Ned. hockeyploeg verliest mét 21 van India De terugkomst van Fanny Blankers-Koen Defecfive DINSDAG 10 AUGUSTUS 1948 DE LEIDSE COURANT PAGINA 1 LONDEN. 9 Aug. (bijz. dienst A.N P.) heeft zich, na de zware nederlaag tegen de halve eindstrijd tegen India, welke i kele honderden toeschouwers werd ges met slechts 21, Na de rust met 20 te meer geluk had het Nederlands elftal een geen, gezien de krachtsverhoudingen in zou zijn geweest. Het Nederlandse hockey-elftal Pakistan, prachtig hersteld. Voor n het Wembley-stadion voor en-, :ld, verloren de Oranjemannen hebben achtergestaan. Met. wat gelijk spel kunnen behalen het- het veld, zeker niet onverdiend Opnieuw tegen Pakistan om de derde plaats Het terrein was voor hockey niet bepaald geschikt. De zware regens der laatste dagen en nachten hadden de eens zo prachtige grasmat door weekt en het witte balletje werd in zijn snelle vaart geremd, waardoor er een onberekenbare factor in bet spel was, waarvan India het meest •hinder ondervond, omdat zij gewend zijn aan een droog eeuwig groen ta pijt, waarop hun technisch zo op hoog peil staand spel het meest tot zijn recht komt. Wij zouden niet weten waar de oorzaak ligt, maar een feit is het, dat het wonderteam van Am sterdam 1928, van Los Angeles 1932 en ook van Berlijn 1936, dat Brits In- dië werd genoemd, niet meer bestaat. In die jaren waren de Brits Indische hockeyers een klasse op zichzelf en ging het er alleen maar om een zo eervol mogelijk resultaat tegen de grootmeesters te behalen. Nu zitten in een wedstrijd tegen' India of Pa kistan voor Europese ploegen, in het bijzonder voor Groot Brittannië en Nederland, zelfs grote winstkansen, hetgeen de Britten in de andere halve finale bewezen hebben door een vol komen verdiende 20 overwinning op Pakistan. De ploeg van India was we schreven het reeds, een schaduw van vroeger. Alleen de rechtervleu gel, bestaande uit de aanvoerder- rechtsbuiten Kishan Lal en de rechts binnen K. D. Singh gaf bij momenten blijk het grootmeesterspel te kunnen uitvoeren. De ploeg speelde niet meer het vlekkeloze hockey, waarin tech niek en snelheid alles zijn, waarin het samenspel kort ep lang, zo zuiver is dat het de schijn wekt alsof de te genpartij er niet meer aan te pas komt. Neen, dit elftal van India miste het verfijnde technische kunnen van vroeger en men maakte veel meer gebruik van de lichaamskracht, dan wij bij hockey zouden kunnen appre ciëren. Het aantal malen, dat de beide Britse scheidsrechters voor een fout van India floten was zeer groot, het aantal straf corners legio. Alleen: de Oraftjehemden wisten deze kansfen niet te benutten. Door snel en enthousiast spel, het belang rijkste wapen van de Nederlanders wisten de Oranjehemden de strijd niet alleen in evenwicht te houden, maar er waren perioden, waarin het Nederlands elftal het doel van India belegerde, doch het geluk zat de on zen niet mee. In de tweede helft sprong zelfs een scherp schot van Bromberg van de staander het veld weer in. Over het geheel genomen was het een aantrekkelijke wedstrijd en tot grote verbazing van iedereen ging het initiatief aanvankelijk ge heel van het Nederlands elftal uit Kruize kon helaas niet meespelen: hij liep met een grote pleister over het voorhoofd rond. Hij werd vervan gen door Bouman, die wel zijn best heeft gedaan, maar zijn voorganger toch niet kon doen vergeten De Ne derlandse ploeg bestond uit Richter in doel, Derclcx en Drijver achter Langhout, Bromberg en Tiel midden en in de voorhoede van Heel, Boer stra, Bromberg, Bouwman en Esser In het eerste kwartier was Neder land in de meerderheid en de Oran je-voorhoede bracht het tot een