Prof. dr. E. Gorter, 25 jaar
hoogleraar
Komt er een, speelzaal te
Noordwijk
Friese landerijen drogen uit
Het onderzoek naar de gedra
gingen der „Londense" regering
SIGAREN
VRIJDAG 25 TUNI 1948
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Een leven van studie en werken voor de
belangen van het kind
Op 1 Juli a.s. zal het 25 jaar gele
den zijn, dat prof. dr. E. Gorter, hoog
leraar in de kindergeneeskunde aan
de Leidse universiteit en hoofd van
de kliniek voor kindergeneeskunde
aan het Academisch Ziekenhuis al
hier, tot hoogleraar werd benoemd.
Evert Gorter werd 19 Febr. 1881 te
Utrecht geboren, bezocht de lagere
school te Dieren, doch verbleef daar
slechts gedurende twee jaar, terwijl
andere kinderen toch in de regel zes
jaar op die schoolbanken zitten.
Daarmede kenmerkte hij zich mis
schien reeds aanstonds als een bijzon
der mens. Niet, dat hij in die twee
jaar volleerd was, verre van dat.
Doch in de overige jaren had hij
thuis les, kon veel buiten zijn en
het was misschien een gevolg daar
van, dat zijn streven later steeds
uitging naar opênluchtscholen.
Dat hij een bijzonder mens was,
getuigen evenwel toch reeds zijn stu
diejaren op het gymnasium, dat hij
te Arnhem doorliep in vier inplaats
van zes jaar. Op 17-jarige leeftijd
werd hij als student in de medicijnen
ingeschreven aan de Leidse univer
siteit, in 1905 legde hij met goed ge
volg het artsexamen af en veertig
jaar later, ter gelegenheid van zyn
veertigjarig jubileum als zodanig,
werd hij door zijn assistenten gehul
digd met een borstbeeld, dat in de
hal van de Leidse Kinderkliniek da
gelijks getuigenis aflegt van de be
wondering, welke men koestert voor
deze man.
Na tot arts te zijn bevorderd, ging
hij negen maanden te Parijs werken
voor wetenschappelijk onderzoek in
het Instituut Pasteur onder Metschni-
koff en in het Hópital des Enfants
malades ter bestudering van de pae-
diatrie. Na zijn terugkeer werd hij
assistent aan het Acad. Ziekenhuis bij
prof. Nolen en het jaar daarop pro
moveerde hij aan de Leidse Univer
siteit tot doctor in de geneeskunde op
een proefschrift, getiteld: „Over de
verschillende typen van tuberkelba
cillen en over de wegen der tuber
culeuze infectie". Hij verwierf hier
bij het praedicaat cum laude. In 1908
werd hij toegelaten als privaat-do
cent voor interne kinderziekten, tot
dat in Oct. 1916 de nieuwe afdeling
voor kindergeneeskunde in gebitiik
kwam. Drie medische vrienden stel
den hem daartoe in de gelegenheid
en de ingebruikname kon voor Ne
derland een zeer bijzondere gebeur
tenis worden genoemd. Ook was hij
sinds de oprichting van een afde
ling voor vaccinatie aan het labora
torium voor vergelijkende patholo
gie als assistent verbonden.
In 19i7 werd hij benoemd tot lec
tor in de kindergeneeskunde en in
1923 volgde zijn benoeming tot hoog
leraar in de kindergeneeskunde, welk
ambt hij aanvaardde met het hou
den van een inaugurele rede over:
„Intoxicatie of Deficiëntie".
Dit mocht de bekroning genoemd
worden van het baanbrekende werk,
dat Gorter op het gebied der kinder
geneeskunde had verricht, want reeds
voor zijn benoeming tot hoogleraar
had hij veel op dit gebied tot stand
gebracht in Leiden en omgeving.
Door zijn toedoen toch werd de Leidse
Buitenschool te Katwijk gesticht voor
kinderen uit besmet tuberculeus mi
lieu, later gevolgd door een school
van kinderen van 36 jaar, die on
der gelijke omstandigheden verkeer
den.
