Bezoekt de consultatiebureaux
Onze militairen in Indië
De K.L.M. vliegt naar Sjanghai
NIEUWE BOEKEN
RECHTZAKEN
VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1948
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
BUITENPOST
In de grensgebieden verrichten on
ze militairen politiediensten. Zij zijn
gebonden aan a'lerlei beperkingen
die gebaseerd zijn op de veronderstel
ling dat de best andsbepalingen we
derzijds worden nageleefd. In wer
kelijkheid is dit niet overal het ge
val. Soms komen over de grenslijn
vernielers en rovers, die de bevol
king van hef randgebied teisteren.
De beperkende voorschrilten over
bewapening en sterkte en de grens
lijn waarachter de onruststokers zich
ongestraft kunnen lerugtrekken, ma
ken onze troepen daar vrijwel mach
teloos en met verbittering zien zij
toe hoe hun gebied ten gronde wordt
gericht. In de meeste grensstreken is
de situatie niet of niet zo ongustig en
daarom nog te meer gaan de sol
daten, die een slecht gebied hebben
getroffen, gebukt onder die toestand.
Het kamponghuis is vermoeid en
stoffig, stoffig als het oude groen van
de eeuwige palen rondom. De lucht
is grijs en effen. De luitenant zit in
ae kleine kamer. De vloer is verstofte
aarde van Midden-Java, de kleur van
verbleekte cacao. Dit stof waast ook
op de khaki-uitgaansuniformen aan
de wand met de verfloze legkast. Een
herinnering aan die eerste onwetende
maanden in Batavia, deze uniform.
Een grootsteedse herinnering, een
uniform voor concertavonden en re
ceptie-met-dame. Stof ligt op de hang
klok met slinger, een huiselijk stuk.
Een Hollandse kjok, ouderwets meu
bel gevonden in een verlate kam
ponghuis. Het opwinden is altijd een
heel karwei. Dan gaan eerst de wij
zers eraf en daarna de wijzerplaat.
Met een nijptang wordt de klok op
gedraaid. Dan worden er meteen een
paar wolken DDT in gespoten. In
DDT zit iets van olie. De plaat en de
wijzers gaan er weer op en het pe-
leton weet weer zesendertig uur on
geveer hoe laat het is. Sorps blijft de
klok eerder stPstaan. Dan wordt hij
op de zonnestand gelijkgezet. De
kleine kamer van de luitenant is door
een van bolikstroken gevlochten
mat wand afgeschoten in het voor
vertrek van het kamponghuis. In de
halfdonkere ruimte aan de andere
kant van de wand liggen wat solda
ten op hun veldbed te doezelen. De
luitenant is vierentwintig jaar en
komt uit Amsterdam uit de Concert
gebpuwbuurt. De meeste jongens van
zijn peleton komen van het Brabant
se land. Anderhalf jaar geüeden zijn
ze samen naar Indië gekomen. Drie
van zijn jongens zijn in West-Ja va
gesneuveld, bij Tasik. Een paar zijn
zenuwziek teruggegaan, een paar om
andere redenen afgekeurd. Vóór het
huis wordt met hoge bedragen gesme
ten. Vier man zijn daar aan het mo
nopoliën. Er wordt al wekenlang fel
monopolie gespeeld. De luitenant
schrijft een patrouille-rapport. Op
het ruwe blad van zijn bureau ligt
een pisangschil en uitgelezen
Saturday-evening Post met reclames
over herenmode. Over de draad van
het telefoontoestel met verroeste bel
lopen mieren af en aan. Hij verjaagt
ze nutteloos met de rook van zijn si
garet. Ze eten het vet uit het toestel.
Een"'uniformjas met vuile kraag ligt
op zijn veldbed. De verkleurde VP-
band zit nog aan de linkermouw;
het bivak ligt dicht bij de status quo-
lijn in de gedemihtairiseerde zóne.
De luitenant zit met ontbloot boven
lijf aan het bureau zonder laden. Er
was vanmorgen geen mandiwater. Hij
staart op 'n hoopje vuile was dat in 'n
hoek ligt en denkt aan de afgelopen
nacht. Met vijf man hadden ze een
hinderlaag betrokken aan de lijn. De
wereld bestond uit wat vochtige
struiken en uit nachtgeluiden. Het
was aardedonker en de lucht was
kille nevel en insecten. Hier en daar,
was het geblaf van kamponghonden.
