7 Noodwet Indonesië door Eerste Kamer aanvaard EEN WEEK HEEFT DAGEN \Jtoxie Qo£f ZATERDAG 30 OCTOBER 1948 DE LEIUSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 2 Gistermorgen behandelde de Eer ste Kamer in openbare vergadering het ontwerp noodwet Indonesië. De heer Pollema (Chr. H. U.) con stateert, dat de anti-revolutionairen in de Tweede Kamer geen poging hebben gedaan om het wetsontwerp te verbeteren, zoals de heren Oud, Tilanus en Van der Goes van Naters deden. Voor spreker en het overgrote deel van zijn fractie hebben wij hier te maken met staatsnoodrecht, al thans na de veranderingen, die door de behandeling van het ontwerp in de Tweede Kamer zijn aangebracht. Wij zitten ook bij talloze andere onderwerpen nog volop in het staats noodrecht. Waarom wil de regering dit ontwerp dan ook niet voorstel len als uitvloeisel van het staats noodrecht? Alleen als zodanig kan spreker het ontwerp aanvaarden. De heer Molenaar (Vrijh.) betoogt, dat wij hier niet te maken hebben met een ongeoorloofd gebruik van art. 210 van de Grondwet. Volgens spreker hebben wij hier te maken met een „delegatie" en de mogelijk heid tot „delegatie" heeft grenzen. Er staan, aldus gaat de heer Mo lenaar verder, twee belangrijke be perkingen in: 1) Er is bevestiging nodig van de genomen algemene maatregelen door het parlement. 2) De onderhavige wet geeft aan de re gering bevoegdheden slechts voor zeer korte tijd. Beide beperkingen maken het ont werp voor spreker aanvaardbaar, of schoon deze methode van wetgeving uiterst zeldzaam moet blijven. (Boyenstaande reeds geplaatst in onze vorige oplage). De heer Anema (A.-R.) wil zich be perken tot het staatsrechtelijk aspect van dit ontwerp. Art. 210 handelt over zeer essentiële punten van ons staats bestel. Spreker acht hierbij de moge lijkheid van delegatie uitgesloten. Uit grondwettelijk oogpunt bezien is dit ontwerp voor spreker niet aanvaard baar. De heer Jonkman (P. v. d. A.) me moreert het „historisch gebeuren" dat het instituut van „lt.-gouverneur-ge- neraal" thans op het punt staat te verdwijnen. Ondanks staatsrechtelijke bezwaren acht spreker gezien de dood toestand het ontwerp aan vaardbaar. De heer De Wilde (A.-R.) acht het ontwerp een bedenkelijke inbreuk op art. 210 van de grondwet. Ingaan de op de beleidsvraag betreffende In donesië betoogt spreker, niet in te zien. dat de nood-toestand aldaar die z.i. inderdaad aanwezig is tot deze proceduren zou nopen. De heer Kersten (K.V.P.) verklaart geen grondwettelijke bezwaren te hebben tegen dit ontwerp. Wel moet hij de heer de Wilde toegeven, dat hier wordt afgeweken van de oude getrouwe parlementaire-traditie. Maar komt dit niet juist door de feitelijke situatie? Naar sprekers inzicht wel. De gewichtige datum van 1 Jan. '49 nadert snel. Met de federalisten is overeenstemming bereikt. De mili taire situatie binnen en buiten de re publiek wordt met de dag ernstiger. Dit gevoegd bij het internationale as pect van de Indonesische kwestie en het einde van het instituut van land voogdij. brengt de noodtoestand naar voren. Spreker en zijn fractie willen van harte de regering bij dit ontwerp steunen. De heer Schoonenberg (C.P.N.) wijst op de sterk groeiende invloed van Amerika zowel in Nederland als in Indonesië Standpunt van_ sprekers partij is, dat Hatta en zijn groep slechts „Quislings" zijn. De heer van der Kieft (P. v. d. A.) acht hans het bewijs geleverd, dat parlementaire democratie ook snel kan werken. De heer van der Kiefst wenst voorts hulde te brengen aan het door dr. van Mok gepresteerde werk. De heer Ruys de Beerenbrouck (K. V.P.) is van mening, dat van een in breuk op de grondwet hier geen spra ke is. Een uitvoerig judidisch betoog brengt spreker tot een conclusie, die dicht staat bij de door mr. Oud in de Tweede Karrer verdedigde opvat ting. Hij vraagt echter aan de minis ter nader aan te tonen, dat noodzaak aanwezig is voor het volgen van de procedure. De minister van O. G„ mr. Sassen, betoogt in antwoord op de sprekers, dat er aanmerkelijk verschil bestaat tussen eerste en tweede redactie van het ontwerp. De sporen van de nood zijn zeer duidelijk te onderkennen. De regering noemt deze procedure eveneens zeer ongewoon en zij wil hier dan ook zeer. zuinig gebruik van maken. Het staat echter de leden van de Staten-Generaal vrij, bij dit ont werp het hoofdaccent te leggen op het noodrechts karakter. Wij zijn thans in een beslissend stadium. Zul len de onderhandelingen met de re publiek worden hervat, ja dan neen, en wat zullen van beide gevallen de consequenties zijn? Deze vragen hielden de regering bij de opstelling van dit ontwerp voornamelijk bezig. De minister .ontkent de door de heer Schoonenberg naar voren ge brachte Amerikaanse instructies. Minister Sassen betoogt, dat er wel degelijk van een noodtoestand spra ke is. Hij wijst nog eens op de infil traties van zwaar gewapende repu blikeinen. Een verbetering is nog niet ingetreden. In één week kwamen 60 botsingen met geïnfiltreerde troepen voor. Het ons trouw gebleven Indo nesische bestuurscorps lijdt vele ver liezen, hier en daar is het geheel ver dwenen. Administrateurs van onder nemingen zijn voortdurend aan le vensgevaar blootgesteld en hun fami lieleden moesten worden geëvacueerd naar veiliger gebieden. De terreurda den worden van de republiek uit aan gemoedigd en verordend. De actie van Moeso is nog lang niet bedwongen. Aanhangers van Moeso voeren een guerilla. Veel wordt er gemoord, voedselvoorraden worden vernield, verkeersbruggen verwoest enz. Vele bestuursambtenaren ziin cok hier het slachtoffer van terreur daden. Ook op Sumatra is grote wan orde en materiële nood. ..Tk geef u slechts een uiterst sobere schets van de toestand die dien ern stig is. Wij staan voor een beslissend stadium", aldus de minister. Hierna schorst de voorzitter de vergadering voor tien minuten, „om dat enige fracties-de wens hadden te kennen gegeven zich intern te bera den". Hierna wordt over het ontwerp ge stemd. Het ontwerp wordt met 38 tegen 12 stemmen aangenomen. Tegen stemden de anti-revolutionai ren, de communisten en de heer Reijers. GESNEUVELDEN IN 1940 THANS HERBEGRAVEN. Gisteren werd het stoffelijk over schot van twee manschappen van het 4 III (Rom\) g.b., die op 12 Mei 1940 bij Dordrecht waren gesneu veld en aldaar waren begraven, naar hun oude woonplaats Bergen op Zoom overgebracht om een rustplaats te krijgen in de gewijde aarde tussen hun stadgenoten. De plechtigheid op het R.K. kerk hof werd door vele oud-leden van het 4 in G.B. bijgewoond. De oud commandant, reserve kapitein Man- ders sprak enige woorden, daarbij herinnerend aan de Meidagen 1940 en aan de wijze waarop beiden door een vijandelijke granaat om het leven waren