1 Hubertus Aankoop van 750.000 ton tarwe voor 5 jaar Blies Schreieder zijn rol op? WOENSDAG 23 JUNI 1948 DE LEIDSE COURANT .PAGINA 2 TWEEDE KAMER De heer Van der Weijden (K.V.P.) heeft gistermiddag zijn motie be treffende wijziging van de ter zake van de vermogensaanwasbelasting getroffen bijzondere regeling ter ver mindering van de belastbare som wegens normale besparingen, waar over de Tweede Kamer moest stem men, ingetrokken. Ons dagelijks brood. Uitvoerig werd gesproken over het wetsontwerp tot goedkeuring van de internationale tarwe-overeenkomst van 6 Maart 1948, door welke over eenkomst onze tarwe-inportbehoef- te voor 70 a 77 procent wordt ge dekt in landen, die tezamen circa 83 procent van de totale export voor hun rekening nemen. De heer den Hartog (V.V.D.) vroeg o.m. welke de gevolgen van deze overeenkomst zullen zijn voor onze vee-, varkens- en pluimveehouderij De heer Borst (C.P.N.) wees er op, dat de Sovjet-Unie niet aan de overeenkomst mee doet. Hij vond het wenselijk naar de Oostelijke gebie den te exporteren en verklaarde ten slotte, dat zyn fractie tegen zal stemmen. De heer Schilthuis (Arb.) achtte de schatting van de benodigde hoe veelheid tarwe aan de hoge kant; hij veronderstelde speculatieve obgmer- ken. De heer De Ruiter (C.-H.) meen de, dat, als de overeenkomst door gaat, de regering extra maatregelen zal dienen te nemen om de inlandse graanteelt te beschermen. Hij vroeg o.m. of er uitbreiding der varkens- mesterij zal komen. Na opgemerkt te hebben, dat het hier geldt stabilisatie op een zeer be langrijk deel van de markt in een belangrijk voedingsmiddel, erkende de Minister van Landbouw, dat er een ^ekere risico is verbonden aan de overeenkomst, welke vijf jaar geldt en 750.000 ton tarwe vastlegt. Hij verdedigde nader de wense lijkheid de tarwe-omport voor vijf jaar vast te leggen. De overeenkomst 's bedoeld voor de broodvoorziening. De gevolgen voor de veehouderij moet men onaf hankelijk daarvan bezien. Er zal veevoeder geïmporteerd moeten wor den. De prijzen zijn, gezien de huidige prij zenontwikkeling, zeker aanvaard baar, meende de minister. Het wetsontwerp is na re- en du pliek z.n.st. goedgekeurd. Radio DONDERDAG. HILVERSUM I. 301 meter. 7.00 Nieuws. 7.50 Dagopening. 8.00 Nieuws. 9.15, Morgenwijding, dr. J. G. Bahnmüller, Evang. pred. Hilversum. 9.30 Marcel Moyse, fluit. 9.45 Arbeids vitaminen. 10.30 Van vrouw tot vrouw. 10.50 Kleuterprogr. 11.00 Con cert. 12.00 Louis Somer. viool; Cor van Boven, piano. 12.30 Weerover- zicht. 12.33 Johan Luger. 13.00 Nieuws. 13.15 Bandi Balogh speelt. 14.00 De vrouw binnen en buiten haar huis,'. 14.20 Vaudeville Orkest. 15.00 Ziekenprogr. 16.00 Tussen vier en vijf. 17.00 Kaleidoscoop. 17.20 Dr. Por- tielje. 18.00 Nieuws. 18.30 Ned. Strijdkr. 19.00 Gr.pl. 19.05 Wimbledon Int. Tenniskampioenschappen. 19.45 Reg. voorlichtingsdienst. 20.00 Nieuws 20.15 Kurhaus. 22.35 The Romancers. 23.00 Nieuws. 23.15 Gewilde platen. HILVERSUM II, 415 meter. 7.00 Nieuws. 8.00 Nieuws. 8.15 Gr.pl. 9.00 Voor de vrouw. 9.30 Waterstan den. 9.45 Schoolradio. 10.00 Klassieke Symphonie. 10.15 Morgendienst, Ds. H. Johannes, Evang. Luth. pred. te Monnikendam. 10.45 „Nader mijn God, tot U". 11.00 Ziekenbezoek. 11.45 Divertimento. 12.03 Bekende tenoren. 12.30 Weeroverzicht. 12.55 Zonnewij zer. 13.00 Nieuws. 13.20 Klaas van Beeck. 14.00 Ancore trio. 14.30 Pops Orkest. 14.40 Voor de vrouw. 15.00 Kamerork. 16.00 Bijbellezing. 16.45 Schoolzang. 17.50 De tong-tong. 18.00 Symphonieorkesten, marsen. 18.30 Crescendo-Drachten. 