straf- corner, welke door Bouwman werd overgeschoten. Onverwacht kwam evenwel* een doelpunt aan de andere zijde toen doelman Richter volkomen over een schot van de naar de Hol landse naam Jansen luisterende In diër heenmaaide. Nifet ontmoedigd door deze tegen slag ging in het veld het meeste ini tiatief van de Nederlanders uit en weer mocht een strafcomer worden genomen, welke ditmaal keurig door keeper Pinto werd gehouden. In de tweede helft bleef het Neder lands elftal met grote geestdrift door spelen al deed de vermoeidheid zich langzamerhand gelden. Nog talrijke kansen vieler voor de Nederlandse aanval te noteren en slechts een werd er benut toen Bromberg 'n strafbully kreeg te nemen (21). Doelman. Richter rehabiliteerde zich volkomen en hield enkele harde en goed ge schoten uit zijn doel. Zo kwam het einde van een spannende in sommige gedeelten een aardige wedstrijd, welke door India werd ge wonnen. De spelers van India sta ken na afloop van de wedstrijd hun bewondering voor onze landgenoten niet onder stoelen en banken. Lal, de aanvoerder, zeide dat zij alles hadden moeten geven om de overwinning te behalen, terwijl de uitblinker, Maxie Vaz, halfspeler con stateerde, dat het spel in Europa vee] beter is geworden dan voor de oor log, maar dat zijn landgenoten sterk waren gehandicapt door het feit, dat het terrein door de regen doorweekt was. De leider van de ploeg, Chater- jee, deele ons mede, dat hij heel wat benauwde momenten gedurende deze wedstrijd had jgehad. Het sprak vanzelf, dat jhr. Quarles van Ufford heel tevreden was over de verrichtingen van de Nederlandse ploeg. Zijns inziens hadden zijn men sen in de wedstrijd tegen Pakistan zeer nerveus gespeeld, als het ware onder de druk tegenover een groot tegenstander te staan. Daar waren dit keer onze spelers boven uit ge komen met dit uitstekende resultaat Wij zagen ook nog de wedstrijd tus sen Pakistan en Groot Brittannië welke een nieuw bewijs vormde voor de stelling, dat het wonderhockey van het voormalige Brits Indië niet meer bestaat. Langzaam maar zeker wist het Britse elftal zich van de druk te gen over een betere tegenstander te staah, te bevrijden en in de slag cirkel waren de Britten schotvaardi- ger dan de spelers van Pakistan, al dient te worden toegegeven, dat de Britse keeper wonderen heeft ver richt. Met 20 wonnen de Britten, waar- door de finale zal gaan tussen India en Groot Brittannië, terwijl Neder land opnieuw tegen Pakistan zal moe ten spelen voor de derde plaats. Ir. A. Paulen over de Ned. athletieksuccessen „Slijkhuis was niet hard genoeg" Kort' en krachtig drukte ir A. Pau len, voorzitter van de Kon. Ned. Athletiek Unie zich uit toen wij hém na afloop van het .Olympisch athle- tiektournooi naar zijn mening vroe gen inzake de verrichtingen der Ne1- derlandse deelnemers. Op de 5.090 meter heeft' Slijkhuis er alles aan gedaan wat hij kon en met 'de derde plaats ben ik zeer te vreden, maar toch is gebleken, dat Slijkhuis niet hard genoeg is geweest De 1500 meter had hij kunnen win nen, als hij moed genoeg had gehad en niet tevreden ware geweest om de derde plaats definitief te bezet ten. Uit de eindspurt van Slijkhuis op dit nummer, de snelheid,, waar mede hij finishte, bleek, dat hij eer-- ste had kunnen worden. Ik hoop, dat deze 1500 meter hem de ogen 'heb ben geopend voor eigen mogelijk heden. Voor mij was Slijkhuis de beste man van de 1500 meter en mis schien ook op de 5.000 meter. Die mening had ik vroeger en die me ning heb ik nu nog. Over de andere mannelijke ver tegenwoordigers liet ir Paulen zich als volgt uit: de Ruyter was niet in de vqrm van verleden jaar. Ei'k jaar tje meer geldt, voor