1
Hubertus
Aankoop van 750.000 ton
tarwe voor 5 jaar
Blies Schreieder zijn rol op?
WOENSDAG 23 JUNI 1948
DE LEIDSE COURANT
.PAGINA 2
TWEEDE KAMER
De heer Van der Weijden (K.V.P.)
heeft gistermiddag zijn motie be
treffende wijziging van de ter zake
van de vermogensaanwasbelasting
getroffen bijzondere regeling ter ver
mindering van de belastbare som
wegens normale besparingen, waar
over de Tweede Kamer moest stem
men, ingetrokken.
Ons dagelijks brood.
Uitvoerig werd gesproken over het
wetsontwerp tot goedkeuring van de
internationale tarwe-overeenkomst
van 6 Maart 1948, door welke over
eenkomst onze tarwe-inportbehoef-
te voor 70 a 77 procent wordt ge
dekt in landen, die tezamen circa
83 procent van de totale export voor
hun rekening nemen.
De heer den Hartog (V.V.D.) vroeg
o.m. welke de gevolgen van deze
overeenkomst zullen zijn voor onze
vee-, varkens- en pluimveehouderij
De heer Borst (C.P.N.) wees er
op, dat de Sovjet-Unie niet aan de
overeenkomst mee doet. Hij vond het
wenselijk naar de Oostelijke gebie
den te exporteren en verklaarde ten
slotte, dat zyn fractie tegen zal
stemmen.
De heer Schilthuis (Arb.) achtte
de schatting van de benodigde hoe
veelheid tarwe aan de hoge kant; hij
veronderstelde speculatieve obgmer-
ken.
De heer De Ruiter (C.-H.) meen
de, dat, als de overeenkomst door
gaat, de regering extra maatregelen
zal dienen te nemen om de inlandse
graanteelt te beschermen. Hij vroeg
o.m. of er uitbreiding der varkens-
mesterij zal komen.
Na opgemerkt te hebben, dat het
hier geldt stabilisatie op een zeer be
langrijk deel van de markt in een
belangrijk voedingsmiddel, erkende
de Minister van Landbouw, dat er
een ^ekere risico is verbonden aan
de overeenkomst, welke vijf jaar
geldt en 750.000 ton tarwe vastlegt.
Hij verdedigde nader de wense
lijkheid de tarwe-omport voor vijf
jaar vast te leggen.
De overeenkomst 's bedoeld voor
de broodvoorziening. De gevolgen
voor de veehouderij moet men onaf
hankelijk daarvan bezien. Er zal
veevoeder geïmporteerd moeten wor
den.
De prijzen zijn, gezien de huidige
prij zenontwikkeling, zeker aanvaard
baar, meende de minister.
Het wetsontwerp is na re- en du
pliek z.n.st. goedgekeurd.
Radio
DONDERDAG.
HILVERSUM I. 301 meter.
7.00 Nieuws. 7.50 Dagopening. 8.00
Nieuws. 9.15, Morgenwijding, dr. J. G.
Bahnmüller, Evang. pred. Hilversum.
9.30 Marcel Moyse, fluit. 9.45 Arbeids
vitaminen. 10.30 Van vrouw tot
vrouw. 10.50 Kleuterprogr. 11.00 Con
cert. 12.00 Louis Somer. viool; Cor
van Boven, piano. 12.30 Weerover-
zicht. 12.33 Johan Luger. 13.00
Nieuws. 13.15 Bandi Balogh speelt.
14.00 De vrouw binnen en buiten haar
huis,'. 14.20 Vaudeville Orkest. 15.00
Ziekenprogr. 16.00 Tussen vier en
vijf. 17.00 Kaleidoscoop. 17.20 Dr. Por-
tielje. 18.00 Nieuws. 18.30 Ned.
Strijdkr. 19.00 Gr.pl. 19.05 Wimbledon
Int. Tenniskampioenschappen. 19.45
Reg. voorlichtingsdienst. 20.00 Nieuws
20.15 Kurhaus. 22.35 The Romancers.
23.00 Nieuws. 23.15 Gewilde platen.
HILVERSUM II, 415 meter.
7.00 Nieuws. 8.00 Nieuws. 8.15 Gr.pl.
9.00 Voor de vrouw. 9.30 Waterstan
den. 9.45 Schoolradio. 10.00 Klassieke
Symphonie. 10.15 Morgendienst, Ds.
