Ft I
GESLAGEN
D
Een geruchtmakende banketbak
kerszaak uit Noordwijk
nee™Akkertje
ZATERDAG 28 FEBRUARI 1948
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
LEIDS TRIBUNAAL
Ruim vier uur heeft het Leids Tri
bunaal, dat gisteren zijn wekelijkse
zitting in Den Haag hield,, zich bezig
gehouden met de behandeling van
de zaak tegen de heer S. P. C. van
Wely, banketbakker te Noordwijk
aan Zee, die van ernstige collaboratie
werd verdacht. Zo werd hem o.a. ten
laste gelegd, dat hij tijdens de be
zetting grote leveranties aan de
Duitse weermacht en andere Duitse
instanties zou hebben gedaan. Uit
een in het dossier aanwezige verkla
ring zou verdachte voor 91% aan de
Duitsers hebben geleverd, terwijl de
overige 9% slechts aan de Hollan
ders was ten goede gekomen. Ook
was zijn inkomen, dat in de jaren
1939-1940 nog f 2.300-bedroeg, in 1944
reeds gestegen was tot de fabelach
tige som van f 130.000. In de eerste
maanden van 1945 had van W. nog
een inkomen van f 65.000. Zijn ver
mogen hield hiermede gelijke tred.
Had van W. in 1941 nog geen be
lastbaar vermogen, in 1945 bedroeg
zijn vermogen reeds f 125.000, ter
wijl dit in September 1945 nog was
opgelopen tot ruim 184.000. Van dit
bedrag moet van W. een zekerheids
stelling betalen van 161.000, waar
van thans reeds f 112.000 is voldaan.
Voorts werd verd. het lidmaatschap
van de N.V.D. ten laste gelegd, ter
wijl hij ook vriendschappelijke om
gang met de Duitsers zou hebben
gehad en hij omstreeks Kerstmis 1942
plm. 200 ganzen naar de Duitsers
had gebracht. Tenslotte had verd op
de verjaardag van de Koningin een
briefje in zijn winkel opgehangen,
1 waarop te lezen stond: „Verboden
met oranje getooid deze zaak binnen
te treden."
- Verdachte, die in verband met zijn
gezondheidstoestand uit de interne
ring was ontslagen en over de ten
laste gelegde feiten door de presi
dent mr Ph. J. de Ruyter de Wildt,
nauwkeurig werd ondervraagd ont
kende deze beschuldigingen perti
nent. In plaats van 91% had hij
maar voor 5 pet. aan de Duitsers ge
leverd, terwijl de resterende 95%
geheel aan de Hollanders was ten
goede gekomen. Bovendien had hij
de goede grondstoffen voor de Ne
derlanders verwerkt en de Duitsers
verwerkte groene erwten te eten ge
geven. Dat zijn inkomsten zo waren
gestegen had verband met het feit,,
dat hij als enige banketbakker in
Nederland tot het einde van de oor
log is blijven bakken. Ook had hij
in een pakhuis op Duitse toewijzin
gen ontvangen bloem opgeslagen en
bewaard voor de hongerwinter. In
deze tijd hebben vele Noordwijkse
ingezetenen en zieken daarvan ge
profiteerd. Zijn eerste leverantie ge
schiedde op bevel van de Duitsers.
Deze hadden hem,, na een bezoek
aan zijn winkel, waar zij voor Ne
derlanders bestemdegebakjes had
den gekocht uitgenodigd in de cantine
te Valkenburg te komen. Hoewel
verd. zich aanvankelijk tegen het
bakken voor de Duitsers verzette,
heeft hij daarin later toegestemd. Op
dit moment had hij zich echter voor
genomen om gebakjes van slechte
kwaliteit te leveren. Ook het lidmaat
schap van de N.V.D. ontkende van
W. Zijn echtgenote, die buiten zijn
voorkennis enkele malen een gift
heeft gegeven, heeft hij hier ernstig
over onderhouden. Voorts had verd.
ook geen vriendschappelijke omgang
met Duitsers gehad en was zijn aan
deel aan de ganzen-affaire maar zeer
gering geweest. Op verzoek van de
Poelier v. d. Burg, die in opdracht
van de Duitsers ganzen in Nunspeet
had moeten halen en geen ausweiss
had om in het Noordwijkse sperge
bied te komen, was van W. even mee
gegaan.
