast). Op een gegeven
ogenblik komt U de kamer
binnen in uw nieuwe toi
let. Gedurende de tien mi
nuten. dat uw bezoek ..O,
wat enig" roeot en snoe
zig". behoeft U niet anders
te doen dan te g'immen van
trots en bemoedigend te
gen uw echtgenoot te la
chen, die met de minuut
meer verlegen wordt, om
dat hij straks als de wel
doener zal worden bekend
gemaakt. Zodra uw vrien
dinnen wee*- in staat zijn,
om belang te stePen in de
bron van herkomst zegt U,
of het de gewoonste zaak
van de wereM is: „Een
kleine attentie van mün
man'" (Vooral op kleine de
nadruk leggen!!) Uw be
zoek begint hem daarna
met bewondering aan te
staren en dat is het juiste
moment. Uw echtgenoot
meent dan een naar minu
ten, dat hij werkelijk de
grootste man ter wereld is
en U zegt. terwijl de be
wondering haar climax be
reikt: Met St. Nicolaas
krijg ik een bontmantel,
niet waar Jan?"
En hij zegt „ja" onder
getuigen!
De Heer V. te L. Dat uw
ex-buurvrouw Dient je al
een week voor uw verjaar
dag bloemen bracht, berust
niet op een vergissing. Dit
is een zogenaamd koppelca
deau. Zeven dag voor het
feest kriigt U bloemen. De
dag daarop een vaas, want
wat zijn bloemen zonder
vaas. Weer een dag later
ee*. tafel enz. Of het de in
richting van een woonver
trek zal worden of een heel
huis is moeilijk uit te ma
kken.
RESTAURATIE GROTE KERK IN
ARNHEM De Grote Kerk van de
Ned. Herv. Gemeente in Arnhem be
gint te herrijzen. Het achterstuk, dat
behouden is gebleven en waarvan
het interieur practisch gereed is, zal
binnenkort in gebruik worden ge
nomen. De voorkant moet nog geheel
herbouwd worden.
WEL SPIJSOLIE MAAR GEEN
FLESSEN.
De fabrikanten van spijsolie en de
handelaren hebben een groot tekort
aan flessen. Nu half December voor
alle leeftijdsgroepen een bon van
180 gram wordt aangewezen, vragen
zij met nadruk om alle lege spijs-
olieflessen zo spoedig mogelijk in te
leveren.
KOSTPRIJS WINTERMELK
DAALDE.
De prijs, die de Ned. veehouder
voor de melk ontvangt, zal m.i.v. 8
November weer worden gewijzigd.
Op het ogenblik wordt een zomer-
melkprijs betaald van 7>4 cent bij
een vetgehalte van 3.3. Het Land-
bouw Economisch Instituut is na een de''hoofdstedelijke politie om inlich-
nauwkeurige becijfering tot een pro- tingen omtrent de verdwijning van de
CACAO VOOR NEDERLAND
OP KOMST.
De internationale noodvoedsel-
raad heeft aan de aangesloten lan
den vooi gesteld voor het cacao-
jaar, lópende van 1 October 1948
tot 30 September 1949, tussentijdse
toewijzingen vast te stellen van in
totaal 446.390 ton cacaobonen. Vol
gens het voorstel zou Nederland
hiervan 27.000 ton ontvangen, Indo
nesië 1000 ton en België 1.800 ton.
OUDE MOORDZAKEN.
Politie vraagt aller medewerking bij
onderzoek.
Naar aanleiding van de oproep van
ducentenprijs gekomen, die iets lager
is dan een jaar geleden werd bere
kend. Waarschijnlijk als gevolg van
gunstiger productievoorwaarden. De
winterprijs 1947 was 20 cent per li
ter.
buffetjuffrouw M. J. van Meerten,
zijn tot nog toe geen inlichtingen bin
nengekomen, welke de duisternis, die
deze zaak omgeeft, verbreken.
De echtgenoot van deze vrouw, de
schipper P. A. G., verblijft nog steeds
in het Huis van Bewaring te Rotter
dam. Het is waarschijnlijk, dat hij
binnenkort naar Amsterdam zal wor
den overgebracht, doch voorlopig is
de Rotterdamse politie nog doènde
i met het onderzoek naar het gebeuren
aan de Waalhaven in October 1942.