Er werden artsencüïsussen gehou
den en op verzoek van zijn cursisten
werden de daar gehouden voor
drachten later in boekvorm uitgege
ven onder de naam „De voeding van
gezonde en zieke zuigelingen", dat
een leerboek werd voor artsen en
studenten en waarvan in 1940 de
tweede druk zeer uitgebreid ver
scheen onder de titel: „De voeding van
gezonde en zieke kinderen" (7e druk
eerste boek).
Hij beperkt zich evenwel niet tot
zijn k'iniek alleen. Ooi. andere din
gen hebben zijn belangstelling, o.a.
het laboratorium. In samenwerking
met wijlen prof. W. C. de Graaff uit
Utrecht, toen te Leiden, schreef hij:
„Klinische diagnostiek", waarvan de
zesde druk, le deel in 1947 verscheen.
Daarnaast moet stellig zijn boek over
„Kindergeneeskunde" genoemd wor
den, een standaardwerk, waarvan de
vijfde druk eerstdaags zal verschij
nen. Ook bewerkte hij in het „Hand
boek voor Verloskunde" van prof.
dr P. C. T. van der Hoeven de hoofd
stukken over Physiologie en Patho
logie van de zuigeling. Tal van we
tenschappelijke artikelen zijn voorts
van zijn hand vérschenen in ver
schillende binnen- en buitenlandse
tijdschriften.
Internationaal werk.
Niet onvermeld mogen we ook la
ten zijn werk over de spreiding van
eiwitten in monomoleculaire lagen.
In navolging van Langmuir, die in
Amerika over de spreiding van eiwit
ten werkte en later de Nobelprijs
ontving, begon Gorter in 1926 aan de
spreiding der eiwitten. Een weten
schappelijk werk, dat baanbrekend
was en algemene waardering onder
vond, zelfs tot ver buiten Europa, en
waarvoor hij uit het Pieter Langen-
huysen Fonds in 1933 via de Holland
se Mij. van Wetenschappen een gift
van 4500 ontving, om zich geduren
de een geheel jaar aan die studie te
kunnen wijden. Maar ook de Rocke
feller Foundation was voor Gorter
een machtige steun en verschillende
malen werd hij bedacht met een gift
voor wetenschappelijke, waardevolle
instrumenten en subsidies.
Naast al dat werk wist hij nog tijd
te vinden voor groot organisatorisch
werk. In 1927 werd op zijn initiatief
door de Volkerenbond een onderzoek
ingesteld naar de oorzaken der zui
gelingensterfte en in 1936 werd te
Genève onder zijn voorzitterschap de
meest rationele voeding van het jon
ge kind besproken. In 1947 trad hij
op als voorzitter'van een onderafde
ling F.A.O. van de W.H.O. in Wash
ington, waar door vooraanstaande
kinderartsen uit 12 verschillende lan
den, die het meest door de oorlog ge
troffen waren, over de juiste voeding
van het kind in de wereld werd ge
sproken en waar conclusies werden
aangenomen, die als basis dienden'
voor het werk van de U.N.A.C.
Aan prof. Gorter is het te danken,
dat het initiatief werd genomen tot
oprichting van het Instituut voor
Praeventieve Geneeskunde te Leiden
en wederom is hij het, die het initia
tief neemt, dat het boek over „Prae
ventieve Geneeskunde" het licht ziet.
Voorts was hij de stichter van de
Ver. voor Biophysica.
Door België aangezocht.
In 1936 werd hy door België aan
gezocht en hij aarzelde niet, om
naast zijn veelomvattend werk in
Nederland, aan dé Gentse universi
teit de kindergeneeskunde te gaan
doceren. In 1938 werd in het tijd
schrift „Wetenschap voor Vlaande
ren" de hoop geuit ,„dat hij daar het
zelfde baanbrekend werk zou mogen
verrichten als in de jaren daarvoor
in Nederland, dan zou het voor Bel
gië en het Belgische volk, zoals dat
voor Nederland was geweest, een ze
gen worden." t
Zijn lidmaatschappen zijn, het is
bijna vanzelfsprekend, vele en het
zijn meestal leidende posities, die hij
bekleedt. Hij is o.a. lid van de Kon.
