knap! het op Een mens kan nooit een duivel worden Wat lezèrs schrijven PERSSPIEGEL Mijmliardtjes ZATERDAG 3 JULI 1948 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 OMtyzeitifrinyeti ,#'s Avond, als ik slapen ga jjJnEMEN" zei mijn vriend, de opperman „als ik je ronduit ver- Waar, al die verhalen over engelen en duivels, over heiligen en hel, waarmee we van kindsbeen £f zijn opgevoed, ongelofelijk en ongeloof waardig te vinden''. „Dat zit 'm in de kindsbenen" troostte ik„Luister maar." Toen onze goede moeders ONS NAAR BED BRACHTEN volgden ons 14 engelen na, 2 aan !het hoofd-eind, 2 aan het voeten-eind, 2 aan de linkerzij, 2 aan de rechterzij, tot het getal van 14 present was. Het waren schattige engelen met witte jurken, gouden kronen en wijd- uitslaande vleugels van het blankste zwanendons. Het zal u niet verbazen te horen, dat deze voorstelling van zaken weinig strookt met de werke lijkheid. Een engel is een geest, en bij dat woord „geest" moet u ge makshalve denken aan helemaal niets. Een 'engel is nog te ijl om de gedaante te hebben van een bliksem schicht of iets dergelijks; een engel of geest is nog het best te vergelij ken met: een gedachte. Is een ge- gedachte niets? Ja, wis en zeker! Het zijn zelfs de gedachten, welke de we- ra'd beheersen. Zo b.v. de commu nistische. Het spraakgebruik wil zelfs, dat je gedachten kunt omhel zen, maar toch kun je eeit onbepaald aantal gedachten omhelzen, zonder ooit beet te hebben! Zo is het ook met engelen: er kunnen 's avonds als u in bed stapt misschien wel 500.000 engelen in uw slaap-salet aan wezig zijn en toch is er hoege naamd geen gedrang. DE VERGELIJKING VAN EEN ENGEL OF GEEST met een ge dachte wil niet zeggen, dat een engel alleen maar 'n gedachte is. Verre van dat! Een engel of geest is, als ik 't zo uit mag drukken, een radio zendstation van gedachten, een uit- strahng van eigen gedachten.^ Hoe die uitstraling plaats heeft, is ohs volkomen onbekend. Dit zult ge een al heel matig antwoord vinden, maar nog veel onbevredigender is ,het, dat niemand ons kan vertellen, hoe b.v. radio-golven werken. Wij vermogen toestellen te fabriceren om radio trillingen uit te zenden, doch menig geleerd hoofd is reeds gèbroken bij het üitvorsen, wat radio en electri- citeit nu eigenlijk is.. Dat weet nog geen stervehng. Zo lang we daar niet achter zijn, kunnen we ons ge makkelijker neerleggen bij de be kentenis, dat de aard van geesten ons ontgaat. We leven nu eenmaal op een geheimzinnige wereld Vol onbekende verschijnselen. Dat een steen omlaag en nooit ter afwisseling eens omhoog- valt is, meent ge, begrijpelijk, maar het is totaal onbegrijpelijk en toch ïs het dé beroemde wet der zwaarte kracht, welke de ganse loop van het onmetelijk heelal nauwkeurig re gelt. De bouwstof van het heelal, de atomen, vermogen we kunstmatig te splitsen gevaarlijk speelgoed in de hand van mensenkinderen! maar de aard van de bouwstof is door de onderzoekingen eer raadselachti ger dan klaar geworden. Niemand zal echter betwijfelen, dat er radio- en atoom-straling bestaat, al kunnen we ze met onze ogen niet opvangen, zodat er voor een modern mens niets vreemds in gelegen is, dat ook ge dachte-stralingen onzichtbaar blij ven. Over het „hiernamaaV' sprekend, zegt men soms met een verschrikke lijk diepzinnig gezicht: „Er is nog nooit een teruggekomen, om het ons te vertellen". Geen wonder! Er is nog nooit iemand teruggekomen, omdat er nog nooit