Achter eenvolgens werden nu
door het Tribunaal twee getui
gen a charge gehoord, t.w. de
heren J. N. Alleman en J. Joppe
Beiden waren als banketbakker
bij verd. tijdens de oorlogsjaren
werkzaam; de heer Alleman ook
thans nog. Hoewel beiden reeds
eerder tegenover de agent van
politie, Van Venetiën, bezwa
rende verklaringen voor verd.
hadden afgelegd, werden deze
thans herroepen. Zij zouden on
der pressie zijn afgelegd. De pre
sident vond dit een vreemde ge
schiedenis en bracht getuigen
onder het oog, dat zij toch hun
handtekening onder het proces
verbaal hadden geplaatst. Ter
wijl getuigen Alleman zich zo
goed als niets over de verhou
ding van de leveranties aan Duit
sers en Hollanders kon herinne
ren, kwam getuige Joppe ver
klaren dat deze verhouding in de
laatste jaren van de bezetting
fifty fifty was. Beiden wezen er
op, dat de slechtste grondstof
fen voor de Duitsers werden be
waard en verwerkt. Ook zou
verd. volgens deze getuigen zich
geen moeite gedaan hebben om
voor de Duitsers te leveren.
Getuige Alleman verklaarde nog,
dat verd. het bordje: „Verboden met
oranje getooid deze zaak binnen te
treden" had opgehangen, nadat een
Duitser van een cliënt het oranje had
afgerukt Van W wilde door deze
maatregel moeilijkheden voorkomen.
De president oordeelde het juister
indien verd. zijn zaak dan maar op
deze dag had gesloten. Een door de
president van de in Indië vertoeven
de getuige Duyndam voorgelezen
verklaring hield de mededeling in,
dat van W. juist naar de Duitsers
was gegaan voor leveranties. Ook zou
verd., aan de Duitsers hebben aange
boden om voor de ganzen te zorgen.
Vervolgens werden verschillende
getuigen a decharge gehoord, waar
van getuige J. P. v. d. Burg, poelier
te Noordwijkerhout, verklaarde, dat
de Duitsers zijn auto hadden gevor
derd om ganzen in Nunspeet te ha
len. Toen hij In Noordwijk terug
kwam de Duitsers, die de reis
naar Nunspeet mee hadden gemaakt,
warfin daar achtergebleven had
hij aan van W. gevraagd hem naar
het spergebied te brengen. Zelf had
hij hiervoor geen ausweiss.
Mevr. van Wely als getuige ge
hoord, verklaarde dat zij inderdaad
tot twee maal toe een gift van f 10.-
aan de N.V.D. had gegeven. Na af
loop had zij moeilijkheden met haar
man gekregen verder verklaarde
zij, dat zij eind 1940 door een Duit
ser was opgebeld, met het verzoek
haar man met monsters de raads
man veronderstelde, dat hier enkele
voorbeelden van gebakjes mee wer
den bedoeld naar Valkenburg te
zenden. Hoewel mijn man dit aan
vankelijk weigerde, gaven de Duit
sers hem te verstaan, dat zij dan het
bedrijf wel overdag zouden vorderen.
Van W. kon dan 's nachts bakken.
Mijn man, aldus getuige, heeft toen
tenslotte maar toegestemd. Verder
wees getuige er op, dat zij en haar
man ontzettend veel voor de Hollan
ders en de Noordwijkse ingezetenen
hebben gedaan. Veel hebben wij zon
der bon en zonder prijsverhoging
verkocht. Aan de Duitsers hebben
wij daarentegen geweigerd iets zon
der bon te verkopen, hetgeen ons
nog wel eens moeilijkheden heeft op
geleverd. Van de overige getuigen,
die allen in het voordeel van verd.
pleitten, noemen wij nog getuige
J. Vink, die verklaarde, dat verd.
een tijd lang 50 liter pap aan door
doktoren aangewezen patiënten
heeft verstrekt.
De beheerder, de heer G. Vogelaar,
die een uitvoerig financieel rapport
overlegde, wees er op, dat de ver
diensten op 1 Januari 1948 ruim
f 52.000 bedroegen, waaronder
f 35.000 over 1946 en 1947.