Academie van Wetenschappen, afd.
natuurkunde; lid van de Hollandse
Mij. van Wetenschappen; hij is Ho-
ncry Member of the American Pedia
trie Society, Honorary Fellow in the
New York Academy of Medicine,
lid van de Gezondheidsraad, enz.
Tal van congressen in binnen- en
buitenland bezocht hij en hy nam er
deel aan met een vitaliteit en levens
lust als slechts weinigen kennm- V
en dat werk zet hij voort ondr s
de vreselijke rheumatiek, die hem in
1940 hulpbehoevend maakte. Mocht
iéts dergelijks voor velen een rem
zijn, dit was het allerminst voor prof.
Gorter.
Hij nam ontslag in de oorlog.
Dat bleek reeds gedurende de laat
ste oorlog, toen hij als een der eer
sten, o.a. met Köllewyn en Huizinga
in 1942, na de bekende rede vari prof.
Cleveringa, ontslag nam als hoogle
raar. Spoedig daarop wend hij door
de Duitsers „opgehaald" en slechts
zijn invaliditeit was -"oorzaak, dat
men hem niet gevangen nam en naar
een concentratiekamp voerde. Even
wel, hij werd verbannen naar Win
schoten, terwijl hem elk contact met
universiteit, professoren of studen
ten werd verboden
Niettemin, reeds spoedig bleek, dat
zijn.vitale geest van geen stilzitten
wilde weten. In Winschoten begon
hij een dokterspractijk en zette hij
zyn veelomvattend wetenschappelijk
werk voort. Hij richtte een polikli
niek in, had een assistente, een anö-
lyste en verder personeel en in deze
somberste aller tijden moest alles in
een huiskamer gebeuren.„Jn 1945,
na de bevrijding, haalde n#vr. Kok
van Alphen hem met een ambulan
ce terug en hij nam zijn intrek in
Leiden, aangezien hij zijn vroegere
woning in Wassenaar niet meer kon
betrekken.
En het* gedeeltelijk onderbroken
werk werd hervat Alsof, de jaren
voor hem nog niet golden, zette prof.
Gorter zich weer aan het werk, in
het belang der wetenschap, in het
belang van het kind
Alles voor het kind.
Het kind, dat zijn hart gewonnen
had en waarvoor hij alles wilde op
offeren, zijn geld en zijn gezondheid
zelfs. Zijn kliniek was spoedig weer
bevolkt als in drukste tijden en zo
gaat het werk voort, ongebroken, on
vermoeid bezield door de vitaliteit
PROF. DR. E. GORTER
van deze man, die voor de kinderen
van ons volk en voor die van Euro
pa, ja van de gehele wereld een ze
gen is geweest en nog is. Immers,
werd tijdens een congres in Amerika
niet van hem gezegd, dat hij niet al
leen aan Leiden of Nederland, niet
alleen aan Europa, maar aan de ge
hele wereld toebehoorde?
Dergelijke uitspraken zouden we
legio kunnen aanhalen. Schreef niet
een van zyn collega's in de afgelo
pen winter, toen prof. Gorter een
zware ziekte te doorstaan had, over
hem, „dat men hem menselijkerwijs
gesproken niet kon en niet wilde mis
sen en dat hij voor velen een vuurto
ren was in het licht, waarop zij zo
gaarne varen?' En tijdens een lunch
op een Geneeskundig Congres te Leu-
ven getuigde een journalist van hem:
„Hoe Gorter, hoe beter!' En bij een
bezoek van een honderdtal buiten
landse kinderartsen aan Leiden ge
tuigde prof. Bonnet uit Parijs nog
van hem: „dat hij bijzonder getrof
fen was door de geringe zuigelingen
sterfte in Nederland, welke het
laagste is van geheel de wereld
en dat zulks het werk van prof. Gor
ter was!"
We zouden zo door kunnen gaan,
op gevaar af, dat deze buitengewone
wetenschapmens, die zo midden in
het volle leven staat, het ons kwalijk
zou kunnen nemen, maar we kun
nen toch niet nalaten daarvan te ge
tuigen door aan te halen wat een
doodziek meisje van 12 jaar uit Lei
den eens tot hem zeide: „ik vind het
:o heerlijk om ziek te zijn bij U!"