iemand is weg geweest. De geesten van engelen en gestorvenen gedachte-stralingen zijn onzichtbaar, maar als u denkt, dat het contact, dat het verkeer tus sen hen en ons verbroken is vergist u zich bar (Daargelaten de histo rische blunder, dat nog nooit iemand zou zijn teruggekomen; daarover la ter). soortgelijke wijze als tussen twee mensen op aarde, is er contact te verkrijgen tussen hen en ons en kun nen we hun voorspraak en bijstand inroepen. Dit contact noemen wij heiligen-verering. Te veel vergeten we helaas, dat door de goddelijke goedheid aan ieder mens een engel een weldoende geest, is toever trouwd, die ons „verlicht,bewaart, geleidt en bestuurt", indien wij een beroep op zijn bescherming doen. WANNEER EEN KINDJE GE STORVEN IS, troost men de moe der: „Het is een'engeltje in de he mel," en een populair lied, dat vaak bij dorpse priesterfeesten wordt ge zongen, gewaagt van „mensen tot engelen maken."' We zullen de ver heven dichter van het lied er niet hard over vallen, maar hij eist van de jubileren4e pastoor het onmoge lijke'. Een mens kan nooit een engel worden. Nooit. Het is geen kwestie van hoger of lager in rang. Engelen zijn misschien méér dan mensen; engelen zijn in ieder geval anders dan mensen. Van nature is de mens een eenheid, een samenstelling van ziel en lichaam. Niet een ziel èn een lichaam, maar een ziele-lichaam. Daarom spijt het een mens, ook al verlangt hij naar de eeuwigheid, zijn lichaam te moeten achterlaten en schrikt hij terug voor de verrotting ervan. Deze scheiding druist tegen zijn natuur in de dood is, vergeet dat niet, een straf en gaat, meest al met hevige weeën gepaard. Men :ou het een eis der natuur kunnen noemen, dat ziel en lichaam met el kaar herenigd worden, hetgeen, zo als ge weet, geschieden zal als het menselijk geslacht, naar Gods plan zal zijn voltooid. Over de verrijzenis echter een andere keer. HOE ENGELEN AAN VLEUGELS KWAMEN, zal voor u geen sprookje meer zijn, wanneer u zich een engel „voorstelt" als een ge dachte. (Laten we voor 't gemak de ze vergelijking vasthouden). Een vo gel vliegt met grote snelheid op vleugels door de lucht, maar sneller dan een vogel, sneller dan een me- téor-vliegtuig, sneller zelfs dan het licht: is de gedachte. Terwijl ik dat schrijf, verplaats ik me even over de ij stoppen der Alpen heen en zweef in Rome neer in het huis van een vriend op de Piazza dell' Orologio. Ik ga de trappen op, bel aan en wordt hartelijk begroet door een oud heer. Niet onmogelijk is het, dat wanneer ik verbazend sterk aan de ze Romeinse vriend denk, hij op het zelfde ogenblik denkt aan mij. Een dergelijke gedachten-contact is her haalde malen wetenschappelijk vast gesteld, in 't bijzonder als een mens sterven gaat en zijn geest zich los wringt uit de stoffelijkheid. Er is daaraan geen twijfel mogelijk Wie zou vóór de uitvinding van de radio hebben kunnen aannemen, dat een onhoorbare muziek rond de ganse aardbol sliert onhoorbaar, tenzij we ons toestel inschakelen? Zo is er ook een onhoorbaar contact met de onstoffelijke geesten tenzij we ons ziele-toestel erop afstemmmen. „In hemei* en aarde is er meer, Horatió, dan door uw school-wijsheid wordt gedroomd." (Shakespeare's Hamlet) ïyjET DEZELFDE SNELHEID NU als onze gedachten de uit straling van ons verstand ver plaatsen zich de engelen, geesten, zielen, of hoe ge hen noemen wilt, over alles en door alles heen. Op ENGELEN evenwel niet gehad. Zij hebben nooit