de Olympische Spelen zelfs dubbel. Toch heeft hij goed gelopen, heeft moed gehad en nam vaak het initiatief, soms wel een beetje te veel. Zijn resultaten waren zeer eervol. Dat Lataster niet geklasseerd is, is te wijten aan een stommiteit van een van de juryleden, anders zou hij zeker zevende zijn geworden op de 10.900 meter. Een grasaanloop zou voor Lutkeveld hea1 wat beter zijn geweest dan de sin telaanloop. Houtzager was in de voor wedstrijd goed, doch faalde in de middaguren bij het kogelslingeren, één worp was zelfs ongeldig. Het onnodig lange wachten is daar wel mede debet aan. De sprinters deden op de 200 en op de 100 meter meer mede om aan de sfeer te wennen en zich voor te berei den op de estafette. In de finale liep de p'oeg niet zo goed als in de serie, er lag iets mats over, hetgeen waar schijnlijk de invloed is van de span ning van de laatste dag. Fanny en Jesse Ir. Paulen noemde Fanny Blankers- Koen .de Jesse Owens van 1948. Mis schien had zij het verspringen wel kunnen winnen, maar het is heel verstandig, dat zij niet heeft mee gedaan, om zich te sparen voor het estafettenummer. Veel woorden hoef ik over haas niet meer te zeggen: de resultaten zeggen alles. De an dere dames hebben haar normale prestaties verricht. Enkele vijfde en zesde plaatsen waren verder zeer eervQ1. Gerda. v. d. Kade-Koudijs kwam juist een halve centimeter te kort voor een bronzen medaille bij het verspringen en Nel Karelse uit Zeeland, die debuteerde als interna tional, bleek over goede wedstrijd mentaliteit te beschikken. Over het algemeen ben ik, aldus ir Paulen, zeer tevreden met de verrichtingen van de dames en de heren. De Organisatie Als lid van het bestuur van de I.A.A.F. vroegen wij nog aan ir Pau ken wat hij van de organisatie van het athletiektournooi dacht. De al gemene indruk was goed, aldus de K.N.A.U.-voorzitter, maar wij als in siders weten, dat er heel wat aan haperde. De oorzaak lag voorname lijk in het feit, dat de Britten on voldoende tijd hebben gehad om de organisatie voor te bereiden. Boven dien was er die typische Britse men taliteit welke van het standpunt uit gaat,* dat alles toch wel op zijn poot jes terecht komt. Was men in alle opzichten van goede wi\ buitenge woon slordig was de organisatie zelf en fouten konden zodoende niet wor den vermeden. Maar er waren wei nig protesten van de zijde der deel nemers en officials en dat bewijst toch wel, dat men het geheel ten slotte heeft geaccepteerd. Toch ben ik er van overtuigd, dat het athletiek tournooi in Helsinki in 1952 bpter zal zijn georganiseerd. Hier in Wembley had men het stadion te nemen zoals het was. In Finland weet men beter hoe internationale athletiek wedstrij den moeten worden georganiseerd, welke middelen daarvoor moeten worden gemaakt enz. Jan de Vries zeer tevreden Nu de zwemwedstrijden der Olym pische Spelen voorbij zijn, heeft het A.N.P. de voorzitter van de Kon. Ned. Zwembond, Jan de Vries, naar zijn oordeel over de prestaties der Ne derlandse zwemploeg gevraagd. De heer de Vries was meer dan te vreden over de kleine vertegenwoor diging. Er zijn natuurlijk teleurstel lingen geweest, maar toch ook ver rassingen. Teleurstelling heerste in het kamp dooi- het zwemmen van Hannie Termeulen op de 100 meter borstcrawl, maar zij heeft in de es tafette ploegweer laten zien wat zij waard is. Verheugend was de opmerkelijke prestatie van Ria van der Horst, die na tien maanden in tensieve training in de finale 100 meter rugslag als vijfde eindigde. Zij belooft zeker wat voor de toe komst. Een wel zeer welkome ver rassing was het, dat Bob Boute zich voor de eindstrijd 200 meter school slag wist te