Dat tekent deze gehele mens. Zijn
vriendelijkheid en innemendheid je
gens kinderen zijn bijna spreekwoor
delijk geworden.
En na dit alles zou men zeggen, dat
prof. Gorter niets meer te verlangen
heeft, als hij ziet welke heerlijke re
sultaten zijn werk heeft voortge-
biacht. Doch niets is minder waar,
want hij heeft veel, oneindig veel
meer willen doen. Allerminst on
dankbaar voor de reeds van vele zij
de ondervonden steun, zou hij nog
veel meer kunnen en willen doen.
indien hij daartoe financieel in de
gelegenheid zou worden gesteld
Het verschil tussen hazard en behendigheid
Naar wij vernemen zyn Donderdag
bij de burgemeester van 's-Graven-
hagè, Noordwijk en Zandvoort ver
gunningen aangevraagd om in de
drie grootste Nederlandse badplaatsen
een behendigheidsspel te mogen ex
ploiteren. Een combinatie van Casino
te Scheveningen, Huis ter Duin te
Noordwijk en Riche te Zandvoort
hebben de hand gelegd op een spel,
dat in spanning niet voor de hier te
lande verboden hazardspelen onder
doet, doch beantwoordt aan de wette
lijke eisen, die in Nederland worden
gesteld, aldus de directeur van Casino
Scheveninge de heer D. Schoor.
Dit „Hollandia''-behendigheidspel,
dat een goed observator volgens de
bekende mathematicus prof. dr. F.
Schuh te Delft, zelden of nooit zal te
leurstellen, is bestemd om de Neder
landse kust aantrekkelijker voor bad
gasten te maken. Indien de gevraag
de vergunningen krachtens politie
verordeningen worden verleend, zal
het Casino te Scheveningen omstreeks
half Juli met tien tafels opengaan.
De opening der speelgelegenheden te
Noordwijk en Zandvoort zou dan be
gin Augustus kunnen geschieden.
In Casino te Scheveningen is een
demonstratie met het Hollandia spel
gegeven. Deze demonstratie trok be
langstelling van de burgemeesters
van Den Haag, Noordwijk en Zand
voort, de hoogste politie-autoriteiten
uit deze plaatsen, enige geleerden en
juristen. Na ervaringen met Straper-
lo en Romatjo in het begin van de
dertiger jaren stond men wel enigs
zins sceptisch tegenover dit experi
ment, omdat men vreesde met ver
kapte hazard, zoiets als roulette, te
doen te hebben.
Wie snapt het?
De speeltafel is verdeeld in 36 num
mers, rood en zwart. Tussen twee van
deze vakken bevindt zich een ronde
glazen schijf, die, willekeurig ver
deeld, dezelfde 36 nummers in rood
en zwart bevat. In het midden brandt
wit licht.
Zolang dit witte licht brandt is zet
ten geoorloofd. Ook is een der num
mers verlicht. Indien men op een
knop drukt gaat onder de glazen plaat
een contact.draaien, zodat alle cijfers
op hun beurt verlicht worden. Aan
gezien het aantal seconden, waarin
het contact onder de plaat ronddraait,
bekend is, bijvoorbeeld tien, terwijl
in die tijd vijf maal het oorspronke
lijke nummer wordt gepasseerd, kan
men na enige tijd observatie uitma
ken welk nummer na uitloop van de
motor verlicht zal worden. Hierbij
dient vermeld, dat de aandrijving van
de motor automatisch na tien secon
den wordt uitgeschakeld, zodat de
enige menselijke handeling aan het
apparaat het drukken op de contact
knop voor de start mag zijn. Zodra de
motor is uitgeschakeld mag niet meer
gezet worden. Het middenlicht van
de schijf wordt dan automatisch ge
doofd.
Men moet bij dit spel echter steeds
op zijn hoede zijn voor vrijwel on
berekenbare, doch te observeren ca
priolen van het lichtnet. De motor
is aangesloten op het normale elec-
triciteitsnet voor wisselstroom en dit
levert niet doorlopend constante pe
rioden. Het verschil tussen roulette
en „Hollandia" is, dat manipulaties
met een balletje zijn uitgesloten.
