SEMAINE
SOCIALE
1948
Heilig, heilig, driewerf heilig...
Drie nieuwe klokken in de
St. Agatha te Lisse
L™——J
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1948
DE LC11JSC UJUKAPIl
TWEEDE BLAD PAGINA 1
We proberen, maar begrijpen
het niet
WANNEER 'S ZOiMERSAVOND S
de ramen openstaan,, fladderen
en zoemen uit de fluwelen duisternis
telkens nachtvlindertjès naar binnen,
onweerstaanbaar aangetrokken door
het schelle schijnsel van de kamer
lamp. Zij stoten hun kop tegen het
glas, zij schroeien hun voelhorens
aan de hitte en menig vlinder sneu
velt aan zijn eigen nieuwsgierigheid.
Wij hopen ons voor verschroeiing te
vrijwaren maar er bestaat overeen
komst tussen ons en een nachtuit, nu
we een ogenblik binnen willen vlie
gen in het Eeuwige Licht.
Het is een hele geruststelling, dat
wij door het karakter van Christus
te bestuderen (zoals we vorige keer
deden) tot de' slotsom moeten zijn
gekomen, dat de Zoon Góds onze'
menselijke zwakheden en tekortko
mingen als we er maar spijt van
hebben spoedig en zelfs gaarne
door de vingers ziét.
zou de vrees echter kunnen bin
nensluipen, dat we weliswaar de
Zoon van God op aarde hebben ont
moet als de edelste der mensen,
maar dat de Vader in de donderende
wolken van de Sinaï voor ons ver
scholen blijft. Christus sprak altijd
met de grootste eerbied en onder
worpenheid over zijn Vader: „de Va
der is groter dan Ik". Totdat een van
de apostelen Philippus, op zekere
dag vroeg: „Heer, laat ons de Va
der zien." Het antwoord, dat Chris
tus op die vraag gaf was verbijste
rend: „Philippus! Zo lang reeds ben
Ik in uw midden en ge kent Me nog
niet! Wie Mij gezien heeft, heeft de
Vader gezien."
De vrees dat de Vader een ander
oordeel vellen zou als de Zoon kun
nen we dus veilig buiten-sluiten,
maar een ander probleem rijst voor
ons op, dat we niet zo gemakkelijk
kunnen verwerken: Waarom noem
de Christus zich dan de Zoon, die
„van de Vader is uitgegaan"? Waar
om beloofde Christus aan zijn Kerk
tot vertroosting de H. Geest te zen
den' terwijl Hij tevens toezegde z^Jf
met ons te blijven „alle dagen tot
aan het einde der tijden"? Als
iemand, met de Zoon te zien, tevens
de Vader heeft gezien, als de Zoon
de „Geest der Waarheid die u alles
leren zal" belooft, en bovendien de
opdracht geeft, iedereen te dopen
met de aanroeping, waarin de Va
der, de Zooïi .en de H. Geest ip één
adem v/orden genoemd, blijft er geen
andere gevolgtrekking over dan
deze: dgt de éne God drievoudig is.
7UU KUNNEN WE EN'IGE VER-
GELIJKINGEN maken maar die
vergelijkingen gaan alle mank. De
pauselijke kroon bestaat uit drie
kronen, toch is het één pauskroon.
Drie lichtstralen schieten te Voor
schijn uit één lichtbron. Maar ge
zult moeten toegeven, dat het maar
stumperige praatjes zijn. ,die ons
gemakkelijk het zelfverwijt van de
man Job op de hals halen:
dat men in onverstand had
gesprokén
dat deze zaken te wonderbaar
waren om ze te begrijpen.
De drievoudigheid van de éne God
gaat ons kippen-verstand te boven,
en daarom blijft het een geheim. Het
is. met een greintje zelfkennis, ook
erg normaal te achten, dat het inner
lijk leven van het Goddelijk Wezen
waarvan een sluier-tipje voor ons
werd opgelicht een lichtstralende
nevel blijft van oneindige majesteit.
