Prof. dr. E. Gorter, 25 jaar hoogleraar Komt er een, speelzaal te Noordwijk Friese landerijen drogen uit Het onderzoek naar de gedra gingen der „Londense" regering SIGAREN VRIJDAG 25 TUNI 1948 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Een leven van studie en werken voor de belangen van het kind Op 1 Juli a.s. zal het 25 jaar gele den zijn, dat prof. dr. E. Gorter, hoog leraar in de kindergeneeskunde aan de Leidse universiteit en hoofd van de kliniek voor kindergeneeskunde aan het Academisch Ziekenhuis al hier, tot hoogleraar werd benoemd. Evert Gorter werd 19 Febr. 1881 te Utrecht geboren, bezocht de lagere school te Dieren, doch verbleef daar slechts gedurende twee jaar, terwijl andere kinderen toch in de regel zes jaar op die schoolbanken zitten. Daarmede kenmerkte hij zich mis schien reeds aanstonds als een bijzon der mens. Niet, dat hij in die twee jaar volleerd was, verre van dat. Doch in de overige jaren had hij thuis les, kon veel buiten zijn en het was misschien een gevolg daar van, dat zijn streven later steeds uitging naar opênluchtscholen. Dat hij een bijzonder mens was, getuigen evenwel toch reeds zijn stu diejaren op het gymnasium, dat hij te Arnhem doorliep in vier inplaats van zes jaar. Op 17-jarige leeftijd werd hij als student in de medicijnen ingeschreven aan de Leidse univer siteit, in 1905 legde hij met goed ge volg het artsexamen af en veertig jaar later, ter gelegenheid van zyn veertigjarig jubileum als zodanig, werd hij door zijn assistenten gehul digd met een borstbeeld, dat in de hal van de Leidse Kinderkliniek da gelijks getuigenis aflegt van de be wondering, welke men koestert voor deze man. Na tot arts te zijn bevorderd, ging hij negen maanden te Parijs werken voor wetenschappelijk onderzoek in het Instituut Pasteur onder Metschni- koff en in het Hópital des Enfants malades ter bestudering van de pae- diatrie. Na zijn terugkeer werd hij assistent aan het Acad. Ziekenhuis bij prof. Nolen en het jaar daarop pro moveerde hij aan de Leidse Univer siteit tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift, getiteld: „Over de verschillende typen van tuberkelba cillen en over de wegen der tuber culeuze infectie". Hij verwierf hier bij het praedicaat cum laude. In 1908 werd hij toegelaten als privaat-do cent voor interne kinderziekten, tot dat in Oct. 1916 de nieuwe afdeling voor kindergeneeskunde in gebitiik kwam. Drie medische vrienden stel den hem daartoe in de gelegenheid en de ingebruikname kon voor Ne derland een zeer bijzondere gebeur tenis worden genoemd. Ook was hij sinds de oprichting van een afde ling voor vaccinatie aan het labora torium voor vergelijkende patholo gie als assistent verbonden. In 19i7 werd hij benoemd tot lec tor in de kindergeneeskunde en in 1923 volgde zijn benoeming tot hoog leraar in de kindergeneeskunde, welk ambt hij aanvaardde met het hou den van een inaugurele rede over: „Intoxicatie of Deficiëntie". Dit mocht de bekroning genoemd worden van het baanbrekende werk, dat Gorter op het gebied der kinder geneeskunde had verricht, want reeds voor zijn benoeming tot hoogleraar had hij veel op dit gebied tot stand gebracht in Leiden en omgeving. Door zijn toedoen toch werd de Leidse Buitenschool te Katwijk gesticht voor kinderen uit besmet tuberculeus mi lieu, later gevolgd door een school van kinderen van 36 jaar, die on der gelijke omstandigheden verkeer den. Er werden artsencüïsussen gehou den en op verzoek van zijn cursisten werden de daar gehouden voor drachten later in