Aan de andere kant van de lijn huil
de ergens een baby. De geweren
waren klem .Toen hadden ze op eigen
gebied de rode gloed gezien. Daar
gingen weer een paar huizen. Strui
kelend en in stilte vloekend, turend
en luisterendx waren ze op het schijn
sel afgegaan. Onder dekking van
een hoge berm hadden zij kunnen
toekijken hoe drie kamponghulzen in
lichterlaaie stonden en snel werden
verteerd door vlammen," die vonken
wierpen tot boven de palmenkronen
in d ezwar-te lucht. Vlak vóór hen
waren de harde silhouetten geweest
van struiken en van een paar ver
wonderlijk roerloze kippen. Vrij
doelloos waren zij sluipend op zoek
gegaan in het terrein. Een soldaat
had iets opgeraapt. Ipn stel dunne
koperen lepels die door de rampok-
kers waren verloren. Achter hen
knapte het smeulende bamboe met
droge knallen als van geweervuur.
Na een half uur grimmig sjouwen
hadden ze nog een eindeloze tijd in
hinderlaag gelegen tot de maan op
kwam. Slaperig, kleumend sjouwden
ze terug naar het bivak .Een paar
vroege passargangers schoven met
krakende rietmanden voorbij in het
verblekende donker. Bij enkele huis
jes was al het schijnsel van een
houtvuurtje. De aarde onder het nat
te struikgewas rook bitter en het
zweet was kil in hun kleren. De
wachtpost stond zwijgend voor het
huis. Binnen sliep nog alles. Zwijgend
hadden ze hun krib opgezocht en
zonder de klamboe te spannen waren
ze in slaap gevallen tot ze gewekt
werden door de geluiden van de
ochtend, 's Morgens waren een paar
man gaan kijken naar de verkoolde
resten van de huizen. Bij de berm op
de plek waar de patrouille 's nachts
had gelopen, lagen een paar van
handgranaten gemaakte mijnen met
houten paddestoeldakjes. Een won
der dat niemand er op had getrapt.
Dan had hij dit patrouillerapport
niet meer behoeven te schrijven, een
rapport uit de gedemilitairiseerde
zóne waar volgens het bestand geen
vijandelijkheden konden voorko
men
Een sneldienst naar het
„Hemelse Rijk"
Sjanghai, de millioenenstad in het
onmetelijke China, zal met ingang
van 28 September in het luchtnet van
de K.L.M. worden opgenomen. De
openingsvlucht welke op die dag
plaats heeft, luidt niet alleen een
eenmaal wekelijkse dienst in tussen
Amsterdam en China's eerste haven
stad, maar door het opnemen van
Sjanghai in het reeds meer dan
100.000 km. lange luchtnet der K.L.M
worden ook Amerika, Oost-Indië en
Brits Malakka door een „Constella
tion Sneldienst" verbonden met het
uitgestrekte Hemelse Rijk.
Dinsdagsavonds vertrekt de Con
stellation van Schiphol naar Cairo,
de volgende middag is de machine in
Basrha, Donderdags vliegt het toestel
van Karachi via Calcutta naar Bang
kok. In deze plaats wordt overnacht
en in de vroege morgenuren van Vrij
dag wordt koers gezet naar Sjanghai,
een afstand van 2860 km. naar de
deltamonding van de Pangtze Kiang.
Zondagsmorgens vertrekt de Constel
lation weer van „Lungwah", Sjang-
hai's vliegveld om Dinsdagmiddags
op Schiphol te landen; hier staat de
machine voor New York gereed.
Door China's achterdeur.
Sedert duizenden jaren hadden rei
zigers op weg naar China een enor
me omweg moeten makefi om door
China's voordeur, haar 8630 km. lange
grillige kustlijn, het land binnen te
komen. Het geheimzinnige en ontoe
gankelijke berggebied in het Westen
en Zuiden was slechts door enkelen
betreden. Tot in 1940 de achterdeur
werd geopend, doordat de UNRA in
dit' oorlogsjaar een luchtdienst over
de Birma China grens opende. Nu
had men de kortste weg gevonden
naar het uitgestrekte rijk met haar
mogelijkheden, tegenstellingen en af
standen.