Wij Christenen, mogen het als 'n on
metelijke eer en als een blijk van ver-
Een bede om
Maria's voorspraak
Kardinaal Saliège, Aartsbisschop
van Toulouse, grondlegger van de
Pax Christibeweging en een der
origineelste voorvechters voor de
vernieuwing van de christelijke ge
loof spractijk, heeft een oproep ge
publiceerd ter gelegenheid van Ma
ria ten Hemelopneming. Aan dit
appèl ontlenen wij de volgende pas
sages:
,,H. Maagd, richt Uw barmhartige
blik op ons. Wij groeten U als onze
hoop. Een Moeder vergeet haar kind
niet, zelfs niet als haar kind schul
dig is en zeker niet, als het onge
lukkig is. Wij zijn schuldig. Wij be
gingen en wij begaan zonden. Wij
gehoorzamen niet aan de geboden
van God noch aan de geboden van
de Kerk. Des Zondags dragen wij
geen feestkleding. Onfce werkkle
ding blijft aan ons lichaam geplakt.
Onze blikken zijn aan de aarde ge
ketend; wij houden er niet van, om
naar de zon en de sterren op te
zien. Wij hebben het bidden ver
leerd. Maar we weten onze vuisten
te tonen. De moordenaars, men
moet zë liefhebben. De uithonge
raars, men moet ze liefhebben. Men
moet zijn burpn liefhebben. De ar
men en zieken moeten bijgestaan
worden."
En zich verder tot de gelovigen
wendend, zegt de Kardinaal: „Zo
lang gij zult beweren, dat ieder
voor zich moet zorgen, zal het zeer
slecht gaan, zelfs al zoudt gij met
honderden en met duizenden zijn.
Op die manier worden de anderen
vergeten. Men denkt slechts aan
zichzelf en dit is het begin van de
anarchie. De anarchie vraagt om de
tuchtroede. Omdat ik u liefheb, zeg
ik u deze dingen. Omdat ik u voor
protere ongélukkén wil sparen,
r-reek ik u op deze wijze toe. Zult
mij horen? Zult gij naar mij
trouwelijkheid beschouwen, ongewij
den te zijn zij het dan van verre
van het intieme leven 'der God
heid. Daarom stellen we ons, bij al
ons doen en v/erken, door het kruis
teken onder schutse van de drie God
delijke Personen. Het kruis immers,
met zijn drie uiteinden van de éne
boom, is het meest treffende zinne
beeld der Goddelijke Drieëenheid.
Het teken der verlossing is tegelij
kertijd het geheimzinnig teken onzer
opname onder de huisgenoten Gods.
„Ik zal u niet meer dienaren, maar
vrienden noemen" zei de Tweede
Persoon der Allerheiligste Drieëen
heid en v/ij weten, dat vjat Hij sprak,
gesproken werd door de Vader, de
Zcon en de H. Geest.
die er zich op beroemen kan
meer dan een van ons, tot de inge
wijden te behoren van het innerlijk
leven Gods, en die daarom zon
der zweem van aanmatiging de
overtuiging in zich droeg, dat alle
geslachten der aarde haar zouden
zalig prijzen. Het was een eenvou
dige vrouw, een meisje nog dat stil
en bescheiden leefde in het berg-
stadje Nazareth.
Wees gegroet Maria! gezegende
onder de vrouwen, uw kuise lelie
heeft gezegende vrucht gedragen
zonder dat de blanke bloeirl ver
welkte. Maria is de prille, onge
repte morgenstond uit welke het
Licht der wereld te voorschijn trad.
Zij is de uitverkorene van de Drie
voudige God, dochter van de Vader,
moeder van de Zoon, bruid van de
H. Geest.
Op haar lokken, rustte de tiaar der
Goddelijke Drieëenheid, de maag-
denkroon de bruidskroon en de ko-
inginne-kroon moeder van Hem,
die zoals de engel het haar kwam
aanzeggen: Koning zal zi.in over
het huisivan Jacob in eeuwigheid en
aan zijn koningschap zal geen einde
komen".
Schenk ons echter de gelegenheid,
wat meer te vertellen van het vrome
Joden-meisje, dat moeder werd van
God en koningin-'moeder van de ge
hele aarde.
v. P.
Wel zeer onverwachts was de me
dedeling van de Pastoor verleden
Zondagochtend, dat de nieuwe klok
ken reeds gegoten waren en alleen
nog officieel gekeurd moesten wor
den voor zij konden worden afgele
verd. Zeer binnenkort waren ze te
Lisse te verwachten. Dit binnenkort
werd diezelfde Zondag nog weer zeer
verkort. Tijdens het Lof werd bekend
gemaakt, dat de firma Petit en Frit-
sen te Aarlerixtel telefonisch had
medegedeeld, dat de keurders van
de Kath. Klokken- en Orgelraad hun
bezoek aan de gieterij, dat op Zater
dag bepaald was, enige dagen hadden
vervroegd, zodat de klokken, die voor
aflevering klaar stonden, op 15 Aug.
daar een priesterjubileum kunnen
opluisteren.