De reconstructie van hetgeen zich
1 daar heeft afgespeeld is zeer moeilijk
en doordat vrouw een wankele ge
zondheid had staat niet vast of de
dood is ingetreden door worging of
door hartverlamming. In het laatste
geval zal G. geen moord ten laste
kunnen worden gelegd. Als motief
heeft de man naar voren gebracht,
dat zijn vrouw een verhouding met
een Chinees had, hetgeen zijn woede
had opgewekt. De lijkschouwing
welke in 1942 werd gehouden, heeft
omtrent de doodsoorzaak geen abso-
tute zekerheid gegeven.
Het onderzoek werd destijds zeer
ernstig bemoeilijk doordat G. als
wachtsman in dienst van de Duitsers
was. Hij is destijds door de P.R.A. als
politiek delinquent gearresteerd.
Het onderzoek, mede in verband
met de verdenkingen welke tegen G.
gerezen zijn in verband met andere
gepleegde misdrijven, wordt met
kracht voortgezet en zal vermoedelijk
nog geruime tij a in beslag nemen.
De politie doet nogmaals een ern
stig beroep op een ieder, die in deze
affaire inlichtingen kan verstrekken,
zich met de recherche te Amsterdam
in verbinding te stellen.
DIAMANTSMOKKELAARS
IN BELGIE GEPAKT.
Het Antwerpse parket heeft Don
derdag een inval gedaan in de dia
mantclub Fortuna aan de Pelikaan
straat aldaar, het centrum? van de
diamanthandel. Daarbij werden zes
Nederlanders en een Belg in hech
tenis genomen.
De Nederlandse autoriteiten zijn
terstond van de arrestatie in kennis
gesteld en onmiddellijk zijn enkele
Nederlandse rechercheurs naar Ant
werpen gereisd.
De inval had plaats 11a aankomst
van een trein uit Nederland. Men
vermoedde blijkbaar reeds enkele
tijd dat de knoeiers met deze trein
naar Antwerpen reisden. Onmiddel
lijk na aankomst begaven zij zich
naar de in de kelders van de club
gelegen safe waar zij over eigen
brandkasten bleken te beschikken.
In deze kelder zijn zij door de po
litie verrast.
BINNENLAND.
Prins Bernhard neeft een tocht
gemaakt langs verschillende onder
delen van de legerluchtmacht „Ne
derland". Hij bezocht o.a. de vliegvel
den Dee len en Soesterberg.
Tot burgemeester van Sloten is
benoemd de heer R. Alta, thans
hoofdcommies der gemeente Wym-
britsvadeel.
Het gymnasium Augustianum te
Eindhoven heeft onder zeer grote be
langstelling zijn gouden jubileum
gevierd.
Een wielrijdster, de 54-jarige
mevr. I. de H. te Amsterdam is door
een auto overreden en kort daarna
aan de gevolgen overleden.
Een sluitende begroting hebben
B en W. van den Haag bij de gemeen
teraad ingediend.
Te Eindhoven is in de ouder
dom van 46 jaar overleden ir. Th. F.
Funnebaker, directeur van gemeente
werken aldaar.
In de Drunense duinen (N.-B.)
zijn een tweetal wilde zwijnen gesig
naleerd, te Loonopzand is een volwas
sen exemnlaar gevangen.
Op 5 Nov. treedt een priizenbe-
schikking voor electro-technische
werkzaamheden die een verlaging in
houdt. in werking.
Het volgend jaar zal het Belgi
sche Rode Kruis om de 14 dagen een
transport van telkens 100 liter bloed
ter verwerking tot plasma naar Ne
derland sturen.
In de stationsrestauratie te
Utrecht is een gedenkplaat onthuld
voor een achttal tijdens de oorlog om
gekomen leden van het Utrechtse
tractiepersoneël.
Op een advertentie voor 40
thuiswerkers van een metaalwaren-
fabriek te 's-Graveland, meldden zich
meer dan 1500 gegadigden.
De teelt van erwten geeft in Ne
derland de laatste jaren dermate
slechte resultaten, dat velen vrezen,
dat dit product eerlang van de Ne
derlandse akkers zal verdwijnen.
De collecte, welke de Spoorweg-
t.uberculose-ver. in Sept. heeft geor
ganiseerd op de stations, heeft ruim
53.000 opgebracht.