boekvorm uitgege ven onder de naam „De voeding van gezonde en zieke zuigelingen", dat een leerboek werd voor artsen en studenten en waarvan in 1940 de tweede druk zeer uitgebreid ver scheen onder de titel: „De voeding van gezonde en zieke kinderen" (7e druk eerste boek). Hij beperkt zich evenwel niet tot zijn k'iniek alleen. Ooi. andere din gen hebben zijn belangstelling, o.a. het laboratorium. In samenwerking met wijlen prof. W. C. de Graaff uit Utrecht, toen te Leiden, schreef hij: „Klinische diagnostiek", waarvan de zesde druk, le deel in 1947 verscheen. Daarnaast moet stellig zijn boek over „Kindergeneeskunde" genoemd wor den, een standaardwerk, waarvan de vijfde druk eerstdaags zal verschij nen. Ook bewerkte hij in het „Hand boek voor Verloskunde" van prof. dr P. C. T. van der Hoeven de hoofd stukken over Physiologie en Patho logie van de zuigeling. Tal van we tenschappelijke artikelen zijn voorts van zijn hand vérschenen in ver schillende binnen- en buitenlandse tijdschriften. Internationaal werk. Niet onvermeld mogen we ook la ten zijn werk over de spreiding van eiwitten in monomoleculaire lagen. In navolging van Langmuir, die in Amerika over de spreiding van eiwit ten werkte en later de Nobelprijs ontving, begon Gorter in 1926 aan de spreiding der eiwitten. Een weten schappelijk werk, dat baanbrekend was en algemene waardering onder vond, zelfs tot ver buiten Europa, en waarvoor hij uit het Pieter Langen- huysen Fonds in 1933 via de Holland se Mij. van Wetenschappen een gift van 4500 ontving, om zich geduren de een geheel jaar aan die studie te kunnen wijden. Maar ook de Rocke feller Foundation was voor Gorter een machtige steun en verschillende malen werd hij bedacht met een gift voor wetenschappelijke, waardevolle instrumenten en subsidies. Naast al dat werk wist hij nog tijd te vinden voor groot organisatorisch werk. In 1927 werd op zijn initiatief door de Volkerenbond een onderzoek ingesteld naar de oorzaken der zui gelingensterfte en in 1936 werd te Genève onder zijn voorzitterschap de meest rationele voeding van het jon ge kind besproken. In 1947 trad hij op als voorzitter'van een onderafde ling F.A.O. van de W.H.O. in Wash ington, waar door vooraanstaande kinderartsen uit 12 verschillende lan den, die het meest door de oorlog ge troffen waren, over de juiste voeding van het kind in de wereld werd ge sproken en waar conclusies werden aangenomen, die als basis dienden' voor het werk van de U.N.A.C. Aan prof. Gorter is het te danken, dat het initiatief werd genomen tot oprichting van het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde te Leiden en wederom is hij het, die het initia tief neemt, dat het boek over „Prae ventieve Geneeskunde" het licht ziet. Voorts was hij de stichter van de Ver. voor Biophysica. Door België aangezocht. In 1936 werd hy door België aan gezocht en hij aarzelde niet, om naast zijn veelomvattend werk in Nederland, aan dé Gentse universi teit de kindergeneeskunde te gaan doceren. In 1938 werd in het tijd schrift „Wetenschap voor Vlaande ren" de hoop geuit ,„dat hij daar het zelfde baanbrekend werk zou mogen verrichten als in de jaren daarvoor in Nederland, dan zou het voor Bel gië en het Belgische volk, zoals dat voor Nederland was geweest, een ze gen worden." t Zijn lidmaatschappen zijn, het is bijna vanzelfsprekend, vele en het zijn meestal leidende posities, die hij bekleedt. Hij is o.a. lid van de Kon. Academie van Wetenschappen, afd. natuurkunde; lid van de Hollandse Mij. van Wetenschappen; hij is