19.00 Nieuws en weeroverzicht. 19.15 Leger des Heils. 19.30 Verkiezingstoespraak der A.R.-partij. 20.00 Nieuws. 20.15 Plaatvaria. 21.00 100 jaar Zwitserland. 21.30 Openluchtconcert. 22.00 Marinus Voorberg, niano. 22.15 Vaart der vol ken. 22.W Op het Huisorgel. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15 Het Sweelinckkwartet. 23.45 Serenade. De rente-trekkers. Eveneens z.h.st. werden aanvaard twee wetsontwerpen, houdende aan vulling van renten krachtens de in validiteitswet en kindcrbijslagrege- ling voor invaliditeits-, ouderdoms- en wezenrentetrekkers, welke ont werpen in afwachting van een al gehele herziening der sociale wetge ving beogen -een rechtstreekse verbetering van de financiële positie qergenen, die in het genot van een rente zijn. Bij de beraadslagingen over deze ontwerpen vroeg de heer Stapelkamp (A.R.) o.m. waarom het niet moge lijk is de renten 'van 1940 met 100 procent te verhogen. Hij herinnerde voorts aan het geval, dat de Raad van Arbeid te Leiden kinderbijslag heeft verleend aan het kind ener on gehuwde moeder, waartegen de Cen trale Raad bezwaar heeft gemaakt. Deze had de minister gevraagd de beslissing voor vernietiging voor te dragen, hetgeen de minister niet ge daan heeft. Maar naar 'spr.'s oordeel zal daardoor de eerbied voor de wet inboeten. De heer Steinmetz (K.V.P.) gaf te kennen, dat de ontwerpen zijn bij zondere instemimng heben. Hij vond het noodzakelijk, dat er iets gedaan wordt voor de kleine zelfstandigen. Nadat de heer Hacke (V.V.D.) de wensen van de vorige sprekers on derschreven had, merkte de heer Suurhoff (Arb.) op, dat voor onge- huwden slechts aanpassing wordt ge bracht; voor de gehuwden komt er meer soulaas. De heer Koenen (C.P.N.) kon zich met de voorstellen verenigen, al was hij in genendele tevreden, daar niet wordt voldaan aan de behoeftefactor. De minister van Sociale Zaken, de' heer Drees, verklaarde o.a. dat het de bedoeling is nog te komen tot een herziening van de Ongevallenwet. De toestand ten aanzien van bij slag voor natuurlijke kinderen kan niet gehandhaafd worden. Er moet een wetsvoorstel komen, waarbij deze zaak volkomen duidelijk gere geld wordt. Ten aanzien van het ge val te Leiden zette de minister uit een, dat het besluit volkomen in overeenstemming is met wat de mi nister van Financiën, hem vervan gende, in de Kamer had gezegd. Nadat nog een paar kleine wets ontwerpen zonder beraadslaging on der de hamer waren doorgegaan kwam de interpellatie van de heer Burger (Arb.) betreffende het beleid inzake de perszuivering aan de orde. Nadat de heer Burger een uitvoe rige toelichting op een aantal vra gen had gegeven, beantwoordde de minister van Onderwijs deze. Sprekende over het amendement- Burger, dat al bijna een jaar oud is en dat aandrong op de toewijzing van de technische outillage van ont zette bladen aan de bladen der illega" liteit. merkte minister Gielen op, dat het ten uitvoer leggen van het amen dement wachten moest op de advie zen van de Commissie voor de Pers zuivering en de Raad van Beroep. Pas dezer dagen is een drietal advie zen binnengekomen, welke thans be zien worden. De minister had, hoe graag hij het ook gewild had, onmo gelijk eerder en vlugger het amen dement van de interpellant in prac- tijk kunnen brengen. Niet te veel gewicht moet men hechten, aldus de minister, aan de verschillen, welke te onderkennen zijn tussen de uitspraken van de Als gij ermee opstaat of ermee naar bed gaat Rheumatische pijnen, knagend en slopend voor en na, ondermijnen langzaam maar zeker Uw hele ge stel. Bljjf er toch niet mee doorlo pen neem Uw maaregelen vóór het te laat is. Doe eens een bloed zuiverende kuur met Kruschen Salts. De aansporende werking van Kru schen op Uw bloedzuiverende orga nen zal U een openbaring zijn, om dat ge U reeds na een betrekkelijk kort zjj het regelmatig gebruik met blyde verbazing een ander mens voelt, jonger, vitaler, niet meer dat stramme en.... vrij van pijn. Vraag Kruschen bij Uw Apotheker of Drogist. 