gekomen. Pechvogel. Donderdagmorgen kwam er een heertje met vale bolhoed de redactie-kamer binnen. Op het matje bij de deur bleef hij staan, kuchte een paar maal en spreidde een bescheiden heid ten toon, of het een bezoek aan de inspecteur der belastingen gold in verband met een dwangbe vel. Na enige tijd zag ik een opening onder zijn snor komen, waaruit viel af te leiden dat hij bijna aan spreken toe was. Vrij plot seling ro'de het eruit: „Wat denken de heren van vrou wen?" Nu kunt U er verzekerd van zijn, dat r Ui ons al veel vragen zijn gesteld, maar nog rco;t zo'n gemak kelijke. Daarom nam ik gauw het woord en vertolk te aller gevoelens door te zeggen: ..Alls lofprijzingen ziir haar deal. 't Ziin zon netjes in een donkere we reld". Oh", bromde he* heertje verontschuld ^eno en keek, of hij tot de ontdekking kwam dat hij een rolmops besteld had in een sigaren- vv-iikel. Nu kan ik tooit hebben, dat iemand in moeilijkhe den zit en nam hem even apart. Wat een pechvogels heb je toch in de wereld! Hij had zijn vrouw een hoedje gegeven met een kikkerveer, omdat ze jar.g was. Twee duge*r late- zei ze, dat die hoed absoluut niet bij haar mantel paste en om ziin cadeautje in ere te houden, liet hij haar een mantel kopen. Zelf bleef bij thuis. Kon je alles van tevoren weten! Zij kwam terug met een bontjas. In disch lam (de rekening moet nog komen). Maai toen had ze weer geen har moniërende schoenen. Hij dacht aan bet cadeautje dat hij zelf had uitgezocht en liet haar een paar schoenen kopen. Ze'f ging hij mee. En toen ook de juffrouw in de -vinkei vond dat er vanzelfsprekend een paar nylons bij hoorde, moest hij wel toegeven evenals met die sjaal. „En wat denkt U, dat ze vanochtend zei?", vroeg hij wanhopig. „Dat rare hoedje van jou draag ik niet meer!" Schreiend is hij de Pape gracht afgerend. Dineetje. Een Duitse boer bemerk te in zijn weiland twee man nen, die er een vuurtje stookten. Hij besloot eens poolshoogte te gaan nemen en ontdekte dat het twee gevluchte Russen waren, die een soort soep bereid den. Daar er erg grote stuk ken vlees in dreven, liep de boer even langs zijn koeien om te zien. of ze nog hele maal compleet waren. On danks het feit, dat dit het geval was, koesterde hij toch argwaan en stapte nogmaals op de Russen af. „Hoe komen jullie aan dat vlees?" vroeg hij. De Russen tikten tegen hun oren en zeiden in spreekkoor: „Niks ver staan!" De boer gaf het echter niet op wees eerst op een koe. toen op het vlees in de soep en riep vervolgens: „Boeeeee". Niks boeeee". galmde de Russen geruststellend. „Datte woef-woef"' Commentaar overbo dig! Het nieuwe wapen. In een voetbalvers1 ag la zen wij: „Men kon een speld ho ren vallen van de spanning. Het bruine monster lag roerloos op de elfmeter- stip en Jaap Vreeland stond er achter. Toen snerpte het fluitsignaal en met een zeer been voltrok hij het vonnis". Dat is tenminste weer eens iets anders! Blazertjes. Het is onbegrijpelijk, maar waar. In Weenen zijn de mannen slecht gehu meurd, wanneer ze niets te roken hebben. Vorige week boften ze echter want op een plein kwam een man, die Amerikaanse sigaretten verkocht voor de helft van ce zwarte prijs. Alle zwart handelaren op het plein werden nijdig, omdat hij in hun wijk zat, maar de Weense vrouwen waren blij en gaven hun mannen dub bel zakgeld. In een wip was de weldoener uitver kocht en juist wilde