Ho- ncry Member of the American Pedia trie Society, Honorary Fellow in the New York Academy of Medicine, lid van de Gezondheidsraad, enz. Tal van congressen in binnen- en buitenland bezocht hij en hy nam er deel aan met een vitaliteit en levens lust als slechts weinigen kennm- V en dat werk zet hij voort ondr s de vreselijke rheumatiek, die hem in 1940 hulpbehoevend maakte. Mocht iéts dergelijks voor velen een rem zijn, dit was het allerminst voor prof. Gorter. Hij nam ontslag in de oorlog. Dat bleek reeds gedurende de laat ste oorlog, toen hij als een der eer sten, o.a. met Köllewyn en Huizinga in 1942, na de bekende rede vari prof. Cleveringa, ontslag nam als hoogle raar. Spoedig daarop wend hij door de Duitsers „opgehaald" en slechts zijn invaliditeit was -"oorzaak, dat men hem niet gevangen nam en naar een concentratiekamp voerde. Even wel, hij werd verbannen naar Win schoten, terwijl hem elk contact met universiteit, professoren of studen ten werd verboden Niettemin, reeds spoedig bleek, dat zijn.vitale geest van geen stilzitten wilde weten. In Winschoten begon hij een dokterspractijk en zette hij zyn veelomvattend wetenschappelijk werk voort. Hij richtte een polikli niek in, had een assistente, een anö- lyste en verder personeel en in deze somberste aller tijden moest alles in een huiskamer gebeuren.„Jn 1945, na de bevrijding, haalde n#vr. Kok van Alphen hem met een ambulan ce terug en hij nam zijn intrek in Leiden, aangezien hij zijn vroegere woning in Wassenaar niet meer kon betrekken. En het* gedeeltelijk onderbroken werk werd hervat Alsof, de jaren voor hem nog niet golden, zette prof. Gorter zich weer aan het werk, in het belang der wetenschap, in het belang van het kind Alles voor het kind. Het kind, dat zijn hart gewonnen had en waarvoor hij alles wilde op offeren, zijn geld en zijn gezondheid zelfs. Zijn kliniek was spoedig weer bevolkt als in drukste tijden en zo gaat het werk voort, ongebroken, on vermoeid bezield door de vitaliteit PROF. DR. E. GORTER van deze man, die voor de kinderen van ons volk en voor die van Euro pa, ja van de gehele wereld een ze gen is geweest en nog is. Immers, werd tijdens een congres in Amerika niet van hem gezegd, dat hij niet al leen aan Leiden of Nederland, niet alleen aan Europa, maar aan de ge hele wereld toebehoorde? Dergelijke uitspraken zouden we legio kunnen aanhalen. Schreef niet een van zyn collega's in de afgelo pen winter, toen prof. Gorter een zware ziekte te doorstaan had, over hem, „dat men hem menselijkerwijs gesproken niet kon en niet wilde mis sen en dat hij voor velen een vuurto ren was in het licht, waarop zij zo gaarne varen?' En tijdens een lunch op een Geneeskundig Congres te Leu- ven getuigde een journalist van hem: „Hoe Gorter, hoe beter!' En bij een bezoek van een honderdtal buiten landse kinderartsen aan Leiden ge tuigde prof. Bonnet uit Parijs nog van hem: „dat hij bijzonder getrof fen was door de geringe zuigelingen sterfte in Nederland, welke het laagste is van geheel de wereld en dat zulks het werk van prof. Gor ter was!" We zouden zo door kunnen gaan, op gevaar af, dat deze buitengewone wetenschapmens, die zo midden in het volle leven staat, het ons kwalijk zou kunnen nemen, maar we kun nen toch niet nalaten daarvan te ge tuigen door aan te halen wat een doodziek meisje van 12 jaar uit Lei den eens tot hem zeide: „ik vind het :o heerlijk om ziek te zijn bij U!" Dat tekent deze gehele mens. Zijn vriendelijkheid en innemendheid je gens kinderen zijn bijna spreekwoor