De ontwikkeling van China stond
reeds vele eeuwen geleden op een
hoog peil, getuige o.m. de vele ge
schriften, waarvan de eersten reeds
uit 1200 v. Chr. dateren. Hoewel er.
nooit een moderne volkstelling werd
gehouden, schat men het aantal in
woners dat op China's 11 'A' millioen
km2 woont, op 364.000.000, jaarlijks
neemt de bevolking met 4 a 5 millioen
toe. Sjanghai, het eindpunt van de
KLM-lijn heeft 4y, millioen inwo
ners, het neemt in de rij van China's
steden een dominerende positie in.
Het is de eerste doorvoerhaven, is
één der grootste opslagplaatsen voor
petroleum en heeft de belangrijkste
katoenindustrie van geheel China. De
stad is omringd door 5 vliegvelden.
Hoewel in 1938 nog 80 pet. der be
volking uit analfabeten bestond er
de economische ontwikkeling van het
land steeds weer werd geremd- door
oorlogen, binnenlandse woelingen en
slechte verbindingen, heeft de mo
derne groot-industrie, die geconcen
treerd is in de grote steden de laat
ste jaren belangrijke vorderingen ge
maakt. Dit niet in het minst door bui
tenlandse bemoeiingen. (Sinds VJ-
Day heeft o.m. de Amerikaanse Re
gering aar. leningen en credieten
reeds meer dan dan 1.400.000.000
verleend voor onmiddellijke hulp aan
China-. Behalve de katoen neemt ook
de zijdeproductie een voorname
plaats in, voorts heeft China vele
graslinnenweverijen, metaalnijver
heid, hoogovens, scheepsbouw en een
uitgebreide glas- en porceleinindu-
strie 75 a CO pet. der bevolking legt
zich toe op .".e landbouw. Tarwe is
een belangrijk gewas, evenals rijst,
waarvan in 'n normaal jaar 42.000.000
ton wordt geproduceerd. Sojabonen
worden voor de consumptie, maar
tegenwoordig ook als grondstof voor
plastic benut. China is ook een der
grootste tabaksverbouwende en -con
sumerende landen ter wereld. Per
maand wordt voor 7000.000 Am. doll,
aan thee uitgevoerd.
Wol, huiden en borstelhaar zijn de
producten van China's veeteelt, de
pluimveestapel is aanzienlijk en be
staat uit pl.m. 311 ipillioen kippen,
ganzen en eenden. China is rijk aan
delfstoffen. Er wordt veel steenkool
gedolven (de grootste potentiële
krachtbron van het rijk- alsmede
ijzererts, mangaan bismuth, tin, kwik,
koper, lood, zink, wolfram, zilver en
goud. China be-zit verschillende hei
lige bergen, waarop in vroeger tijden
de Keizer aan Hemel en Aarde offer
de. Hoog boven deze bergen uit vlie- j
gen thans viermotorige luchtreuzen,
Banneberg, G. P. J., Drs. Pr.
Sint Willibrord in Waalre en Val-
kenswaard. Ontstaan en ontwik
keling ener vroege christenge
meenschap tot parochie. Geill.
met fig. -f 4 blz. reprod. 1
uitsl. krt. Nijmegen, De Koepel,
(Brabantia), V. Localiserende
kerkelijke geschiedenis van Bra
bant. Alle lof!
Chesterton, G. K. De Eeuwige
Mens. Vert. uit h. Engels (The
everlasting man) en van aan
teken. voorzien dr. H. Reijnen
Utrecht; Brussel, Het Spectrum,
IV. De geschiedenis van de mens
en van de christen; een boeiend
speelsdiepzinnige critiek op de
moderne kwasi-wetenschap, in
goede vertaling.
Dawson, Christopher, Voor
uitgang en Religie. Een histo
risch onderzöék. Vert. uit h.
Engels (Progress and Religion)
dr. Daniël Houtman Nijme
gen, De Koepel, Brussel, Sheed
Ward. IV. Analyse van het
optimistische bijgeloof in de
vooruitgang. Zeer belangrijk
boek met een eigen visie op het
verschijnsel der culturele evolu
tie.
van Duinkerken, Anton, Be
grip van Rome. Geill. met 16
blz. reprod. Bussum, Paul
Brand. V. Indrukken bij een be
zoek aan Rome. De Eeuwige
Stad werd door schrijver diep
beleefd. Een bijzonder mooi
boek.