hij vertrekken, toen zijn eer ste klant, gevolgd door bij na alle andere klanten, het plein op kwam rennen en allerlei lelijke woorden riep. Er bleek zaagsel in de sigaretten te zitten in plaats van tabak. De koop man heeft tevergeefs ge tracht er tussenuit te trek ken. Het geld heeft hij te rug moeten geven en op het ogenblik ligt hij in een ziekenhuis, waar hij bijna niét te zien is van het ver band. Zijn vrouw heeft te gen de buren verteld, dat haar man zakenverlof heeft. Lezers, is er wel eens een po'itie-agent naar *U toe gekomen. om U te vertel len. dat U zich buitenge woon goed aan de ver keersregels, houdt? Neen? Dan moet U eens horen! In Cleveland (Verenigde Staten) gaan de politie agenten van het standpunt uit. dat het kwade ge straft, maarhet goede beloond moet worden. Wan neer iemand daar tegen de verkeersregels zondigt, wordt hij op de bon geslin gerd. Precies als hier. Maar indien hij goed op de stop lichten let, netjes op tijd zijn hand uitsteekt enz., krijgt hij uit erkentelijk heid een beloning. De man nen mogen een sigaretje opsteken en de dames een heerlijke bonbon uit een zakje nemen. Een en ander geschiedt in het kader van de verkeersactie „Wie goed doet, goed ontmoet". Heren agenten, wij verwachten U binnenkort bij dat nare stoplicht op de hoek van de Breestraat en het Kort Rapenburg. Na tuurlijk met een snoepje en een rokertje! 't Ei van Columbus. De kinderwagens zijn duur tegenwoordig. Nu woont er hier in de stad een practische moeder, die wel een kindje heeft, maar geen geld om een wag-en te kopen. En omdat ze toch graag uit rijden wilde ging ze eens op de rommel zolder snuffelen. Gister middag hebben we haar gezien in het v. d. Werff- park. Onder een stofdoe kenmandje had ze twee wielen gemonteerd en aan de bovenkant was een be zemsteel bevestigd, om het geheel voort te bewegen. Ze liep zacht te neuriën: „Rije, rije, rije met m'n wagentje". Ons kleine adviesbureau. Mevr. P. te^R. Wan neer U een bommantel wilt hebben met St. Nicolaas, kunt U dat beter niet rechtstreeks vragen. Dan loopt het toch op niets uit. Zeg morgenavond zo ter loops eens tegen uw echt genoot. dat er zulke mooie sierknopen in de winkel op de hoek liggen. Die geeft hij U vast. Door uw dankbaarheid te tonen komt hij na enige zin spelingen in de loon van de week tot het besef, dat een paar sierknopen zon der een blouse en een plis- sérokje niet tot uiting ko men en neemt hij U op Za terdagmiddag mee de stad in. De rest is heel gemak kelijk. Enkele weken later nodigt U 'n heleboel vrien dinnen uit (mogen geen mannen bij zijn, want die betekenen een. reactionair houvast). Op een gegeven ogenblik komt U de kamer binnen in uw nieuwe toi let. Gedurende de tien mi nuten. dat uw bezoek ..O, wat enig" roeot en snoe zig". behoeft U niet anders te doen dan te g'immen van trots en bemoedigend te gen uw echtgenoot te la chen, die met de minuut meer verlegen wordt, om dat hij straks als de wel doener zal worden bekend gemaakt. Zodra uw vrien dinnen wee*- in staat zijn, om belang te stePen in de bron van herkomst zegt U, of het de gewoonste zaak van de wereM is: „Een kleine attentie van mün man'" (Vooral op kleine de nadruk leggen!!) Uw be zoek begint hem daarna met bewondering aan te staren en dat is het juiste moment. Uw echtgenoot meent dan een naar minu ten, dat hij werkelijk de grootste man ter wereld