Mensen in hun beroep
Zie: het einde nadert
van alle
ding
en
Voedsel uit zonlicht en zeewater
3t'\\k als het
bonte leven zelf
Zaterdag 23 October i94è
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Het aanschijn der aarde zal
worden herschapen
IN DE BENAMING VAN KERMIS
VERMAKELIJKHEDEN zijn we
niet goed thuis, maar op het Schut-
tersland draaide op 3 October statig
rond, wat we het „reuzen-rad van
avontuur" zouden v/illen dopen
een enorm wiel, dat langzaam wen
telde en waaraan gondels gehecht
waren, die even langzaam omhoog
voeren en weer omlaag zakten. In
de schelle avond-verlichting was het
een fantastisch schouwspel. Een nog
al dure liefhebberij menen we, maai
de gondels waren toch telkens vol,
telkens weer met andere feestgan
gers, die óf benauwd keken, óf de
slappe lach hadden, óf bewonderend
waren óf elkaar van angst innig
omhelsden óf laatdunkend neerke
ken op het grut daar beneden. De
kermis-directie had het gewis niet
zo stichtelijk bedoeld, maar dat Reu
zenrad draaide daar als feestpredi
katie om het menselijk leven, een
feestpreek, waar geen eind aan kwam
tot het middernacht werd en het
rad stilstond. De Dag des Heren was
aangebroken.
NU ZOUDEN WE UW VERSTAN
DELIJKE VERMOGENS onder
schatten, als ge niet onmiddellijk hebt
begrepen dat het Reuzenrad de
aarde is, ronddraaiende in de ver
bijsterende leegte van het heelal,
met een kluitje van 2 milliard men
sen-zielen aan boord. Telkens zien
we weer andere gezichten, die het
grote avontuur van het leven mogen
wagen. Zestig, zeventig, bij hoge uit
zondering tachtig maal mogen ze mee
een zwaai om de zon maken. Dan
gaat de bel. Het feest is uit. Anderen
gaan op de opengevallen plaatsen
zitten. Het rad draait onverstoord
voort tot de Dag des Heren aan
breekt, die „zeer bittere dag" dat
het Reuzenrad zijn diensten staakt,
dat de wetten der natuur worden
opgeheven, en de aarde zoals de
profeet Isaias het/ zag heen en
weer gaat zwieren „als qen hang
mat". De mensen zullen .verdrogen
van angst". Het sterrenheir zal brul
lend neerstorten en de aarde, van de
banden der zwaartekracht ontsla
gen, waggelen en uiteen-barsten.
Dan zal het kruis, het teken van de
Mensenzoon, zichtbaar worden aan
liet rood-gloeiende uitspansel en de
Zoon Gods als een bliksemstraat uit
schieten van de wolken des hemels
„met grote macht en majesteit". Dat
Is het einde.
De hemel wordt opgerold als
een boekrol,
Heel zijn heir stort omlaag
Zoals het blad van de wijnstok
valt,
Het verdorde loof van de vijg.
(Isaias).
AP DEZE NACHT VAN ONTZET-
TING, volgt de melk-witte mor
genstond van een eeuwige zomerdag.
„En ik zag" schrijft Johannes m
het Boek der Openbaring „een
nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
want de eerste hemel en de eerste
aarde waren verdwenen en er was
geen zee meer. En ik zag uit de he
mel afdalen van God, de heilige stad,
hét nieuwe Jeruzalem".
Gelijkerwijs getuigt Petrus: ,W:j
verwachten, ingevolge zijn belofte
een nieuwe hemel en een nieuwe aar
de, waarin gerechtigheid woont."
Zoals de Almachtige op een enkele
wenk van zijn wil het heelal, waarin
we nu leven, schiep, zo zal Hij, om
het menselijk te zeggen, met een
simpel handgebaar na de ondërgang
van het ene. een ander heelal in
wording roepen, gelijk Hij door de
mond van de profeet Isaias heeft
aangezegd:
Want zie, Ik schep een nieuwe
hemel en een nieuwe aarde
Aan het vervlogene wordt niet
meer gedacht
In niemands hart komt 't meer op.