H. Johannes, Evang. Luth. pred. te
Monnikendam. 10.45 „Nader mijn
God, tot U". 11.00 Ziekenbezoek. 11.45
Divertimento. 12.03 Bekende tenoren.
12.30 Weeroverzicht. 12.55 Zonnewij
zer. 13.00 Nieuws. 13.20 Klaas van
Beeck. 14.00 Ancore trio. 14.30 Pops
Orkest. 14.40 Voor de vrouw. 15.00
Kamerork. 16.00 Bijbellezing. 16.45
Schoolzang. 17.50 De tong-tong.
18.00 Symphonieorkesten, marsen.
18.30 Crescendo-Drachten. 19.00
Nieuws en weeroverzicht. 19.15 Leger
des Heils. 19.30 Verkiezingstoespraak
der A.R.-partij. 20.00 Nieuws. 20.15
Plaatvaria. 21.00 100 jaar Zwitserland.
21.30 Openluchtconcert. 22.00 Marinus
Voorberg, niano. 22.15 Vaart der vol
ken. 22.W Op het Huisorgel. 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nieuws.
23.15 Het Sweelinckkwartet. 23.45
Serenade.
De rente-trekkers.
Eveneens z.h.st. werden aanvaard
twee wetsontwerpen, houdende aan
vulling van renten krachtens de in
validiteitswet en kindcrbijslagrege-
ling voor invaliditeits-, ouderdoms-
en wezenrentetrekkers, welke ont
werpen in afwachting van een al
gehele herziening der sociale wetge
ving beogen -een rechtstreekse
verbetering van de financiële positie
qergenen, die in het genot van een
rente zijn.
Bij de beraadslagingen over deze
ontwerpen vroeg de heer Stapelkamp
(A.R.) o.m. waarom het niet moge
lijk is de renten 'van 1940 met 100
procent te verhogen. Hij herinnerde
voorts aan het geval, dat de Raad
van Arbeid te Leiden kinderbijslag
heeft verleend aan het kind ener on
gehuwde moeder, waartegen de Cen
trale Raad bezwaar heeft gemaakt.
Deze had de minister gevraagd de
beslissing voor vernietiging voor te
dragen, hetgeen de minister niet ge
daan heeft. Maar naar 'spr.'s oordeel
zal daardoor de eerbied voor de wet
inboeten.
De heer Steinmetz (K.V.P.) gaf te
kennen, dat de ontwerpen zijn bij
zondere instemimng heben. Hij vond
het noodzakelijk, dat er iets gedaan
wordt voor de kleine zelfstandigen.
Nadat de heer Hacke (V.V.D.) de
wensen van de vorige sprekers on
derschreven had, merkte de heer
Suurhoff (Arb.) op, dat voor onge-
huwden slechts aanpassing wordt ge
bracht; voor de gehuwden komt er
meer soulaas.
De heer Koenen (C.P.N.) kon zich
met de voorstellen verenigen, al was
hij in genendele tevreden, daar niet
wordt voldaan aan de behoeftefactor.
De minister van Sociale Zaken, de'
heer Drees, verklaarde o.a. dat het
de bedoeling is nog te komen tot een
herziening van de Ongevallenwet.
De toestand ten aanzien van bij
slag voor natuurlijke kinderen kan
niet gehandhaafd worden. Er moet
een wetsvoorstel komen, waarbij
deze zaak volkomen duidelijk gere
geld wordt. Ten aanzien van het ge
val te Leiden zette de minister uit
een, dat het besluit volkomen in
overeenstemming is met wat de mi
nister van Financiën, hem vervan
gende, in de Kamer had gezegd.
Nadat nog een paar kleine wets
ontwerpen zonder beraadslaging on
der de hamer waren doorgegaan
kwam de interpellatie van de heer
Burger (Arb.) betreffende het beleid
inzake de perszuivering aan de orde.
Nadat de heer Burger een uitvoe
rige toelichting op een aantal vra
gen had gegeven, beantwoordde de
minister van Onderwijs deze.
Sprekende over het amendement-
Burger, dat al bijna een jaar oud is
en dat aandrong op de toewijzing
van de technische outillage van ont
zette bladen aan de bladen der illega"
liteit. merkte minister Gielen op, dat
het ten uitvoer leggen van het amen
dement wachten moest op de advie
zen van de Commissie voor de Pers
zuivering en de Raad van Beroep.