delijk geworden. En na dit alles zou men zeggen, dat prof. Gorter niets meer te verlangen heeft, als hij ziet welke heerlijke re sultaten zijn werk heeft voortge- biacht. Doch niets is minder waar, want hij heeft veel, oneindig veel meer willen doen. Allerminst on dankbaar voor de reeds van vele zij de ondervonden steun, zou hij nog veel meer kunnen en willen doen. indien hij daartoe financieel in de gelegenheid zou worden gesteld Het verschil tussen hazard en behendigheid Naar wij vernemen zyn Donderdag bij de burgemeester van 's-Graven- hagè, Noordwijk en Zandvoort ver gunningen aangevraagd om in de drie grootste Nederlandse badplaatsen een behendigheidsspel te mogen ex ploiteren. Een combinatie van Casino te Scheveningen, Huis ter Duin te Noordwijk en Riche te Zandvoort hebben de hand gelegd op een spel, dat in spanning niet voor de hier te lande verboden hazardspelen onder doet, doch beantwoordt aan de wette lijke eisen, die in Nederland worden gesteld, aldus de directeur van Casino Scheveninge de heer D. Schoor. Dit „Hollandia''-behendigheidspel, dat een goed observator volgens de bekende mathematicus prof. dr. F. Schuh te Delft, zelden of nooit zal te leurstellen, is bestemd om de Neder landse kust aantrekkelijker voor bad gasten te maken. Indien de gevraag de vergunningen krachtens politie verordeningen worden verleend, zal het Casino te Scheveningen omstreeks half Juli met tien tafels opengaan. De opening der speelgelegenheden te Noordwijk en Zandvoort zou dan be gin Augustus kunnen geschieden. In Casino te Scheveningen is een demonstratie met het Hollandia spel gegeven. Deze demonstratie trok be langstelling van de burgemeesters van Den Haag, Noordwijk en Zand voort, de hoogste politie-autoriteiten uit deze plaatsen, enige geleerden en juristen. Na ervaringen met Straper- lo en Romatjo in het begin van de dertiger jaren stond men wel enigs zins sceptisch tegenover dit experi ment, omdat men vreesde met ver kapte hazard, zoiets als roulette, te doen te hebben. Wie snapt het? De speeltafel is verdeeld in 36 num mers, rood en zwart. Tussen twee van deze vakken bevindt zich een ronde glazen schijf, die, willekeurig ver deeld, dezelfde 36 nummers in rood en zwart bevat. In het midden brandt wit licht. Zolang dit witte licht brandt is zet ten geoorloofd. Ook is een der num mers verlicht. Indien men op een knop drukt gaat onder de glazen plaat een contact.draaien, zodat alle cijfers op hun beurt verlicht worden. Aan gezien het aantal seconden, waarin het contact onder de plaat ronddraait, bekend is, bijvoorbeeld tien, terwijl in die tijd vijf maal het oorspronke lijke nummer wordt gepasseerd, kan men na enige tijd observatie uitma ken welk nummer na uitloop van de motor verlicht zal worden. Hierbij dient vermeld, dat de aandrijving van de motor automatisch na tien secon den wordt uitgeschakeld, zodat de enige menselijke handeling aan het apparaat het drukken op de contact knop voor de start mag zijn. Zodra de motor is uitgeschakeld mag niet meer gezet worden. Het middenlicht van de schijf wordt dan automatisch ge doofd. Men moet bij dit spel echter steeds op zijn hoede zijn voor vrijwel on berekenbare, doch te observeren ca priolen van het lichtnet. De motor is aangesloten op het normale elec- triciteitsnet voor wisselstroom en dit levert niet doorlopend constante pe rioden. Het verschil tussen roulette en „Hollandia" is, dat manipulaties met een balletje zijn uitgesloten. Bij Hollandia moet men alleen re kening houden met de uitloop van de