een lichaam beze ten en zullen er we! nooit een krij gen; zij hebben er ook geen behoefte aan zoals wij. Voor degenen, die bru taal weg beweren en zelfs volhouden (maar zij weten er ook niets van!), dat er op andere van de millioenen hemellichamen mensen kunnen le ven, die heel andere, liefst nóg fan tastischer vormen hebben aangeno men dan de aard-bewoners, voor de zulken moet het aangenaam zijn te vernemen, dat er levende wezens zijn die hélemaal geen lichamen heb ben. Toch zijn ook. de engelen de beproevingen niet bespaard-gebleven Vele engelen hebben gezondigd, en hoe! Bij gebreke van een vleselijk lichaam konden onkuisheid, gierig heid en gulzigheid en de wraakroe pende zonden van het „verdrukken van weduwe en wezen" en het „ont houden van het rechtvaardige loon aan de werklieden" op hen geen vleugje van aantrekkelijkheid uit oefenen. Daar was, evenals bij het eerste mensenpaar, hun geest te hoog, te verlicht voor. Maar juist in de verheffing en de verlichting school de beproeving. Evenals Adam en Eva wilden zij aan God gelijk zijn. Zij wilden: God zijn. Deze heilig- schennende aanmatiging, deze, om het menselijkerwijs te zeggen, deze slag in het gelaat van Gods onuit sprekelijke majesteit, werd hun val. Gods heerlijkheid bestraalde hen niet meer, en aan zichzelf „als Goden" overgelaten, vervielen zij tot de zwar te wanhoop van de haat. Zij werden verdoemde geesten, duivels. PR ZIJN LIEDEN,-DIE AAN AL- LES GELOVEN behalve aan de duivel. Zij vinden het eigenlijk een beetje kinderachtig aan de duivel, „de satan en zijn trawanten", te ge loven. Deze opvatting van kinder achtigheid vinden wij echt kinderlijk. Als de zomerzon schijnt door het bos, de vogels zingen, de bijen zoemen de bloemen welriekend geuren en statige witte wolken drijven aan het hemelblauw, is het wel eens moei lijk aan duivels te denken en aan een verloren paradijs. Maar bezie nu eens het schilderij der mensehjke samenleving in deze lijst van bloe men en zonneschijn gevat: een schilderij van ontreddering, vrese lijke haat eh verterende hoogmoed, van een vernuft, dat al zijn uitvin dingen verdraait en kronkelt tot krankzinnige toepassingen en mis vormt tot onmenselijke monsterach tige gemeenheid. Dat is het gloeiend spoor, dat de duivel in de geschiede nis der wereld met bloed, brand en vernietiging achterlaat, de vorst der duisternis, die zijn prooi vindt onder allen, die niet nederig van harte zijn. Schuw de hoogmoed als de pest; in het schitterende Weed der eigenwaan hult zich de engel, die ten ■verderve leidt. Leiden, 30 Juni 1948. Hooggeachte hoofdredacteur, U zoudt mij een zeer groot pleizier doen dit stuk in uw dagblad te plaat sen onder de titel van „Wat lezers ons schrijven". Overal in de lande waar ik kom, beschouwt men het als een uitkomst, dat de heer Welter met een eigen lijst is uitgekomen. Want de vele katho lieken die het niet eens zijn met het beleid van de K.V.P., zowel ten aan zien van het Indië-vraagstuk, dus het behoud van de éénheid van ons Koninkrijk, als ten aanzien van de samenwerking uitsluitend met de P. v. d. A., krijgen nu de gelegenheid hun ontevredenheid kenbaar te ma ken, door hun stem uit te brengen op de lijst Weiter, dat toch óók een katholieke lijst. Het program is in volledige overeenstemming met de katholieke zedenleer. Naar mijn mening staat de groep Weiter dich ter bij de Katholieke Kerk dan de K. V.P., omdat zij weigert samen te gaan uitsluitend met-.de