is en U zegt. terwijl de be wondering haar climax be reikt: Met St. Nicolaas krijg ik een bontmantel, niet waar Jan?" En hij zegt „ja" onder getuigen! De Heer V. te L. Dat uw ex-buurvrouw Dient je al een week voor uw verjaar dag bloemen bracht, berust niet op een vergissing. Dit is een zogenaamd koppelca deau. Zeven dag voor het feest kriigt U bloemen. De dag daarop een vaas, want wat zijn bloemen zonder vaas. Weer een dag later ee*. tafel enz. Of het de in richting van een woonver trek zal worden of een heel huis is moeilijk uit te ma kken. RESTAURATIE GROTE KERK IN ARNHEM De Grote Kerk van de Ned. Herv. Gemeente in Arnhem be gint te herrijzen. Het achterstuk, dat behouden is gebleven en waarvan het interieur practisch gereed is, zal binnenkort in gebruik worden ge nomen. De voorkant moet nog geheel herbouwd worden. WEL SPIJSOLIE MAAR GEEN FLESSEN. De fabrikanten van spijsolie en de handelaren hebben een groot tekort aan flessen. Nu half December voor alle leeftijdsgroepen een bon van 180 gram wordt aangewezen, vragen zij met nadruk om alle lege spijs- olieflessen zo spoedig mogelijk in te leveren. KOSTPRIJS WINTERMELK DAALDE. De prijs, die de Ned. veehouder voor de melk ontvangt, zal m.i.v. 8 November weer worden gewijzigd. Op het ogenblik wordt een zomer- melkprijs betaald van 7>4 cent bij een vetgehalte van 3.3. Het Land- bouw Economisch Instituut is na een de''hoofdstedelijke politie om inlich- nauwkeurige becijfering tot een pro- tingen omtrent de verdwijning van de CACAO VOOR NEDERLAND OP KOMST. De internationale noodvoedsel- raad heeft aan de aangesloten lan den vooi gesteld voor het cacao- jaar, lópende van 1 October 1948 tot 30 September 1949, tussentijdse toewijzingen vast te stellen van in totaal 446.390 ton cacaobonen. Vol gens het voorstel zou Nederland hiervan 27.000 ton ontvangen, Indo nesië 1000 ton en België 1.800 ton. OUDE MOORDZAKEN. Politie vraagt aller medewerking bij onderzoek. Naar aanleiding van de oproep van ducentenprijs gekomen, die iets lager is dan een jaar geleden werd bere kend. Waarschijnlijk als gevolg van gunstiger productievoorwaarden. De winterprijs 1947 was 20 cent per li ter. buffetjuffrouw M. J. van Meerten, zijn tot nog toe geen inlichtingen bin nengekomen, welke de duisternis, die deze zaak omgeeft, verbreken. De echtgenoot van deze vrouw, de schipper P. A. G., verblijft nog steeds in het Huis van Bewaring te Rotter dam. Het is waarschijnlijk, dat hij binnenkort naar Amsterdam zal wor den overgebracht, doch voorlopig is de Rotterdamse politie nog doènde i met het onderzoek naar het gebeuren aan de Waalhaven in October 1942. De reconstructie van hetgeen zich 1 daar heeft afgespeeld is zeer moeilijk en doordat vrouw een wankele ge zondheid had staat niet vast of de dood is ingetreden door worging of door hartverlamming. In het laatste geval zal G. geen moord ten laste kunnen worden gelegd. Als motief heeft de man naar voren gebracht, dat zijn vrouw een verhouding met een Chinees had, hetgeen zijn woede had opgewekt. De lijkschouwing welke in 1942 werd gehouden, heeft omtrent de doodsoorzaak geen abso- tute zekerheid gegeven. Het onderzoek werd destijds zeer ernstig bemoeilijk doordat G. als wachtsman in dienst van de Duitsers was. Hij is destijds door de P.R.A. als politiek delinquent gearresteerd. Het onderzoek, mede in verband met de verdenkingen