aandrijfmotor en de stroom, waar mede deze wordt aangedreven, als mede met kleine verschillen, die door verhitting of afkoeling van de motor veroorzaakt zouden kunnen worden. Het zetten is bij dit spel eenvoudiger, dan bij roulette. De limiet zal laag zijn. De heer Verschoor is met zijn colle ga's tot hét aanvragen tot explotatie van dit behendigheidsspel overge gaan, omdat zij menen, dat „Hollan dia" aan de eisen van de wet voldoet en een grote attractie voor de Neder landse badplaatsen kan vormen. Ex ploitatie van tien tafels in Casino te Scheveningen zou, volgens een ac countantsonderzoek, de gemeente 's-Gravenhage 3 tot 4.000 gulden per seizoendag, buiten vermakelijkheids belasting kunnen opleveren. Voor de speelgelegenheden zou een dag-entree van 3.50 worden ge vraagd. Iedere bezoeker zou moeten worden ingeschreven en, wanneer bij onderzoek zou blijken, dat hij bij voorbeeld bankemployé is of zijn ge zin met spelen benadeelt, wordt hij verder, dit zal op een kaartsysteem worden bijgehouden, geweerd. Ook geüniformeerden zouden het Casino niet mogen betreden. Bovendien heeft 'n te vormen naamloze vennootschap Ten gevolge van Zuiderzee-inpoldering Het blijkt hoe langer hoe duidely ker, dat de Noord-Oosfpolder voor de aangrenzende landerijen in Over ijssel en Friesland zeer nadelige ge volgen heeft. Reeds direct na het droogvallen van het nieuwe land wer den er, in overleg met het grote wa terschap, „De Zeven Grietenijen er Stad Sloten" maatregelen getroffen Er werd o.a. een verbindingssloot met duiker, uitmondende in de Lemster- haven, aangelegd. Dit is evenwel lang niet voldoende gebleken. Nu het IJsselmeer niet meer tegen de kust tussen Vollenhove en Lemmer golft, krijgen ue lande rijen in dit gebied een zo groot tekort aan water, dat ze waardeloos dreigen te worden, terwijl de indroging van de gronden zelfs de boerderijen en andere gebouwen ernstig bedreigt. Er zijn, om deze moeilijkheden op te heffen, verschillende nieuwe maat regelen getroffen. Ook Je aan de pol der grenzende gemeenien zitten niet stil. Er is een „streekcommissie indro gende gronden" opgericht. Dat het probleem dringend is, blijkt wel uit het feit, dat men op sommige plaatsen tot op bijna twee meter moet peilen, eer men het grondwater be reikt. Dagopbrengsten van de getrof fen landerijen dalen dan ook schrik barend. Mij vreest, dat vele stukken land, die, toen het IJsselmeer nog voor voldoende watertoevoer zorgde, zeer vruchtbaar waren, na verloop van enige jaren geheel waardeloos zullen worden. Het draineren is het euvel practisch ook niet te verhelpen. In een bepaal de polder zou iedere boer het moe ten toepassen en dan zouden de kos ten te hoog worden. Voor de z.g. „mol- drainage" is het land te kruimelig. Bevloeung zou slechts een druppel op ene gloeiende plaat betekenen. Niet alleen worden de boeren in deze omgeving ernstig getroffen door het waardeverlies van hun lande rijen, maar dat ook hun boerderijen een groot gevaar lopen blijkt uit het steeds veelvuldiger voorkomen van scheuren is deze gebouwen. De oude boerderijen hebben het het zwaarste te verantwoorden en één van de oud- 5 Motoren botsten op elkaar EEN SOLDAAT GEDOOD Op de weg Assen-Rolde is de voor ste rijder van een colonne militaire motorrijders in een bocht van de weg tegen een boom gereden. De militairen, die hem volgden, een luitenant, drie instructeurs en vier soldaten die rijles kregen, kon den niet zo snel remmen en kwa men bovenop hun onfortuinlijke col lega terecht. De botsing had tót gevolg, dat