Tenslotte hield de raadsman, mr
W. de Clerq nog een uitvoerig plei-
ooi, waarin hij er op wees, dat niet
gezegd kan worden, dat van W. vrij
willig aan de Duitsers heeft gele
verd. De van de Duitsers ontvangen
toewijzingen heeft hij vele malen
vervalst, waardoor hij meer grond
stoffen voor de Nederlanders be
schikbaar kreeg. In dit verband
meende mr de Clerq, dat van W. door
deze handelwijze juist een eervolle
vermelding verdiende; hij heeft de
Duitsers bij de neus genomen en
hierdoor zijn leven en bedrijf in de
waagschaal gesteld. Spr. geloofde,
dat deze hele zaak tot concurentie-
nijd was terug te voeren. Enkelen
hebben bij de internering van Van
W. gejuicht, maar spr geloofde, dat
98% van de Noordwijkse bevolking
met verontwaardiging en verbazing
van deze internering heeft kennis ge
nomen. Van W. heeft veel voor de
voedselvoorziening en bevolking ge
daan, waarom hij ook vervalver-
klaring van de tenlastelegging ver
zocht.
Andere zaken.
In het raam van deze geruchtma
kende zaken vielen de andere in deze
zitting behandelde zaken in het niet.
R. J. J. Bronsgeest, te Leiden, werd
tenlastegelegd het lidmaatschap van
de N.S.B., de Ned. S.S. en het Studen
tenfront, terwijl hij ook als vertaler
bij de S.D. is werkzaam geweest en
dienst heeft genómen in de Waffen
S.S. en de Landstorm Nederland.
Verd., die als idealist werd afgeschil
derd, gaf al deze feiten toe. maar zei-
de nooit actief aan de strijd te heb
ben deelgenomen. Verscheidene ge
tuigen kwamen verklaren, dat ver
dachte, die van allerhande illegaal
werk en het verbergen van joden op
de hoogte was, nooit verraad heeft
gepleegd. Ook waren er verschillen
de gunstige verklaringen, o.a. van de
predikanten Kuilman, Touw, van
Apeldoorn, Ottevanger en Jr. Grave-
meyer. Al deze verklaringen waren
toch echter niet in staat om het ver
zoek van de raadsman tot onmidde-
lijke invrijheidstelling in te willigen.
Tenslotte stonden nog terecht J. J.
van Leeuwen uit Zoetermeer en J. N.
Korswagen uit Voorschoten, tegen
wie de gebruikelijke tenlasteleggin
gen: lidmaatschap N.S.B. en aanver
wante organisaties en het dienstne-
men rsep. bij de N.S.K.K., de Waffen
S.S. en het Legioen Nederland, te ber
de werden gebracht. Uitspraak in al
deze zaken over 14 dagen.
Uitspraken vorige zaken.
Alvorens het Tribunaal met boven
genoemde zaken een aanvang nam,
deed het uitspraak in de volgende za
ken:
W. N. A. v. d. Spek te Leiden, inter
nering voor de tijd van 4 jaar tot 9
Mei 1949, ontzetting uit de beide kies
rechten en het bekleden van open
bare ambten en het dienen bij de ge
wapende macht;
W. F. Karstens te Leiden, interne
ring voor de tijd van 5 jaar tot 6 Mei
1950, ontzetting uit de beide kiesrech
ten en het bekleden van openbare
ambten en het dienen bij de gewa
pende macht:
C. Broekhof te Leiden, internering
voor de tijd van 3 jaar en 8 maanden
tot 24 Februari 1949, ontzetting uit
de beide kiesrechten, het bekleden
van openbare ambten en het dienen
bij de gewapende macht;
N. Smittenaar te Leiden, interne
ring voor de tijd van 2 jaar en 6
maanden tot 27 Augustus ^948 en de
rest voorwaardelijk, ontzetting uit de
beide kiesrechten, het bekleden van
openbare ambten en het dienen bij de
gewapende macht;
M. Lensveld te Leiden, internering
voor de tijd van 4 jaar tot 15 Octo
ber 1949. ontzetting uit de beide kies
rechten, het bekleden van openbare
ambten en het dienen bij de gewa
pende macht
BIJZONDER GERECHTSHOF.
KELLNER-BETONWERKER.