welke tegen G. gerezen zijn in verband met andere gepleegde misdrijven, wordt met kracht voortgezet en zal vermoedelijk nog geruime tij a in beslag nemen. De politie doet nogmaals een ern stig beroep op een ieder, die in deze affaire inlichtingen kan verstrekken, zich met de recherche te Amsterdam in verbinding te stellen. DIAMANTSMOKKELAARS IN BELGIE GEPAKT. Het Antwerpse parket heeft Don derdag een inval gedaan in de dia mantclub Fortuna aan de Pelikaan straat aldaar, het centrum? van de diamanthandel. Daarbij werden zes Nederlanders en een Belg in hech tenis genomen. De Nederlandse autoriteiten zijn terstond van de arrestatie in kennis gesteld en onmiddellijk zijn enkele Nederlandse rechercheurs naar Ant werpen gereisd. De inval had plaats 11a aankomst van een trein uit Nederland. Men vermoedde blijkbaar reeds enkele tijd dat de knoeiers met deze trein naar Antwerpen reisden. Onmiddel lijk na aankomst begaven zij zich naar de in de kelders van de club gelegen safe waar zij over eigen brandkasten bleken te beschikken. In deze kelder zijn zij door de po litie verrast. BINNENLAND. Prins Bernhard neeft een tocht gemaakt langs verschillende onder delen van de legerluchtmacht „Ne derland". Hij bezocht o.a. de vliegvel den Dee len en Soesterberg. Tot burgemeester van Sloten is benoemd de heer R. Alta, thans hoofdcommies der gemeente Wym- britsvadeel. Het gymnasium Augustianum te Eindhoven heeft onder zeer grote be langstelling zijn gouden jubileum gevierd. Een wielrijdster, de 54-jarige mevr. I. de H. te Amsterdam is door een auto overreden en kort daarna aan de gevolgen overleden. Een sluitende begroting hebben B en W. van den Haag bij de gemeen teraad ingediend. Te Eindhoven is in de ouder dom van 46 jaar overleden ir. Th. F. Funnebaker, directeur van gemeente werken aldaar. In de Drunense duinen (N.-B.) zijn een tweetal wilde zwijnen gesig naleerd, te Loonopzand is een volwas sen exemnlaar gevangen. Op 5 Nov. treedt een priizenbe- schikking voor electro-technische werkzaamheden die een verlaging in houdt. in werking. Het volgend jaar zal het Belgi sche Rode Kruis om de 14 dagen een transport van telkens 100 liter bloed ter verwerking tot plasma naar Ne derland sturen. In de stationsrestauratie te Utrecht is een gedenkplaat onthuld voor een achttal tijdens de oorlog om gekomen leden van het Utrechtse tractiepersoneël. Op een advertentie voor 40 thuiswerkers van een metaalwaren- fabriek te 's-Graveland, meldden zich meer dan 1500 gegadigden. De teelt van erwten geeft in Ne derland de laatste jaren dermate slechte resultaten, dat velen vrezen, dat dit product eerlang van de Ne derlandse akkers zal verdwijnen. De collecte, welke de Spoorweg- t.uberculose-ver. in Sept. heeft geor ganiseerd op de stations, heeft ruim 53.000 opgebracht. Voor enkele biologen in de ruim ste zin van het woord zal in 1949 de gelegenheid bestaan omstreeks VA maand met vergoeding van regerings wege gebruik te maken van de Ne derlandse werktafel in het Zoölo gisch Station te Napels voor het doen van wetenschappelijke onderzoekin gen. Zij, die hiervoor in aanmerking wensen te komen, kunnen* zich vóór 30 November aanmelden bij een dei- leden der Napels-commissie (secre tariaat Zooöl. Laboratorium, Jans kerkhof 3, Utrecht). De inlandse tabak van de oogst 1948 zal, volgens een beschikking in de staatscourant van gisteren, gefer