Pas dezer dagen is een drietal advie
zen binnengekomen, welke thans be
zien worden. De minister had, hoe
graag hij het ook gewild had, onmo
gelijk eerder en vlugger het amen
dement van de interpellant in prac-
tijk kunnen brengen.
Niet te veel gewicht moet men
hechten, aldus de minister, aan de
verschillen, welke te onderkennen
zijn tussen de uitspraken van de
Als gij ermee opstaat
of ermee naar bed gaat
Rheumatische pijnen, knagend en
slopend voor en na, ondermijnen
langzaam maar zeker Uw hele ge
stel. Bljjf er toch niet mee doorlo
pen neem Uw maaregelen vóór
het te laat is. Doe eens een bloed
zuiverende kuur met Kruschen Salts.
De aansporende werking van Kru
schen op Uw bloedzuiverende orga
nen zal U een openbaring zijn, om
dat ge U reeds na een betrekkelijk
kort zjj het regelmatig gebruik
met blyde verbazing een ander mens
voelt, jonger, vitaler, niet meer dat
stramme en.... vrij van pijn. Vraag
Kruschen bij Uw Apotheker of
Drogist. 7174
(Ingez. med.)
Commissie voor de Perszuivering en
die van de Raad van Beroep.
Overigens acht de minister zich
niet verantwoord voor de uitspra
ken, welke worden gedaan, maar
wel voor de samenstelling der zuive
ringsorganen. Wat deze betreft, Jcan
hij de verzekering herhalen, dat zij
worden gevormd door personen, die
beginselvastheid peffen aan objectivi
teit.
Vandaag wordt de interpellatie
voortgezet.
De vergadering is daarop te half
zeven verdaagd tot hedenmiddag.
Dan komt eerst de interppelatie-
Hoogcarspel (C.P.N.) over het wei
geren van zalen voor politieke bij
eenkomsten aan de orde. Als die af
gehandeld is, wordt de beraadslaging
over de interpellatie-Burger voortge
zet.
De motie
Van der Weijden
Waarom ingetrokken?
Zoals ook in verslag van de Twee
de Kamer-zitting is te lezen heeft
de heer Van der Weijden, na de
in de vorige vergadering door minis
ter Lieftinck gedane toezeggingen in
de richting van zijn motie ten bate
van de eigenaren van kleine land- en
tuinbouwbedrijven in verband met
de vermogensaanwasbelasting, deze
ingetrokken.
„Ik zeg gaarne toe, dat ik met
alle ernst zal streven naar het
vinden van een oplossing voor
deze zaak die aan de billijkheid te
gemoet komt. In dit licht bezien,
heb ik geen behoefte aan een
motie; ik meen, dat ik de ge
dachte, die aan de motie ten
grondslag ligt, reeds in beginsel
heb aanvaard.
Ondanks deze toezegging bleef de
heer Van der Weijden zijn motie
handhaven.
„Het is wel eens meer voor
gevallen", zeide spreker
„dat na bepaalde toezeggingen
van een minister een motie in
getrokken is, maar het gevolg is
geweest, dat van de toezeggin
gen van de Minister, hoewel ik
zeker weet, dat de Minister het
zo niet bedoeld had, met veel
terechtgekomen i§."
Minister Lieftinck antwoordde
daarop:
„Ik heb tegen de uiotie twee
bezw-ren. In de eerste piaats,
dat ;ij zich beperkt tot boeren,
tuinders en middenstanders, ter
wijl het probleem algemeen is.
In de tweede plaats, dat er een
indicatie in ligt voor wat betreft
de methode, die gevolgd moet
worden, n.l. door een'fictief in
komen te onderstellen, terwijl ik
bij nadere bestudering de vrij
heid zou willen behouden, om
eventueel een andere methode,
die beter mocht zijn, toe te pas
sen. Maar ik heb geen bezwaar
wat de strekking van de motie
betreft."
Minister Lieftinck had dus ver
klaard, omdat hij tegen de strekking
der motie geen bezwaar had, en met
alle ernst zal streven naar het vinden
van een oplossing, aan aanneming
van deze motie door de Kamer „geen
behoefte te hebben".
Het was te verwachten, dat de
Kamer, na al deze tegemoetkomend
heid van de Minister, hem niet door
een motie voor het hoofd wilde sto
ten reden waarom de heer Van
der Weijden zijn motie introk.
Het wachten is nu op de maatre
gelen van de Minister, die door deze
zeer stellig zijn toegezegd.
