Mensen in hun beroep Zie: het einde nadert van alle ding en Voedsel uit zonlicht en zeewater 3t'\\k als het bonte leven zelf Zaterdag 23 October i94è DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Het aanschijn der aarde zal worden herschapen IN DE BENAMING VAN KERMIS VERMAKELIJKHEDEN zijn we niet goed thuis, maar op het Schut- tersland draaide op 3 October statig rond, wat we het „reuzen-rad van avontuur" zouden v/illen dopen een enorm wiel, dat langzaam wen telde en waaraan gondels gehecht waren, die even langzaam omhoog voeren en weer omlaag zakten. In de schelle avond-verlichting was het een fantastisch schouwspel. Een nog al dure liefhebberij menen we, maai de gondels waren toch telkens vol, telkens weer met andere feestgan gers, die óf benauwd keken, óf de slappe lach hadden, óf bewonderend waren óf elkaar van angst innig omhelsden óf laatdunkend neerke ken op het grut daar beneden. De kermis-directie had het gewis niet zo stichtelijk bedoeld, maar dat Reu zenrad draaide daar als feestpredi katie om het menselijk leven, een feestpreek, waar geen eind aan kwam tot het middernacht werd en het rad stilstond. De Dag des Heren was aangebroken. NU ZOUDEN WE UW VERSTAN DELIJKE VERMOGENS onder schatten, als ge niet onmiddellijk hebt begrepen dat het Reuzenrad de aarde is, ronddraaiende in de ver bijsterende leegte van het heelal, met een kluitje van 2 milliard men sen-zielen aan boord. Telkens zien we weer andere gezichten, die het grote avontuur van het leven mogen wagen. Zestig, zeventig, bij hoge uit zondering tachtig maal mogen ze mee een zwaai om de zon maken. Dan gaat de bel. Het feest is uit. Anderen gaan op de opengevallen plaatsen zitten. Het rad draait onverstoord voort tot de Dag des Heren aan breekt, die „zeer bittere dag" dat het Reuzenrad zijn diensten staakt, dat de wetten der natuur worden opgeheven, en de aarde zoals de profeet Isaias het/ zag heen en weer gaat zwieren „als qen hang mat". De mensen zullen .verdrogen van angst". Het sterrenheir zal brul lend neerstorten en de aarde, van de banden der zwaartekracht ontsla gen, waggelen en uiteen-barsten. Dan zal het kruis, het teken van de Mensenzoon, zichtbaar worden aan liet rood-gloeiende uitspansel en de Zoon Gods als een bliksemstraat uit schieten van de wolken des hemels „met grote macht en majesteit". Dat Is het einde. De hemel wordt opgerold als een boekrol, Heel zijn heir stort omlaag Zoals het blad van de wijnstok valt, Het verdorde loof van de vijg. (Isaias). AP DEZE NACHT VAN ONTZET- TING, volgt de melk-witte mor genstond van een eeuwige zomerdag. „En ik zag" schrijft Johannes m het Boek der Openbaring „een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en er was geen zee meer. En ik zag uit de he mel afdalen van God, de heilige stad, hét nieuwe Jeruzalem". Gelijkerwijs getuigt Petrus: ,W:j verwachten, ingevolge zijn belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aar de, waarin gerechtigheid woont." Zoals de Almachtige op een enkele wenk van zijn wil het heelal, waarin we nu leven, schiep, zo zal Hij, om het menselijk te zeggen, met een simpel handgebaar na de ondërgang van het ene. een ander heelal in wording roepen, gelijk Hij door de mond van de profeet Isaias heeft aangezegd: Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde Aan het vervlogene wordt niet meer gedacht In niemands hart komt 't meer op. Is de wereld, waarop wij