Is de wereld, waarop wij nu wo
nen vöor proeftijd, om ons examen
door te maken, reeds met pracht
omkleed, veel heerlijker zal de nieu
we wereld zijn. Johannes graait m
woord-nood naar kleurige edelste
nen, naar parels en robijnen, diaman
ten en smaragd, om de schoonheid
ervan te beschrijven. En Paulus kon
na een vizioen niet anders dan uit
roepen dan dat geen oog heeft ge
zien, geen oor heeft gehoord, datgene
v/at God bereid heeft voor degenen,
die Hem liefhebben.
OP DEZE NIEUWE AARDE zul
len de uitverkorenen wonen,
wier namen staan geschreven in het
„Boek des Levens van het Lam". Zij
zullen daar wonen niet als ijle schim
men, maar als mensen, met ziel en
lichaam. Bij het huivering-wekkend
bazuingeschal dat de ondergang der
oude aarde om-galmt, zullen de do
den, de milliarden doden, verrijzen,
ieder in het eigen lichaam, dat zij
vóór hun sterven bezielden. Het be
derfelijke lichaam wordt met onbe
derfelijkheid, het sterfelijke lichaam
met onsterfelijkheid bekleed. De Zoon
van God zal het lichaam onzer ver
nedering hervormen „in 'n oogwenk",
zodat het gelijkvormig wordt met
het lichaam, waarin Hij op aarde
verscheen na zijn eigen dood en ver
rijzenis nu 19 eeuwen geleden.
Wie 'ns buiten de sleur van ons
gewone leven treedt, wie de handen
ineenslaat van verbazing als hij
uit een onogelijke grauwe pop een
Veelkleurige vlinder ziet opwieken,
wie het doorbreken van de eier
schaal door het kuiken peinzend ga
deslaat en zich kan verwonderen
(over v/at toch eigenlijk een wonder
is) dat uit een nietig zaadje eén
welriekende, in streel-zijde geklede
bloem ontluikt zo iemand ziet ge
makkelijk in, dat de verrijzenis der
doden bij de natuur der dingen en
bij de boven-natuurlijke aard der
mensen aansluit. Al die grote lui
bankiers en burgemeestersal die
mensen, die ge ziet handeldrijven en
werken en ook gij zelf, zijt opge
groeid uit een zaadje, een zaadje zó
klein, dat het slechts door een micros
coop te onderscheiden zou zijn. Toch
was in dat microscopisch kleine
zaadje het eigene van ieders lichaam
besloten. Als we het niet zelf dage
lijks als de natuurlijkste zaak ter
wereld meemaakten, wie zou kun
nen geloven, dat zo iets mogelijk
was? Als we niet wisten, dat Chris
tus, „als eersteling van hen die ont
slapen zijn" na zijn dood met ziel
en lichaam verrees, wie zou het ge
loven? Maar nu v/eten we, dat, zo
als Christus is verrezen, ook wij eens
zullen verrijzen. Nu weten we, dat,
zoals het graan in de aarde valt en
koninklijk opschiet in een halm, God
aan ons gestorven lichaam een gestal
te zal geven, „zoals het Hem behaagt,
en wel aan iéder'zaad,zijn eigen ge
stalte."
FNIGERMATE KUNNEN WE NA
GAAN, hoe de verrezen licha
men der uitverkorenen zullen geaard
zijn, aangezien ze gelijkvormig zui
len zijn aan het verheerlijkte lichaam
van de verrezen Christus. Het
lichaam van Christus nu had zeer
bizondere eigenschappen. Het ver
plaatste zich met de snelheid van een
geest en ging door de muren heen.
Het was, zou men kunnen zeggen,
een vergeestelijkt lichaam, onsterfe
lijk, onMjdelijk, met glorielicht over-
togen. In overeenkomstige staat zul
len de uitverkorenen de nieuwe aar
de bewonen.
Deze nieuwe aarde zal eveneens
van een natuur zijn, welke volgens
ons thans beperkt inzicht, sterk aan
het bovennatuurlijke doet denken.
Er zal geen zee zijn, maar ook geen
zon en geen maan:
Niet meer zal de zon uw
daglicht zijn,
Noch de glans der maan u
beschijnen;
Maar God zal uw licht zijn
voor eeuwig.