Vandaag gaan de klokken de toren
in en morgen zullen ze luiden, op de
dag dat pastoor van Zuylen 35 jaar
priester is.
Tien jaar geleden zijn bij zijn zil
veren feest de vorige drie klokken in
de toren gehangen: de grootste van
de drie was een geschenk van de pa
rochie, de middelste was geschon
ken door een parochiaan en de derde
was geruild voor de oude klok. Deze
drie van 1938 hadden de tonen gis,
aïs en c, de aanhef van de alleluia
antifoon uit de PaasVespers op het
eind van de Mis op Paaszaterdag.
Aanvankelijk lag het in de bedoe
ling de nieuwe klokken geheel gelijk
te doen zijn aan de vorige, maar op
aanraden van de klokkengieters is
de zwaarste klok wat zwaarder ge
maakt zodat haar toon nu de g is.
De twee andere zijn gelijk aan de vo
rige. De nieuwe klokken laten nu het
Te Deum-motief horen.
De grootste klok meet 104 cm. in
doorsnee en weegt 700 kg. Haar toon
is g (de zwaarste uit het vorige stel
mat 98 cm. en woog 600 kg. toon gis)
de middelste klok meet 87 cm. en
weegt 400 kg, toon aïs; de lichtste
klok meet 78 cm., weegt 275 kg en
heeft als toon de c.
Ze zijn gegoten van 80 rood ko
per en 20 tin, de gebruikelijke sa
menstelling van klokkenspijs.
Men had te Lisse wel eerder éen
klok kunnen hebben, maar dan liep
men het gevaar dat de twee andere
klokken niet zo zuiver met de eerste
konden samenklinken als wanneer
men zou wachten tot de drie klokken
tegelijk konden worden gegoten.
Derhalve heeft men» maar geduld ge
oefend. De vorige klokken hebben
nog geen vijf jaar in de toren gehan
gen. Op 3 Maart 1943 heeft personeel
van P. J. Meulenberg uit Heerlen, de
beruchte „klokken-Peter" ze naar be
neden gehaald en weggesleept. Maar
nu, weer vijf jaar verder zijn er de
nieuwe en weer op Maria Hemel-
vaartfeest als in 1938^
De zwaarste klok heeft als opschrift:
AN M DCCCC XXXXVIII
CAMPANA VETERE ABDUCTA
BARBARIE GERMANICA
MIHI UT MATRIS VIRGINIS SIM
PRAECO
DATUM EST NOMEN
MARIAE
NOMEN SANCTUM
PERQUOD PLANCTUM
AETERNUN EVASIMUS
NOMEN BONUM
PER QUOD DONUM
SALUTIS ACCEPIMUS
De betekenis hiervan is:
'in het jaar 1948 (ben ik gegoten),
daar de vorige klok door de Duitse
barbaren is geroofd.
Opdat ik de heraut zal zijn van de
Moedermaagd is mij gegeven de
naam Maria.
Heilige naam, waardoor wij aan het
eeuwig gejammer zijn ontkomen.
Goede Naan, waardoor wij de ga
ve des heils hebben ontvangen.
In de twee strofen van het ge
dichtje op deze Maria-klok hoort men
de zwaaiende bim-bam in de klem
toon die in de eerste twee regels op
de eerste lettergreep der woorden
valt.
In de letterlijke vertaling hoort
men uiteraard de klepelslagen niet,
wel in de volgende vrijere vertaling:
Naam zo heilig,
Die ons veilig
Aan de hel ontkomen deed.
Naam vol goedheid,
Die de mensheid
't Eeuwig heil verworven heeft.
5 het volgen-
FURORE TEUTONICO
CAMPANA VETERE ABREPTA
QUAM
GERARDO VAN ZUYLEN
PAROCHO
LUSTRA V A SUSCEPTO
SACERDOTIO AGITANTI
PIET AS FILIALIS D D
JOSEPHUM SANCTUM
VOCE MEA LAUDO
EGO NOVA
Het Hollands hiervoor is:
Daar door de verwoede Teutonen
de vorige klok is weggesleept, die
kinderlijke genegenheid aan pastoor
Gerard van Zuylen ten geschenke
had gegeven, toen hij de vijfentwin
tigste verjaring van zijn priesterwij
ding vierde, (bén ik nu in haar plaats
gesteld).