7174 (Ingez. med.) Commissie voor de Perszuivering en die van de Raad van Beroep. Overigens acht de minister zich niet verantwoord voor de uitspra ken, welke worden gedaan, maar wel voor de samenstelling der zuive ringsorganen. Wat deze betreft, Jcan hij de verzekering herhalen, dat zij worden gevormd door personen, die beginselvastheid peffen aan objectivi teit. Vandaag wordt de interpellatie voortgezet. De vergadering is daarop te half zeven verdaagd tot hedenmiddag. Dan komt eerst de interppelatie- Hoogcarspel (C.P.N.) over het wei geren van zalen voor politieke bij eenkomsten aan de orde. Als die af gehandeld is, wordt de beraadslaging over de interpellatie-Burger voortge zet. De motie Van der Weijden Waarom ingetrokken? Zoals ook in verslag van de Twee de Kamer-zitting is te lezen heeft de heer Van der Weijden, na de in de vorige vergadering door minis ter Lieftinck gedane toezeggingen in de richting van zijn motie ten bate van de eigenaren van kleine land- en tuinbouwbedrijven in verband met de vermogensaanwasbelasting, deze ingetrokken. „Ik zeg gaarne toe, dat ik met alle ernst zal streven naar het vinden van een oplossing voor deze zaak die aan de billijkheid te gemoet komt. In dit licht bezien, heb ik geen behoefte aan een motie; ik meen, dat ik de ge dachte, die aan de motie ten grondslag ligt, reeds in beginsel heb aanvaard. Ondanks deze toezegging bleef de heer Van der Weijden zijn motie handhaven. „Het is wel eens meer voor gevallen", zeide spreker „dat na bepaalde toezeggingen van een minister een motie in getrokken is, maar het gevolg is geweest, dat van de toezeggin gen van de Minister, hoewel ik zeker weet, dat de Minister het zo niet bedoeld had, met veel terechtgekomen i§." Minister Lieftinck antwoordde daarop: „Ik heb tegen de uiotie twee bezw-ren. In de eerste piaats, dat ;ij zich beperkt tot boeren, tuinders en middenstanders, ter wijl het probleem algemeen is. In de tweede plaats, dat er een indicatie in ligt voor wat betreft de methode, die gevolgd moet worden, n.l. door een'fictief in komen te onderstellen, terwijl ik bij nadere bestudering de vrij heid zou willen behouden, om eventueel een andere methode, die beter mocht zijn, toe te pas sen. Maar ik heb geen bezwaar wat de strekking van de motie betreft." Minister Lieftinck had dus ver klaard, omdat hij tegen de strekking der motie geen bezwaar had, en met alle ernst zal streven naar het vinden van een oplossing, aan aanneming van deze motie door de Kamer „geen behoefte te hebben". Het was te verwachten, dat de Kamer, na al deze tegemoetkomend heid van de Minister, hem niet door een motie voor het hoofd wilde sto ten reden waarom de heer Van der Weijden zijn motie introk. Het wachten is nu op de maatre gelen van de Minister, die door deze zeer stellig zijn toegezegd. TOELATING NIJVERHEIDS SCHOLEN. Naar wij vernemen heeft de mi nister van onderwijs, K. en W. be sloten voor dit jaar een wijziging te brengen in de toelatingseisen voor het nijverheidsonderwijs, waardoor het mogelijk wordt leerlingen, die gedurende zes jaar lager onderwijs hebben genoten, waarvan