nu wo nen vöor proeftijd, om ons examen door te maken, reeds met pracht omkleed, veel heerlijker zal de nieu we wereld zijn. Johannes graait m woord-nood naar kleurige edelste nen, naar parels en robijnen, diaman ten en smaragd, om de schoonheid ervan te beschrijven. En Paulus kon na een vizioen niet anders dan uit roepen dan dat geen oog heeft ge zien, geen oor heeft gehoord, datgene v/at God bereid heeft voor degenen, die Hem liefhebben. OP DEZE NIEUWE AARDE zul len de uitverkorenen wonen, wier namen staan geschreven in het „Boek des Levens van het Lam". Zij zullen daar wonen niet als ijle schim men, maar als mensen, met ziel en lichaam. Bij het huivering-wekkend bazuingeschal dat de ondergang der oude aarde om-galmt, zullen de do den, de milliarden doden, verrijzen, ieder in het eigen lichaam, dat zij vóór hun sterven bezielden. Het be derfelijke lichaam wordt met onbe derfelijkheid, het sterfelijke lichaam met onsterfelijkheid bekleed. De Zoon van God zal het lichaam onzer ver nedering hervormen „in 'n oogwenk", zodat het gelijkvormig wordt met het lichaam, waarin Hij op aarde verscheen na zijn eigen dood en ver rijzenis nu 19 eeuwen geleden. Wie 'ns buiten de sleur van ons gewone leven treedt, wie de handen ineenslaat van verbazing als hij uit een onogelijke grauwe pop een Veelkleurige vlinder ziet opwieken, wie het doorbreken van de eier schaal door het kuiken peinzend ga deslaat en zich kan verwonderen (over v/at toch eigenlijk een wonder is) dat uit een nietig zaadje eén welriekende, in streel-zijde geklede bloem ontluikt zo iemand ziet ge makkelijk in, dat de verrijzenis der doden bij de natuur der dingen en bij de boven-natuurlijke aard der mensen aansluit. Al die grote lui bankiers en burgemeestersal die mensen, die ge ziet handeldrijven en werken en ook gij zelf, zijt opge groeid uit een zaadje, een zaadje zó klein, dat het slechts door een micros coop te onderscheiden zou zijn. Toch was in dat microscopisch kleine zaadje het eigene van ieders lichaam besloten. Als we het niet zelf dage lijks als de natuurlijkste zaak ter wereld meemaakten, wie zou kun nen geloven, dat zo iets mogelijk was? Als we niet wisten, dat Chris tus, „als eersteling van hen die ont slapen zijn" na zijn dood met ziel en lichaam verrees, wie zou het ge loven? Maar nu v/eten we, dat, zo als Christus is verrezen, ook wij eens zullen verrijzen. Nu weten we, dat, zoals het graan in de aarde valt en koninklijk opschiet in een halm, God aan ons gestorven lichaam een gestal te zal geven, „zoals het Hem behaagt, en wel aan iéder'zaad,zijn eigen ge stalte." FNIGERMATE KUNNEN WE NA GAAN, hoe de verrezen licha men der uitverkorenen zullen geaard zijn, aangezien ze gelijkvormig zui len zijn aan het verheerlijkte lichaam van de verrezen Christus. Het lichaam van Christus nu had zeer bizondere eigenschappen. Het ver plaatste zich met de snelheid van een geest en ging door de muren heen. Het was, zou men kunnen zeggen, een vergeestelijkt lichaam, onsterfe lijk, onMjdelijk, met glorielicht over- togen. In overeenkomstige staat zul len de uitverkorenen de nieuwe aar de bewonen. Deze nieuwe aarde zal eveneens van een natuur zijn, welke volgens ons thans beperkt inzicht, sterk aan het bovennatuurlijke doet denken. Er zal geen zee zijn, maar ook geen zon en geen maan: Niet meer zal de zon uw daglicht zijn, Noch de glans der maan u beschijnen; Maar God zal uw licht