Acht jaren gevangenisstraf met
aftrek eiste de Proc.-fiscaal bij hét
Bijzonder Gerechtshof, mr. Braun,
gistermorgen tegen de 33-jarige
kellner Corn. v. d. Zwan uit Noord
wijk aZee, die in '41 tot de Waf-
fen-SS was toegetreden en in de
Oekraïne, waar hij bij de verple
gingsdienst was geweest, het IJze
ren Ridderkruis 2e klas had gekre
gen. Verd. zelf verklaarde, dat hij
zich als kellner voor werkzaamheden
in Duitsland had gemeld, doch daar
als betonwerker dienst had moeten
doen. In Rusland is hij tot viermaal
toe door granaatsplinters verwond
geworden.
De verdediger wees er iri zijn plei
dooi op, dat het dossier geen duide
lijk beeld van verdachte had gege
ven. PI. wees op de droeve omstan
digheden, waaronder verd., die uit;
een armoedig vissersgezin was
voortgekomen, door^ werkloosheid
en anderzins steeds had geleefd.
Voorts wees pl. op het feit, dat in
verd. naaste familie herhaaldelijk
krankzinnigheid was voorgekomen.
Pl. verzocht het Hof niet tot straf
oplegging over te gaan alvorens een
onderzoek naar 's mans toereken-
vatbaarheid in te stellen, subsidiair
drong hij, met het oog op verd.
vrouw die erg onder dit geval lijdt,
op clementie aan. Uitspraak over 14
dagen.
HAAGSE RECHTBANK
In „Endegeest" werden diefstallen
gepleegd
A. S. te Leiden heeft zich voor de
rechtbank te verantwoorden gehad
wegens diefstal van diverse goede
ren uit de wasserij van de stichting
„Endegeest" te Oegstgeest, .waarvoor
een jaar gevangenisstraf werd geëist.
De rechtbank heeft hem veroordeeld
tot acht maanden gevangenisstraf
met aftrek van preventief.
J. J. v. W. uit Leiden zou wat zeep
meegenomen hebben uit de wasse
rij van „Endegeest", waarvoor f 25
boete of 12 dagen hechtenis werd ge-
eist. De rechtbank heeft het tenlaste
gelegde niet bewezen geacht, en
verdachte vrijgesproken.
P. van S. te Leiden zou goederen
uit „Endegeest" hebben meegenomen
echter niet aannemelijk werd geacht,
en wegens diefstal vorderde de Of
ficier tien maanden gevangenisstraf
De rechtbank heeft hem veroor
deeld, tot acht maanden gevangenis
straf waarvan vier maanden voor
waardelijk met aftrek van preventief
waardoor verd. op vrije voeten kon
worden gesteld.
C. A. B. te Leiden, zou er niets
van hebben geweten dat het bedde-
goed dat ze van een kennisje cadeau
kreeg, van diefstal afkomstig was,
doch wegens de heling vorderde de
Officier 25.boete of 12 dagen
hechtenis. De rechtbank heeft verd.
conform die eis veroordeeld.
Meeldiefstal. P. H. O. te Nieu
we Wetering heeft terecht gestaan
wegens diefstal van twee zakken
meel, teneinde op die manier een
schuld te kunnen afdoen. Tegen hem
werd een jaar gevangenisstraf met
aftrek van preventief geëist. De
rechtbank (heeft hem conform die
eis veroordeeld.
De gehuurde fiets. Twintig jaar
bracht de venter F. J. K. uit Bode
graven reeds in de gevangenis door,
maar het heeft hem blijkbaar niet
van het pad der misdaad kunnen
afschrikken. Want op één van zijn
„vrije dagen" had hij in Zwammer-
dam een fiets gehuurd en die in
Bodegraven verkocht. Voor dit stun-
tje had de Officier, gedachtig aan
de lijst met straffen, tien maanden
gevangenisstraf met aftrek van pre
ventief geëist. De Haagse rechtbank
heeft hem veroordeeld tot acht
maanden gevangenisstraf met af
trek van preventief.
De lange lijst. De boomkwe
kersknecht H. V. uit Hazerswoude
had zc in de omgeving van de Rijn
streek geducht huisgehouden; bij
boeren in Boskoop, Alphen aan de
Rijn, Leidschendairr, maar ook in
Zutfen, Rotterdam enz. roofde hij
door plegen van inbraken. Vanwe
ge die activiteit vorderde de Offi
cier tegen hem vier jaar gevange
nisstraf met aftrek van preventief.