TOELATING NIJVERHEIDS
SCHOLEN.
Naar wij vernemen heeft de mi
nister van onderwijs, K. en W. be
sloten voor dit jaar een wijziging te
brengen in de toelatingseisen voor
het nijverheidsonderwijs, waardoor
het mogelijk wordt leerlingen, die
gedurende zes jaar lager onderwijs
hebben genoten, waarvan zes jaar
zijn doorlopen, tot de nijverheids
scholen toe te laten.
Zoals men weet, behoorde tot nog
toe tot de toelatingseisen zeven jaar
lager onderwijs, waarvan zes klas
sen moesten zijn doorlopen.
ffffwwwwiiiiiiiinnui
Niet om het gewin,
maar voor het gezinl
MMMMUMUMMUAMMÉÉ
EERSTE KAMER.
De wijziging van de Gemeentewet
en de aanvulling van de tabel van
weeldegoederen, behorende bij het
Besluit op de Omzetbelasting-1940,
werden gistermiddag^ door de Eerste
Kamer zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Een buitengewone belangstelling
bleek de Senaat vervolgens voor de
begroting-1948 van de Staatsmijnen
aan de dag te leggen.
Ir. Wijffels (K.V.P.) prefereerde
een internationalisatie der mijnen,
welke deze, met die der andere
Marshall-landen, onder West-Euro
pees beheer zou brengen, opdat de
voorwaarden van het Euroupees
herstelplan mede hierdoor zouden
worden vervuld.
Minister Van den Brink deelde
mede, dat de totale zowel als de man
productie, ondanks alle maatregelen
van overheidswege, beneden het
noodzakelijke peil bleef, zodat meer
buitenlandse krachten zullen moeten
worden ingezet. De regering zal er
voor waken, dat het pijler-accoord
met groepsindeling nimmer tot roof
bouw zal leiden. De vergoeding aan
de mijnen, nodig om de kolenkost-
prijs te drukken, zal op X Juli aan
staande opnieuw worden geregeld.
Nadat de begroting ten slotte zon
der hoofdelijke stemming was aan
genomen, werd een aanvang ge
maakt met de behandeling van het
wetsontwerp tot goedkeuring van
het te Brussel ondertekende Vijfmo-
gendhedenverdrag, hetgeen achter
eenvolgens prof. Barge (K.V.P.), prof
Anema (A.R.) en burgemeester
Reijers (C.H.) naar de katheder
voerde.
DE VOETBAL-POOLS.
In de memorie van antwoord op
het voorlopig verslag der Tweede
Kamer betreffende het wetsontwerp
„totalisator-wet" wordt medege
deeld:
De ministers hebben kennis geno
men van de geruchten, dat door het
medespelen in z.g. voetbalpools mil-
lioenen guldens onze grenzen over
gaan. Zij kunnen de juistheid van de
ze geruchten op dit moment noch be
vestigen, noch ontkennen, al lijkt het
hun aanvankelijk niet erg waar
schijnlijk, dat bij de huidige strenge
deviezenbepalingen zulke enorme
bedragen clandestien naar het bui
tenland kunen worden uitgevoerd.
Zij hebben inmiddels de aandacht
van hun ambtgenoot van financiën
op déze geruchten gevestigd. Van de
uitslag van een door deze in te stel
len onderzoek zal afhangen, of en zo
ja, welke maatregelen moeten worden
genomen.
HET „ENGELAND-SPIEL"
In een onderhoud met een ver
slaggever van het A.N.P. verklaarde
majoor K. de Graaf, voormalig com
mandant van het continentaal de
tachement B.B.O., dat Schreieders
lezing over zyn eigen rol in het Eng-
land-Spiel niet de juiste is.
Het England-Spiel werd, aldus
majoor de Graaf, niet door Schreie
der „gespeeld", doch door Oberst-
leutnant Hermann Giskes. Giskes
maakte de plannen en leidde de uit
voering er van; Schreieder deed niet
veel meer dan bij de door Giskes
aangekondigde droppings van agen
ten aanwezig zijn en deze arresteren.
De goede behandeling van gevan
gen genomen agenten geschiedde
dan ook geheel door toedoen van
Giskes. Deze behandeling verander
de echter, nadat Canaris, de leider
der Duitse contra-spionnage, uit zijn
functie ontheven was, voornamelijk
omdat Berlijn wist dat hij behoorde
tot een 'groep officieren waarvan
een gedeelte betrokken was bij een
samenzwering tegen Hitier.