zijn voor eeuwig. Bestraald door het „Eeuwig Licht", dat wij onze lieve doden toebidden en zelf hopen te mogen aanschouwen, zal men inonverstoorde vreugde ds Heilige Stad, het eeuwig Jeruzalem bewonen, zal zal onze Vader, die in de hemelen is, hen opnemen in het Rijk van zijn Zoon. V/ie ongerechtigheid doet, wie onrein is, zal uitgedreven worden in de poel der hel. Wanneer de wereld zal vergaan, is onbekend, maar voor ieder onzer komt schielijk de dag nader die „zeer bittere dag", waar op wij uit cit leven zullen overgaan in de eeuwigheid. En Hij spreekt: Wie onrecht doet, laat hem onrecht bedrijven, Wie onrein is, laat hem zich verder bevlekken; Maar de gerechte moet steeds gerechtiger, De heilige moet nog heiliger worden. Zie, Ik kom spoedig; mijn loon draag Ilc bij Mij, Om ieder te vergelden naar werken, Ik ben de Alfa en Omega, De Eerste en de Laatste, het Begin en hét Einde. Mochten we allen durven antwoor den, wat de apostel Johannes ant woordt, als de Heer zegt, dat Hij haastig komen zal: „Amen! Heer Je zus kom!". v. P. GRIEZELIG SPEELGOED Eric, een 18' maanden oude chimpansee uit West-Afrika, heeft geen enkel be zwaar tegen de lekkernijen, die de driejarige Barbara hem aanbiedt, maar de kleuter zelf vindt het harige beestje toch wel een beetje griezelig. £te mag.eiipAexien, uan atoa-m.-ene'igie Ter gelegenheid van de jaarlijkse bijeenkomst van de Herald Tribune Forum, welke Maandagavond haar eerste zitting te New York hield, werd door Bernard Baruch, Adviseur van President Truman, die indertijd het Amerikaanse voorstel tot de interna tionale controle van atoomenergie aanhangig heeft gemaakt, een rede gehouden waarin hij verklaarde, dat de Sowjet machthebbers door hun ve to de verwezenlijking hadden verhin derd van de Amerikaanse droom van een wereld, waarin geen gevaar voor vernietiging door atoomkracht zal be staan, Baruch verklaarde, dat hij niet van mening was, dat een nieuwe oorlog in de naaste toekomst te verwachten was, en hij sprak de ernstige hoop uit, dat dit gevaar uiteindelijk bezwo ren zou kunnen worden. Doch de angst daarvoor zal steeds blijven be staan, voegde hij hieraan toe. Over de mogelijkheden der atoom energie zeide Baruch o.a lm tegenstelling tot alle andere krachtbronnen, kan splijtbaar mate riaal zich uit zichzelf vermenigvuldi gen. Steenkolen en olie verteren vol komen wanneer zij in warmte wor den omgezet, doch spliitbaar mate riaal zal weer nieuw splijtbaar mate riaal opleveren, zelfs wanneer het ge bruikt wordt om energie voort te brengen. Wij zijn thans bezig met de eerste proeven voor zulk een „ont wikkelingselement" en indien deze proeven mochten slagen, zullen wij uwiK uGiuifliwii van atoomenergie gebruik kunnen drinkend maar Dewonen, z ai xiieu unxi&cuu ujam - - nooit verzadigd zijn dorsteen met het water des Levens „helder als kristal, opbruisend uit de Troon van God en het Lam" en vruchten pluk ken van de boom des Levens, die staat „midden op het plein". Daar zullen we God zien, niet meer wazig als in een raadsel, maar van aange zicht tot aangezicht: Zij zullen zijn tot zijn volk Hij zal zijn: God met hen Dan zal Hij wegv/assen Alle tranen uit hun ogen. Deze hemelse heerlijkheid is weggelegd voor de mensen, die leven op aarde volgens Gods ge bod. Ter beloning van een luttel dienstbetoon en een vleugje liefde :omengestelde rente opbrengt. In de toekomst, zeide hij. is het mo gelijk, dat