De rechtbank heeft verdachte ver
oordeeld tot drie jaar gevangenis
straf met aftrek van preventief.
HAAGSE POLITIERECHTER.
Melk zonder bonnen. De melk-
slijter G- T. van Z. tq Lisse had en
kele malen melk gekocht zonder er
bonnen voor te geven. Dat kwar->
omdat hij een tekort aan bonnen
had, zo zette hij voor de rechter uit
een en de Officier wilde daarom de
zaak niet al te hard aanpakken, en
volstaan met 200 boete. Waar ver
dachte nog niet eerder was veroor
deeld, gaf de rechter 100 boete of
20 dagen hechtenis.
Slechte administratie. De chauf
feur A J. O. uit "Leiden constateer
de, dat het een slechte administra
tie was geweest in het bedrijf waar
hij werkte, want op voor hem on
begrijpelijke wijze klopten zijn in
leveren van de melkbonnen niet. En
dat was de redep, waarom hij zich
had ingelaten met verhandelen van
bonnen, voor welk feit de Officier
twee weken gevangenisstraf eiste.
De politierechter veroordeelde tot
40 boete of 20 dagen hechtenis
voorwaardelijk drie maanden ge
vangenisstraf met drie jaar proef
tijd.
Arts smokke'de
penicilline
Voor de Maastrichtse economische
rechter stond gisteren terecht de arts
dr. E., wegens deviezenontduikkmg
en penicillinesmokkel uit België. Hij
had volgens zijn zeggen deze penicil
line nodig gehad om het leven van
een verpleegster te redden.
Dr. E. had opdracht gegeven aan
een zekere ii., om met pakken ge
neesmiddelen naar een Luikse pro
fessor te gaan, die in ruil daarvoor
penicilline leverde.
Naar wij van bevoegde zijde ver
nemen, bevindt zich in alle zieken
huizen van ons land voldoende peni
cilline voor personen, die in levens
gevaar verkeren, zodat het verweer
van dr. E. als zou het hier om een
mensenlever gaan, wel niet aanvaard
zal kunnen worden.
De banketbakkers zijn druk in de
weer met het maken van chocolade
eieren voor de a.s. Pasen, waarbij
hij ten volle zijn decoratieve vakbe
kwaamheid kan bot vieren.
Grieperig
De brand in het
St. Vincentiusgesticht
te Harreveld
Belangrijk opvoedingswerk hierdoor
ernstig belemmerd.
„Wij begonnen juist weer goed op
gang te komen sinds de moeilijkhe
den van de oorlog, maar na de brand
van de afgelopen maand zullen wij
zonder krachtige hulp van de Neder
landse katholieken niet in staat zijn
ons werk voor de regertngs- en
voogdij jongens op behoorlijke wijze
voort te zetten''. Met deze woorden
schilderde mr A. O. H. Tellegeh,
president van Harreveld, het gesticht
voor regerings- en voogdij jongens,
de gevolgen van de brand, die de
rechtervleugel van de oude haveza
te Harreveld, gelegen tussen Varsc-
veld en Lichtenvoorde, in puin leg
de. Geregeld verblijven in dit op
voedingsgesticht een 200-tal jongens
van tien tot twintig jaar, die tot de
zwaar verwaarloosde of misdadige
jeugd gerekend moeten worden en
door de broeders van O. L. Vrouw
van Zeven Smarten tot bruikbare
en voor het maatschappelijk leven
weer geschikte jongemannen moeten
worden gevormd.
Om direct dit werk te kunnen
voortzetten is na de brand reeds een
bedrag van f 50.000 noodzakelijk,
terwijl voor volledig herstel van het
behouden gedeelte van de installa
ties, zwaar gehavend door het over
matig gebruik in oorlogstijd, een
bedrag van een a twee ton gemoeid
zou zijn.
Het belangrijke opvoedingswerk
mag niet stagneren. Hoewel het. be
stuur van Harreveld liever zijn
gewoonte getrouw zijn werk in
alle stilte zou voortzetten, is het nu
gedwongen de grote trom te voeren
en een beroep te doen op de mede
werking van de katholieken in Ne
derland.