de voorste rijder, de twintig-jarige sol daat A. van Pol uit Diever, met zeer ernstige verwondingen naar het mi litaire hospitaal te Assen moest wor den vervoerd, waar hy in de loop van de dag is overleden. Dé overige militairen kregen lichte, verwondingen. Drie der motoren werden totaal vernield, een brandde geheel uit. tot explotatie der speelgelegenheden zich bereid verklaard een dagelijks percentage der inkomsten ter be schikking van instellingen van open baar nut te stellen. Indien de exploitatievergunningen worden verleend-volgens juristen zijn de kansen daartoe niet ongunstig, zal nog moeten blijken welke belangstel ling justitie voor „Hollandia" heeft en of het de moeite waard zal worden geacht tot in hoogste instantie uit te maken in welke verhouding kans en behendigheid bij „Hollandia" staan. Verwacht wordt, dat bij exploitatie van „Hollandia" het gras van de of ficieel geschat pl.m. 120 clandestiene Haagse speelholen, door gebrek aan belangstelling zal moeten sluiten. Commissie stelt interessante publicaties in het vooruitricht. Mr. L. A. Donker, voorzitter der parlementaire Enquête-commissie sprak gisteravond voor de radio een rede uit, waarrfan het volgende is ontleend'; De commissie is zoals u zich zult herinneren in het leven ge roepen, om een diepgaand onder zoek in te stellen naar het rege ringsbeleid gedurende de periode van 10 Mei 1940 tot 20 November 1945, toen de Staten-Generaal ten gevolge van oorlog en bezétting geen normale controle op het regerings beleid hebben kunnen uitoefenen. Het Nederlandse volk heeft nu een maal een democratische staatsvorm en het is gewend, dat te allen tijde voor elke regeringsdaad de betrok ken ministers in de Staten-Gene raal ter verantwoording kunnen wor den geroepen. Daarom werd het door de Tweede Kamer noodzakelijk geacht om, zy het dan achteraf, toch nog een onderzoek in te stellen naar het regeringsbeleid over een perio de, waarin de regering zonder con trole en medewerking van de Sta ten-Generaal de gehele uitvoerende en wetgevende macht heeft uitge oefend en waarin zovele beslissingen zijn genomen, waarmede de hoogste levensbelangen van het Nederlandse volk gemoeid waren. Na een kijk te hebben gegeven op het zeer omvangrijk werk der com missie, herinnerde mr. Donker er aan, dat tengevolge van het feit, dat eerst de verouderde Enquêtewet nog moest worden gewijzigd, pas in April j.l. alle subcommissies met de verho ren op volle toeren konden gaan draaier.. Thans kan echter wel gezegd wor den, dat de verhoren over zes van de vijftien in het enquêtebesluit ge noemde onderwerpen, die onder zocht moeten worden, omstreeks Sep tember beëindigd zullen zijn. .Tegen het einde van het jaar zul len de publicaties over deze zes on derwerpen kunnen verschijnen. Deze zes onderwerpen zijn: de wisseling van het opperbevel in Februari 1940 alsmede de oorlog in de Meidagen van 1940; het vertrek van de rege ring naar Londen; de opvattingen over de voortzetting van de oorlog; het aftreden van jhr. De Geer; de terugkeer van de heer De Geer naar Nederland en de gevoerde financiële en economische politiek. Dat bij de behandeling van de negen overblij vende onderwerpen nog Vele be langrijke zaken aan de orde zullen komen, zal duidelijk zijn, wanneer we uit de veelheid daarvan slechts noemen: de diverse ministercrises, de hulpverlening aan krijgsgevange nen en civiele gedetineerden, het England-spiel, de voorbereiding van de terugkeer naar Nederlanct het militair gezag, de positie van de Sta ten-Generaal en het