Bestraald door het „Eeuwig Licht",
dat wij onze lieve doden toebidden
en zelf hopen te mogen aanschouwen,
zal men inonverstoorde vreugde ds
Heilige Stad, het eeuwig Jeruzalem
bewonen, zal
zal onze Vader, die in de hemelen is,
hen opnemen in het Rijk van zijn
Zoon. V/ie ongerechtigheid doet, wie
onrein is, zal uitgedreven worden in
de poel der hel. Wanneer de wereld
zal vergaan, is onbekend, maar voor
ieder onzer komt schielijk de dag
nader die „zeer bittere dag", waar
op wij uit cit leven zullen overgaan
in de eeuwigheid. En Hij spreekt:
Wie onrecht doet, laat hem
onrecht bedrijven,
Wie onrein is, laat hem zich
verder bevlekken;
Maar de gerechte moet steeds
gerechtiger,
De heilige moet nog heiliger
worden.
Zie, Ik kom spoedig; mijn loon
draag Ilc bij Mij,
Om ieder te vergelden naar
werken,
Ik ben de Alfa en Omega,
De Eerste en de Laatste, het
Begin en hét Einde.
Mochten we allen durven antwoor
den, wat de apostel Johannes ant
woordt, als de Heer zegt, dat Hij
haastig komen zal: „Amen! Heer Je
zus kom!".
v. P.
GRIEZELIG SPEELGOED Eric,
een 18' maanden oude chimpansee uit
West-Afrika, heeft geen enkel be
zwaar tegen de lekkernijen, die de
driejarige Barbara hem aanbiedt,
maar de kleuter zelf vindt het harige
beestje toch wel een beetje griezelig.
£te mag.eiipAexien, uan atoa-m.-ene'igie
Ter gelegenheid van de jaarlijkse
bijeenkomst van de Herald Tribune
Forum, welke Maandagavond haar
eerste zitting te New York hield, werd
door Bernard Baruch, Adviseur van
President Truman, die indertijd het
Amerikaanse voorstel tot de interna
tionale controle van atoomenergie
aanhangig heeft gemaakt, een rede
gehouden waarin hij verklaarde, dat
de Sowjet machthebbers door hun ve
to de verwezenlijking hadden verhin
derd van de Amerikaanse droom van
een wereld, waarin geen gevaar voor
vernietiging door atoomkracht zal be
staan,
Baruch verklaarde, dat hij niet van
mening was, dat een nieuwe oorlog in
de naaste toekomst te verwachten
was, en hij sprak de ernstige hoop
uit, dat dit gevaar uiteindelijk bezwo
ren zou kunnen worden. Doch de
angst daarvoor zal steeds blijven be
staan, voegde hij hieraan toe.
Over de mogelijkheden der atoom
energie zeide Baruch o.a
lm tegenstelling tot alle andere
krachtbronnen, kan splijtbaar mate
riaal zich uit zichzelf vermenigvuldi
gen. Steenkolen en olie verteren vol
komen wanneer zij in warmte wor
den omgezet, doch spliitbaar mate
riaal zal weer nieuw splijtbaar mate
riaal opleveren, zelfs wanneer het ge
bruikt wordt om energie voort te
brengen. Wij zijn thans bezig met de
eerste proeven voor zulk een „ont
wikkelingselement" en indien deze
proeven mochten slagen, zullen wij
uwiK uGiuifliwii van atoomenergie gebruik kunnen
drinkend maar
Dewonen, z ai xiieu unxi&cuu ujam - -
nooit verzadigd zijn dorsteen met
het water des Levens „helder als
kristal, opbruisend uit de Troon van
God en het Lam" en vruchten pluk
ken van de boom des Levens, die
staat „midden op het plein". Daar
zullen we God zien, niet meer wazig
als in een raadsel, maar van aange
zicht tot aangezicht:
Zij zullen zijn tot zijn volk
Hij zal zijn: God met hen
Dan zal Hij wegv/assen
Alle tranen uit hun ogen.
Deze hemelse heerlijkheid
is weggelegd voor de mensen,
die leven op aarde volgens Gods ge
bod. Ter beloning van een luttel
dienstbetoon en een vleugje liefde
:omengestelde rente opbrengt.