plaatsen. Dat had men van te voren niet kunnen denken, vooral omdat hij in zijn serie en ook in de halve eindstrijd zeer sterke zwemmers en bovendien de wereld recordhouder Verdeur onder zijn ri valen telde. De heer de Vries was natuurlijk zeer blij met de gouden medaille van Nel van' Vliet. Door dat de eindstrijd op de 200 meter school slag, bovendien de mooiste strijd v.an de gehele week, zo spannend was en iedereen zich concentreerde op Nel van Vliet, is er minder aandacht be steed aan Tonny Hom, die toch zeer fraai heeft gezwommen. Toen de es tafetteploeg in de halve eindstrijd het olympisch record naar benedeft haalde, was de K.N.Z.B.-voorzitter zeer hoopvol geweest en daarom was het jammer, dat zij als derde eindig de. Maar dat heeft niet aan de meis jes go'egen, die hebben goed haar best gedaan. En de bronzen medaille, die de waterpoloploeg behaalde, kwam wel geheel onverwacht. Dat was meer dan de heer de Vries had kunnen denken. Maar hij moest zeggen, dat de ploeg sterker zal kunnen worden als zij meer internationale hardheid krijgt. Alles en alles tezamen genomen waren de prestaties van de kleine Nederlandse ploeg buitengewoon mooi te noemen. Het is te begrijpen, zo meende de heer de Vries, dat Amerika bij de wedstrijden heeft uit geblonken. Daar heeft men immers het geld, het voedsel en de gelegen heid zich goed voor te bereiden. Ten slotte moet de Nederlandse Zwem bond alles met eigen middelen zien klaar te spelen. Als Nederland in dezeifde omstandigheden zou zijn, dan zouden de resultaten daar ook naar zijn en hef bewijs, dat Neder land een schitterend figuur op de Olympische spelen heeft gemaakt, wordt zeker wel geleverd door de zeer vele aanvragen uit alle delen der wereld, Zuid Afrika, 'Oostenrijk, Egypte en Denemarken om daar met een zwemploeg en een waterpolo- team te willen uitkomen. Of er ge voeg zal worden gegeven aan deze uitnodigingen zal later worden be sloten. Tot slot zeide de heer de Vries, dat hij het een grote eer voor ons land had gevonden, dat zes Nederlanders als officials hadden gefungeerd, zo wel bij de zwemnummers als bij het schoon en .torenspringen en de wa terpolo wedstrij den. Gift voor de Olympische zwemtraining Voor de intercontinentale zwem wedstrijden, die Zaterdagavond j.l. werden gehouden, wag de Empire pool gratis beschikbaar gesteld. De ontvangen recette, groot 3750 pond sterling, is door de chef van de Tyem- bleysport Arena's, sir Arthur Elvin, aan de FINA overhandigd met de be doeling het geld te besteden aan de .training van de zwemmers en zw sters voor de Olympische Spelen van 1952 te Helsinki. Gisteravond omstreeks kwart voor zeven stoomde de „Mecklenbprg" de.Nieu- v/e Waterweg binnen met aan boord Fanny Blankers- Koen en de rest van de olympische dames athle- tiekploeg, waaraan alleen Gié de Jong ontbrak, die haar pas had vergeten en daardoor de boot miste. Reeds geruime tijd van te voren stonden op de ka de talloze mensen en een legertje fotografen, jour nalisten en filmoperateurs gereed om de met goud overladen Fanny te be groten te fotograferen, te interviewen en te filmen. Jan Blankers, die reeds Zondag in Nederland arri veerde werd bestormd met vragen. Iedereen wil de weten, wat er nu waar was van de vele zeer uit eenlopende geruchten die de ronde deden over de stad, waar Fanny de nacht zou doorbrengen. Was het Rotterdam of Den' Haag? Of misschien toch Amster dam? We kwamen er niet ach ter. Wel besloot Jan Blan kers, toch maar met zijn vrouw in de voor de olym pische ploeg gereserveerde en met bloemen versierde coupé van de boottrein te stappen en de auto waar mee hij gekomen was naar Den Haag te sturen, en vandaar