Indische beleid. Voor de wel eens geuite vrees, dat de zaken de doofpot zullen ingaan, bestaat niet de minste reden. Bij de verslagen todh zullen de stenogra fisch opgenomen verhoren onverkort worden gepubliceerd. Hetzelfde zal het geval zijn met belangrijke aan de enquête-commissie overgelegde schriftelijke stukken. De durf nu reeds aan de hand van de ervarin gen van de laatste maanden te zeg gen aldus spr. dat zich daarbij zeer veel hoogst interessant en tot dusverre onbekend materiaal be vindt. Dit was hetgeen ik mede te delen had over de wijze van werken van de enquête-commissie en over de stand van haar werkzaamheden. Af en toe echter wordt deze com missie m de pers in het geding ge bracht op een wijze, die spr. nog tot enige nadere beschouwingen noopt. Men wil soms deze commissie aller lei zaken laten onderzoeken, die met het Londense regeringsbeleid geen enkel verband houden. De enquête commissie vat haar taak ruim op en houdt zich ook bezig met een aan tal vraagstukken en gebeurtenissen uit de bezettingstijd in Nederland, maar niet met alle daarvan. Nodig blijft, dat er althans enig verband is met het in Londen gevoerde re geringsbeleid. Dit betekent dus, dat het zoveel besproken „England-spiel" binnen de werkingssfeer van de parlemen taire enquêtecommissie valt, omdat een van de belangrijkste vragen, die zich daarbij voordoen, is, in hoeverre de Londense autoriteiten aansprake lijk gesteld kunnen worden voor het grote succes, dat de Duitsers hierbij hebben gehad De enquêtecommissie beslaat uit 9 leden van verschillende politieke richting en al deze leden zijn door drongen van de noodzakelijkheid dat deze zaak moet worden opgehelderd De verantwoordelijkheid voor het feit, dat zovele moedige strijders voor de herwinning van onze vrijheid daarbij of tengevolge daarvan zijn omgekomen, moet worden vastge steld Met de verhoren over deze is reeds een aanvang gemaakt; binnen kort zullen ook verschillende Duit sers, die zich met dit sinistere spel hebben bezig gehouden, zoals Schreieder en Giskes, worden ver hoord Men kan er zich dus van ver zekerd houden, dat de commissie al het mogelijke zal doen om in dit op zicht klaarheid te verschaffen Zij beschikt over grote bevoegdheden; de getuigen zijn verplicht voor haar te verschijnen en moeten hun ver klaringen onder ede afleggen Al leen: men moet zijn ongeduld nog even trachten te bedwingen De commissie kan niet alle aan haar ter onderzoek opgedragen onderwer pen tegelijk behandelen ste boerderijen is dan ook al geheel in elkaar gezakt. Maar ook de nieu were boerderijen kunnen het op de duur niet bolwerken, steeds weer worden de grote scheuren hersteld, maar nieuwe scheurvormingen treden al spoedig op. Gemalen en windmolens zijn dag en nacht in actie om de sloten van het getroffen gebied te vullen. De boeren uit deze omgeving hebben hun laatste hoop gericht op de overheid, opdat er voor hen een billijke rege ling kan worden getroffen. Wij kunnen U aanbieden een buitengewone sortering siga retten en shagtabak. Bij elke bon 5 kwaliteit sigaren of 10 senoritas Telef. 