Kloos, Willem. Verzen. Geill.
met 1 portr. A'dam, Wereld
bibliotheek, 1948. IV. Vele son
netten uit deze beroemde bundel
zullen hoogtepunten blijven van
onze poëzie.
Meijer, J., Dr. Het verdwenen
Ghetto. Wandelingen door de.
Amsterdamse Jodenbuurt. Geill.
met reprod. A'dam, Joachim-
sthal, 1948. (24 x 16), 160 blz.,
IV. Veel wetenswaardigheden
omtrent de Jordaan-bewoners,
hun religie en zeden. Objectief,
maar niet gemakkelijk leesbaar
voor niet-Joden.
Monro, Margaret T., Margaret
Clitherow. Een martelares uit
de tijd van Koningin Elizabeth.
Vert. uit h. Engels (Blessed Mar
garet Clitherow) dr. A. J. H.
Boezeman Utrecht; Brussel,
Het Spectrum. V. Het nobele le
ven vah een dappere vrouw, uit
stekende moeder en goede écht-
genote, ten tijde .van de Engelse
geloofsvervolging op het einde
der 16e eeuw. Zeer aanbevolen.
du Moustler, Benoit. Onze
God. Een jaar des Heren met de
mystieken der Franse school.
Geill. met 3 teken. dr. Ans van
Zeijst Bussum, Paul Brand.
V. Keur van beschouwingen,
ontleend aan de grote meesters
der Franse mystiek, over de ac
tieve contemplatie.
Neurdenburg, Elisabetr, Dr.
De Zeventiende eeuwe Beeld
houwkunst in de N. Nederlanden
Hendrik de Keyser, Artus Qual-
linus, Rombout Verhulst en tijd
genoten. Geill. met 210 afb. t.d.t.
A'dam, J. M. Meulenhoff,
1948. IV. Een schat van gege
vens en een model van wetensch.
studie omtrent onze teveel ver
geten goudeneeuwse figurale
beeldhouwkunst. Meesterlijk uit
gegeven.
Nordhoff, Charles, en James
Norman Hall. Botany Baai
A'dam,, J. W. Fritz (1948, (22 x
15), III. De geschiednis van de
eerste kolonisten in Australië, in
romanvorm. Ruw en rauw, maar
wel spannend geschreven.
van der Plas, Michel. I Hear
America Singing. A'dam, Vrij
Nederland, (1948) (23 x 15), IV.
Geslaagde vertalingen van de
beste Engelse en Amerikaanse
gedichten, die ontstonden uit de
oorlog en daaruit voortkomende
zielsconflicten.
Uyldert, Maurits. Dc Jeugd
van een dichter. Uit het leven
van Albert Verwey. Geill. met
8 blz. foto's. A'dam Allert de
Lange, 1948. IV. Talrijke per
soonlijke herinneringen en ine-
dita, die een apart licht werpen
op de persoonlijkheid -van Ver
wey, vooral op de verhouding
Kloos-Verwey. Rustig objectief.
Waterink, J., Dr., en Dr. II.
Smitskamp. Onze jonge Konin
gin thuis. Geill. met fig. -f 32
blz. foto's Wageningen, Zo
mer en Keuning, (Spiegel-serie)
V. Zeer lezenswaardig overzicht
van Haar leven, en tevens een
voortreffelijke karakteristiek vn
Haar persoonlijkheid. Een stijl
vol boek.
Werkman, Gerhard. Kent gij
het land der zee ontrukt. Enige
hoofdstukken uit de waterstaat
kundige geschiedenis van ons
woongebied. Geill. met fig. -f
32 blz. foto's Bussum, F. G.
Kroonder, V.
Een prachtboek over onze strijd
tegen het water van de Romei
nen tot de jongste inundatieé
toe. Uitstekend geillustreerde po
pulaire wetenschap.
van Zenderen, A. De gouden
Diadeem. Geill. met foto's
Utrecht, Sint Gregoriushuis. V
Geschiedenis van het Koninklijk
Huis, van 1877 tot heden. Een
aardig boek.
Eyckeler, J., Drs., S.M.M. Uit
de oudste geschiedenis van de
Kerk. Geill. met teken. dr.. An-
toon Heyn Haarlem, De
Spaarnestad. V. Overzicht van
de oudste geschiedenis van de
Kerk tot het einde van de eerste
eeuw.
I verboden; II is streng
voorbehouden; III voorbe
houd; IV volwassenen; IVV
rijpere jeugd; VI voor allen
waaronder nu ook de Vliegende Hol
landers.