de tocht naar een voor ons onbekende bestemming voort te -zet ten. „We duiken een nacht onder en morgen arriveren in Amsterdam", zei hij' en zweeg verder. Eindelijk legde de „Meck lenburg" om tien over ze ven aan en als eerste stap te Fanny Blankers van boord. Dit was echter niet eenvoudig. De velen, die haar kwamen begroeten, drongen naar de loopplank, bloemen werden haar van alle kanten aangeboden, een winkelier uit Hoek van Heiland kwam met een fruitmand aandragen en temidden van de menigte worstelden de fotografen om voor zich en hun toe stel ruim baan te maken. Bliksemlichten flitsten op, filmtoestellen snorden en toen Fanny eindelijk haar man bereikte was de be groeting tussen hen beiden opnieuw aanleiding om de fotografen te doen aanstor men en de heer Blankers te smeken om zijn vrouw nog een keer- een zoen te geven. Gevolgd door de menigte ging het toen naar het douanekantoor. Met de douaneformaliteiten werd het niet zo nauw genomen, rraar^wel stond de be ambte erop de gouden-me dailles te zien, die dan ook prompt te voorschijn kwa men. ,.De organisatie van de spe.en liet wel eens wat te wensen over. Maar in het kamp was alles in orde. We hadden met ons zessen een kamer en hebben geweldig veel pleizier gehad. Som migen klaagden wel eens over het eten. Maar dat was volgens mij volkomen onjuist, We kregen vol doende boter, suiker, melk en brood, alleen was alles anders klaar gemaakt. Maar ik heb absoluut niet te weinig gehad. En ik ben kieskeurig met eten hoor!" „Wat gaat u nu doen, weer kokkerellen voor uw man?" Dat zal wel moe ten, lachte Fanny. Trou wens zoveel tijd kost die Zij gaat weer „kokkerellen" voor liaar man en kinderen Op het station heerste een geweldige drukte, zo dat militaire en gemeente politie elkaar de hand reik ten en eep cordon vormden om een nauw gangetje vrij te laten naar de coupédeur. Toen Fanny dan eindelijk verscheen barstte een oor verdovend gejuich los, wsarin ook de rest van de ploeg deelde. Fanny was zo vriende lijk om in een der compar timenten de pers te woord te staan. Zo rustig, alsof ze thuis achter een kopje thee zat. in dit geval een kop koffie met gebak, haar door de stationsrestaura- teur aangeboden, en terwijl haar man rustig de kran ten doorkeek, onderwierp zij zich aan een kruisvuur van vragen. Allereerst kwamen haar prestaties aan de orde. „Die slechte start bij de horden! Ik dacht: dat red eik nooit. Maar toen kwam mijn vechtlust boven en ik haalde het. Ook de estafet te 4 x 190 m. bezorgde me angstige ogenblikken. Maar verder ging alles gewoon." training niet en ik heb ge noeg tijd over om voor de huishouding te zorgen." Toen eenmaal het woord training was gevallen, wil de men natuurlijk weten of ze de sport vaarwel zou zeggen, ja of nee. „Eerst een weekje rusten en dan ga ik denkelijk wel weer trainen. Maar wat ik precies ga doen, dat weet ik absoluut niet. En ik weet dus ook niet of ik nog aan verdere interna tionale ontmoetingen zal meedoen". Niettemin bleek uit de rest van het gesprek wel, dat de athletiek haar nog zeer na aan het hart ligt „Waaraan denkt u, dat u uw successen heeft te dan ken?" „In de allereerste plaats aan de goede training en verzorging van mijn man, maar ook natuurlijk aan mijn aanleg. Het zit toch voornamelijk in mijn be nen", besloot ze lachend. „Heeft u nog aanbiedin gen gehad?" „Ja, zeker, uit Batavia kreeg ik telegra fisch een aanbod om hoofd van een sportafdeling te worden en of ik maar even de voorwaarden wilde te rug telegraferen. Ze verge ten, dat ik een man en kinderen heb." Dat de Engelsen haar de „flying dutsch-mam" noem den vond Fanny wel grap pig gevonden. „Ik dacht, dat ze