zes jaar zijn doorlopen, tot de nijverheids scholen toe te laten. Zoals men weet, behoorde tot nog toe tot de toelatingseisen zeven jaar lager onderwijs, waarvan zes klas sen moesten zijn doorlopen. ffffwwwwiiiiiiiinnui Niet om het gewin, maar voor het gezinl MMMMUMUMMUAMMÉÉ EERSTE KAMER. De wijziging van de Gemeentewet en de aanvulling van de tabel van weeldegoederen, behorende bij het Besluit op de Omzetbelasting-1940, werden gistermiddag^ door de Eerste Kamer zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Een buitengewone belangstelling bleek de Senaat vervolgens voor de begroting-1948 van de Staatsmijnen aan de dag te leggen. Ir. Wijffels (K.V.P.) prefereerde een internationalisatie der mijnen, welke deze, met die der andere Marshall-landen, onder West-Euro pees beheer zou brengen, opdat de voorwaarden van het Euroupees herstelplan mede hierdoor zouden worden vervuld. Minister Van den Brink deelde mede, dat de totale zowel als de man productie, ondanks alle maatregelen van overheidswege, beneden het noodzakelijke peil bleef, zodat meer buitenlandse krachten zullen moeten worden ingezet. De regering zal er voor waken, dat het pijler-accoord met groepsindeling nimmer tot roof bouw zal leiden. De vergoeding aan de mijnen, nodig om de kolenkost- prijs te drukken, zal op X Juli aan staande opnieuw worden geregeld. Nadat de begroting ten slotte zon der hoofdelijke stemming was aan genomen, werd een aanvang ge maakt met de behandeling van het wetsontwerp tot goedkeuring van het te Brussel ondertekende Vijfmo- gendhedenverdrag, hetgeen achter eenvolgens prof. Barge (K.V.P.), prof Anema (A.R.) en burgemeester Reijers (C.H.) naar de katheder voerde. DE VOETBAL-POOLS. In de memorie van antwoord op het voorlopig verslag der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp „totalisator-wet" wordt medege deeld: De ministers hebben kennis geno men van de geruchten, dat door het medespelen in z.g. voetbalpools mil- lioenen guldens onze grenzen over gaan. Zij kunnen de juistheid van de ze geruchten op dit moment noch be vestigen, noch ontkennen, al lijkt het hun aanvankelijk niet erg waar schijnlijk, dat bij de huidige strenge deviezenbepalingen zulke enorme bedragen clandestien naar het bui tenland kunen worden uitgevoerd. Zij hebben inmiddels de aandacht van hun ambtgenoot van financiën op déze geruchten gevestigd. Van de uitslag van een door deze in te stel len onderzoek zal afhangen, of en zo ja, welke maatregelen moeten worden genomen. HET „ENGELAND-SPIEL" In een onderhoud met een ver slaggever van het A.N.P. verklaarde majoor K. de Graaf, voormalig com mandant van het continentaal de tachement B.B.O., dat Schreieders lezing over zyn eigen rol in het Eng- land-Spiel niet de juiste is. Het England-Spiel werd, aldus majoor de Graaf, niet door Schreie der „gespeeld", doch door Oberst- leutnant Hermann Giskes. Giskes maakte de plannen en leidde de uit voering er van; Schreieder deed niet veel meer dan bij de door Giskes aangekondigde droppings van agen ten aanwezig zijn en deze arresteren. De goede behandeling van gevan gen genomen agenten geschiedde dan ook geheel door toedoen van Giskes. Deze behandeling verander de echter, nadat Canaris, de leider der Duitse contra-spionnage, uit zijn functie ontheven was, voornamelijk omdat Berlijn wist dat hij behoorde tot een 'groep officieren waarvan een gedeelte betrokken was bij een samenzwering tegen Hitier. Dat Giskes ook deel uitmaakte van het complot kon niet bewezen worden, doch het vertrouwen van de Nazi's