Dat Giskes ook deel uitmaakte
van het complot kon niet bewezen
worden, doch het vertrouwen van de
Nazi's in de opder de Wehrmacht
ressorterende spionnageafdelingen
was zo geschokt, dat zij Giskes van
zijn leidende functie in het England-
Spiel onthieven en aan Schreieder,
de Gestapo-man, voortaan de super
visie opdroegen. Majoor de Graaf
verklaarde, dat het aan deze com
mando-wisseling te wijten was, dat
de agenten uit Haaren naar Duitse
concentratiekampen werden overge
bracht.
Schreieder heeft hen daar enige
malen bezocht en kon weten, dat zij
in die kampen zouden worden dood
gemarteld. In dit geval kan Schreie
der zich niet beroepen op een be
veel van de Gestapo uit Berlijn, al
dus majoor de Graaf, want, indien
een bevel tot wegvoering naar
Duitsland zou zijn uitgegaan, zou
Schreieder altijd hebben kunnen
zeggen, dat de agenten belangrijk
voor de Wehrmacht waren en vol
gens mededeling van Giskes niet
konden worden gemist.
Majoor de Graaf wees er verder
op, dat het England-Spiel reeds in
November 1943 beëindigd was. Wan
neer Schreieder als einddatum April
1944 noemt, doet hij dit slechts, zo
zei majoor de Graaf, om te kunnen
beweren, dat hij na Giskes in het
England-Spiel gespeeld heeft.
Majoor de Graaf verklaarde nog,
dat de veronderstelling, als zou een
onderzoek hebben uitgewezen, dat
een familielid van een met name
genoemde Brits hoofdofficier in Ne
derland voor de Duitsers gewerkt
zou hebben, onjuist is.
Over de uitslag van het door de
destijds onder majoor de Graaf res
sorterende dienst ingestelde onder
zoek, kon maj. de Graaf geen in
lichtingen geven in^ verband met
zijn belofte tot geheimhouding.
Eivenmin kon hij derhalve enig ant
woord geven op de vraag of een fa
milielid van een andere Britse hoofd
officier in Nederland voor de vijand
gewerkt heeft. Deze gegevens zijn
echter de regering bekend, want de
rapporten naar aanleiding van 'bo
venbedoeld onderzoek inzake het
England-Spiel, heeft maj. de Graaf
ruim twee jaar geleden aan de be
voegde overheidsinstanties overhan
digd.
FANTASTISCHE
GEBEURTEINSSEN IN HET FORT
„BLAUW KAPEL".
Van een geïnterneerde
die kampcommandant
werd
De 39-jarige architect A. F. E. C.
Roeleau uit Hulst, die zich gisteren
voor de Haagse rechtbank had te
verantworden, was zichtbaar zelf wat
overbluft door de furore die hij als
geinterneerde in het kamp fort
„Blauw Kapel" bij Utrecht had ge
maakt. Het klinkt alles fantastisch,
maar het is helaas volle wer
kelijkheid wat hier gebeurd is.
Deze R. dan was door de Field Se
curity na de bevrijding gearresteerd
op vermoeden, dat er politiek iets
niet in orde was, R. kwam in ge
noemd interneringskarhp. De toe
standen blonken in dat kamp niet be
paald uit en de leiding was ook al
niet erg sterk; de commandant, ka
pitein la G., was tegen R., die een re
putatie bij de justitie bezit, niet op
gewassen. En zo fluisterde R. rond,
dat hij eigenlijk geen geinterneerde
was, maar majoor van het Bureau
Nat. Veiligheid, die onderzoek moest
instellen. De commandant werd be-
spionneerd, en R. bracht het zover,
dat, toen deze eens een poosje weg
was geweest, de bewakingsmanschap
pen zeiden de stengun te zullen
richten op de kapitein ,als hij in het
kamp terug durfde komen. Toen
kieeg zekere van V. de leiding, maar
R. werd hem al spoedig de baas. Hij
ging verhoren bij geinterdeerden af
nemen, liep met een revolver rond,
en verliet het kamp als het hem goed
dunkte.
Hij gaf zelfsverlof pasjes aan
geïnterneerden uit!
Dit is lang niet alles. De admini
strateur, die aanvankelijk wel wat
raar opkeek, maar blijkbaar ook heel
wat gewend was, verstrekte R. her
haalde malen voorschotten om
„dienstreizen voor onderzoekings
werk" te maken.