atoomenergie de weten schap is staat zal stellen om voedsel te produceren uit een mengsel van zonlicht, zeewater en voortbrengselen van de zee. Zelfs nog dichter binnen het menselijk bereik ligt de mogelijk heid om zeewater door middel van atoomkracht te destilleren voor be sproeiingsdoeleinden voor de herwin ning van gebieden, zoals de woestij nen grenzende aan de Middellandse Zee, meende Baruch. De Amerikaanse proeven met radio actieve isotopen hebben reeds zeer veel bijgedragen tot het verkrijgen van een grotere kennis omtrent de geheimen van de plantengroei, ver klaarde hij. Er is reeds voldoende kennis opgedaan omtrent het karak ter van „photosynthese", waardoor planten in staat worden gesteld ge bruik te maken van zonnekracht voor de bereiding van stoffen met voe dingswaarde en zij eetbare vetten kunnen voortbrengen. Terwijl hij erop wees, dat er reeds belangrijke vorderingen zijn gemaakt met de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, legde Baruch de nadruk op de noodzakelijkheid om ook de menselijke hulpbronnen te bescher men. Misschien is wel de allergrootste taak, welke thans voor ons is wegge legd, de mens nieuw vertrouwen te geven in zijn bekwaamheid om zijn eigen lot te bepalen. Handel met Indonesië uitgebreid MET 50 PROCENT Dank zij de besprekingen van het Coördinatie College Nederland-Indo- nesië zijn de moge'ijkheden in het wederzijdse handelsverkeer tussen beide landen voor de periode van 1 October 1948 tot 1 November 1949 met ongeveer 50% verruimd, verge leken bij de;voorgaande periode. De raming voor'de invoer in Nederland uit Indonesië beloopt in totaal on geveer 300 miPioen gulden, tegenover een uitvoer van 250 millioen. De invoer, die uiteraard in hoofd zaak grondstoffen betreft bevat als voornaamste sector de groep vetten, bijvoorbeeld 200.000 ton copra, 40.000 ton palmohe, 15.000 ton palmpitten en 18.000 ton grondnoten. Voorts zul len belangrijke hoeveelheden thee, foelie, huiden, vellen, aetherische oliën, tin, kapok, vezels en rubber worden geïmporteerd. In het uitvoercontingent is voor textiel een post van 80 millioen ge raamd. De lijst vertoont verder een grote verscheidenheid van artikelen, zodat voor vrijwel alle sectoren van de Nederlandse uitvoerindustrie ex portmogelijkheden zijn vastgesteld. Wat lezers schrijven Serang 15-10-'48 EEN BRIEF VAN EEN MILITAIR UIT INDIë. In de Bataviase dagbladen ver scheen de vorige week een bericht van de Leger-cdt. in Indonesië, Lt.- Gen. Spoor. O.m. werd daarin gewag gemaakt van de jongste vertraging van demobilisatie. Het is mij niet be kend of dit bericht ook in de Holland se bladen is opgenomen, maar ik meen te mogen veronderstellen van wel, In September van 1947 werd offi cieel onder ons en het Ned. volk be kend gemaakt: „Indien de toestand in Ned.-Indië zicht ontwikkelt, zoals de regering hoopt, zullen in 1948 terugkeren, de dan nog niet afgeloste onderdelen van de lichte divisiën, (O.V.W.), de Ie Divisie 7 Dec., de 6 met deze di visie uitgezonden bewakings-batal- jons, en de 2e serie van 6 bewakings bataljons. Indien mogelijk, maar dat hangt af van v.ele, thans nog onbere kenbare factoren, zal ook de in Juni— Juli 1947 naar Indië vertrokken 2e Divisie tegen het einde van 1948 ge heel of gedeeltelijk naar Nederland terugkeren". Het spreekt vanzelf, dat wij deze bekendmaking met enige reserve op namen. Er staat niets definitiefs in. Maar.... zij