in de opder de Wehrmacht ressorterende spionnageafdelingen was zo geschokt, dat zij Giskes van zijn leidende functie in het England- Spiel onthieven en aan Schreieder, de Gestapo-man, voortaan de super visie opdroegen. Majoor de Graaf verklaarde, dat het aan deze com mando-wisseling te wijten was, dat de agenten uit Haaren naar Duitse concentratiekampen werden overge bracht. Schreieder heeft hen daar enige malen bezocht en kon weten, dat zij in die kampen zouden worden dood gemarteld. In dit geval kan Schreie der zich niet beroepen op een be veel van de Gestapo uit Berlijn, al dus majoor de Graaf, want, indien een bevel tot wegvoering naar Duitsland zou zijn uitgegaan, zou Schreieder altijd hebben kunnen zeggen, dat de agenten belangrijk voor de Wehrmacht waren en vol gens mededeling van Giskes niet konden worden gemist. Majoor de Graaf wees er verder op, dat het England-Spiel reeds in November 1943 beëindigd was. Wan neer Schreieder als einddatum April 1944 noemt, doet hij dit slechts, zo zei majoor de Graaf, om te kunnen beweren, dat hij na Giskes in het England-Spiel gespeeld heeft. Majoor de Graaf verklaarde nog, dat de veronderstelling, als zou een onderzoek hebben uitgewezen, dat een familielid van een met name genoemde Brits hoofdofficier in Ne derland voor de Duitsers gewerkt zou hebben, onjuist is. Over de uitslag van het door de destijds onder majoor de Graaf res sorterende dienst ingestelde onder zoek, kon maj. de Graaf geen in lichtingen geven in^ verband met zijn belofte tot geheimhouding. Eivenmin kon hij derhalve enig ant woord geven op de vraag of een fa milielid van een andere Britse hoofd officier in Nederland voor de vijand gewerkt heeft. Deze gegevens zijn echter de regering bekend, want de rapporten naar aanleiding van 'bo venbedoeld onderzoek inzake het England-Spiel, heeft maj. de Graaf ruim twee jaar geleden aan de be voegde overheidsinstanties overhan digd. FANTASTISCHE GEBEURTEINSSEN IN HET FORT „BLAUW KAPEL". Van een geïnterneerde die kampcommandant werd De 39-jarige architect A. F. E. C. Roeleau uit Hulst, die zich gisteren voor de Haagse rechtbank had te verantworden, was zichtbaar zelf wat overbluft door de furore die hij als geinterneerde in het kamp fort „Blauw Kapel" bij Utrecht had ge maakt. Het klinkt alles fantastisch, maar het is helaas volle wer kelijkheid wat hier gebeurd is. Deze R. dan was door de Field Se curity na de bevrijding gearresteerd op vermoeden, dat er politiek iets niet in orde was, R. kwam in ge noemd interneringskarhp. De toe standen blonken in dat kamp niet be paald uit en de leiding was ook al niet erg sterk; de commandant, ka pitein la G., was tegen R., die een re putatie bij de justitie bezit, niet op gewassen. En zo fluisterde R. rond, dat hij eigenlijk geen geinterneerde was, maar majoor van het Bureau Nat. Veiligheid, die onderzoek moest instellen. De commandant werd be- spionneerd, en R. bracht het zover, dat, toen deze eens een poosje weg was geweest, de bewakingsmanschap pen zeiden de stengun te zullen richten op de kapitein ,als hij in het kamp terug durfde komen. Toen kieeg zekere van V. de leiding, maar R. werd hem al spoedig de baas. Hij ging verhoren bij geinterdeerden af nemen, liep met een revolver rond, en verliet het kamp als het hem goed dunkte. Hij gaf zelfsverlof pasjes aan geïnterneerden uit! Dit is lang niet alles. De admini strateur, die aanvankelijk wel wat raar opkeek, maar blijkbaar ook heel wat gewend was, verstrekte R. her haalde malen voorschotten om „dienstreizen voor