Met mijn stem loof ik de heilige
Joseph, ik, de nieuwe (klok).
AGATHA EST MIHI NOMEN
ANCILLA CHRISTI SUM
IDEO VOCO AD SPONSUM
UT OMNES MIHI DEVOTI
AD EIUS IMMARCESSIBILEM
GLORLAM
FELICITER PERVENIANT
Vertaald luidt dit opschrift:
Agatha is mijn naam. Ik ben een
dienares van Christus. Daarom roep
ik tot de Bruidegom, (hem vragend),
dat allen, die my zijn toegewijd op
voorspoedige wijze tot Zijn onver-
welkbare glorie mogen komen.
Dit opschrift is geheel gelijk aan
dat op de vorige Agatha-klok; hier
geen jaar en evenmin een zinspeling
op de klokkenroof der Duitsers.
Nederlandse reuzen. Jan van Al-
bert, 9 voet en 3H inch lange Ne
derlandse reus, treedt op in een
Engelse revue „Zoudt gij het gelo
ven?", die thans in een van de thea
ters te Plymouth gaat. Jan kon ech
ter, doordat hij een ontsteking aan
zijn voet heeft, niet optreden en moet
het bed houden. Daarop neeft men
vlug een andere Nederlandse reus
Jaten komen:, Gerardus Rijnhout,
die zelfs nog een halve inch langer
is dan Jan. Wij zien Gerardus hier
aan het bed van Jan.
Morgen 15 Augustus viert Zijne Eminentie Kardinaal De Jong zijn
veertigjarig priesterfeest. Wij hebben reeds enkele dagen geleden
gewezen op de betekenis van deze herdenkingsdag. Het is een feest
van dankbaarheid voor wat God ons in onze Bisschoppen
en in het bijzonder in de Kardinaal-Aartsbisschop heeft geschonken.
Morgen van 10 tot 11.30 heeft over Hilversum I plaats de uitzen
ding van de Pontificale Hoogmis, gecelebreerd door Zijne Eminentie.
Van 4.10 tot 4.25 n.m. geeft Paul de Waart een'reportage van de
huldiging. i
DEKEN J. P. J. KOK.
Het veertigjarig priesterfeest van
Deken J. P. J. Kok te Delft geeft de
„Maasbode" aanleiding om te herden
ken diens pioniersarbeid voor de Ka
tholieke organisatie in de land- en
tuinbouw.
Het was in 1922 een moeilijke tijd
voor de organisatie van de Kath. boe
ren en tuinders en Rector Kok zag
zich voor diverse problemen ge
plaatst. Met de doortastendheid hem
eigen, vatte hij deze aan en overal,
waar actie gevoerd kon worden, dook
de adviseur op om tot principiële or
ganisatie aan te sporen. En deze wek
roep had succes; het ledental nam toe
en dank zij de bemoeiingen van Rec
tor Kok, kon voor de bond een finan
ciële basis gelegd worden, welke ver
dere uitbouw mogelijk maakte. Tot
elk terrein, waar belangen lagen van
de leden, strekten zich dan geleidelijk
de werkzaamheden van de L.T.B. uit
en steeds was de adviseur, zo niet de
initiatiefnemer, dan toch de promo
tor. Wij memoreren de L.T B.-proces
sies naar Heilo, het land- en tuin-
bouwonderwijs, de vestiging van jon
ge boeren en tuinders, de coöpera
tie en het verzekeringswezen.
OOK EEN JAAR ZIEKENGELD
VOOR ARBEIDSCONTRACTANTEN
Het ligt in de bedoeling de tot
standkoming te bevorderen van een
besluit van de Regentes, waarbij
o.m. met ingang van 1 Januari 1947
aan arbeidscontractanten in dienst
van het rijk in geval van ziekte of
ongeval aanspraak wordt verleend
op het volle aan hun betrekking ver
bonden loon, gedurende ten hoogste
een halfjaar.
Met ingang van 16 Augustus 1947
wordt de termijn van een halfjaar
echter verlengd tot een jaar. Op
laatstgenoemde datum zal tevens
aan ambtenaren in tijdelijke dienst
van het Rijk in geval van ziekte of
ongeval aanspraak worden verleend
op de volle bezoldiging gedurende
een jaar. Tweederde gedeelte daar
van zullen zij ontvangen gedurende
de daarop volgende zes maanden.