P. v. d. A., die toch in wezen de leer van het Marxisme huldigt, welke door de Kerk wordt verafschuwd. En met de aanhan gers van' deze leer heeft de K.V.P. sedert 1946, met uitsluiting van alle andere partij,en, dus ook van de christelijke partijen, samengewerkt. Tot 1946 heaft de K.V.P. deze uitslui tende samenwerking nooit gewild. Maar de K.V.P. is daarna van recht se- of middenpartij, die zij was blij kens haar gedragslijn, naar links op geschoven. Het is een feit, dat dit niet alleen door de intellectuele kringen, maar ook door de middenstanders? en even zeer door grote groepen arbeiders wordt betreurd. Het zijn deze teleur- gestelden, die hun stem op de lijst Weiter uitbrengen. Het moet toch ieder duidelijk zijn, dat Nederland en Nederlands-Indië door hun samengang, dat reeds drie en een halve eeuw heeft geduurd, een prachtige economische eenheid is geworden, die overal in de wereld respect heeft afgedwongen. En thans, na 2 jaren wanbeleid als gevolg van de Rooms rode coalitie, staan zowel Nederland als Indië aan de rand van een bankroet. De economische situa tie zal voor deze beide delen van ons Koninkrijk ernstiger worden, indien Indic van Nederland wordt afge sneden. De armoede zal over ons land komen, als Indië verloren gaat en daarmede worden de poorten van het communisme open, wagenwijd open, gezet.' Door de groep Welter, die verder ziet dan de K.V.P. wordt het commu nisme bestreden en in de strijd te gen het communisme zijn de K.V.P. en de groep Weiter het eens. Als Welter met een flink aantal ze tels uit de stembus te voorschijn treedt, en, voorzover ik kan nagaan aan de hand van mededelingen, die ik dagelijks verkrijg uit vele groe-, pén personen, is dit te verwachten, zou dit een weldaad zijn, zowel voor ons Koninkrijk -als voor de K.V.P. Want hiermede wordt niet de K.V.P. gedwongen, maar wordt zij op een elegante manier in de gelegenheid gesteld, terug te zwenken nggr de plaats waar zij behoort. De plaats die een christelijke partij behoort in te nemen. De plaats die een scherpe afbakening stelt tussen Rooms en Rood. Ik dank U. Uw abonné, M. VAN DRÏEL. „Na 2 jaren wanbeleid als gevolg van de Rooms-rode coalitie staan zo wel Nederland als Indië aan de rand van een bankroet" aldus de geach te inzender, die klaarblijkelijk be doelt te zeggen, dat de economische toestand, zoals die heerst in Neder land en in Indië, een gevolg is van 2 jaren wanbeleid van een Rooms- rode coalitie. Kan inzender nu heus menen, dat een andere regering de verschrikkelijke gevolgen van de oor log in twee jaar zou hebben kunnen opheffen? Is Nederland in vergelij king met andere landen ter wereld niet een oase van sociale rust en vrede? En is het leven in Nederland wederom: in vergelijking met el ders niet veel beter, veel drage lijker? En van vele delen van Indië kan hetzelfde worden gezegd. Het verwondert ons in hoge mate, dat inzender meent aan de K.V.P. te moeten voorhouden, dat Neder land en Indië moeten samengaan; dat Indië niet van Nederland mag worden afgesneden. Alsof de K.V.P. de scheiding tussen Nederland en Indië zou willen!! En wat de samenwerking van K. V.P. en P. v. d. A. betreft: ook wij zien na de verkiezing veel liever een regering op bredere basis. Maar: dat die samenwerking a priori in strijd zou zijn met enig katholiek beginsel, is niet waar. En dat a posteriori (achteraf) beschouwd door die sa menwerking enig katholiek beginsel in het gedrang is