onderzoekings werk" te maken. Dan snorde R. in auto met chauf feur de poort uit en ging goede sier maken. Zestien duizend gulden ver- fuifde hij in enkele jaren tijds Het was een pracht leventje, dat hij leidde, de geïnterneerden hadden het best naar hun zin, en voelden er dan ook niets voor het kamp te ver laten, toen in Januari 1947 de mede deling kwam, dat allen naar Scheve- ningen overgebracht zouden worden. „Dat knap ik wel op", zei „ma joor" R. Hij wist een „roodvonk-epidemie" in het kamp op te wekken; enkele geïnterneerden werden bewerkt, zo dat zij de verschijnselen van de ziekte zo goed kregen, dat vijf dok toren niet in staat zijn geweest het bedrog te ontdekken. Het kamp bleef nog een maand gespaard. Toen werd het opgeheven, en verdween R. in de cel. Ten laatste dan toch! Nu had R. bij vrienden en kennissen kleine geldsbedragen geleend en wegens oplichting stond hij gisteren terecht. Maar de benadeelden zeiden dat ze R. best vertrouwd hadden en zij het geld weer terug hebben gekregen. De Officier vorderde echter een jaar gevangenisstraf met aftrek van pre ventief en daarna ter beschikking stelling van de regering. De verdediger van R. zei niet te weten, of hij hier van een operette, een tragedie of drama moest spre ken. Er is door R. een spel ge speeld, zo listig, zo handig, en zo geraffineerd, als men in Nederland met Rekenkamer, met Parlement, en met allerlei autoriteiten voor onmo gelijk zou houden. En toch, het is allemaal gebeurd. In „Blauw Kapel" zaten n.b. de meest geraffineerde delinquenten, de spionnen enz. Daarover had men iemand gezet die volkomen on-intel- ligent was. Begrijpelijk vond R. zich daar in zijn element, en hij heeft zijn kansen benut!* In het kamp, waar een typiste de dossiers aan de Duitsers verkocht, waar een bewa ker 25.000 en de gouden tanden van een delinquent afhandig maakte! Dat in dit moeras een „bloem" als R. is welig tierde, valt te begrijpen. Zelfs „Den lïaag" greep niet in! Nu staat R. voor een paar onnozele oplichtin gen terecht, die eigenlijk niet eens hebben plaats gevonden, en pl. vroeg vrijspraak voor R. Uitspraak over 14 dagen. WERKSTER BIJ DE WAGONS LITS. Ik dacht, dat de bonnen allemaal over waren, zei de 46-jarige Amster damse werkster Chr. C. gisteren te gen de economische politierechter. Vijftien jaar lang had zij nauwgezet de kantoren van de Wagons Lits in het Centraalstation te Amsterdam schoongemaakt. Toen ging het mis. Haar chef had haar een pakje thee gegeven, later een paTcje koffie en al gauw zat zij midden in, een omvang rijke bonnenhandel. Ach kom, dat geloofde u toch zelf niet? Er kwam geen antwoord. De politierechter veroordeelde haar tenslotte tot vier maanden gevange nisstraf met verbeurdverklaring van een spaarbankboekje, waarop 2500 gulden stond. De oeroude vete tussen de Betuw- se dorpjes Ingen en Maurik is on langs nog eens aan de dag gekomen door een messenstekerij met dode lijke afloop. Het is daar gewoonte, dat wanneer iemand uit Maurik te Ingen komt of omgekeerd, deze waaghals door de dorpsjeugd wordt „afgetuigd". Zekere Van H. uit In gen was met zijn zusje in Maurik, waar om een futiliteit ruzie ont stond. Van H. trok zijn mes en stak een ander daarmee in het hoofd. Deze overleed onmiddellijk. Daar verdachte zeer goed bekend stond, had de officier van justitie indertijd twee jaar en drie maanden geëist. De Arnhemse Rechtbank veroor deelde hem gisteren tot anderhalf jaar gevangenisstraf met aftrek. ONGEVOELIGE BEURS. Gebrek aan belangstelling was oorzaak, dat de koersen gisteren een