Bij Hollandia moet men alleen re
kening houden met de uitloop van
de aandrijfmotor en de stroom, waar
mede deze wordt aangedreven, als
mede met kleine verschillen, die door
verhitting of afkoeling van de motor
veroorzaakt zouden kunnen worden.
Het zetten is bij dit spel eenvoudiger,
dan bij roulette. De limiet zal laag
zijn.
De heer Verschoor is met zijn colle
ga's tot hét aanvragen tot explotatie
van dit behendigheidsspel overge
gaan, omdat zij menen, dat „Hollan
dia" aan de eisen van de wet voldoet
en een grote attractie voor de Neder
landse badplaatsen kan vormen. Ex
ploitatie van tien tafels in Casino te
Scheveningen zou, volgens een ac
countantsonderzoek, de gemeente
's-Gravenhage 3 tot 4.000 gulden per
seizoendag, buiten vermakelijkheids
belasting kunnen opleveren.
Voor de speelgelegenheden zou een
dag-entree van 3.50 worden ge
vraagd. Iedere bezoeker zou moeten
worden ingeschreven en, wanneer bij
onderzoek zou blijken, dat hij bij
voorbeeld bankemployé is of zijn ge
zin met spelen benadeelt, wordt hij
verder, dit zal op een kaartsysteem
worden bijgehouden, geweerd. Ook
geüniformeerden zouden het Casino
niet mogen betreden. Bovendien heeft
'n te vormen naamloze vennootschap
Ten gevolge van Zuiderzee-inpoldering
Het blijkt hoe langer hoe duidely
ker, dat de Noord-Oosfpolder voor
de aangrenzende landerijen in Over
ijssel en Friesland zeer nadelige ge
volgen heeft. Reeds direct na het
droogvallen van het nieuwe land wer
den er, in overleg met het grote wa
terschap, „De Zeven Grietenijen er
Stad Sloten" maatregelen getroffen
Er werd o.a. een verbindingssloot met
duiker, uitmondende in de Lemster-
haven, aangelegd.
Dit is evenwel lang niet voldoende
gebleken. Nu het IJsselmeer niet
meer tegen de kust tussen Vollenhove
en Lemmer golft, krijgen ue lande
rijen in dit gebied een zo groot tekort
aan water, dat ze waardeloos dreigen
te worden, terwijl de indroging van
de gronden zelfs de boerderijen en
andere gebouwen ernstig bedreigt.
Er zijn, om deze moeilijkheden op
te heffen, verschillende nieuwe maat
regelen getroffen. Ook Je aan de pol
der grenzende gemeenien zitten niet
stil. Er is een „streekcommissie indro
gende gronden" opgericht.
Dat het probleem dringend is, blijkt
wel uit het feit, dat men op sommige
plaatsen tot op bijna twee meter moet
peilen, eer men het grondwater be
reikt. Dagopbrengsten van de getrof
fen landerijen dalen dan ook schrik
barend. Mij vreest, dat vele stukken
land, die, toen het IJsselmeer nog
voor voldoende watertoevoer zorgde,
zeer vruchtbaar waren, na verloop
van enige jaren geheel waardeloos
zullen worden.
Het draineren is het euvel practisch
ook niet te verhelpen. In een bepaal
de polder zou iedere boer het moe
ten toepassen en dan zouden de kos
ten te hoog worden. Voor de z.g. „mol-
drainage" is het land te kruimelig.
Bevloeung zou slechts een druppel op
ene gloeiende plaat betekenen.
Niet alleen worden de boeren in
deze omgeving ernstig getroffen door
het waardeverlies van hun lande
rijen, maar dat ook hun boerderijen
een groot gevaar lopen blijkt uit het
steeds veelvuldiger voorkomen van
scheuren is deze gebouwen. De oude
boerderijen hebben het het zwaarste
te verantwoorden en één van de oud-
5 Motoren botsten
op elkaar
EEN SOLDAAT GEDOOD
Op de weg Assen-Rolde is de voor
ste rijder van een colonne militaire
motorrijders in een bocht van de
weg tegen een boom gereden.