In de toekomst, zeide hij. is het mo
gelijk, dat atoomenergie de weten
schap is staat zal stellen om voedsel
te produceren uit een mengsel van
zonlicht, zeewater en voortbrengselen
van de zee. Zelfs nog dichter binnen
het menselijk bereik ligt de mogelijk
heid om zeewater door middel van
atoomkracht te destilleren voor be
sproeiingsdoeleinden voor de herwin
ning van gebieden, zoals de woestij
nen grenzende aan de Middellandse
Zee, meende Baruch.
De Amerikaanse proeven met radio
actieve isotopen hebben reeds zeer
veel bijgedragen tot het verkrijgen
van een grotere kennis omtrent de
geheimen van de plantengroei, ver
klaarde hij. Er is reeds voldoende
kennis opgedaan omtrent het karak
ter van „photosynthese", waardoor
planten in staat worden gesteld ge
bruik te maken van zonnekracht voor
de bereiding van stoffen met voe
dingswaarde en zij eetbare vetten
kunnen voortbrengen.
Terwijl hij erop wees, dat er reeds
belangrijke vorderingen zijn gemaakt
met de bescherming van natuurlijke
hulpbronnen, legde Baruch de nadruk
op de noodzakelijkheid om ook de
menselijke hulpbronnen te bescher
men. Misschien is wel de allergrootste
taak, welke thans voor ons is wegge
legd, de mens nieuw vertrouwen te
geven in zijn bekwaamheid om zijn
eigen lot te bepalen.
Handel met
Indonesië
uitgebreid
MET 50 PROCENT
Dank zij de besprekingen van het
Coördinatie College Nederland-Indo-
nesië zijn de moge'ijkheden in het
wederzijdse handelsverkeer tussen
beide landen voor de periode van 1
October 1948 tot 1 November 1949
met ongeveer 50% verruimd, verge
leken bij de;voorgaande periode. De
raming voor'de invoer in Nederland
uit Indonesië beloopt in totaal on
geveer 300 miPioen gulden, tegenover
een uitvoer van 250 millioen.
De invoer, die uiteraard in hoofd
zaak grondstoffen betreft bevat als
voornaamste sector de groep vetten,
bijvoorbeeld 200.000 ton copra, 40.000
ton palmohe, 15.000 ton palmpitten
en 18.000 ton grondnoten. Voorts zul
len belangrijke hoeveelheden thee,
foelie, huiden, vellen, aetherische
oliën, tin, kapok, vezels en rubber
worden geïmporteerd.
In het uitvoercontingent is voor
textiel een post van 80 millioen ge
raamd. De lijst vertoont verder een
grote verscheidenheid van artikelen,
zodat voor vrijwel alle sectoren van
de Nederlandse uitvoerindustrie ex
portmogelijkheden zijn vastgesteld.
Wat lezers schrijven
Serang 15-10-'48
EEN BRIEF VAN EEN MILITAIR
UIT INDIë.
In de Bataviase dagbladen ver
scheen de vorige week een bericht
van de Leger-cdt. in Indonesië, Lt.-
Gen. Spoor. O.m. werd daarin gewag
gemaakt van de jongste vertraging
van demobilisatie. Het is mij niet be
kend of dit bericht ook in de Holland
se bladen is opgenomen, maar ik
meen te mogen veronderstellen van
wel,
In September van 1947 werd offi
cieel onder ons en het Ned. volk be
kend gemaakt:
„Indien de toestand in Ned.-Indië
zicht ontwikkelt, zoals de regering
hoopt, zullen in 1948 terugkeren, de
dan nog niet afgeloste onderdelen
van de lichte divisiën, (O.V.W.), de
Ie Divisie 7 Dec., de 6 met deze di
visie uitgezonden bewakings-batal-
jons, en de 2e serie van 6 bewakings
bataljons. Indien mogelijk, maar dat
hangt af van v.ele, thans nog onbere
kenbare factoren, zal ook de in Juni—
Juli 1947 naar Indië vertrokken 2e
Divisie tegen het einde van 1948 ge
heel of gedeeltelijk naar Nederland
terugkeren".
Het spreekt vanzelf, dat wij deze
bekendmaking met enige reserve op
namen. Er staat niets definitiefs in.
Maar.... zij wekte hoopvolle ver
wachtingen.
Reeds kort daarna, op 25-10-'47
werd deze bekendmaking geannu
leerd, en daarmee waren ook onze
hoopvolle verwachtingen de bodem
ingeslagen.