Dan snorde R. in auto met chauf
feur de poort uit en ging goede sier
maken. Zestien duizend gulden ver-
fuifde hij in enkele jaren tijds
Het was een pracht leventje, dat
hij leidde, de geïnterneerden hadden
het best naar hun zin, en voelden er
dan ook niets voor het kamp te ver
laten, toen in Januari 1947 de mede
deling kwam, dat allen naar Scheve-
ningen overgebracht zouden worden.
„Dat knap ik wel op", zei „ma
joor" R.
Hij wist een „roodvonk-epidemie"
in het kamp op te wekken; enkele
geïnterneerden werden bewerkt, zo
dat zij de verschijnselen van de
ziekte zo goed kregen, dat vijf dok
toren niet in staat zijn geweest het
bedrog te ontdekken. Het kamp
bleef nog een maand gespaard.
Toen werd het opgeheven, en
verdween R. in de cel.
Ten laatste dan toch! Nu had R.
bij vrienden en kennissen kleine
geldsbedragen geleend en wegens
oplichting stond hij gisteren terecht.
Maar de benadeelden zeiden dat ze
R. best vertrouwd hadden en zij het
geld weer terug hebben gekregen.
De Officier vorderde echter een jaar
gevangenisstraf met aftrek van pre
ventief en daarna ter beschikking
stelling van de regering.
De verdediger van R. zei niet te
weten, of hij hier van een operette,
een tragedie of drama moest spre
ken. Er is door R. een spel ge
speeld, zo listig, zo handig, en zo
geraffineerd, als men in Nederland
met Rekenkamer, met Parlement, en
met allerlei autoriteiten voor onmo
gelijk zou houden.
En toch, het is allemaal gebeurd.
In „Blauw Kapel" zaten n.b. de
meest geraffineerde delinquenten, de
spionnen enz. Daarover had men
iemand gezet die volkomen on-intel-
ligent was. Begrijpelijk vond R. zich
daar in zijn element, en hij heeft
zijn kansen benut!* In het kamp,
waar een typiste de dossiers aan de
Duitsers verkocht, waar een bewa
ker 25.000 en de gouden tanden van
een delinquent afhandig maakte! Dat
in dit moeras een „bloem" als R. is
welig tierde, valt te begrijpen. Zelfs
„Den lïaag" greep niet in! Nu staat
R. voor een paar onnozele oplichtin
gen terecht, die eigenlijk niet eens
hebben plaats gevonden, en pl. vroeg
vrijspraak voor R.
Uitspraak over 14 dagen.
WERKSTER BIJ DE WAGONS LITS.
Ik dacht, dat de bonnen allemaal
over waren, zei de 46-jarige Amster
damse werkster Chr. C. gisteren te
gen de economische politierechter.
Vijftien jaar lang had zij nauwgezet
de kantoren van de Wagons Lits in
het Centraalstation te Amsterdam
schoongemaakt. Toen ging het mis.
Haar chef had haar een pakje thee
gegeven, later een paTcje koffie en al
gauw zat zij midden in, een omvang
rijke bonnenhandel.
Ach kom, dat geloofde u toch
zelf niet?
Er kwam geen antwoord.
De politierechter veroordeelde haar
tenslotte tot vier maanden gevange
nisstraf met verbeurdverklaring van
een spaarbankboekje, waarop 2500
gulden stond.
De oeroude vete tussen de Betuw-
se dorpjes Ingen en Maurik is on
langs nog eens aan de dag gekomen
door een messenstekerij met dode
lijke afloop. Het is daar gewoonte,
dat wanneer iemand uit Maurik te
Ingen komt of omgekeerd, deze
waaghals door de dorpsjeugd wordt
„afgetuigd". Zekere Van H. uit In
gen was met zijn zusje in Maurik,
waar om een futiliteit ruzie ont
stond. Van H. trok zijn mes en stak
een ander daarmee in het hoofd.
Deze overleed onmiddellijk. Daar
verdachte zeer goed bekend stond,
had de officier van justitie indertijd
twee jaar en drie maanden geëist.
De Arnhemse Rechtbank veroor
deelde hem gisteren tot anderhalf
jaar gevangenisstraf met aftrek.
ONGEVOELIGE BEURS.