in Engeland een ge weldige hekel aan me zou den krijgen. Maar 'hele maal niet. Het puibliek was enthousiast. Een politie agent moest me naar de kleedkamer brengen an ders kwam ik niet door de mensenmassa heen. Ik heb honderden handtekeningen moeten weggeven. Een keer ben ik alleen naar' Londen geweest en in de trein herkenden ze me on middellijk. En toen begon het daar ook weer. Ik kon werkelijk geen ogenblik rustig ergens heengaan, want ze hadden me direct te pakken". „Aan mascottes doet ik niet", beantwoordde Fanny weer een andere Vraag. Alleen heb ik steeds op de zelfde spikes gelopen. Die kreeg ik van de zomer en daarop heb ik altijd met succes gelopen". Hoewel Fanny onver moeibaar leek, werd het toch tijd de nieuwsgierig heid te beperken. Fanny ging naar haar eigen cou pé terug, waarvoor het pu bliek. dat telkenmale als zij even naar buiten keek in .nieuw gejuich uitbarstte en „lang, zal ze léven" zong, zich verdrong. Eindelijk zette de trein zich in bewe ging. De politie zette zich nog even schrap, voor de laat ste maal- weerklonken vi cugdekreten en keerde de rust weer, In Rotterdam herkende het publiek op de perrons Fanny onmiddellijk en ook daar wetrklonk gejuich en moest onze olympische kampioene velen met Hand tekeningen gelukkig ma ken. DE SPELEN IN CIJFERS Roeien: skif: 1. Wood (Australië) 7 min. 24.4 sec.; 2. Risso (Uruguay) 7.38.2; 3.. Catasta (Italië) 7.51.4. Twee zonder stuurman: 1. Gr.-Brit- tannië 7.21,1; 2. Zwitserland 7.23.9. 3. Italië 7.31.5. Vier met stuunnan: 1. Ver. Staten 6.50.3; 2. Zwitserland 6.53.3; 3. De nemarken 6.56.8. Double sculls: 1. Groot Brittannië (Burnell en Bushnell) 6 min. 51.3 sec.; 2.. Denemarken 6.55.3; 3. Uru guay 7.12.4. Acht: 1. Ver. Staten 5 min. 56.7. 2. Gr. Brittannië 6.06.3. 3, Noorwegen 6.10.3. Vier zonder stuurman: 1. Italië 6.39.0; 2. Denemarken 6.43.5; 3. Ver. Staten 6.47.7. Finale twee met stuurman: 1. De nemarken 8.00.5; 2. Italië 8.12.2. 3. Hongarije 8.25.2. Wielrennen: Finale sprint: 1 Chella (Italië) 2 overw.; 2. Harris (Gr. Brit tannië) 0 overw.; 3. Schandorfi (De nemarken); 4. Bazzano (Australië). De finale sprint tussen de Italiaan Chella en de Britse wereldkampioen Harris ging eveneens om twee ge wonnen ritten. Eerste rit: 1. Chella 12.2; 2. Harris. Tweede rit: 1. Chella 12; 2. Harris. Om de derde en vierde plaats: Shandorff (Denemarken) wint in twee ritten van Bazzano (Australië- ir 12.9 sec. en 12 sec. Tandem-race: Eerste serie: 1. Zwit serland (Roth en Aeberli) 12 sec. over laatste 200 m.. 2. Nederland (Buchli en Van Gelder. Tweede serie: 1. De nemarken (Andersen en Klamer) 11.7. 2. België (Van Schil en de Pauw). Derde Serie: 1. Italië (Peruzzi en Perona) 13,3; 2. Argentinië (Giac- che en Passi). Vierde serie: 1. Frank rijk (Taye en Dron) 11.4;.2, Ver. Sta ten (Stiller en Thomson). Vijfde se rie: l.-Gr. Brittannië (Harris en Ban nister) 11.2. 2. Oostenrijk (Welt en Nemetz). Herkansing: eerste serie: 1. Beligë 13.2 sec.; 2. Nederland. 3. Argentinië. Tweede serie :1. Ver. Staten 11.7 sec.; 2. Oostenrijk. België, Nederland en de Ver. Sta ten wisten zich hierdoor in de kwart finales te plaatsen, waarin ook de winnaars van de eerste ronde-series uitkomen. Paardrijden: Hét klassement dres suur ziet er als volgt uit: 1. Zweden 4 136 punten. 2. Frankrijk 1269 pnt., 3. Amerika 1256 punten. Individueel klassement dressuur: 1. Kapt. Hens Moser (Zwitserland) 492.5 pnt., 2. Kol. A. R. Jousseaume (Fr.) 480 punt., 3. Kap. G. A. Bolten- stern (Zweden) 477.5 pnt. Schennen: Finale-poule degen in dividueel: 1. Cantone 7 overw., 22 geg., 14 ontv. treffers; 2. Zappelli (Zwits.) 