Nu zijn we een jaar verder, en we
waanden ons in de laatste tropen-
maanden. „Niet langer dan 2 jaar,
bijzondere omstandigheden voorbe
houden", was< ons toch beloofd.
Maar neen, een simpel bericht, dat
de demobilisatie vertraagd is,
daarmee zijn voorlopig onze illusies
weer van de baan. De een begrijpt
misschien de noodzaak, de ander niet,
maar daar verandert de zaak niet
van. Ik mag daar als militair niet
verder op in gaan, buiten de daar
voor aangewezen (hyarchieke) weg,
maar m'n pen gloeit!!
In een naburige stad arriveerde j.l.
Zondag een gedeelte van een op de
zelfde dag in Priok aangekomen ba
taljon. Enige collega's van mij heb
ben Maandag bij dat onderdeel ken
nissen en/of familieleden opgezocht.
Door deze werd verteld, dat zij voor
18 maanden in de tropen waren, want*
dit was hun bij vertrek uit Holland
zwart op wit gegeven. Ik heb hiervan
echter geen bewijzen voorhanden. Ik
hoop voor de betrokken militairen,
dat hun verwachting vervuld wordt.
Maar als aan ons, die nu ruim 20
maanden in de tropen zijn, nog niet
de minste zekerheid kan worden ge
geven omtrent het tijdstip van de
mobilisatie, waarom dan al beginnen
met ij dele illusies op te wekken bij
nieuwe troepen?
In Gods naam, laat men toch zeg
gen waar 't op staat. Straks zijn er 4
lichtingen dienstplichtigen in de tro
pen. Een Churchill had de moed on
tot zijn mannen te zeggen: „Ik kan
jullie niets anders beloven dan bloed,
zweet en tranen". Is er dan niemand,
die de moed heeft om tot ons te zeg
gen, waar 't op staat? Waarom belof
ten doen, die niet vervuld kunnen
worden? Dergelijke teleurstellingen
kunnen ons bespaard blijven. Dat
zijn morele krakers!
Sold F v. d. MEER,
4-4-8 R.I.,
Veldpost Batavia.
Aan deze hartekreet willen wij
gaarne plaats geven. Ook wij zijn er
van overtuigd, dat het voor het mo
reel der militairen gewenst is, noodza
kelijk zelfs, dat geen beloften worden
gedaan en ook geen verwachtingen
worden gewekt, die later blijken niet
in vervulling te kunnen gaan. Red
„In mijn lange journalistieke loopbaan is mij
van alles overkomen. Maar dat nog niet. An
deren heb ik tientallen malen aan een inter
view onderworpen. Maar dat ik zelf nog eens
slachtoffer van een krantenman-collega zou
worden, dat had ik nooit gedacht. Wat wou je
eigenlijk weten? Je weet het zelf net zo goed
als ik en 't is allemaal doodgewoon!"
„Dat zeggen ze allemaal, collega. Maar 'n „ge
woon" vak is de journalistiek toch niet!"
„Neen, waarachtig niet. 't Is het meest bui
tengewone, meest buitenissige, meest buiten
sporige vak, dat er bestaat. Je kan er tegen
woordig voor opgeleid worden. Er is althans een
soort opleiding welke is aangehaakt aan de
Nijmeegse Universiteit. Dat is een goed ding,
maar je kweekt er geen journalisten mee. Je
wordt als journalist geboren, of anders word je
het nooit. Wat niet wil zeggen, dat die oplei
ding overbodig is. Want je wordt als kunstschil
der ook geboren, maar toch moet je de schil
dersacademie of hoe heet dat? afmaken,
anders blijf je technisch een kruk of je vindt
de knepen van het vak pas na veel zoeken en
vallen en opstaan. Trouwens, sommige dingen
moet je toch in de practijk leren of ontwikke
ien. Zoals bijv. het aanvoelen wat de lezers
graag willen weten. Zo werd ik eens als jong
verslaggevertje naar een schaatswedstrijd ge
stuurd. Ik kwam thuis met een sappig verhaal.
Als je het las zag je compleet de ijsbaan voor
je met de rijders en de toeschouwers, die met
rode wangen van de kou en de spanning toeke
ken. Maar de uitslagen had ik vergeten. Stel je
voor, namen leest nu eenmaal iedereen graag
in de krant."