gekomen, is o.i. ook niet waar, wordt ook niet door de bestrijders aangetoond. Dat de groep-Welter het eerlijk bedoelt, in het belang van Nederland en Indië, betwijfelen wij niet. Maar of zij, zoals inzender zegt, verder ziet dan de K.V.P., betwijfelen wij wel. In de geweldige strijd van on ze tijd moet er onder de strijders éénheid zijn. En nu verstaan wij niet onder eenheid, dat allen het over al les met elkaar eens zijn. Wij verstaan er onder, dat op momenten, waarbij het er op aankomt, de verschillen en geschillen onder de strijders onderge schikt worden gemaakt aan het doel, dat allen gemeenschapeplijk moet zijn, opdat door en in verdeeldheid de kracht om dat doel te bereiken niet verzwakt of zelfs vernietigd worde. Red. Sedert geruime tijd is men bezig met het herstel van de Mariakerk te Venlo. Met Kerstmis hoopt men deze, dan geheel gerestaureerde kerk weer in gebruik te nemen. De toren in de steigers. Foto A.N.P. - v. d. W. Lisse, 1 Juli 1948. Geachte Redactie. De opmerking van de heer Rebers, dat, wanneer onze jongens toch niet de taak waarvoor ze naar Indië ge gaan zijn uit kunnen voeren, ze be ter naar huis kunnen komen, kan ik ten volle onderschrijven. Ze zijn daar r.u al enige maanden, mogen daar voor schietschijf fungeren en niefo terug doen. Op deze manier gaat In dië voor ons toch verloren en krij gen we onze jongens, zo ze terug ko men, invalide of/en gedemoraliseerd terug. Ik spreek zoveel ouders, die jongens in Indië hebben en het oor deel van die jongens is bijna alge meen, hetgeen blijkt uit hun corres pondentie: het kon anders. Ook ik ge niet de twijfelachtige eer, daar enige maanden een zoon' te hebben, en toen hij weg ging gaf ik hem deze raad mede: „jongen doe je best en weest voorzichtig voor Soekarno". (Ik hoop dat dit geen Majesteitschennis is). Maar op het ogenblik heb ik het ge voel, dat hij naar Indië is niet om tegen, maar vóór Soekarno te gaan vechten. Zoals gezegd onze jongens moeten zich daar op hun gezicht la ten slaan, zonder iets terug te mo gen doen. Alleen om goede vrienden met Soekarno te blijven en er ook vooral geen moeilijkheden komen tussen K.V.P. en P. v. d. A. Je kan veel beter die jongens opofferen en de ouders met de, brokken laten zit ten. Wanneer ze daar des Zondags doodgemoedereerd naar de katholie ke kerk gaan en worden door een stel bruine sluipschutters bestookt, zodat er van de 14 mannen er 4 ter plaatse het leven laten, dan is dat natuurlijk niet het werk van Soekar no, daar is hij dood onschuldig aan. Hij voedt zijn mensen op in liefde voor Nederland en voor Z.M. Stalin, pardon voor H.M. de Koningin. De heren van de E.V.C. krijgen volop gelegenheid hun gif onder de bruine bevolking te verspreiden, worden door Soekarno met open armen ont vangen, toegesproken en gehuldigd. Diezelfde mijnheer Soekarno wordt door de heer Logeman huizen hoog geprezen en door de heer Goedhart wordt hem, namens de P. v. d. A., een cadeau aangeboden. Met die zelfde P. v. d. A. werkt de K.V.P. samen ook in zake Indië. En dit al les om een progressieve politiek door te kunnen voeren. We moeten het communisme voor zijn. Maar hoe het kind heet, heet het, doch ik ver draai er mijn hand niet om. Ik ben 1918 nog niet vergeten. Op 7 Juli gaan we naar de stem bus om uitspraak te doen of we het mét het Jndiëbeleid eens zijn, ja dan neen. Volgens mijn opvatting is het onmogelijk voor iemand, die het met dit beleid niet eens is, zijn stem vut