Gebrek aan belangstelling was
oorzaak, dat de koersen gisteren een
enkel puntje terugliepen. Het beeld
van de effectenbeurs was overigens
practisch gelijk aan gisteren, toen
Voor 1,2 millioen gld aandelen werd
omgezet, doch een ongewoon groot
aantal certificaten van Amerikaanse
shares t.w. 1056 stuks werden aange
boden. Dezer dagen werd nog eens
bevestigd, dat geen verdere liquidatie
van Ned. bezit aan Amerikaanse ef
fecten in het voornemen ligt. Ter
beurze vraagt men zich af wanneer
nu de vrije handel in Amerikaantjes
weer een aanvang kan nemen. Het
zou de handel uiteraard zeer ten goe
de komen en de beurs iets van haar
vooroorlogse activiteit teruggeven.
Thans is de affaire iedere dag weer
van geringe omvang en blijft de
markt ongevoelig voor gebeurtenissen
die in normaler orrtstandigheden niet
zouden nalaten invloed uit te oefenen.
EEN ROMAN VAN HET WOUD
Paul Keiler
53)
Vrouwen gillen, mannen wijken
achteruit... Emil Bönisch stort zich
op het graf knielt neer... legt de
handen op de bruine kist en begint
te bidden... het Onze Vader te bid
den... verspreekt zich... stokt...
bidt telkens opnieuw... „Onze Va
der, die in de hemel zijt!" Angstig en
gejaagd zegt hij het heilige gebed.
De avondklok begint te luiden.
Dan laten ernstige boeren de oude
Bönisch in 't graf zinken. Emil knielt
aan de rand, zonder tranen, maar met
wijd-opengesperde ogen. Knieën en
handen woelen in de opgeworpen
aarde.
Schuwverschriktgaat de
menigte uiteen. Enige botterikken
wi'len blijvèn staan, maar worden
door de anderen weggeduwdDe
doodgraver werpt snel een paar
schoppen aarde op de kist. Dan is
het gebeurd.
Emil Bönisch staat op en gaat op
Balthassar toe.
„Nu, mynheer de Baljuw, nu arre
steert u me maar."
„Niet hier," antwoordde Balthas
sar en wijst naar het veld met de
kruisen. „Hier is het een vrijplaats."
Buiten in de dorpsstraat, heeft hij
hem toen gearresteeerd.
De landheer is gearriveerd: mijn
heer Lohmann. Groothandelaar, ka
steelheer uit liefhebberijdeels
voor de titel... deels voor de grap.
Zo terloops eigenaar van -meer dan
duizend morgen land, dat hem vrij-
wo1 vreemd is, waarvoor hjj zich
niet in het minst interresseert ten
zij als post op zijn balans, dat hij al
leen bezit om bij gelegenheid tegen
zijn kennnissen te kunnen zeggen:
„In Dinges heb ik een tendgoed; als
je 'ns zin hebt vacantie te nemen, en
van de eenzaamheid te genieten, of
om op jacht te gaan, het staat je
ter beschikking, met plezier."
Een landgoed. Zonder enige ernst.
Zoals men een renstal bezit of een
tennisveld of een zeiljacht of 'n
soortgelijk niemendalletje. Moeder
aarde in sporttenue.
Schaamtelos zal ik niet zeggen
maar smakeloos... brutaal... schan
delijk en schadelijk.
Alle landheren, die niet in waar
heid landbeheerders zijn moest men
hun bezittingen afnemen, zoals men
domme kinderen een kunstvoorwerp
afneemt, waarmee ze willen spelen.
De heilige moedergrond de aarde
is geen handels- en ook geen arrni-
sementsobject, mag daar nimmer
toe verworden, of het hele volk moet
tegen die rovers en onverschi'ligen
in opstand komen. Niet alleen om
het goud, dat het afwerpt, mag het
aardrijk bezeten worden... er moet
ook liefde en trouwe vlijt geschon
ken worden. Anders wee degejie, die
er zich aan vergrijpt!
Zo spraken wij met elkander Bal
thassar' en ik.
Deze mijnheer Lohmann was koop
man, „een koude berekenaar" vol
gens Balthassar; iemand, die op zijn
landgoed en in het dorp nog geen
tien mensen kende, en die ook geen
hart, zelfs geen interesse had voor
de mensen. Wat ging het hem aan,
dat Bianca was vermoord, dat de
oude houtzager zich had opgehan
gen? Het kon hem zelfs niets sche
len dat Elisabeth Ranke verleid was
Al was het dan ook al door zijn zoon
aan zo'n meisje was helemaal niets
gelegen. In het" ergste geval betaalde
je; de zoon had toch al handen vol
geld gekost.