Het daarop volgende halfjaar genier
ten zij de helft van het loon.
Aan de lagere publiekrechtelijke
organen is verzocht een dicnover-
een komstige regeling te terffen
voor de overeenkomstige categorieën
van personeel aldus „Parool".
RUSTIGE BEURS.
Het verloop van de effectenbeurs
had gisteren andermaal weinig te be
tekenen. Was Donderdag de rege
ringsverklaring het onderwerp van
gesprek, over deze factor was men
gisteren uitgepraat en factoren, die
de markt nog enigermate konden be-
invloeden, ontbraken volkomen. De
handel had weer weinig te beteke
nen. Over het algemeen waren de
koersen uiteindelijk iets boven het
vorig peil, maar verbeteringen van
betekenis deden zich niet voor. Doch
er was één uitzondering n.l. de aan
delen Indische Bank, die opliepen
van 131K tot 135^. Hier heerste de
gehele middag een vry geanimeerde
tendens.
Op een hoogte van 1300 Meter aan de
rand ,van de Cévennes, in een kamp van
studenten, leden van de Ligue Missionnaire
des Etudiants de France, -mediteer ik over
de Semaine Sociale, die door de meesten
van hen werd bijgewoond en vraag me af,
wat de eigenlijke betekenis van deze bij
eenkomst geweest is. Persoonlijk was ik
zeer getroffen door het feit, dat ik hier ge
tuige was van de manier, waarop ideeën
de wereld veroveren. De ideeën van deze
Semaine sociale werden reeds verkondigd
op het Congres van de Ligue Missionnaire,
dat in 1946 in Straatsburg gehouden werd
(ik heb daar indertijd over geschreven),
een Congres, waarop Joseph Folliet, de se
cretaris-generaal van de Semaines sociales
aanwezig was. Folliet iwoet toen al be
grepen hebben, dat Jhier een onderwerp
werd aangeraakt niet slechts van natio
nale, maar zeg gerust van mondiale draag
wijdte. De bijeenkomst van Straatsburg
was een Missie-congres: de problemen wer
den daar hoofdzakelijk vanuit missiologisch
standpunt beschouwd. Op de Semaine so
ciale is ook over de Missie gespróken: Mgr.
Chappoulia hield daarover een indrukwek
kend slotreferaat. Toch was de bedoeling
van de „Semaine" niet zuiver op de Missie
gericht. Het was immers, een Semaine „so
ciale": het ging om sociale verhoudingen.
Men kan wellicht de zaak het best aldus
voorstellen: het ging hier om een nieuwe
sociale ordening, die niet enkel bepaalde
klassen, maar die alle mensen-rassen om
vatten moet. De mensheid is op weg in
derdaad „mensheid" te worden. Tot nog
toe bestaat de menselijke gemeenschap uit
een aantal naast of bQven elkaar staande
groeperingen. Van een werkelijke eenheid
ig nog geen sprake. Practisch bestaat de
waan der ras-superioriteit. De blanke Ame
rikaan weigert pertinent zich met een
neger af te geven. In de z.g. koloniale ge
bieden zijn heersers (de blanken) en die
nende inboorlingen. Een blanke is nauwe
lijks, vaak zelfs in het geheel niet in staat,
een „inboorling" als mens au serieux te
nemen. Zelfs de best-willenden begaan op
dit gebied niet zelden enormiteiten, omdat
zij zich niet in de mentaliteit van het an
dere ras kunnpn inleven. Louis d'Achille,
professor aan de Universiteit van Lyon,
eertijds aan de Howard-Universiteit in de
Verenigde Staten, heeft daarover een zeer
instructieve lezing gehouden. Zelf is hij
„inboorling" van Madagascar: hij vertelde
een aardige anecdote uit zijn eigen leven.
Hij was reeds candidaat in de letteren, toen
l)ij door een Katholieke Student werd uit
genodigd, deel te nemen aan een bede
vaart. De geestelijke leider van die bede
vaart, een pater, die schijnbaar nog nooit
met overzee-studenten had kennis gemaakt,
ontving hem met deze woorden: „Jij bij
ons komen, hè? Jij jouw landgenoten ver
laten, hè?" Hij wist werkelijk niet, hoe
een dergelijke kinderlijke wijze van aan
spreken te beantwoorden.