5 overw., 17 ontv. treffers; 3, Mangiarotti (It.) 5 overw., 17 ontv. treffers, na barrage met Zappelli. 4. Guerin (Fr.) 5 overw., 19 ontv. treffers. 4. Radoux (België) 5 overw.,. 20 ontv. treffers. Gewichtheffen: Bantamgewicht, 1 De Pietro (V.S.) totaal (trekken, drukken en stoten) 307.500 kg (nieuw Olympisch record). 2. Creus (Gr. Brit.) 297.500_kg. 3. Tom (V,S.) 295.kg. 4. Lee (Korea 290.kg. 5, Namdjqu (Perzië) 287.500 kg. De Pietro drukte 104.890 kg., het geen eveneens een nieuw Olympisch record betekent. Baeketball: Basketball kwartfina les: ChinaZwitserland 4234, Bra ziliëTsj. Slowakije 2823, Frankrijk -Chili 5352, MexicoKorea 43—32 Het programma voor Woensdag 11 Augustus. Het programma luidt: Schermen: equipe sabel finale. Voetbal: halve finale, 18.30 Groot Brittannië—Zuid Slavië. Zeilen: Torquay. Basketball: halve finales. Wielrennen: 17.2000 m. tandem kwart, halve en finale; 100 -m. tegen uurwerk. Ruitersport: Aldershot. Concours compleet, dressuur. Boksen: voorronden. Gewichtheften: 14.30 half zwaar gewicht, 19.00 zwaargewicht. Kanosport: 14.30 10.090 m. een- pers. Kayak; 15.30 10.009 m. 1 pers. Canadian; 16.30 10.000 m. 2 pers. Kayak; 17.30 10.090 m. 2* pers. Ca nadian. TEGEN WIL EN DANK DOOR PERCY KING 34) „Victor, beste kerel, mag xk je in specteur Uppström voorstellen? Hij beschudigt me, een dame, die iets heel lelijks heeft uitgehaald, aan de nasporingen van de politie te ont trekken. Inspecteur, dit js mijn vriend Victor Deschamps, oud hoog leraar in philosophie, uit Parijs.' Met zijn koolzwarte ogen keek Deschamps de inspecteur doordrin gend aan. „Is het onbescheiden als ik nadere bijzonderheden vraag?" „In het geheel niet. De .dame zat [bij zekere Gunnar Lundqvist in een taxi, prikte hem met een vergiftigde injectienaald, griste in dè gauwig heid zijn welvoorziene portefeuille weg en kneep er tussen uit. Ik volg de haar spoor tot aan de deur van dit appartement. Meneer Solange beweert haar niet te hebben binnen gelaten; ja, hij zou haar niet eens hebben gezien. Indien u een vriend van hem bent, druk hem dan op het hart, voor de waarheid uit te ko men. Al wat ik verlang is haar naam en adres." „Wanneer je de inspecteur de ge vraagde inlichtingen kunt geven, Paul," zei Deschamps ernstig „ben je daartoe verplicht. Het is niets voor jou, een misdadigster in bescherming te nemen. Ik heb je altoos beschouwd als één, die eerbied heeft voor de wet." Op vlakke toon antwoordde So lange: „De man is abuis, Victor. Ik weet werkelijk niet wat hij wil. Zo lang ik dit appartement bewoon, heeft geen vrouw er een voet gezet uitgezonderd de schoonmaakter dan" Deschamps wendde zich tot Upp- strömm. „Ja, als Paul het zo perti nent verzekert. „Waar bemoeit u zich mee?" viel de inspecteur uit. „Wie bent u? Waar woont u?" „Wie ik ben, zei meneer Solange u reeds: rustend hoogleraar in de philosophie. Ik woon in het „Sint Olaf". „Aha, daar? Sinds wanneer?" „Sinds Vrijdag." ,,U hebt ongetwijfeld gehoord wat in dat hotel is voorgevallen?" „Waarschijnlijk doelt u op de be roving van de brandkast? Natuurlijk heb ik er van gehoord en gelezen Het gebeurde voor mijn komst." „Ja. Voorlopig laten we het hier bij. Maar u beiden ziet mij terug. Heel spoedig al naar ik vermoed." Uppström nam de lift en was op 't punt het flatgebouw te verlaten, toen hij zich bedacht. Aan de ingang stond niet langer de portier met wie hij had gesproken, doch een ander. Uppström toonde hem zwijgend z'n politiepenning. „Kent u de Frans man Paul Solange, die hier woont?" vroeg hij de nieuwe functionaris. „Zeker ken ik hem." „Heeft hij een wagen?" „Neen." „Hij beweerde Woensdagmiddag naar Saltsjöbaden te zijn gereden." „Eens kijkenDe portier zet te