De ontwikkeling van de burger
luchtvaart bevordert de vrede en de
ontwikkeling van handel, verkeer en
indifctrie van de gehele wereld, die
steeds kleiner wordt, naarmate de
vliegtuigen groter en sneller worden.
Daartoe zal ook deze „Constellation
Sneldienst'', welke „Orient-Star zal
worden genoemd, een belangrijke bij
drage kunnen leveren!
Zwemmen ls een mooie sport,
doch nuttig als het „reddend"
wordt!
Leidse Reddingsbrigade
Door een onvermoeibaar bureau moeten stellen, het
streven van talrijke des- geen, behoudens enkele
kundige enthousiasten
in ons land in de laatste
driekwart eeuw de zuige
lingensterfte gedaald van
ongeveer 1 op 5 tot onge
veer 1 op 20. Het is een
verblijdend resultaat, dat
echter nog niet volkomen
bevredigend is. Of die zui
gelingensterfte nog verder
uitzonderingen, waar
moeder de voorkeur geeft
aan huis- en kinderarts bo
ven het consultatiebureau
betekent, dat baby- maar
moet zien hoe hij vrij blijft
van ^zuigelingenziekten.
Want het is een feit, dat de
vrouwen, die hun kindje
niét vertonen op het con-
tekent, dat elke baby ge- ders vergeten, dat de ge
middeld. in zijn baby-jaar, routineerde arts met een
iets meer dan 7 keer op ,,half oog" meer ziet over
een consultatiebureau ver- de toestand van baby, dan
scheen. Dat getal van 7 is een of andere buurvrouw,
veel en veel te laag. Eens die lange betogen houdt. En
in de twee a drie weken c'e nuchtere, soms zeer kor-
daalt, hangt voor een groot sultatiebureau, heel vaak
gedeelte af van degenen,
die het meeste belang erbij
hebben, dat het kindje ge
zond en tierig opgroeit: de
moeders. Want dit resul
taat is voor een niet gering
deel bereikt door de moe
dercursussen en de consul
tatiebureaux voor zuige
lingen. v
In het jaar 1947 werden
de consultatiebuiéaux van
het Wit-Gele en het R.K.
Limburgse Groene Kruis
bezocht door ongeveer
67.500 nieuw ingeschreven
zuigelingen. Dat lijkt heel
wat. maar wannéér wij
het geboortecijfer van ons
katholieke bevolkingsdeel
nagaan, dan zien we dat
nog heel wat zuigelingen
het zonder bezoek aón het
een juiste tussenruimte
voor zoo'n bezoek en dat
bezoekcijfer over 1947
toont, dat er wel behoor
lijke belangstelling bestaat
voor de bureaux, maar dat
(j)loe.de1 itafi mei de. kteiniie)
juist degenen zijn, die hun
baby onbewust het ergste
mishandelen. Het zijn de
■ouderwetse, achterlijke,
eigenwijze moeders, en het
excuus ..mijn kindje man
keert niets" is geen excuus,
omdat het doel van het con
sultatiebureau is: te berei
ken, dat het kindje niets
gaat mankeren en dat het
de allerbeste kansen krijgt
om gezond en sterk op te
groeien. In het jaar 1947
bezochten deze 65.000 ba
by's de consultatiebureaux
ruim 480.000 'keer. Dat be
te opmerkingen, die in de
paar minuten van het con
sult worden gemaakt, zijn
nu net datgene wat nodig
is. En voor moeilijkheden
voor vragen, is er altijd
tijd genoeg.
Men kan moeilijk ver
wachten, dat elke baby als
het achtste wereldwonder
zal worden beschouwd, al
is natuurlijk uw baby iets
het bezoek niet geregeld héél bijzonders,
genoeg geschiedt en onge- De moeders die haar ba-
regeld bezoek aan consul- by de beste kansen wil
tatieburèau maakt het nut geven heeft er de tijd voor
daarvan minstens veel over om naar het consul-
kleiner, misschien zelfs tatiebureau te gaan zo vaak
twijfelachtig. Juist de ge- de consultatiebureauarts
regelde controle is de dit nuttig vindt, en ze
kracht van dit werk. blijft het hele babyjaar
Nu zijn er altijd moeders door geregeld terugkomen,
die vinden dat er zo wei- En als ze deze tekenen
nig aandacht wordt besteed van volharding een jaar
aan hun baby. Deze dwaze lang heeft gegeven, dan
moeders kan men alleen mag ze opnieuw beginnen
maar gelukwensen, omdat meF: bezoek aan het con-
het dan blijkbaar best gaat sultatiebureau voor kleu-
met baby. Maar die moe- 'ters.