Voor enkele biologen in de ruim
ste zin van het woord zal in 1949 de
gelegenheid bestaan omstreeks VA
maand met vergoeding van regerings
wege gebruik te maken van de Ne
derlandse werktafel in het Zoölo
gisch Station te Napels voor het doen
van wetenschappelijke onderzoekin
gen. Zij, die hiervoor in aanmerking
wensen te komen, kunnen* zich vóór
30 November aanmelden bij een dei-
leden der Napels-commissie (secre
tariaat Zooöl. Laboratorium, Jans
kerkhof 3, Utrecht).
De inlandse tabak van de oogst
1948 zal, volgens een beschikking in
de staatscourant van gisteren, gefer
menteerd dienen te worden, alvorens
t#> worden verwerkt. Tot 1 Maart 1949
kan deze tabak worden gezonden naar
een der erkende fermenteurs, van wie
een lijst is opgenomen in de staats
courant.
HET GEHEIM
VAN DE
40)
DOOR AGATHA CHRISTIE
Die laatste uitroep gold een taxi,
die met flinke vaart van onder de
bomen te voorschijn kwam. Of eigen
lijk gold hij de inzittenden of, nog
beter, één der inzitenden, een gro
te man met een kaal hoofd en een
enorme, git-zwarte baard.
„Als ik mij niet vergis," zei Antho
ny „hebben we daar onze vriend
baron Lollipop."
„Baron wat of wie?"
„Lollipop, zo noemde ik hem voor
het gemak. Van het uitspreken van
zijn echte naam wordt je te draaie
rig."
„Vanmorgen heeft de telefoniste
bijna de geest gegeven," zei Bundie.
„Zo, is dat de baron! Die wordt na-
tuutfijk vannjiddag mij toegewezen,
en dat, terwijl ik de hele ochtend
mr. Isaacsein al onder mijn vleugels
gehad heb. In het vervolg moet Geor
ge maar zelf zijn vuile was doen,
dat politieke gezeur ook altijd. O!
neem me niet kwalijk, mr. Cade, maat
daar gaat v ader, in deze donkere uren
moet ik hem ter zijde staan."
Ze knikte hem toe en ging vlug
haar" vader achterna.
Anthony bleef haar staan nakij
ken en toen ze verdwenen was, stak
hij nadenkend een sigaret op. Op
het ogenblik dat hij de ^cifer weg
wierp werd z'n aandacht getrokken
door een eigenaardig geluid, dicht
bij. Hij stond voor het schuitenhuis
en het bewuste geluid leek wel van
de andere zij kant te komen. Het riep
het beeld voor zich op van een man,
die vergeefs moeite deed drie maal
achtereen niezen te smoren.
„Wel, wel," dacht Anthony, „wie
zou daar aan de andere kant van het
schuitenhuis zitten? Even gaan kij
ken."
Hij voegde de daad bij het woord
en liep vlug en onhoorbaar om het
schuitenhuis heen.
Aan de andere kant ontdekte hij
een man die daar blijkbaar op z'n
knieën had gelegen en die juist uit
die houding opstond. Het was een
grote slanke man met een zwart
puntbaardje en grote donkere ogen,
achter een dimmend opgc .re.en
lorgnet. Hij droeg een lichte grijze
overjas van fattige snit, maar overi
gens was hij in zijn voorkomen de
solide man van zaken.
Wat doet u hier?" vroeg Anthony.
Van het eerste ogenblik af was hij
er van overtuigd, dat hij niet een van
zijn medegasten voor had.
„Pardon," zei de vreemdeling met
een glimlach, die voor beminnelijk
moest doorgaan, „ik heb mijn weg
verloren mijn weg verloren naar
„De vrolijke Cricketers". Zoüdt u
mij ook kunnen zeggen, hoe dat ik
moet?"
„Zeker," zei Anthony. „Maar per
boot gaat het niet, dat zeg ik u bij
voorbaat."
„Hè?" vroeg de vreemdeling met
een gezicht, of hij van dat antwoord
niets begreep.
„Ik zei," herhaalde Anthony met
vea1 betekende blik naar het schui
tenhuis, dat u De vrolijke vrouw
tjes' niet per boot kunt bereiken. Er
is een soort weg door het park, maar
die is een heel eind verderop. Hier is
u op verboden terrein."
„Dat spijt mij ten zeerste," zei de
vreemdeling. „Ik bij mijn weg ge
heel kwijt geraakt. En daarom
dacht ik: laat ik hiereen gaan en
vragen."