wekte hoopvolle ver wachtingen. Reeds kort daarna, op 25-10-'47 werd deze bekendmaking geannu leerd, en daarmee waren ook onze hoopvolle verwachtingen de bodem ingeslagen. Nu zijn we een jaar verder, en we waanden ons in de laatste tropen- maanden. „Niet langer dan 2 jaar, bijzondere omstandigheden voorbe houden", was< ons toch beloofd. Maar neen, een simpel bericht, dat de demobilisatie vertraagd is, daarmee zijn voorlopig onze illusies weer van de baan. De een begrijpt misschien de noodzaak, de ander niet, maar daar verandert de zaak niet van. Ik mag daar als militair niet verder op in gaan, buiten de daar voor aangewezen (hyarchieke) weg, maar m'n pen gloeit!! In een naburige stad arriveerde j.l. Zondag een gedeelte van een op de zelfde dag in Priok aangekomen ba taljon. Enige collega's van mij heb ben Maandag bij dat onderdeel ken nissen en/of familieleden opgezocht. Door deze werd verteld, dat zij voor 18 maanden in de tropen waren, want* dit was hun bij vertrek uit Holland zwart op wit gegeven. Ik heb hiervan echter geen bewijzen voorhanden. Ik hoop voor de betrokken militairen, dat hun verwachting vervuld wordt. Maar als aan ons, die nu ruim 20 maanden in de tropen zijn, nog niet de minste zekerheid kan worden ge geven omtrent het tijdstip van de mobilisatie, waarom dan al beginnen met ij dele illusies op te wekken bij nieuwe troepen? In Gods naam, laat men toch zeg gen waar 't op staat. Straks zijn er 4 lichtingen dienstplichtigen in de tro pen. Een Churchill had de moed on tot zijn mannen te zeggen: „Ik kan jullie niets anders beloven dan bloed, zweet en tranen". Is er dan niemand, die de moed heeft om tot ons te zeg gen, waar 't op staat? Waarom belof ten doen, die niet vervuld kunnen worden? Dergelijke teleurstellingen kunnen ons bespaard blijven. Dat zijn morele krakers! Sold F v. d. MEER, 4-4-8 R.I., Veldpost Batavia. Aan deze hartekreet willen wij gaarne plaats geven. Ook wij zijn er van overtuigd, dat het voor het mo reel der militairen gewenst is, noodza kelijk zelfs, dat geen beloften worden gedaan en ook geen verwachtingen worden gewekt, die later blijken niet in vervulling te kunnen gaan. Red „In mijn lange journalistieke loopbaan is mij van alles overkomen. Maar dat nog niet. An deren heb ik tientallen malen aan een inter view onderworpen. Maar dat ik zelf nog eens slachtoffer van een krantenman-collega zou worden, dat had ik nooit gedacht. Wat wou je eigenlijk weten? Je weet het zelf net zo goed als ik en 't is allemaal doodgewoon!" „Dat zeggen ze allemaal, collega. Maar 'n „ge woon" vak is de journalistiek toch niet!" „Neen, waarachtig niet. 't Is het meest bui tengewone, meest buitenissige, meest buiten sporige vak, dat er bestaat. Je kan er tegen woordig voor opgeleid worden. Er is althans een soort opleiding welke is aangehaakt aan de Nijmeegse Universiteit. Dat is een goed ding, maar je kweekt er geen journalisten mee. Je wordt als journalist geboren, of anders word je het nooit. Wat niet wil zeggen, dat die oplei ding overbodig is. Want je wordt als kunstschil der ook geboren, maar toch moet je de schil dersacademie of hoe heet dat? afmaken, anders blijf je technisch een kruk of je vindt de knepen van het vak pas na veel zoeken en vallen en opstaan. Trouwens, sommige dingen moet je toch in de practijk leren of ontwikke ien. Zoals bijv. het aanvoelen wat de lezers graag willen weten. Zo werd ik eens