„Dus jij vindt, dat je moet schrijven wat de
lezers graag willen lezen?"
„Nee, broekie, niet zulke strikvragen stellen!
Er is een groot verschil tussen wat belangrijk
is en wat de doorsnee lezer belangrijk vindt.
Voor een lezer is belangrijk wat zich binnen
zijn gezichtskring bevindt. Maar er zijn zeer
belangrijke dingen, welke zich dikwijls buiten
zijn gezichtskring bevinden. Dan is het de kunst,
die dingen op zo'n manier onder z'n neus te
brengen, dat hij er zich voor gaat interesseren.
Doe je 't te geleerd of te droog, dan snapt-ie het
niet en vindt je vervelend. „D'r staat vanavond
weer niks bijzonders in die snert krant", zegt-ie
dan. Doe je het al te populair, dan vindt-ie di
krant een leuterblaadje. Je moet het voelen,
hoe je je lezerskring moet aanspreken."
„Dat geldt toch niet voor ieder klein be
richtje?"
„Nou en óf! Kleine berichtjes hebben er ook
recht op, om behoorlijk verzorgd te worden. Je
vervalt zo gemakkelijk in tweede-hands jour
nalistieke termen, zoals: die „kapitale boerde
rij" die altijd „totaal in vlammen opgaat"; „diep
onder de indruk verlieten allen de dodenakker";
hij „smaakte het genoegen, de drenkeling van
een wisse dood te redden" en zo meer van die
lekkere gemeenplaatsen, welke je veroorloven,
berichtjes aan de lopende band te schrijven
zonder dat je je hersens hoeft te gebruiken. Een
recht geaard journalist haat gemeenplaatsen;
hij behoort zich in elke situatie te kunnen in
denken, z'n eigen gedachten er over te kunnen
vormen en die gedachten in pakkende en rake
bewoordingen te kunnen weergeven."
„Daar moet je maar tijd voor hebben!"
„Ja, dat is nu juist Iegelijk de charme van
het vak en z'n kwelgeest. Die eeuwige haast.
Een journalist wordt altijd geplaagd door een
nerveuze haast; hij moet snel iets weten en zo
veel mogelijk weten. Maar aan de andere kant
is het juist z'n grootste triomf, wanneer hij een
bex'cht eerder in de krant heeft dan een ander.
Snelheid en afwisseling; dat zijn de twee dui
vels, die door het kranténbedrijf jagen en de
journalist rusteloos voortdrijven met hun
zweepslagen. Hij kan er wel eens op vloeken,
maar hij kan er toch niet buiten, omdat hij z'n
ziel aan hen verkocht heeft. Het is als een zelf
gewilde, zelf-gezochte roes, waarin je leeft; al
tijd wat anders, iedere dag, 's morgens, 's mid
dags,' 's avonds, 's nachts vaak. Je snel indenken
in een probleem, vlug inleven in een situatie,
als in bliksemlicht de consequenties zien van een
nieuwe wending in de politiek, direct aanvoe
len de verdiensten en tekortkomingen van een
artistiêke prestatie, aat alles in een duizeling
wekkend tempo en in een kaleidoscopische bon
te warreling. Zo is het moderne leven, rijk, ge-*
varieerd, dynamisch, vlot van tempo en dat al
les moet de journalist in zijn greep hebben.
En wat hij grijpt, moet hij met een vaardige
woordkeus omtoveren tot iets, wat de mensen
pakt en boeit. Voor een ogenblik althans, want
de krant is een ééndagsvlieg. De journalist is
een tovenaar, die een moment van het haas
tige leven pakt en het laat zien, er alle facetten
van laat flonkeren en schitteren. Dan gooit hij
het achteloos weg en komt weer met iets
anders aan. Iedere dag opnieuw."
„De mensen vinden dat juist het meest in
teressante in de journailstieke loopbaan, die
eeuwige afwisseling."