Anthony keek hem eens aan, maar
onthield er zich van, de man erop te
wijzen, dat op je knieën gaan lig
gen achter een schuitenhuis een heel
eigenaardige manier van inlichtingen
inwinnen is. Hij pakte hem vriend
schappelijk bij zijn arm en nam hem
zo mee naar de steiger.
„Dit pad af," zei hij, om het
meertje heen en dan rechtuit, danM
ziet u vanzelf de hoofdweg. Bij de
eerste bocht naar links afslaan, dan
komt u in het dorp. U logeert zeker
in de .„Cricketers"?"
„Ja monsieur, vanmorgen aange
komen. Duizendmaal dank voor uw
bereidwilligheid."
„Geen dank," zei Anthony. „Ik
hoop niet, dat u kou gevat hebt."
„Ik?' vroeg' de vreemdeling.
'„Van het knielen op die vochtige
grond," legde Anthony hem uit. „Als
ik goed heb gehoord, heeft u zoeven
al een paar maal geniesd."
„Ja dat kan wel," gaf de ander toe.
„Ja m'n oren zijn goed," zei An
thony „Maar laat ik u een raad ge
ven en probeer nooit niezen in te hou
den. Dat is heel gevaarlijk. Opinie
van verschillende eminente doctoren.
Wat het veroorzaakt weet ik niet
precies, aderverkalking of asthma of
zo iets, maar het is heel slecht. Goede
morgen."
„Goede morgen, monsieur en dui
zendmaal dank voor uw vriendelijk
heid om me de juiste weg te wijzen."
„Nummer twee. Verdachte vreem
deling uit de dorpsherberg," mom
pelde Anthony onder het nakijken
van de slanke nguur in de lichtgrij
ze demi. „En eerlijk gezegd is num
mer twee een type, dat ik zelf niet
kan thuisbrengen. Ziet er uit als een
Franse handelsreiziger. Va'gens mij
geen lid van ce Broederschap van de
Rode Hand Misschien vertegenwoor
diger van een eerde partij uit het
in nood-vei kerende Herzo-Slowakijc.
De Franse gouvernante heeft het
tweede raam van links. En bij het
schuitenhuis ontdekken we een my
sterieuze Fransman die daar op zijn
knieën ligt en gesprekken afluistert,
die hem geen steek aangaan. Het zou
me niets verwonderen, als het wat te
betekenen had."
Onder het overdenken van de mo
gelijkheden, die hij in z'n alleen
spraak opgesomd had, liep Anthony
naar het huis terug. Op het terras
vond hij lord Caterham zoals te
verwachten was, als de v^esgewor-
den neerslachtigheid en de beide
nieuwe gasten. Bij het zien van An
thony helderde het gezicht van de
eigenaar van „De Schoorstenen" op.
„O, bent u daar, mr. Cade,' zei hij.
„Mag ik u even voorstellen: Baron
eh-eh-eh- en kapitein Andrassy
mr Anthony Cade."
Baron Lolopretjzyl keek George
aan met ogen waarin de achterdocht
groter en groter werd.
„Mr. Cade!' ze.' hij stug. „Ik geloof
u vergist u."
„Een paar woorden onder vier
ogen, baron," zei Anthony. „Deze
kwestie moet even uitgelegd worden."
„Ik moet me op genade of onge
nade aan u overgeven, baron," begon
Anthony. „De kwestie is namelijk
deze: de laatste drie of vier dagen
heb ik Londen verblijf gehouden on
der een aangenomen naam. U kent
mij als James McGrath, maar dat is
ook aFes, verder gaat het bedrog niet.
U kent toch wel Shakespeare's ge
vleugeld woord over de onbelangrijk
heid van namen? Nu. dit met mij is
iets dergelijks. Het was u te doen
om degeen, die de mémoires in han
den had. en dat was ik. Zoals u
weet, zijn ze mij ontfutseld. Ik maak
u m'n compliment over de manier
waarop. Heeft u het bedacht of uw
chef?"
„Het eigen idee van z'n hoogheid
het was. En niemand anders het te
laten doen hij niet toestaan."
„Hij heeft het netjes opgeknapt:
dat moet ik zeggen,' zei Anthony
goedkeurend.
„De opvoeding van een Engelse
gentleman de prins ontvangen heeft,"
lichtte de baron Anthony in „De ge
woonte in Herzo-Siowijkije dat is."
„Een „prof" had het hem niet ver
beterd /ei Anthony. „Mag ik vragen,
zonder onbescheiden te zijn, wie ze-
op het ogenblik heeft?"