als jong verslaggevertje naar een schaatswedstrijd ge stuurd. Ik kwam thuis met een sappig verhaal. Als je het las zag je compleet de ijsbaan voor je met de rijders en de toeschouwers, die met rode wangen van de kou en de spanning toeke ken. Maar de uitslagen had ik vergeten. Stel je voor, namen leest nu eenmaal iedereen graag in de krant." „Dus jij vindt, dat je moet schrijven wat de lezers graag willen lezen?" „Nee, broekie, niet zulke strikvragen stellen! Er is een groot verschil tussen wat belangrijk is en wat de doorsnee lezer belangrijk vindt. Voor een lezer is belangrijk wat zich binnen zijn gezichtskring bevindt. Maar er zijn zeer belangrijke dingen, welke zich dikwijls buiten zijn gezichtskring bevinden. Dan is het de kunst, die dingen op zo'n manier onder z'n neus te brengen, dat hij er zich voor gaat interesseren. Doe je 't te geleerd of te droog, dan snapt-ie het niet en vindt je vervelend. „D'r staat vanavond weer niks bijzonders in die snert krant", zegt-ie dan. Doe je het al te populair, dan vindt-ie di krant een leuterblaadje. Je moet het voelen, hoe je je lezerskring moet aanspreken." „Dat geldt toch niet voor ieder klein be richtje?" „Nou en óf! Kleine berichtjes hebben er ook recht op, om behoorlijk verzorgd te worden. Je vervalt zo gemakkelijk in tweede-hands jour nalistieke termen, zoals: die „kapitale boerde rij" die altijd „totaal in vlammen opgaat"; „diep onder de indruk verlieten allen de dodenakker"; hij „smaakte het genoegen, de drenkeling van een wisse dood te redden" en zo meer van die lekkere gemeenplaatsen, welke je veroorloven, berichtjes aan de lopende band te schrijven zonder dat je je hersens hoeft te gebruiken. Een recht geaard journalist haat gemeenplaatsen; hij behoort zich in elke situatie te kunnen in denken, z'n eigen gedachten er over te kunnen vormen en die gedachten in pakkende en rake bewoordingen te kunnen weergeven." „Daar moet je maar tijd voor hebben!" „Ja, dat is nu juist Iegelijk de charme van het vak en z'n kwelgeest. Die eeuwige haast. Een journalist wordt altijd geplaagd door een nerveuze haast; hij moet snel iets weten en zo veel mogelijk weten. Maar aan de andere kant is het juist z'n grootste triomf, wanneer hij een bex'cht eerder in de krant heeft dan een ander. Snelheid en afwisseling; dat zijn de twee dui vels, die door het kranténbedrijf jagen en de journalist rusteloos voortdrijven met hun zweepslagen. Hij kan er wel eens op vloeken, maar hij kan er toch niet buiten, omdat hij z'n ziel aan hen verkocht heeft. Het is als een zelf gewilde, zelf-gezochte roes, waarin je leeft; al tijd wat anders, iedere dag, 's morgens, 's mid dags,' 's avonds, 's nachts vaak. Je snel indenken in een probleem, vlug inleven in een situatie, als in bliksemlicht de consequenties zien van een nieuwe wending in de politiek, direct aanvoe len de verdiensten en tekortkomingen van een artistiêke prestatie, aat alles in een duizeling wekkend tempo en in een kaleidoscopische bon te warreling. Zo is het moderne leven, rijk, ge-* varieerd, dynamisch, vlot van tempo en dat al les moet de journalist in zijn greep hebben. En wat hij grijpt, moet hij met een vaardige woordkeus omtoveren tot iets, wat de mensen pakt en boeit. Voor een ogenblik althans, want de krant is een ééndagsvlieg. De journalist is een tovenaar, die een moment van het haas tige leven pakt en het laat zien, er alle facetten van laat