Maar dat zyn zoon was afgeran
seld, daarvan kreeg hij het op zijn
zenuwen. Dat was niet minder dan
de naam Lohmann, die daar door
het slijk was gehaald. Hij heeft Bal
thassar afgesnauwd over de „onge
looflijk verwaarloosde veiligheids
maatregelen" in het dorp, en hij
eiste de zwaarste gerechtelijke ver
voeging voor het gebeurde. Balthas
sar heeft geantwoord, dat hij de da
ders had opgespoord en aangegeven.
Maar als de straf niet zo erg zou
uitvallen, dan moest mijnheer Loh
mann maar bedenken, dat zijn zoon
het er ook naar gemaakt had.
Daarop noemde mijnheer Lohmann
Balthassar een brutale kerel en deze
gaf ten antwoord, dat mijnheer Loh
mann junior een liederlijke vent en
mijnheer Lohmann senior een slap
peling was. Waarop beide partijen
elkaar de dienst opzegden.
Het vlotte dus niet al te best met
de stemming op het „slot". Ook met
de jonge Lohmann was het erg ge
steld. De wraaklustige bende had
zijn rechter e'leboog verbrijzeld. De
dokter, die er het eerst bij werd ge
roepen, wist met het moelijke werk
geen raad; de ontboden specialist gaf
op de vraag, of de arm lam zou blij
ven, geen antwoord.
Des namiddags liet Werner Loh
mann me vragen, bij hem te komen
Ik ging niet graag, maar deed het
niettemin.
„Ze hebben me ongelukkig ge
maakt... die schoften... mijn rech
terarm is verbrijzeld."
Ik keek hem aan en zweeg. Ik
dacht: jij hebt het leven van Elisa
beth Ranke vernield. En ik liet dat
ook doorschemeren:
„Mijnheer Lohmann, ik hoop, dat
u weer beter wordt, en dat het ook
met Elisabeth Ranke nog goed af
loopt."
Hij bloosde lichtelijk, maar sprak
s1 echts over zichzelf.
„Als mijn arm lam blijft, als ik
voor mijn kunst verloren ben, Test
me niets anders dan de kogel."
Daarop antwoordde ik eerst hele
maal niets. Na enige ogenblikken
zei ik:
„Adolf Menzel schildert met zijn
linkerhand even goed als met zijn
rechter. Anderen moeten dat even
eens hebben gekund."
Hij glimlachte bitter.
„Ada'f Menzel! Ik ben geen Men
zel!"
„Neen! Maar als u een wil hebt,
kunt u veel bereiken. Misschien wil
het lot u een ernstige wil bijbrengen"
„Dank voor de attentie dan! Maar
begint u alstublieft niet te zedepre-
ken.
„Maak u zich niet ongerust! Ik
wil ook wel weer gaan."
„Bent u beledigd? Bedenkt u toch
wat ik moet uitstaan!"
„Ik ben niet beledigd. Ik verzoek u
alleen mijn voorstel om net met de
'hnkerhand te proberen in overwe
ging te nemen."
„Denkt u dan beslist, dat mijn rech
terarm.
„Ik denk niets; ik weet absoluut
niet, hoe het met u gesteld is.
Wij praatten nog even, toen ver
trok ik. Ik ontmoette de professor
ujt de hoofdstad die ik nog van vroe
ger kende. Hij vertelde mij, dat hij
niet geloofde, Werner Lohmann het
onverminderde gebruik van zijn
rechterarm terug te kunnen geven.
Dat deelde ik eveneens in vertrou
wen aan Balthassar mee, alsmede
Werner's voornemen, zich een kogel
door het hoofd te jagen, en mijn
voorstel -aangaande de linkerhand.
Balthassar zei:
„Hij zal zich niet van kant ma
ken en hij zal niet met de linkerhand
gaan schilderen; hij zal volkomen
aan lager wal geraken. Zijn geschil
der was tenslotte het enige, dat hem
er boven op hield."
„Het is jammer van hem. Jammer
van zijn groot talent."
„Er is zoveel jammer," bromde
Balthassar^
Diezelfde avond kreeg ik onver
wacht bezoek. Lohmann, de vader,
kwam bij me.