te brengen op een partij, die voor dit beleid verantwoordelijk is. Het gaat hier niet 0m stemmen versnip peren, het gaat hier om een uit spraak. Het gaat hier om een beslis sing van vérstrekkende betekenis. Welnu ik heb meer vertrouwen in EEN P. v. d. A. EPISCOPAAT. Er zijn katholieken, die het altijd beter weten dan de Bisschoppen. Zulks is natuurlijk mogelijk. Deze katholieken hebben in de regel geen bezwaren om hun volgzaamheid te belijden, zolang het inzicht van de Bisschoppen hun te pas komt. Maar naar onze mening krijgen volgzaam heid en gehoorzaamheid jegens de Kerkelijke Overheid eerst dan pas relief en betekenis, wanneer men be reid is eigen inzichten op te offeren Kortom, wanneer men ondanks eigen, ander inzicht, bereid is in een be paalde zaak gehoor te geven aan wens, vermaan of oproep van cfe Kerkelijke Overheid. Altijd zijn er katholieken geweest, die meenden de wens van hun Bis schoppen te moeten negéren. Wij kennen ze ook nu weer, die het uit drukkelijk vermaan van het Episco paat om de staatkundige eenheid on der ons katholieken te bewaren, naast zich neer leggen. Deze katho lieken moeten dat tenslotte zelf we ten; dit zelf met hun geweten in overeensteming brengen. Wij hebben nu eenmaal niet te treden in hun persoonlijke overwegingen; evenmin als Wij er aan zouden denken om hen te beschuldigen van minder goe de katholieken te zijn. Er zijn echter grenzen. Wanneer thans in onze strqjeen huis aan huis bij de katho lieke kiezers propaganda-biljetten in de bus worden geworpen van de zijde van katholieken, die gemeend hebben de wens der Bisschoppen te moeten negéren en lid werden van de P. van de A., dan vinden wij deze georganiseerde poging om de katho lieken over te halen hun volgzaam heid en gehoor-baamheid, aan hun Bisschoppen prijs te geven, beneden peil. De heren Ruygers, ten Hagen, Willems en Brongersma, wier beelte nis de pamflettensiert, treden hier op met de allures van een soort P. v. d. A.-episcopaat dat in een quasi „herderlijk rondschrijven" (zelfs voorzien van een P. v. d. A.-cathe- chismus met vraag en antwoord hoe men „politiek-zalig" wordt via de P. v .d. A.) de katholieke kiezer mee deelt, dat men door op de P. v. d. A. te stemmenenfin, men kent de verkiezingsverhalen. Hetzelfde bezwaar hebben wij ook tegen de actie, die heer Weiter hier en daar voert onder het motto: „Ka tholieken, bewaart uw staatkundige eenheid. Stemt Welter". De uitersten raken elkaar wel eens. Zo ook hier. Weiter en de ka tholieken van de P. v. d. A. hand in hand, waar het aanvallen geldt op de gewenste eenheid der katholieken op staatkundig terrein. De overwinnaars .van moeheid en^^edeprifTTeerdheid^^oo^^^ent personen, die met Indische toestan den door en door op de hogte zijn, dan in hen, die daar slechts een blauwe Maandag geweest zijn. Met dank voor de plaatsing. J. H. VAN DER VOET. Nogmaals: er moet worden gepro testeerd tegen de voorstelling, alsof ■onze militaire in Indië nergens nut tig voor zijn. Zij hebben daar uitste kend werk verricht en doen dat nog. Aan hen is het te danken, dat de toe standen in vele delen van Indië nu zoveel beter zijn, dan vóór hun aan wezigheid en vóór hun optreden. En evenzeer nogmaals: degenen, die zeggen, dat en de doelstelling èn de tactiek (of een van beide) van de huidige regering betreffende Indië fout is (dat er fouten zijn gemaakt, ontkennen vyij geenszins) verzuimen daartegenover duidelijk en concreet te zeggen, hoe