HAAGSE RECHTBANK.
INBRAAK IN STATIONSGEBOUW
BODEGRAVEN.
Ernstige gevolgen van schietpartij.
De slager G. H. van W., zonder
vaste woonplaats, had op 5 Juni
1946 geholpen bij een inbraak in het
stationsgebouw te Bodegraven. Toen
men per auto terugkeerde, werd de
ze aangehouden door ambtenaren
van de C.C.D. Aan het bevel tot
stoppen werd echter niet voldaan,
waarna een achtervolging plaats
vond waarbij door de C.C.D.-ambte-
naren werd geschoten. Uit de achter
volgde auto werd terug geschoten
door van W. Hierdoor werd de con
troleur A. J. Jungslager uit Leiden
in het oog getroffen. Behalve dat hij
dus een oog verloor, verminderde
ook het gezichtsvermogen van het an
dere oog. Wegens deze schietpartij
had van W. zich Donderdagmiddag
voor de Haagse Rechtbank te ver
antwoorden. Verdachte ontkende de
bedoeling te hebben gehad de amb
tenaren te treffen. De Officier wees
erop, dat verdachte zeer ongunstig
bekend staat, en reeds lange tijd in
de gevangenis doorbracht. De eis
luidde vier jaar gevangenisstraf met
aftrek van preventief. De raadsman,
mr. Strieker, betoogde, dat verdachte
meer uit angst heeft gehandeld door
het schieten van de andere partij,
en pleitte clementie.
Vervolgens moest terecht staan
de bestuurder der auto, de brand-
stoffenhandelaar H. II., die met de
auto naar Bodegraven was gegaan.
Verdachte zei niet te hebben gewe
ten wat zijn passagiers van plan wa
ren doch de Officier meende, dat
verdachte dit wel had kunnen begrij
pen. Bovendien stopte hjj niet, toen
het bevel werd gegeven. Verdachte
had enkele goederen aangenomen
van de diefstal afkomstig. Wegens
heling vorderde de Officier negen
maanden gevangenisstraf met aftrek
van preventief, mr. Schuering be
toogde dat H. had gedacht met zwar
te handelaren te doen te hebben.
De koopman A. F. Y. uit .Am
sterdam was degene, die in de nacht
Bodegraven, en daaruit enige paren
damesschoenen, .pakken rijwielon
derdelen en andere goederen had
gestolen. Verdachte bekende het
feit, en de Officier wees erop, dat
Y. reeds viermaal is veroordeeld tot
stevige straffen. De eis luidde een
jaar en drie maanden gevangenis
straf.
De chauffeur-monteur E. B. C.
de P. uit Rotterdam, die even tevo
ren wegens een inbraak in het West-
land terecht had gestaan, behoorde
tot degenen, die mee naar Bodegra
ven was getogen om daar te gaan
plpnderen. Maar bij de inbraak in
het stationsgebouw, was hij in de
auto blijven zitten. Toch stond hij
wegens medeplichtigheid terecht, en
in verband met zijn strafblad, vor
derde de Officier ook tegen hem l
jaar en drie maanden gevangenis
straf. mr. Royaards pleitte clementie.
Opnieuw moest de verdachte
uit de.eerste zaak (de schietpartij),
de slager G. H. van der W. in de ver-
dachtenbank plaats nemen, vanwege
zijn aandeel aan de inbraak in het
station van Bodegravèn. Hij had het
slot geforceerd, en hielp de goederen
naar buiten dragen. Verdachte ver
telde dat hij momenteel totaal bijna
vier jaar aan straffen nog moet uit
zitten. zodat hij vroeg daarmee reke-
ning te houden. Gezien echter zijn
ongunstige reputatie, eiste de Offi
cier een jaar en drie maanden ge
vangenisstraf.
Ook mr. Strieker wees op de op
eenstapeling van straffen, en vroeg
daarmee rekening te houden ten
einde verdachte een kans te geven
zijn leven te beteren.
TARIEVEN LUCHTPOST
VERZENDING.