enkel puntje terugliepen. Het beeld van de effectenbeurs was overigens practisch gelijk aan gisteren, toen Voor 1,2 millioen gld aandelen werd omgezet, doch een ongewoon groot aantal certificaten van Amerikaanse shares t.w. 1056 stuks werden aange boden. Dezer dagen werd nog eens bevestigd, dat geen verdere liquidatie van Ned. bezit aan Amerikaanse ef fecten in het voornemen ligt. Ter beurze vraagt men zich af wanneer nu de vrije handel in Amerikaantjes weer een aanvang kan nemen. Het zou de handel uiteraard zeer ten goe de komen en de beurs iets van haar vooroorlogse activiteit teruggeven. Thans is de affaire iedere dag weer van geringe omvang en blijft de markt ongevoelig voor gebeurtenissen die in normaler orrtstandigheden niet zouden nalaten invloed uit te oefenen. EEN ROMAN VAN HET WOUD Paul Keiler 53) Vrouwen gillen, mannen wijken achteruit... Emil Bönisch stort zich op het graf knielt neer... legt de handen op de bruine kist en begint te bidden... het Onze Vader te bid den... verspreekt zich... stokt... bidt telkens opnieuw... „Onze Va der, die in de hemel zijt!" Angstig en gejaagd zegt hij het heilige gebed. De avondklok begint te luiden. Dan laten ernstige boeren de oude Bönisch in 't graf zinken. Emil knielt aan de rand, zonder tranen, maar met wijd-opengesperde ogen. Knieën en handen woelen in de opgeworpen aarde. Schuwverschriktgaat de menigte uiteen. Enige botterikken wi'len blijvèn staan, maar worden door de anderen weggeduwdDe doodgraver werpt snel een paar schoppen aarde op de kist. Dan is het gebeurd. Emil Bönisch staat op en gaat op Balthassar toe. „Nu, mynheer de Baljuw, nu arre steert u me maar." „Niet hier," antwoordde Balthas sar en wijst naar het veld met de kruisen. „Hier is het een vrijplaats." Buiten in de dorpsstraat, heeft hij hem toen gearresteeerd. De landheer is gearriveerd: mijn heer Lohmann. Groothandelaar, ka steelheer uit liefhebberijdeels voor de titel... deels voor de grap. Zo terloops eigenaar van -meer dan duizend morgen land, dat hem vrij- wo1 vreemd is, waarvoor hjj zich niet in het minst interresseert ten zij als post op zijn balans, dat hij al leen bezit om bij gelegenheid tegen zijn kennnissen te kunnen zeggen: „In Dinges heb ik een tendgoed; als je 'ns zin hebt vacantie te nemen, en van de eenzaamheid te genieten, of om op jacht te gaan, het staat je ter beschikking, met plezier." Een landgoed. Zonder enige ernst. Zoals men een renstal bezit of een tennisveld of een zeiljacht of 'n soortgelijk niemendalletje. Moeder aarde in sporttenue. Schaamtelos zal ik niet zeggen maar smakeloos... brutaal... schan delijk en schadelijk. Alle landheren, die niet in waar heid landbeheerders zijn moest men hun bezittingen afnemen, zoals men domme kinderen een kunstvoorwerp afneemt, waarmee ze willen spelen. De heilige moedergrond de aarde is geen handels- en ook geen arrni- sementsobject, mag daar nimmer toe verworden, of het hele volk moet tegen die rovers en onverschi'ligen in opstand komen. Niet alleen om het goud, dat het afwerpt, mag het aardrijk bezeten worden... er moet ook liefde en trouwe vlijt geschon ken worden. Anders wee degejie, die er zich aan vergrijpt! Zo spraken wij met elkander Bal thassar' en ik. Deze mijnheer Lohmann was koop man, „een koude berekenaar" vol gens Balthassar; iemand, die op zijn landgoed en in het dorp nog geen tien mensen kende, en die ook geen hart, zelfs geen interesse had voor de mensen. Wat ging het hem aan, dat Bianca was vermoord, dat de oude houtzager zich had opgehan gen? Het kon hem zelfs