het dan wél moet. En wat betreft het stemmen op a.s. Woensdag, bedenke ieder, wat het gevolg kan zijn van een stemmen- vesnippering onder de katholieke kiezers. De hoofdredacteur van „De Linie" besluit in het nummer van 2 Juli een artikel: „Wie bijvoorbeeld zegt: „De K.V.P. heeft naar mijn smaak verkeerd gemanoeuvreerd met betrekking tot Indonesië en daarom verbiedt mijn geweten mij haar op nieuw mijn stem te geven", dan mo ge hij een eerlijk man zijn; politiek gesproken is hij een oppervlakkig denker, een keine dilettant." Red. Wij hebben onze lezers gelegenheid gegeven, om hun mening neer te schrijven, waarbij wij hen vanzelf sprekend niet onkundig hebben wil len laten over wat onze mening is. Men zal echter begrijpen ert billij ken, dat er een grens moet zijn. De „ingezonden stuiken" blijven bin nenvallen! de. ^eeima'tcle'i 2. We zullen het niet langer over de kist hebben, maar eerst naar be rieden gaan, want daar komt juist voor de deur ^en heel oud fordje met knarsende remmen tot stilstand. Het is geen mooi Fordje, daarvoor is het al te oud, maar je ruikt gewoon de avonturen, en daar gaat het toch maar om! Achter aan het autotje hangt een groot wit bord met mooie letters die samen de woorden vor- turier-Wereldreiziger, Telefoon 137. Dus zó heet de eigenaar van de auto. Hij zit op een ecshte wereldreizigers- manier achter het stuur met één arm buiten de auto in de andere hand men: Hendrik de Zeevaarder, avon- een pijpje en zijn voeten op de mo tor kap. Hendrik de Zeevaarder drukt met zijn hiel op de toeter. „Boonk! Boonk!" gaat het en daf wil zoveel zeggen a^s: „Hier S Hen drik de Zeevaarder! Houd je gereed voor avonturen!'.' Met éen schok schrikt Bimmelbam wakker. DE ONTWIKKELING IN INDIë. A.B.C. in de Leidsche Post vertelt, dat hij met een gezelschap buiten landse journalisten heeft gesproken over de komende verkiezing, en hun toen heeft gevraagd, hoe zij dachten over de grondwetsherziening. En hij vat, wat zy hem zeiden, als volgt samen: „De drie kleinere voorstellen von den zij nauwelijks de discussie waard. 1. De mogelijkheid van het in stellen van de functie Staatssecretaris achtten zij een verstandige oplossing van een vaak moeilijk vraagstuk, hoe namelijk een combinatie te vin den tussen een politiek en een vak minister. Maakt dit het apparaat niet onnodig duur? vroegen we. Neen was hun bescheid als je een goe de staatsecretaris hebt, geeft dit een grotere mate van efficiëncy aan het departement en een vlottere afdoe ning van zaken. 2. De mogelijkheid om een finan ciële regeling te treffen ten behoeve van het afgetreden staatshoofd, zal by geen enkele Nederlander die waardering gevoelt voor de.werk kracht van de Koningin, op tegen stand stuiten. 3. Het voorstel, afkomstig van de voorzitters der vijf grootste fracties in de Tweede Kamer, om' de moge lijkheid te openen, bij een onver hoopte revolutionaire situatie, het gezag met bijzondere bevoegdheden in handen te kunne leggen van spe ciaal daarvoor aangewezen burgerlij ke organen, roemde men als een daad van wys politiek inzicht. Men moet nu eenmaal rekening houden met Russische activiteit de erva ring in Oost-Europa bewijst het schier dagelijks! en regeren is vooruitzien. Het belang van een ge zonde democratie brengt mee, dat de democratische instellingen beveiligd worden tegen onverhoedse aanval len in de rug. Aan communistische agitatie hebben we niets, en daarom is sociale en economische rust