De militairen, die hem volgden,
een luitenant, drie instructeurs en
vier soldaten die rijles kregen, kon
den niet zo snel remmen en kwa
men bovenop hun onfortuinlijke col
lega terecht.
De botsing had tót gevolg, dat de
voorste rijder, de twintig-jarige sol
daat A. van Pol uit Diever, met zeer
ernstige verwondingen naar het mi
litaire hospitaal te Assen moest wor
den vervoerd, waar hy in de loop
van de dag is overleden.
Dé overige militairen kregen lichte,
verwondingen.
Drie der motoren werden totaal
vernield, een brandde geheel uit.
tot explotatie der speelgelegenheden
zich bereid verklaard een dagelijks
percentage der inkomsten ter be
schikking van instellingen van open
baar nut te stellen.
Indien de exploitatievergunningen
worden verleend-volgens juristen zijn
de kansen daartoe niet ongunstig, zal
nog moeten blijken welke belangstel
ling justitie voor „Hollandia" heeft
en of het de moeite waard zal worden
geacht tot in hoogste instantie uit te
maken in welke verhouding kans en
behendigheid bij „Hollandia" staan.
Verwacht wordt, dat bij exploitatie
van „Hollandia" het gras van de of
ficieel geschat pl.m. 120 clandestiene
Haagse speelholen, door gebrek aan
belangstelling zal moeten sluiten.
Commissie stelt interessante publicaties
in het vooruitricht.
Mr. L. A. Donker, voorzitter der
parlementaire Enquête-commissie
sprak gisteravond voor de radio een
rede uit, waarrfan het volgende is
ontleend';
De commissie is zoals u zich
zult herinneren in het leven ge
roepen, om een diepgaand onder
zoek in te stellen naar het rege
ringsbeleid gedurende de periode
van 10 Mei 1940 tot 20 November
1945, toen de Staten-Generaal ten
gevolge van oorlog en bezétting geen
normale controle op het regerings
beleid hebben kunnen uitoefenen.
Het Nederlandse volk heeft nu een
maal een democratische staatsvorm
en het is gewend, dat te allen tijde
voor elke regeringsdaad de betrok
ken ministers in de Staten-Gene
raal ter verantwoording kunnen wor
den geroepen. Daarom werd het
door de Tweede Kamer noodzakelijk
geacht om, zy het dan achteraf, toch
nog een onderzoek in te stellen naar
het regeringsbeleid over een perio
de, waarin de regering zonder con
trole en medewerking van de Sta
ten-Generaal de gehele uitvoerende
en wetgevende macht heeft uitge
oefend en waarin zovele beslissingen
zijn genomen, waarmede de hoogste
levensbelangen van het Nederlandse
volk gemoeid waren.
Na een kijk te hebben gegeven op
het zeer omvangrijk werk der com
missie, herinnerde mr. Donker er
aan, dat tengevolge van het feit, dat
eerst de verouderde Enquêtewet nog
moest worden gewijzigd, pas in April
j.l. alle subcommissies met de verho
ren op volle toeren konden gaan
draaier..
Thans kan echter wel gezegd wor
den, dat de verhoren over zes van
de vijftien in het enquêtebesluit ge
noemde onderwerpen, die onder
zocht moeten worden, omstreeks Sep
tember beëindigd zullen zijn.
.Tegen het einde van het jaar zul
len de publicaties over deze zes on
derwerpen kunnen verschijnen. Deze
zes onderwerpen zijn: de wisseling
van het opperbevel in Februari 1940
alsmede de oorlog in de Meidagen
van 1940; het vertrek van de rege
ring naar Londen; de opvattingen
over de voortzetting van de oorlog;
het aftreden van jhr. De Geer; de
terugkeer van de heer De Geer naar
Nederland en de gevoerde financiële
en economische politiek. Dat bij de
behandeling van de negen overblij
vende onderwerpen nog Vele be
langrijke zaken aan de orde zullen
komen, zal duidelijk zijn, wanneer
we uit de veelheid daarvan slechts
noemen: de diverse ministercrises,
de hulpverlening aan krijgsgevange
nen en civiele gedetineerden, het
England-spiel, de voorbereiding van
de terugkeer naar Nederlanct het
militair gezag, de positie van de Sta
ten-Generaal en het Indische beleid.