flonkeren en schitteren. Dan gooit hij het achteloos weg en komt weer met iets anders aan. Iedere dag opnieuw." „De mensen vinden dat juist het meest in teressante in de journailstieke loopbaan, die eeuwige afwisseling." „De mensenja, die zeggen altijd: „U hebt maar een prettig leven, zo overal op en bij te kunnen zijn. Je maakt nog 'ns wat mee en je kunt wat vertellen!" Maar ze vergeten, dat je niet overal voor je plezier komt. Neem bijv. maar eens de geijkte oorden van vermaak, schouwburg en bioscoop. Een .gewoon" mens gaat er heen, omdat hij er zin in heeft. De re censent gaat er heen, omdat het z'n werkkring is. Een ander zoekt de film uit, die hem lijkt of de soort toneelvoorstelling, waarin hij ple zier heeft. De recensent van de krant heeft biets uit te zoeken; hij kan ook niet thuis blij ven als het thuis gezelliger is. Hij moet er over schrijven, zelfs al zou hij er graag het zwijgen toe doen, terwijl een ander kan volstaan met te zeggen: ,,'t Was aardig" of: „Het was niet mijn smaak". Dat moesten wij eens proberen! En dan dat: „Je kunt nog eens wat vertellen". Weet je, dat mijn vrouw dikwijls er over klaagt, dat ik zo weinig nieuws weet fe vertel len? Iedereen denkt, dat een journalist de hele krant in z'n hoofd heeft, alles onthoudt wat hij ooit ergens gelezen heeft, dat hij trouwens alles gelezen heeft, wat er ooit op de wereld ge- arukt is en overal van op de hoogte is. Wil je wel geloven, dat niemand zo snel vergeet en ook vergeten moet als een journalist. E journalist beschouwt een gebeurtenis bijna uitsluitend als iels waarvan een berichtje te maken valt of als een onderwerp voor een beschouwing. Is dat berichtje eenmaal gemaakt, de beschouwing geschreven, dan heeft het voorval geen bete kenis meer voor hem en zet hij het zo gauw mogelijk uit zijn gedachten om zich te kunnen wenden tot iets anders." „Juist, waarde collega. Dat doe ik nu ook. Je weet.de papierschaarste." „Wat? Ik ben nog lang niet klaar. Ik ben nog niet eens begonnen!" Over de journalistiek raak je nooit uitge praat. Maar je kunt niet alles in de krant zetten. PERSSPIEGEL ACHTER DE FEITEN. Uit de Linie: De nieuwe regeling ten aanzien van de verzending van luchtpost naar onze militairen Overzee is nog altijd allesbehalve bevredigend te noemen. Op vragen in de Kamer heeft Mi nister Schokking enige mededelin gen gedaan, die minstens schokkend moeten heten. We weten, dat de K L. M., volgens haar eigen verkla ring, in haar toestellen op Indonesië vervoerruimte te over heeft. Toch ontstond volgens de Minister sedert begin Juli van dit jaar „telkens door overbelasting een vervoerachter- stand". Doch dit betreft slechts de tech niek van het vliegen; erger is. wat ten aanzien van de techniek van het regeren aan het licht kwam. „De Minister erkent, dat inderdaad teveel met zakelijke en te weinig met ideële factoren is rekening ge houden"! En verder blijkt, dat „thans op het ministerie de antwoorden binnengekomen zijn van alle thuis fronten naar aanleiding van een en quête betreffende de te vernemen maatregelen voor de postverzendin gen naar de Nederlands militairen in Indonesië". De Minister neemt dus eerst maat regelen en vraagt dan aan de betrok kenen, hoe deze piaatregelen eigen lijk zijn moesten! Deze aarzelende koers achter de feiten aan zou om te lachen zijn als er niet zulke hoge belangen mede ge moeid waren Aetherklanken ZONDAG HILVERSUM II C415 M). 