niets sche len dat Elisabeth Ranke verleid was Al was het dan ook al door zijn zoon aan zo'n meisje was helemaal niets gelegen. In het" ergste geval betaalde je; de zoon had toch al handen vol geld gekost. Maar dat zyn zoon was afgeran seld, daarvan kreeg hij het op zijn zenuwen. Dat was niet minder dan de naam Lohmann, die daar door het slijk was gehaald. Hij heeft Bal thassar afgesnauwd over de „onge looflijk verwaarloosde veiligheids maatregelen" in het dorp, en hij eiste de zwaarste gerechtelijke ver voeging voor het gebeurde. Balthas sar heeft geantwoord, dat hij de da ders had opgespoord en aangegeven. Maar als de straf niet zo erg zou uitvallen, dan moest mijnheer Loh mann maar bedenken, dat zijn zoon het er ook naar gemaakt had. Daarop noemde mijnheer Lohmann Balthassar een brutale kerel en deze gaf ten antwoord, dat mijnheer Loh mann junior een liederlijke vent en mijnheer Lohmann senior een slap peling was. Waarop beide partijen elkaar de dienst opzegden. Het vlotte dus niet al te best met de stemming op het „slot". Ook met de jonge Lohmann was het erg ge steld. De wraaklustige bende had zijn rechter e'leboog verbrijzeld. De dokter, die er het eerst bij werd ge roepen, wist met het moelijke werk geen raad; de ontboden specialist gaf op de vraag, of de arm lam zou blij ven, geen antwoord. Des namiddags liet Werner Loh mann me vragen, bij hem te komen Ik ging niet graag, maar deed het niettemin. „Ze hebben me ongelukkig ge maakt... die schoften... mijn rech terarm is verbrijzeld." Ik keek hem aan en zweeg. Ik dacht: jij hebt het leven van Elisa beth Ranke vernield. En ik liet dat ook doorschemeren: „Mijnheer Lohmann, ik hoop, dat u weer beter wordt, en dat het ook met Elisabeth Ranke nog goed af loopt." Hij bloosde lichtelijk, maar sprak s1 echts over zichzelf. „Als mijn arm lam blijft, als ik voor mijn kunst verloren ben, Test me niets anders dan de kogel." Daarop antwoordde ik eerst hele maal niets. Na enige ogenblikken zei ik: „Adolf Menzel schildert met zijn linkerhand even goed als met zijn rechter. Anderen moeten dat even eens hebben gekund." Hij glimlachte bitter. „Ada'f Menzel! Ik ben geen Men zel!" „Neen! Maar als u een wil hebt, kunt u veel bereiken. Misschien wil het lot u een ernstige wil bijbrengen" „Dank voor de attentie dan! Maar begint u alstublieft niet te zedepre- ken. „Maak u zich niet ongerust! Ik wil ook wel weer gaan." „Bent u beledigd? Bedenkt u toch wat ik moet uitstaan!" „Ik ben niet beledigd. Ik verzoek u alleen mijn voorstel om net met de 'hnkerhand te proberen in overwe ging te nemen." „Denkt u dan beslist, dat mijn rech terarm. „Ik denk niets; ik weet absoluut niet, hoe het met u gesteld is. Wij praatten nog even, toen ver trok ik. Ik ontmoette de professor ujt de hoofdstad die ik nog van vroe ger kende. Hij vertelde mij, dat hij niet geloofde, Werner Lohmann het onverminderde gebruik van zijn rechterarm terug te kunnen geven. Dat deelde ik eveneens in vertrou wen aan Balthassar mee, alsmede Werner's voornemen, zich een kogel door het hoofd te jagen, en mijn voorstel -aangaande de linkerhand. Balthassar zei: „Hij zal zich niet van kant ma ken en hij zal niet met de linkerhand gaan schilderen; hij zal volkomen aan lager wal geraken. Zijn geschil der was tenslotte het enige, dat hem er boven op hield." „Het is jammer van hem. Jammer van zijn groot talent." „Er is zoveel jammer," bromde Balthassar^ Diezelfde avond kreeg ik onver wacht bezoek. Lohmann, de vader, kwam bij me.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 2