Voor de wel eens geuite vrees, dat
de zaken de doofpot zullen ingaan,
bestaat niet de minste reden. Bij de
verslagen todh zullen de stenogra
fisch opgenomen verhoren onverkort
worden gepubliceerd. Hetzelfde zal
het geval zijn met belangrijke aan
de enquête-commissie overgelegde
schriftelijke stukken. De durf nu
reeds aan de hand van de ervarin
gen van de laatste maanden te zeg
gen aldus spr. dat zich daarbij
zeer veel hoogst interessant en tot
dusverre onbekend materiaal be
vindt.
Dit was hetgeen ik mede te delen
had over de wijze van werken van
de enquête-commissie en over de
stand van haar werkzaamheden.
Af en toe echter wordt deze com
missie m de pers in het geding ge
bracht op een wijze, die spr. nog tot
enige nadere beschouwingen noopt.
Men wil soms deze commissie aller
lei zaken laten onderzoeken, die met
het Londense regeringsbeleid geen
enkel verband houden. De enquête
commissie vat haar taak ruim op en
houdt zich ook bezig met een aan
tal vraagstukken en gebeurtenissen
uit de bezettingstijd in Nederland,
maar niet met alle daarvan. Nodig
blijft, dat er althans enig verband
is met het in Londen gevoerde re
geringsbeleid.
Dit betekent dus, dat het zoveel
besproken „England-spiel" binnen
de werkingssfeer van de parlemen
taire enquêtecommissie valt, omdat
een van de belangrijkste vragen, die
zich daarbij voordoen, is, in hoeverre
de Londense autoriteiten aansprake
lijk gesteld kunnen worden voor het
grote succes, dat de Duitsers hierbij
hebben gehad
De enquêtecommissie beslaat uit
9 leden van verschillende politieke
richting en al deze leden zijn door
drongen van de noodzakelijkheid dat
deze zaak moet worden opgehelderd
De verantwoordelijkheid voor het
feit, dat zovele moedige strijders voor
de herwinning van onze vrijheid
daarbij of tengevolge daarvan zijn
omgekomen, moet worden vastge
steld Met de verhoren over deze is
reeds een aanvang gemaakt; binnen
kort zullen ook verschillende Duit
sers, die zich met dit sinistere spel
hebben bezig gehouden, zoals
Schreieder en Giskes, worden ver
hoord Men kan er zich dus van ver
zekerd houden, dat de commissie al
het mogelijke zal doen om in dit op
zicht klaarheid te verschaffen Zij
beschikt over grote bevoegdheden;
de getuigen zijn verplicht voor haar
te verschijnen en moeten hun ver
klaringen onder ede afleggen Al
leen: men moet zijn ongeduld nog
even trachten te bedwingen De
commissie kan niet alle aan haar
ter onderzoek opgedragen onderwer
pen tegelijk behandelen
ste boerderijen is dan ook al geheel
in elkaar gezakt. Maar ook de nieu
were boerderijen kunnen het op de
duur niet bolwerken, steeds weer
worden de grote scheuren hersteld,
maar nieuwe scheurvormingen treden
al spoedig op.
Gemalen en windmolens zijn dag
en nacht in actie om de sloten van
het getroffen gebied te vullen. De
boeren uit deze omgeving hebben hun
laatste hoop gericht op de overheid,
opdat er voor hen een billijke rege
ling kan worden getroffen.
Wij kunnen U aanbieden een
buitengewone sortering siga
retten en shagtabak.
Bij elke bon 5 kwaliteit sigaren
of 10 senoritas
Telef. 25971
VERRADERLIJKE PUT ONDER
PUINHOPEN.
Gistermiddag stonden enige school
jongens te kijken bij het werk van
een bulldozer op de terreinen van de
verwoeste oude stad te Nijmegen,
waar de zomerkermis deze week zal
verrijzen. Een dei jongens stond op
los zand, dat eensklaps onder zijn
voeten wegzonk. Het bleek, dat de
knaap, de tienjarige J. Smits, terecht
kwam in een 20-meter diepe put, die
onder de ruïnes was verborgen.