Suriname: gewone porten volgens
landmailtarief, luchtrecht boven ge
wone porten 30 ct. per 5 gram. Ge
drukte stukken, acten *en monsters
t/m. 20 gr. 30 ct., 20 t/m. 50 gr. 75«
ct., boven 50 gr. 75 ct. per 50 gram.
Aruba, Bonaire, etc.: tarief als
Ned.-Indië luchtrecht per 5 gram
van 25 ct. Gedrukte stukken, acten
en monsters t/m. 20 gr. 25 ct., 20 t/m.
van 56 Juni 1946 zich toegang had I 50 gr. 65 ct., boven 50 gr. 65 ct. per
yerschaft tot het stationsgebouw te 50 gram.
HET GEHEIM
VAN DE
6)
Jimmy stond op; trok een la van
een grote kast die in de hoek stond
open, nam er een bundeltje brieven
uit en schoof ze zijn vriend over de
tafel toe.
„Alsjeblieft. Kijk ze maar eens
door.''
„Is dat bepaald noodzakelijk? Ik
voel er eerlijk gezegd niet veel voor"
„Kijk eens hier. Na wat jij me van
die Zeven Schoorstenen verteld hebt,
zal ze er wel niet wonen. Alle kans,
dat ze er gelogeefd heeft. En daar
om ben ik ervoor, om die brieven
door te lezen. Misschien dat we op
die manier er achter komen, waar ze
ergens uithangt."
„Tja. a's je de zaak zó stelt, heb
je gelijk."
Ze lazen de brieven zorgvuldig
door, maar wat ze gehoopt hadden te
vinden, vonden ze niet. Toen ze
klaar waren, bond Anthony ze weer
bijeen.
„Arme stakker,'' zei hij. „Wat is
ze bang!''
„Denk je, dat je haar zult kunnen
vinden?" vroeg hij ongerust.
„Ik ga niet uit Engeland weg, vóór
het me gelukt is. Jij maakt je nogal
bezorgd over die onbekende juffer,
Jimmy!"
Jimmy streek met z'n wijsvinger
een paar maal nadenkend over de
ondertekening.
„Het is zo'n leuke, lieve naam,"' zei
hij dan verontschuldigend: Virginia
Reve."
HOOFDSTUK UI
Onrust in hogere kringen
„Zeker, beste kerel, zeker!" zei
Lord Caterham.
Dezelfde formule had nij al mins
tens vier keer herhaald en steeds
weer was hij in de hoop, dat het ge
sprek daarmee een einde zou nemen,
teleurgesteld. Hij vond - het buiten
gewoon onaangenaam, om op de
stoep van een van de chicste Londen-
se clubs te moeten staan en het ein
deloze gepraat van George Lomax te
moeten aanhoren.
Clement Edward Alistair Brent,
negende markies van Caterham, be
zat een uiterlijk, dat niet de minste
overeenstemming vertoonde met de
voorstelling, die de mensen zich ge
woonlijk van een markies maken.
Hij was een kleine, magere oude heer,
met een lajpge spitse neus en bleek
blauwe ogen. Zijn manieren waren
wat vaag en wat nonchalant, maar
lieten verder niets te wensen. Zijn
kleding echter liet, voor een heer,
alles te wensen.
Het drama in het leven van Lord
Caterham was, dat hij zijn broer vier
jaar geleden had moeten opvolgen.
De vorige Lord Caterham was een
man van betekenis geweest, iemand
wiens naam, als de naam van de man
die het model was van alles wat een
edelman moest zijn, op ieders lip
pen gelegen had. AJs minister van
Buitenlandse Zaken had hij jaren
lang in de diplomatieke kringen een
grote rol gespeeld en zijn buiten ver
blijf de' „Zeven Schoorstenen" was
beroemd om de gastvrijheid, die men
daar genoot. Met zijn echtgenote, een
dochter van de hertog van Perth,
als. gastvrouw, werden daar week
ends gehouden, die verstrekkende
gevolgen hadden. In heel -Engeland
was er niemand van naam te vinden,
die niet enige tijd op „De Zeven
Schoorstenen"' gelogeerd had.