Het is een grootscheepse actie tot
hulpverlening begonnen, waarover
een advertenti# in dit blad nadere
bijzonderheden geeft en waaraan
nuttige en aantrekkelijke geschen
ken zijn verbonden.
Zoals de jongens van Harreveld
vertrouwen op bestuur en broeders
om hen tot goede leden van de
maatschappij te maken, zo rekent
Harreveld op de steun van Katholiek
Nederland om zijn zo onmisbaar
werk te kunnen voortzetten.
Wij, fiMen een. pJhcM ieqeno-v-t>i Quitltand
MUENSTER IN WESTFALEN.
n.
De vriendelijke Studentenpfarrer van Muenster was aan de trein: hij
nam de zwaarste van mijn koffers over: samen zijn we „de stad ingegaan".
Eigenlijk klink dat als ironie. De stad in! Men vraagt zich af, wat er nog
van die stad behouden bleef. Een vuist is neergekomen, heeft geslagen,
keer op keer en huis aan huis ineengebeukt en vergruizeld. Een huis, dat
nog heel was, heb ik in de oude binnenstad niet gezien. En juist het mooi
ste is tot puin gemaakt.
Vlak bij het station is men bezig een beroemd, oud kapelletje weer op
te bouwen, het tenminste voorlopig weer onder dak te brengen. Het is een
onder de vele verwoeste heiligdommen.
De Kathedraal, is een ruïne, de Sint Lambertuskerk, de z.g. Ueberwasser-
kirche Het bisschoppelijke paleis is weg, en de proosdij en alle oude adel
lijke huizen zijn vernield. Puin, puin, puin! Het grijpt je naar de keel.
Echte straten zijn er vaak niet meer, men heeft tussen de puinhopen door
een pad gemaakt. Men ziet mensen lopen en men vraagt: wat doen die
hier? Waar wonen die? Wat heeft het voor zin, hier te blijven. Pfarrer
Schmitt had zijn fiets aan de trein staan, maar een band is leeggelopen.
Het ventiel blijkt stuk te zijn: de bewaarder zegt, dat er onder het viaduct
door een rijwielhersteller woont. Wij kunnen hem eerst niet vinden: ten
slotte wijst men ons de weg: in een steegje, tussen twee verwoeste huizen
is, ergens in een kelder. Men heeft de ruimte wat afgeschut Zo kan ze weer
als werkplaats dienen. De man heeft nu geen tijd meer voor reparaties.
Dan gaan we de fiets zolang bij een student neerzetten. Hij woont in de
resten van een kleine villa. Het dak is weg, de eerste etage en het gelijk
vloerse staan open en bloot. Maar in het souterrain heeft men een paar
vertrekjes afgeschut Een kleine keuken, die tegelijkertijd als zitkamer
en slaapkamer voor het echtpaar dient (de student is, als zovele anderen,
onder de oorlog, toen hij in dienst wes en veel geld verdiende, getrouwd)
en een klein kamertje, waar de oude moeder van het meisje slaapt. Het
weer is nu gelukkig droog: als het regent is het niet mogelijk, het water
tegen te houden: overal druppelt het door. De mensen hadden een kind
van vier jaar, het heeft in dit ongezonde huis asthma gekregen en is nu
op een der Oost-Friese eilanden in een kindertehuis bij nonnetjes. Er is
in de Kamer zo weinig licht, dat men er de hele dag het licht moet bjan-
den. En toch zijn deze mensen niet ontevreden. Wel begint de moeder plot
seling te huilen, als zij vertelt, hoe zij uit haar vorige woning werd ge
zet en men haar toen het schamele bezit, dat zij nog over had, ontstolen
heeft.
Onderweg heb ik een paar zeer merkwaardige winkels gezien. Ergens
midden op een puinhoop stonden zwarte borden, waarop met krijt prijzen
\ian aardappelen en allerlei groenten geschreven stonden- Verder zag men
n!"ts, maar als men door het puin heenging, kwam men aan de ingang
van een keldertrap. In de kelder werd de handel gedreven. De andere was
nog tragi komischer. De etalage van een ingestort huis was overeind blij
ven staan Op het puin, dat achter de, natuurlijk vensterloze etalage lag,
stonden piijzen van allerlei waren. Door een pad heen kon men achter in
een klein vertrekje komen.