en or de een levensbelang voor Nederland en voor de wereld. Met gespannen verwachting luister den wij naaf wat verder gezegd zou worden over het vierde voorstel, de toevoeging van een nieuw Veertiende Hoofdstuk aan de Grondwet, betrek-' king hebbend op de kwestie der Overzeese Gebiedsdelen. Geheel in de lijn van de nuchtere realiteit, die ook de voorafgaande beschouwingen had gekenmerkt, ver volgden onze buitenlandse vrienden: Dit is een logische uitbouw van de bekende rede, die uw Koningin op 7 December 1942 heeft gehouden, en waarin Zij aan de volkeren in Oost en West na de oorlog staatkundige zelfstandigheid toezegde. Het is ons wel duidelijk geworden, dat over de interpretatie dier rede, en vooral over het tempo van de uit werking er van verschil' van gevoe len bestaat, maar het principe ligt vast en stemt overeen met hetgeen elders ter wereld de ontwikkeling met betrekking tot de verhouding van blanke en donker gekleurde rassen vordert. Bovendien, zo vervolgden zy, kan men de klok toch moeilijk terugzet ten! Er zijn bepaalde feiten ge beurd, die niet meer ongedaan ge maakt kunnen worden: Lingadjati, de Renville-overeenkomst, de confe renties en besprekingen te Malino. Den Passar, Bandoeng. Er is toch een voorlopig Federaal Bestuur ge vormd. Men kan daarover verschil lend denken, men kan het critise- ren, maar ongedaan maken kan men het niet. De onderhavige grondwetswijziging bevat richtlijnen voor de reorganisa tie van het Koninkrijk, voor de op bouw van het Rijk in nieuwe stijl, bestaande uit Nederland, de Neder landse Antillen en Suriname ener zijds, en de Verenigde Staten van Indonesië anderzijds en de band tus sen beide, de Nederlands-Indonefi- sche Unie, met de Koningin als zo danig aan het noofd. Dit alles vormt tezamen een practisch aanvaardbare grondslag voor de verdere ontwikke ling van de verhoudingen in het ge reorganiseerde Koninkrijk. Worde het aan het wijs beleid van uw nieuwe Regering zo besloot onze zegsman overgelaten, in die zin voort te bouwen tot heil van uw schone land en de rijke gebieden overzee. De wereld zal het meest ge diend zijn met een rustige ontwikke ling in ëen geest van wederzijds be grijpen en vertrouwen. Aan deze beschouwingen "hebben wij eigenlijk niet veel meer toe te voegen. Ze zijn vrij van hartstocht en vooringenomenheid. En dat zijn nu juist de dingen waaraan een volk bij verkiezingen 't allerminst behoefte heeft, omdat de ze eigenschappen een klare kyk op de verhoudingen vertroebelen. Breedheid van opvatting, geen eng partij-gedoe, geen sectarisme, hebben ons land in het verleden groot ge maakt. Onwillekeurig komt ons het af scheidswoord van H.M. Koningin Wilhelmina in de gedachte: „Toont opgewassen te zijn tegen den grooten tijd, waarin wij leven, met een wijden blik voor het we reldgebeuren en met begrip voor het wezenlijke, waar het voor ons allen om gaat. „En vervult zoodoende uw plicht tegenover Uzelf en tegenover het va derland, tegenover onze bondgenoten en de groote gemeenschap der vol keren. Gaat de toekomst tegey, schouder aan schouder". Wij zyn er zeker van, dat ieder, die a.s. Woensdag bij het uitbrengen van zijn stem zich het koninklijk maan-woord herinnert: „Eendracnt en nog eens eendracht" zijn stem niet zal verknoeien, noch aan kanslo ze oppositiepartijen, noch aan splin terpartijtjes, maar dat hij klaar za) verstaan, wat nationale plicht ge biedt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5