menteerd dienen te worden, alvorens t#> worden verwerkt. Tot 1 Maart 1949 kan deze tabak worden gezonden naar een der erkende fermenteurs, van wie een lijst is opgenomen in de staats courant. HET GEHEIM VAN DE 40) DOOR AGATHA CHRISTIE Die laatste uitroep gold een taxi, die met flinke vaart van onder de bomen te voorschijn kwam. Of eigen lijk gold hij de inzittenden of, nog beter, één der inzitenden, een gro te man met een kaal hoofd en een enorme, git-zwarte baard. „Als ik mij niet vergis," zei Antho ny „hebben we daar onze vriend baron Lollipop." „Baron wat of wie?" „Lollipop, zo noemde ik hem voor het gemak. Van het uitspreken van zijn echte naam wordt je te draaie rig." „Vanmorgen heeft de telefoniste bijna de geest gegeven," zei Bundie. „Zo, is dat de baron! Die wordt na- tuutfijk vannjiddag mij toegewezen, en dat, terwijl ik de hele ochtend mr. Isaacsein al onder mijn vleugels gehad heb. In het vervolg moet Geor ge maar zelf zijn vuile was doen, dat politieke gezeur ook altijd. O! neem me niet kwalijk, mr. Cade, maat daar gaat v ader, in deze donkere uren moet ik hem ter zijde staan." Ze knikte hem toe en ging vlug haar" vader achterna. Anthony bleef haar staan nakij ken en toen ze verdwenen was, stak hij nadenkend een sigaret op. Op het ogenblik dat hij de ^cifer weg wierp werd z'n aandacht getrokken door een eigenaardig geluid, dicht bij. Hij stond voor het schuitenhuis en het bewuste geluid leek wel van de andere zij kant te komen. Het riep het beeld voor zich op van een man, die vergeefs moeite deed drie maal achtereen niezen te smoren. „Wel, wel," dacht Anthony, „wie zou daar aan de andere kant van het schuitenhuis zitten? Even gaan kij ken." Hij voegde de daad bij het woord en liep vlug en onhoorbaar om het schuitenhuis heen. Aan de andere kant ontdekte hij een man die daar blijkbaar op z'n knieën had gelegen en die juist uit die houding opstond. Het was een grote slanke man met een zwart puntbaardje en grote donkere ogen, achter een dimmend opgc .re.en lorgnet. Hij droeg een lichte grijze overjas van fattige snit, maar overi gens was hij in zijn voorkomen de solide man van zaken. Wat doet u hier?" vroeg Anthony. Van het eerste ogenblik af was hij er van overtuigd, dat hij niet een van zijn medegasten voor had. „Pardon," zei de vreemdeling met een glimlach, die voor beminnelijk moest doorgaan, „ik heb mijn weg verloren mijn weg verloren naar „De vrolijke Cricketers". Zoüdt u mij ook kunnen zeggen, hoe dat ik moet?" „Zeker," zei Anthony. „Maar per boot gaat het niet, dat zeg ik u bij voorbaat." „Hè?" vroeg de vreemdeling met een gezicht, of hij van dat antwoord niets begreep. „Ik zei," herhaalde Anthony met vea1 betekende blik naar het schui tenhuis, dat u De vrolijke vrouw tjes' niet per boot kunt bereiken. Er is een soort weg door het park, maar die is een heel eind verderop. Hier is u op verboden terrein." „Dat spijt mij ten zeerste," zei de vreemdeling. „Ik bij mijn weg ge heel kwijt geraakt. En daarom dacht ik: laat ik hiereen gaan en vragen." Anthony keek hem eens aan, maar onthield er zich van, de man erop te wijzen, dat op je knieën gaan lig gen achter een schuitenhuis een heel eigenaardige manier van inlichtingen inwinnen is. Hij pakte hem vriend schappelijk bij zijn arm en nam hem zo mee naar de steiger. „Dit pad af," zei hij, om het meertje heen en dan rechtuit, danM ziet u vanzelf de hoofdweg. Bij de eerste bocht naar links afslaan, dan komt u in het dorp. U logeert zeker in de .