Dat was nu alles goed en wel. De
negende markies van Caterham had
de grootste eerbied voor de prestaties
van de achtste. Henry had zich in al
le opzichten werkelijk voorbeeldig
gedragen. Maar ze moesten nu niet
verwachten, dat hij een imitatie van
zijn onvergetelijke voorganger te zien
zou geven. Hij voelde er niets voor,
om gewillig in de voetstappen van
zijn broer te treden en hij voelde er
absoluut niets voor, om de „Zeven
Schoorstenen" als een soort van na
tionaal hotel te laten gebruiken. En
niets verveelde hem meer dan politiek
of het moesten de politici zijn. Daar
om werd hij zo kregel onder het za
gen van George Lomax. Georg Lo
max de bekende politicus, een man
van een jaar of veertig met een em
bonpoint, uitpuilende ogen en hoog
rode gelaatskleur, en zéér hoge dunk
van zijn gewichtigheid.
„Je begrijpt toch, waar het om
gaat, is het niet, Caterham? We kun
nen, we mogen eenvoudigweg geen
schandaal riskeren. De toestand is
héél precair, héél precair."
„Dat is hy altijd," zqi Lord Cater
ham gelaten.
„Maar beste kere1, ik weet het po
sitief, door mijn positie, weet ik zul
ke dingen!"
„Zeker, zeker,"' zei Lord Caterham.
Hii had er al spijt van, dat hij zich
tot het prijsgeven van zijn gewone af-
weer-tactiek had laten verleiden.
„Een faux-pas wat deze Herzo-Slo-
wakijse geschiedenis aangaat en we
hebben de poppen aan het dansen.
Is het absoluut noodzakelijk, dat een
Engelse vennootschap die petroleum-
concessies krijgt. Dat begrijp je toch
zeker wel?"
„Zeker, zeker".
„Prins Michael Obolovltch komt
tegen het einde van de week hier.
Onder de mom van een jacht-bijeon-
komst kunnen we dus de hele zaak
op de „Zeven Schoorstenen" op poteri
zetten," betoogde Lomax, wie blijk
baar aan de petroleum-concessies in
Herzo-S'owakije veel gelegen was.
„Ik was van plan om één dezer da
gen op reis te gaan," ve»weerde Lord
Caterham zich zwakjes.
„Onzin waarde Caterham. Wie gaat
er nu in October op reis!"
„Mijn dokter vindt me niet? zoals
ik zijn moet," zei Lord Caterham
met een verlangende blik naar een
taxi, die langzaam voorbij reed.
Hij zou er wat voor gegeven hebben
om in die taxi te zitten, maar weg
komen kon hij niet, daar Lomax de
onplezierige gewoonte had om dege
ne met wie hij stond te praten,
beet te pakken. In het onderhavige
geval had hij zich aan de jaslapel
van zijn slachtoffer vastgeklemd.
„Maar, mijn waarde heer nu
vraag ik je nu vraag ik je in ge-
moede op ogenblikken van nationaal
gevaar, bij een dreigende crisis..."
Lord Caterham begon zich voor
zichtig los te wringen. Hij voelde
duidelijk, dat hij alles liever zou doen
dat hij, liever tien jacht-bijeenkom
sten zou houden, dan het rustig te
moeten aanhoren, dat Lomax gedeel
ten uit zijn eigen speeches ging reci
teren. Hij wist bij ondervinden, dat
hij dan de eerste twintig minuten
nog niet klaar was.
„Goed;" zei hij daarom haastig.
„Ga je gang maar. Jij zorgt dan wel,
dat alles voor elkaar komt, wat?"
„Maar mijn waarde heer, er valt
niets te zorgen! De Zeven Schoor
stenen zijn renommée als historisch
bouwwerk daargelaten, is voor dat
soort dingen ideaa1! Ik ben Zaterdag
en Zondag op de Abbey, geen tien
kilometer er vandaan. Het zou in dit
geval natuurlijk niet in orde zijn, als
ik deel uitmaakte van jullie gezel
schap."
„Nee, natuurlijk niet," zei Lord Ca
terham met overtuiging. In werkelijk
heid begreep hij absolput niet, waar
om dit niet in orde zou zijn, maar
hij was niet bepaald nieuwsgierig
naar de reden.
„Misschien wil je Bi'l Ev^rsleigh
dan ook inviteren. Dat is zo handig
als er boodschappen overgebracht
moéten worden." 1
„Met het meeste genoegen,1' zei
Lord Caterham met eén klein sprank
je animo. „Bill is een uitstekend
schutter, Bundie heeft een hoge dunk
van hem."
(Wordt vervolgd).