Dit is een anecdote, zij openbaart echter
een sterk verspreide mentaliteit. Het is
volstrekt noodzakelijk, dat wij beginnen, in
deze dingen volkomen anders te denken.
We moeten onszelf daarbij niet ontveinzen,
dat dit in theorie erg eenvoudig lijkt, maar
dat het in praktijk onzegbaar moeilijk is.
Wij moeten beginnen, met voorop te zet
ten, dat God alle volkeren tot zijn Kerk
roept. Zij moeten tezamen de „familia Dei"
vormen, waarvan de Kerkvaders spreken,
het „erte grote gezin van God". Alle men
sen moeten kinderen van God zijn: in
iedere mens moeten wij het beeld van God
erkennen.
Deze bovennatuurlijke opvatting van de
„mensheid" zal de grondslag moeten vor
men van de sociale verhoudingen, zoals zij
tussen de volkeren moeten geschapen wor
den. Daarom zal een werkelijke „mens
heid" niet kunnen ontstaan buiten het
Christendom om. Er moet daarom een ge
meenschappelijk pogen zijn van de gehele
Christelijke wereld, om onder alle volkeren
het Godsrijk te vestigen en daarmee tege
lijkertijd een nieuwe sociale orde. Dit mag
geen enkele Christen onverschillig laten.
Vandaar dat ook een intensificatie en
een herschepping nodig is van de gehele
Missiegedachte. De opvatting van het bij
eenbrengen van zoveel „kwartjes voor de
arme zwartjes" moet wijken voor de idee
van een geestelijke wereld-verovering, door
de samenwerking van alle aanwezige
krachten, van geestelijken én leken. Dit
alles moet gezien worden in samenhang
met al de grote gedachten, die thans gevend
zijn in de Kerk. De Kerk zelf moet anders
gezien worden: zij is bij uitstek het mystie
ke lichaam, dat levende lichaam, dat tot
volle wasdom moet uitgroeien. Wij allen
zijn dat lichaam: wij moeten daarom me
deleven met het geheel. Wy moeten de
nieuwe Christenheid zijn, meer strevend
naar uitgroei buiten haar grenzen, naar
mate zij innerlijk meer levend is.
De Kerk staat momenteel voor een crisis,
zoals zij nimmer gekend heeft: deze crisis
kan echter even goed het voorspel zijn
van een machtige opgang, als het voorspel
van een bedroevende nedergang. Iedere
mens, die onbevooroordeeld de ideeën, wel
ke op de Semaine sociale verkondigd wer
den, beschouwt, moet erkennen, dat dit
zondermeer de goede ideeën zijn. Alles,
wat daar verteld werd (ik laat enkele on
dergeschikte details buiten beschouwing)
was juist, evenwichtig, redelijk en werd
bovenal geïnspireerd door de Liefde. De
mensheid zal zó zijn, als zij daar beschre
ven werd, of zij zal in het geheel niet zijn.
De Semaine sociale heeft my daarom ook
een geweldig vertrouwen gegeven. Ideolo
gieën als b.v. het Communisme hebben
geen werkelijke kans. Zij kunnen een
ogenblik desnoods de wereld veroveren, zij
kunnen daarbij ontzettend veel kwaad
doen (het recente voorbeeld van het Na
tionaal-socialisme heeft het bewezen), maar
zij zullen even zeker als dit laatste, ineen
storten en verdwijnen. De Christelijke ge
dachte daarentegen heeft alle kansen.
Dit laatste legt ons, Christenen, een ge
weldige verantwoordelijkheid op de schou
ders. Want indien het waar is, dat onze
levensbeschouwing alle kansen hééft, het
is óók waar, dat wij Christenen die Chris
telijke wereld zullen moeten bouwen. Dit
laatste gebeurt niet enkel door het houden
van congressen, het moet vooral gebeuren
door de toepassing van het oud-Christelyke
adagium: Ora et labora. Door gebed en
arbeid moeten wij de wereld vernieuwen.
Dit is niet bedoeld als een soort van preek:
het moet de diep-gewortelde levens-over
tuiging van de echte Christen zyn. Want
de wereld, waarin de Christen lèeft, is
nooit deze aarde alleen: hij is steeds een
onuitsprekelijk samentreffen van aarde en
hemel.
Dr. Henri van Rooijen,
Kruisheer.