„Cricketers"?" „Ja monsieur, vanmorgen aange komen. Duizendmaal dank voor uw bereidwilligheid." „Geen dank," zei Anthony. „Ik hoop niet, dat u kou gevat hebt." „Ik?' vroeg' de vreemdeling. '„Van het knielen op die vochtige grond," legde Anthony hem uit. „Als ik goed heb gehoord, heeft u zoeven al een paar maal geniesd." „Ja dat kan wel," gaf de ander toe. „Ja m'n oren zijn goed," zei An thony „Maar laat ik u een raad ge ven en probeer nooit niezen in te hou den. Dat is heel gevaarlijk. Opinie van verschillende eminente doctoren. Wat het veroorzaakt weet ik niet precies, aderverkalking of asthma of zo iets, maar het is heel slecht. Goede morgen." „Goede morgen, monsieur en dui zendmaal dank voor uw vriendelijk heid om me de juiste weg te wijzen." „Nummer twee. Verdachte vreem deling uit de dorpsherberg," mom pelde Anthony onder het nakijken van de slanke nguur in de lichtgrij ze demi. „En eerlijk gezegd is num mer twee een type, dat ik zelf niet kan thuisbrengen. Ziet er uit als een Franse handelsreiziger. Va'gens mij geen lid van ce Broederschap van de Rode Hand Misschien vertegenwoor diger van een eerde partij uit het in nood-vei kerende Herzo-Slowakijc. De Franse gouvernante heeft het tweede raam van links. En bij het schuitenhuis ontdekken we een my sterieuze Fransman die daar op zijn knieën ligt en gesprekken afluistert, die hem geen steek aangaan. Het zou me niets verwonderen, als het wat te betekenen had." Onder het overdenken van de mo gelijkheden, die hij in z'n alleen spraak opgesomd had, liep Anthony naar het huis terug. Op het terras vond hij lord Caterham zoals te verwachten was, als de v^esgewor- den neerslachtigheid en de beide nieuwe gasten. Bij het zien van An thony helderde het gezicht van de eigenaar van „De Schoorstenen" op. „O, bent u daar, mr. Cade,' zei hij. „Mag ik u even voorstellen: Baron eh-eh-eh- en kapitein Andrassy mr Anthony Cade." Baron Lolopretjzyl keek George aan met ogen waarin de achterdocht groter en groter werd. „Mr. Cade!' ze.' hij stug. „Ik geloof u vergist u." „Een paar woorden onder vier ogen, baron," zei Anthony. „Deze kwestie moet even uitgelegd worden." „Ik moet me op genade of onge nade aan u overgeven, baron," begon Anthony. „De kwestie is namelijk deze: de laatste drie of vier dagen heb ik Londen verblijf gehouden on der een aangenomen naam. U kent mij als James McGrath, maar dat is ook aFes, verder gaat het bedrog niet. U kent toch wel Shakespeare's ge vleugeld woord over de onbelangrijk heid van namen? Nu. dit met mij is iets dergelijks. Het was u te doen om degeen, die de mémoires in han den had. en dat was ik. Zoals u weet, zijn ze mij ontfutseld. Ik maak u m'n compliment over de manier waarop. Heeft u het bedacht of uw chef?" „Het eigen idee van z'n hoogheid het was. En niemand anders het te laten doen hij niet toestaan." „Hij heeft het netjes opgeknapt: dat moet ik zeggen,' zei Anthony goedkeurend. „De opvoeding van een Engelse gentleman de prins ontvangen heeft," lichtte de baron Anthony in „De ge woonte in Herzo-Siowijkije dat is." „Een „prof" had het hem niet ver beterd /ei Anthony. „Mag ik vragen, zonder onbescheiden te zijn, wie ze- op het ogenblik heeft?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 6