25971 VERRADERLIJKE PUT ONDER PUINHOPEN. Gistermiddag stonden enige school jongens te kijken bij het werk van een bulldozer op de terreinen van de verwoeste oude stad te Nijmegen, waar de zomerkermis deze week zal verrijzen. Een dei jongens stond op los zand, dat eensklaps onder zijn voeten wegzonk. Het bleek, dat de knaap, de tienjarige J. Smits, terecht kwam in een 20-meter diepe put, die onder de ruïnes was verborgen. De jongen viel 15 meter d:ep, en bleef toen haken aan een dwarsbalk in de put, onder deze balk was nog 5 meter diepte. De kermisreiziger Gal len liet zich aan een tcuw in de put zakken en slaagde erin, de knaap uit zijn netelige positie te redden. De jonge had een zware beenbreuk en een ernstige hersenschudding. Onder de ruïnes van de oude stad zijn meer van deze oude putten te vinden, welke dateren van eeuwen her. Wat lezers ons schrijven Geachte Redactie, U noopt mij, door in de in uw blad van heden opgenomen brief van de heer van Dooien het woord „debat" te gebruiken, U een antwoord op de ze brief ter opneming in Uw blad toe te zenden. De heer van Dooren schrijft: door zelf zo sterk mogelijk te zijnzal ook haar invloed op wel ke regering dan ook het grootst zijn". Welnu, momenteel is de K.V.P. de sterkste partij, en toch zien wij haar vooral wat betreft de Indië-politiek en de Geleide Economie, lustig hup pelen aan de leiband van de P. v. d. A. Hoe is dit te rijmen met de mening van de heer van Dooren? Verder vraagt de heer van D. mij of ik mij er wel van bewust ben, dat een verzwakking van de K.V.P. ook een verzwakte positie in een rechts kabinet zou betekenen. En ik moet daarop antwoorden: Neen. Immers, ik schreef in mijn eerste brief dat de K.V.P. m.i. stemmen moet verliezen aan de lijst-Welter. Een als gevolg van het een en ander te vormen rechtse coalitie-regering zou dan o.a. 2 Katholieke groepen, K.V.P. en lijst- Welter, achter zich krijgen; deze bei de groepen zouden dus eenzelfde po litiek gaan steunen, en daardoor zou de lyst-Welter, haar taak vervuld hebbende, rustig kunnen terugkeren in de grote K.V.P.. die daardoor een weer even sterke positie zou innemen als voorheen, maar dan in een rechts, een christelijk kabinet. De veronderstelling van de heer van D., dat een verzwakte K.V.P. mis schien toch zou blijven samenwerken met de P. v. d. A., kan ik niet delen. Voor zó verblind zie ik de K.V.P. niet aan! De heer van D. is wat beangst voor een oppositie van de P. v. d. A. M.i. is echter een rechtse regering steu nende op alle christelijke partijen en de V.V.D., best opgewassen tegen een event, verstoring van de sociale orde en de productie door de P. v. d. A. en haar natuurlijke verwanten de C. P. N. Met alle respect voor de mening van de heer van D. die, naar ik ver moed, ook de uwe is, verblijf ik Hoogachtend, P. de Ridder. Het in de laatste alinea uitgedrukt vermoeden is juist. De K.V.P. huppelt aan de leiband van de P. v. d. A. aldus inzender. In kringen van de P. v. d. A. hoort men het tegenovergestelde beweren; als men het b.v. heeft over de socialisa tie! 'Had in het Indië-deba* in de Tweede Kamer niet de voorzitter der K.V.P.-fractie de leiding? Er zijn tussen de K.V.P. en de heer Weiter c.s. grote verschillen of ze zijn er niet. Zo ze er niet zijn, is het al in zich dwaas een scheiding op politiek terrein te brengen of te bevorderen; zo die grote verschillen er wel zijn (of min of meer kunstmatig worden gekweekt) dan mag men zich niet veel illusie maken over een samengaan onmiddellijk na de verkiezingen. Verblind is o.i. hij, die zelfs niet ziet de mogelijkheid, dat ook na de ver kiezingen 's lands evident belang een samengaan met de P. v. d. A. eist. Wat betreft „verstoring van de so ciale orde en de productie" het is altijd toch nog beter, om, indien mo gelijk, te voorkomen dan te genezen. Red. Zwemmen Is een mooie sport, doch nuttig als het „reddend" wordt! Leidse Reddingsbrigade

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5