De jongen viel 15 meter d:ep, en
bleef toen haken aan een dwarsbalk
in de put, onder deze balk was nog
5 meter diepte. De kermisreiziger Gal
len liet zich aan een tcuw in de put
zakken en slaagde erin, de knaap uit
zijn netelige positie te redden. De
jonge had een zware beenbreuk en
een ernstige hersenschudding.
Onder de ruïnes van de oude stad
zijn meer van deze oude putten te
vinden, welke dateren van eeuwen
her.
Wat lezers ons schrijven
Geachte Redactie,
U noopt mij, door in de in uw blad
van heden opgenomen brief van de
heer van Dooien het woord „debat"
te gebruiken, U een antwoord op de
ze brief ter opneming in Uw blad toe
te zenden.
De heer van Dooren schrijft:
door zelf zo sterk mogelijk te
zijnzal ook haar invloed op wel
ke regering dan ook het grootst zijn".
Welnu, momenteel is de K.V.P. de
sterkste partij, en toch zien wij haar
vooral wat betreft de Indië-politiek
en de Geleide Economie, lustig hup
pelen aan de leiband van de P. v. d. A.
Hoe is dit te rijmen met de mening
van de heer van Dooren?
Verder vraagt de heer van D. mij
of ik mij er wel van bewust ben, dat
een verzwakking van de K.V.P. ook
een verzwakte positie in een rechts
kabinet zou betekenen. En ik moet
daarop antwoorden: Neen. Immers,
ik schreef in mijn eerste brief dat de
K.V.P. m.i. stemmen moet verliezen
aan de lijst-Welter. Een als gevolg
van het een en ander te vormen
rechtse coalitie-regering zou dan o.a.
2 Katholieke groepen, K.V.P. en lijst-
Welter, achter zich krijgen; deze bei
de groepen zouden dus eenzelfde po
litiek gaan steunen, en daardoor zou
de lyst-Welter, haar taak vervuld
hebbende, rustig kunnen terugkeren
in de grote K.V.P.. die daardoor een
weer even sterke positie zou innemen
als voorheen, maar dan in een rechts,
een christelijk kabinet.
De veronderstelling van de heer
van D., dat een verzwakte K.V.P. mis
schien toch zou blijven samenwerken
met de P. v. d. A., kan ik niet delen.
Voor zó verblind zie ik de K.V.P.
niet aan!
De heer van D. is wat beangst voor
een oppositie van de P. v. d. A. M.i.
is echter een rechtse regering steu
nende op alle christelijke partijen en
de V.V.D., best opgewassen tegen een
event, verstoring van de sociale orde
en de productie door de P. v. d. A.
en haar natuurlijke verwanten de
C. P. N.
Met alle respect voor de mening
van de heer van D. die, naar ik ver
moed, ook de uwe is, verblijf ik
Hoogachtend,
P. de Ridder.
Het in de laatste alinea uitgedrukt
vermoeden is juist.
De K.V.P. huppelt aan de leiband
van de P. v. d. A. aldus inzender. In
kringen van de P. v. d. A. hoort men
het tegenovergestelde beweren; als
men het b.v. heeft over de socialisa
tie! 'Had in het Indië-deba* in de
Tweede Kamer niet de voorzitter der
K.V.P.-fractie de leiding?
Er zijn tussen de K.V.P. en de heer
Weiter c.s. grote verschillen of ze zijn
er niet. Zo ze er niet zijn, is het al in
zich dwaas een scheiding op politiek
terrein te brengen of te bevorderen;
zo die grote verschillen er wel zijn
(of min of meer kunstmatig worden
gekweekt) dan mag men zich niet veel
illusie maken over een samengaan
onmiddellijk na de verkiezingen.
Verblind is o.i. hij, die zelfs niet ziet
de mogelijkheid, dat ook na de ver
kiezingen 's lands evident belang een
samengaan met de P. v. d. A. eist.
Wat betreft „verstoring van de so
ciale orde en de productie" het is
altijd toch nog beter, om, indien mo
gelijk, te voorkomen dan te genezen.
Red.
Zwemmen Is een mooie sport,
doch nuttig als het „reddend"
wordt!
Leidse Reddingsbrigade