8.00 Nieuws. 8.15 Sonate van Bach. 9.30 Nieuws. 9.45 Inleiding van de Boeren-Zondag. 9.50 Missielied. 9.55 Inleiding Hoogmis. 10.00 Hoogmis in de kerk van Maria ten Hemelop neming te De Steeg. 11.30 Compo sities van Haendel. 11.40 Koor van de Kathedrale Kerk. 11.55 Radio Philharnvonisch Orkest. 12.15 Boe- rendrachten in ons vaderland. 12.25 Boerenkapel „De Bietenbouwers", 13.00 Nieuws. 13.25 Harmonieën van het platteland. 14.00 Omroeporkest. 14.30 Koren van het platteland. 15.00 De boer in de kunst. 15.15 KRO Amusementsorkest. 15.45 Brabantse verzen. 16.00 Missie-lof vanuit de kapel in Steyl. 16.30 Sportreportage. 19.00 Avondliederen, 19.30 Nieuws. 19.45 Landliedenkoor uit Cavaleria Rusticana, 19.50 United Nations Day 20.00 In het boeckhuijs, 20.15 Boe rendansen en liedjes, 20.45 Lof der boeren, 21.45 Cabaret van boeren uit alle windstreken, 22.25 Ned. Boeren in den vreemde, 23.15 Wij blijven in de landelijke sfeer. HILVERSUM I (301 M) 8.00 Nieuws, 8.40 Barcarole, 9.12 Sport, 9.15 Men vraagtwij draaien, 12.0CT Het strijkorkest van Hugo de Groot, 12.40 Bandi Balogh, 13.00 Nieuws, 13.20 Metropole Or kest, 13.50 Even afrekenen, heren! 14.00 Spaanse dans, 14.05 Boeken halfuur, 14.30 Concert met uitleg, 15.45 Filmpraatje door L. J. Jor- daan, 16.00 Sky masters, 16.30 Repor- tagedienst, 17.00 Provinciale dag, Utrecht. 17.30 Ome Keesje, 17.50 Voetballen, 18.00 Nieuws. 18.30 Pro gramma Ned. Strijdkrachten, 20.00 Europees Concert, 21.00 Reportage- dienst, 21.10 Romancers, 21.45 Paul Vlaanderen, 22.15 Boston Promena de Orkest. 23.00 Nieuws, 23.45 Viool- soli door Fritz Kreisler. MAANDAG HILVERSUM II (415 M) 7.00 Nieuws, 7.45 Woord voor de dag, 8.00 Nieuws, 8.15 En nu aan het werk, 9.15 Ochtendbezoek bij jonge zieken, 9.35 Symph. Orkesten, 11.20 Van oude en nieuwe schrijvers, 11.40 Ochtend promenade, 12.00 Klassiek concert, 12.33 Ancora trio. 13.00 Nieuws, 13.15 Mandolinata, 13.45 Londens Radio Orkest, 14.00 Voor de scholen, 14.45 Tschaikowski concert, 16.45 Jascha Heifetz, 17.00 Het Kleuterklokje, 17.15 Kameror kest A. Krelage, 18.15 Sportrubriek, 18.30 Met band en plaat, 19.00 Nieuws, 19.15 Boekbespreking, 20.00 Nieuws, 20.15 Strijkorkest, 21.00 Erfgenaam van Redclyffe, 21.40 Om roeporkest, 2.220 Populaire orgel bespeling, 23.00 Nieuws, 23.40 Ural Kozakkenkoor. n HILVERSUM I (301 M) 7.00 Nieuws, 7.15 Ochtend gymn., 8.00 Nieuws, 8.15 Ochtend varia, 10.15 Arbeidsvitaminen, 11.00 Op de uitkijk, 11.15 Joop Walvis, 12.00 Eiffeltoren, 12.33 In het spionnetje, 12.38 Piano duo de Raaff-Schutte, 13.00 Nieuws, 13.20 Ensemble Tom» Erich, 14.00 Wat gaat er om in de wereld, 15.00 Bonbonnière. 16.00 Lichte orkest muziek, 16.45 Muziek- kalender, 18.00 Nieuws, 18.20 An drew Sisters, 18.30 Ned. Strijdkr. 19.00 Filmkrant, 20.00 Nieuws, 20.05 Radioscoop, '22.30 In stijgende lijn, 23.00 Nieuws. Is Uw Radio defect? BEL 2«24« De Radio-Technische Dienst I.E.M.C.O. N.V.. Nieuwe Rijn 32 repareert vlug. betrouwbaar en vak kundig AANTAL VARKENS. VOORAL ZEUGEN, NEEMT TOE Sinds September vorig jaar is de varkensstapel met 93.000 dieren toe genomen. Het verheugende voor onze toekomstige vleesvoorziening is, dat de uitbreiding vooral werd veroor zaakt door de toename van het aan tal zeugen met 51.000 stuks. Volgens de herfsttelling van het Centraal Bu reau voor de Statistiek bedroeg het aantal vorige maand 184.800

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5