de uniformpet af, krauwde zich door het haar. Woensdagmiddag had ik dienst. Uit de aard van de zaak let ik weinig op het doen en laten van de gasten; het is hier een gere geld komen en gaan. Toeval'ig her inner ik me meneer Solange te heb ben gezien, omdat hij een bijzonder knappe dame bij zich had." „Jong en blond?" „Juist Een beeld.'' „Zij was blootshoofds, niet, en droeg een lange zwartfluwelen man tel?" „Dat is meer een dracht voor des avonds, niet voor overdag. Neen, ze had een grijs mantelcostuum aan en een hoed op." „Zou je haar herkennen als je haar weerzag?" „Vast. Zon knappe verschijning vergeet, je niet gauw." „Werden zij soms afgehaald door een wagen van de Kalundby's?" De portier zette grote ogen op. Nee maar, weet u aPes? Ja, het was een wagen van de Kalundby's Ik heb nog even met de chauffeur ge praat." „Bedankt. Een rokertje?" „Dat sla ik niet af! Eh is er mis schien iets niet in de haak met die dame? Het zou me spijten." „Neen, hoor, niets! Twee-en twin tig karaats!" Trots als een pauw stapte inspec teur Uppström iiaar het hoofdbu reau. „Daar komt een reisje naar Saltsjöbaden van!" beloofde hij zich innig vergenoegd. Ik zal een baard krijgen, als ik er niet opduikel wat ik nodig heb. Verdorie, die wind buil van een Solange kan liegen! Oho hij is nog niet van me af! En die snaak met het kunstbeen vertrouw ik ook voor geen haar!" XIV.' Om half zes die middag trad August de wintertuin van het Grand Hotel te Saltsjöbaden binnen. Toen hij van zijn bezoek aan Anders Svartan in het „Sint Oilaf" terug keerde, vond hij op zijn kamer een boodschap, door de telefoniste opge nomen. Zij luidde: „Indien het de heer Söderman gelegen komt, zou mejuffrouw Karlsson graag om half zes in de wintertuin van het Grand Hotel te Saltsjöbaden een onder houd met hem hebben." Natuurlijk ging hij. Hij behoefde niet langer Otto Elmblad om toestemming te vra gen en diens jeremiades aan te ho ren: Doch zelfs al was hij nog ho tel-detective van het „Sint Olaf' ge weest, dan hadden .geen tien gerants hem kunnen weerhouden. August zat er nauwohjks vijf mi nuten, toen Marianne Karlsson ver scheen. Zij droeg een grijs mantel costuum en grijzen vilten hoed. Veer krachtig stapte zij op zijn tafel af, reikte hem glimlachend de nand. „Lief1, dat u bent gekomen," zei ze tegenover August plaatsnemend. „De Kalundby's dineren met de Bé- ringuards in Stockholm; gelukkig nodigden ze mij niet uit. Daar we vanochtend ons onderhoud moesten afbreken, dacht ik dat het een mooie gelegenheid was om het voort te zet ten." Zij wachtte tot hij de kellner zijn orders had gegeven en ging toen voort: „Ik verkeer in een hachelijke positie. U wilt me gelo ven, is het niet?" „Ik verzeker u, dat ik niets lie ver wil doen," „U moogt er nooit tegen iemand een woord over uitlatën, dat ik een nacht in het „Sint Olaf" heb door gebracht." „Onder een voorwaarde. Ik ver lang een verklaring van uw ge drag.' Even trilden haar lippen. „Zojuist gaf u te kennen, vertrouwen in me te stellen." „Ik zei dat ik het heel graag wil Het zal van u afhangen, of ik het kan. Vergeet een voornaam punt niet, juffrouw Karlsson. U hebt niet al leen met mij rekening te houden. Er zijn anderen,' die meer zullen ver langen dan uw woord om u te ge loven. Inspecteur Uppström bijvoor beeld. Hij is overtuigd, dat de dame, die niet Gunnar Lundqvist in de taxi zat een toevlucht in het „Sint Olaf' heeft gezocht. U bent de vol gende ochtend gezien. Ik zal niet verklappen dat ik u een kamer heb gegeven. Maar Matts Holm, de lift- jongen kan door de man vallen'.' „A^s u hem beweegt, zijn mond te houden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 2