„De mensenja, die zeggen altijd: „U hebt
maar een prettig leven, zo overal op en bij te
kunnen zijn. Je maakt nog 'ns wat mee en je
kunt wat vertellen!" Maar ze vergeten, dat je
niet overal voor je plezier komt. Neem bijv.
maar eens de geijkte oorden van vermaak,
schouwburg en bioscoop. Een .gewoon" mens
gaat er heen, omdat hij er zin in heeft. De re
censent gaat er heen, omdat het z'n werkkring
is. Een ander zoekt de film uit, die hem lijkt
of de soort toneelvoorstelling, waarin hij ple
zier heeft. De recensent van de krant heeft
biets uit te zoeken; hij kan ook niet thuis blij
ven als het thuis gezelliger is. Hij moet er over
schrijven, zelfs al zou hij er graag het zwijgen
toe doen, terwijl een ander kan volstaan met
te zeggen: ,,'t Was aardig" of: „Het was niet
mijn smaak". Dat moesten wij eens proberen!
En dan dat: „Je kunt nog eens wat vertellen".
Weet je, dat mijn vrouw dikwijls er over
klaagt, dat ik zo weinig nieuws weet fe vertel
len? Iedereen denkt, dat een journalist de hele
krant in z'n hoofd heeft, alles onthoudt wat hij
ooit ergens gelezen heeft, dat hij trouwens alles
gelezen heeft, wat er ooit op de wereld ge-
arukt is en overal van op de hoogte is. Wil je
wel geloven, dat niemand zo snel vergeet en ook
vergeten moet als een journalist. E journalist
beschouwt een gebeurtenis bijna uitsluitend als
iels waarvan een berichtje te maken valt of als
een onderwerp voor een beschouwing. Is dat
berichtje eenmaal gemaakt, de beschouwing
geschreven, dan heeft het voorval geen bete
kenis meer voor hem en zet hij het zo gauw
mogelijk uit zijn gedachten om zich te kunnen
wenden tot iets anders."
„Juist, waarde collega. Dat doe ik nu ook.
Je weet.de papierschaarste."
„Wat? Ik ben nog lang niet klaar. Ik ben nog
niet eens begonnen!"
Over de journalistiek raak je nooit uitge
praat. Maar je kunt niet alles in de krant
zetten.
PERSSPIEGEL
ACHTER DE FEITEN.
Uit de Linie:
De nieuwe regeling ten aanzien
van de verzending van luchtpost
naar onze militairen Overzee is nog
altijd allesbehalve bevredigend te
noemen.
Op vragen in de Kamer heeft Mi
nister Schokking enige mededelin
gen gedaan, die minstens schokkend
moeten heten. We weten, dat de K
L. M., volgens haar eigen verkla
ring, in haar toestellen op Indonesië
vervoerruimte te over heeft. Toch
ontstond volgens de Minister sedert
begin Juli van dit jaar „telkens door
overbelasting een vervoerachter-
stand".
Doch dit betreft slechts de tech
niek van het vliegen; erger is. wat
ten aanzien van de techniek van het
regeren aan het licht kwam.
„De Minister erkent, dat inderdaad
teveel met zakelijke en te weinig
met ideële factoren is rekening ge
houden"! En verder blijkt, dat „thans
op het ministerie de antwoorden
binnengekomen zijn van alle thuis
fronten naar aanleiding van een en
quête betreffende de te vernemen
maatregelen voor de postverzendin
gen naar de Nederlands militairen in
Indonesië".
De Minister neemt dus eerst maat
regelen en vraagt dan aan de betrok
kenen, hoe deze piaatregelen eigen
lijk zijn moesten!
Deze aarzelende koers achter de
feiten aan zou om te lachen zijn als
er niet zulke hoge belangen mede ge
moeid waren
Aetherklanken
ZONDAG
HILVERSUM II C415 M).
8.00 Nieuws. 8.15 Sonate van Bach.
9.30 Nieuws. 9.45 Inleiding van de
Boeren-Zondag. 9.50 Missielied. 9.55
Inleiding Hoogmis. 10.00 Hoogmis in
de kerk van Maria ten Hemelop
neming te De Steeg. 11.30 Compo
sities van Haendel. 11.40 Koor van
de Kathedrale Kerk. 11.55 Radio
Philharnvonisch Orkest. 12.15 Boe-
rendrachten in ons vaderland. 12.25
Boerenkapel „De Bietenbouwers",
13.00 Nieuws. 13.25 Harmonieën van
het platteland. 14.00 Omroeporkest.
14.30 Koren van het platteland. 15.00
De boer in de kunst. 15.15 KRO
Amusementsorkest. 15.45 Brabantse
verzen. 16.00 Missie-lof vanuit de
kapel in Steyl. 16.30 Sportreportage.
19.00 Avondliederen, 19.30 Nieuws.
19.45 Landliedenkoor uit Cavaleria
Rusticana, 19.50 United Nations Day
20.00 In het boeckhuijs, 20.15 Boe
rendansen en liedjes, 20.45 Lof der
boeren, 21.45 Cabaret van boeren uit
alle windstreken, 22.25 Ned. Boeren
in den vreemde, 23.15 Wij blijven
in de landelijke sfeer.
HILVERSUM I (301 M)
8.00 Nieuws, 8.40 Barcarole, 9.12
Sport, 9.15 Men vraagtwij
draaien, 12.0CT Het strijkorkest van
Hugo de Groot, 12.40 Bandi Balogh,
13.00 Nieuws, 13.20 Metropole Or
kest, 13.50 Even afrekenen, heren!
14.00 Spaanse dans, 14.05 Boeken
halfuur, 14.30 Concert met uitleg,
15.45 Filmpraatje door L. J. Jor-
daan, 16.00 Sky masters, 16.30 Repor-
tagedienst, 17.00 Provinciale dag,
Utrecht. 17.30 Ome Keesje, 17.50
Voetballen, 18.00 Nieuws. 18.30 Pro
gramma Ned. Strijdkrachten, 20.00
Europees Concert, 21.00 Reportage-
dienst, 21.10 Romancers, 21.45 Paul
Vlaanderen, 22.15 Boston Promena
de Orkest. 23.00 Nieuws, 23.45 Viool-
soli door Fritz Kreisler.
MAANDAG
HILVERSUM II (415 M)
7.00 Nieuws, 7.45 Woord voor de
dag, 8.00 Nieuws, 8.15 En nu aan
het werk, 9.15 Ochtendbezoek bij
jonge zieken, 9.35 Symph. Orkesten,
11.20 Van oude en nieuwe schrijvers,
11.40 Ochtend promenade, 12.00
Klassiek concert, 12.33 Ancora trio.
13.00 Nieuws, 13.15 Mandolinata,
13.45 Londens Radio Orkest, 14.00
Voor de scholen, 14.45 Tschaikowski
concert, 16.45 Jascha Heifetz, 17.00
Het Kleuterklokje, 17.15 Kameror
kest A. Krelage, 18.15 Sportrubriek,
18.30 Met band en plaat, 19.00
Nieuws, 19.15 Boekbespreking, 20.00
Nieuws, 20.15 Strijkorkest, 21.00
Erfgenaam van Redclyffe, 21.40 Om
roeporkest, 2.220 Populaire orgel
bespeling, 23.00 Nieuws, 23.40 Ural
Kozakkenkoor.
n HILVERSUM I (301 M)
7.00 Nieuws, 7.15 Ochtend gymn.,
8.00 Nieuws, 8.15 Ochtend varia,
10.15 Arbeidsvitaminen, 11.00 Op de
uitkijk, 11.15 Joop Walvis, 12.00
Eiffeltoren, 12.33 In het spionnetje,
12.38 Piano duo de Raaff-Schutte,
13.00 Nieuws, 13.20 Ensemble Tom»
Erich, 14.00 Wat gaat er om in de
wereld, 15.00 Bonbonnière. 16.00
Lichte orkest muziek, 16.45 Muziek-
kalender, 18.00 Nieuws, 18.20 An
drew Sisters, 18.30 Ned. Strijdkr.
19.00 Filmkrant, 20.00 Nieuws, 20.05
Radioscoop, '22.30 In stijgende lijn,
23.00 Nieuws.
Is Uw Radio defect?
BEL 2«24«
De Radio-Technische Dienst
I.E.M.C.O. N.V.. Nieuwe Rijn 32
repareert vlug. betrouwbaar en vak
kundig
AANTAL VARKENS. VOORAL
ZEUGEN, NEEMT TOE
Sinds September vorig jaar is de
varkensstapel met 93.000 dieren toe
genomen. Het verheugende voor onze
toekomstige vleesvoorziening is, dat
de uitbreiding vooral werd veroor
zaakt door de toename van het aan
tal zeugen met 51.000 stuks. Volgens
de herfsttelling van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek bedroeg het
aantal vorige maand 184.800