Het zijn enkele voorbeelden, die iets van de situatie kunnen verduide
lijken. Een keet, die uit het puin, anderhalve meter boven de grond uit
steekt, blijkt een vroeger zeer bekende restauratie te zijn. Men gelooft zijn
oren niet als men hoort vertellen, dat momenteel in deze puinhopen weer
100.000 mensen wonen. Aan de buitenkant van.de stad is het wel wat be
ter, daar werd meer gespaard. Toch moeten de mensen wel erg dicht op
elkaar zitten.
- Ik ben zelf ondergebracht in het Priester-seminar. Een vleugel is eraf
geslagen, het dak is er ook zowat helemaal afgeweest, maar men heeft dat
De vraag wordt besproken,
ot Duitsland uit deze oorlog
iets heeft geleerd
weer zo goed mogelijk hersteld en de seminaristen wonen er weer. Ik maak
kennis met de regent, een fijne, oude heer, een der weinigen die geduren
de alle bombardementen in de stad gebleven is. Vrijdagmorgen heb ik ook
de nieuwe bisschop van Münster bezocht. Mgr. Keller, een zielzorger met
hart en ziel, die de mensen steeds in een eenvoudig, zwart priesterkleed
ontvangt, omdat hij vreest, dat het paars te veel afstand schept. Zijn paleis
ligt in puin (zijn beroemde voorganger Clemens August Gjaaf Galen moest
eenmaal in nachtgewaad over de puinhopen heen vluchten), hij woont nu
in een der weinige grote gebouwen, die overeind gebleven zijn.
De voedselpositie is nog steeds bedroevend. Het brood gaat op het ogen
blik wel maar de mensen hebben hier sinds 13 weken op hun bonnen geen
aardappelen meer gehad. Sinds 6 weken geen boter. En als er boter is, moet
men uren en uren in de. rij staan, om ten slotte 100 gram machtig te wor
den. Zelf heb ik van de distributie een Tageskarte gehad, die geldt voor
7 dagen. Zij geeft recht op 2500 gram brood, 350 gram Nahrmittel (daar
onder vallen peulvruchten e.d.), 2000 gram aardappelen, 125 gram vis, 100
gram vlees, 35 gram vet, een halve liter taptemelk en 120 gram suiker.
Maar de mensen lachen ermee. Het meeste is niet te krijgen. Melk krijgt
men haast nooit te zien. De suiker, die men krijgt is z.g. Cubasuiker, ze
lijkt op onze bruine suiker, maar is veel grover. In de kranten klaagt men
erover dat ze zo slecht is. Vooral ook slecht gezuiverd en daardoor een
gevaar voor de volksgezondheid.
Vrijdagavond, 13 Februari heb ik een eerste contact gehad met de Ka
tholieke Studenten. Dat had plaats in een zaaltje in de Hüffer-stiftung, er
waren een 40-tal studenten bijeengekomen. Wat vooral opvalt is, dat deze
mensen zc oud zijn. Velen hebben de oorlog als soldaat meegemaakt en
konden nu eerst gaan studeren.
Ik heb hen gesproken over een mogelijke vernieuwde toenadering tus-
en Nederland en Duitsland. Zelf voelen zij die toenadering als een nood
zaak, zij stikken in hun isolement. Maar ik heb' hen duidelijk te verstaan
gegeven dat het uiterst moeilijk is, omdat het niet gaat over haat, die bij
de Nederlanders ontstaan zou zijn (als christenen mogen we eenvoudig
niet haten), maar vooral over wantrouwen. Zal Duitsland uit deze oorlog
iets geleerd hebben? Zal het na verloop van jaren, als het de kans schoon
ziet, niet opnieuw beginnen? Zijn de Duitsers werkelijk veranderd?
Ik moet erkennen, dat ik bij deze jonge mensen een zeer groot begrip en
goede wil gevonden heb. Toen ik zei,, dat ik openhartig alles wilde zeggen,
wat ik dacht, werd er spontaan geapplaudiseerd. Deze Katholieké, Duitse
»tudenten houden zich intens bezig met de vraag, of het mogelijk zal zijn,
van het Duitse volk weer een normaal volk te maken, dat normaal zijn
plaats onder de andere volken inneemt.
In zo'n openhartig gesprek voelt men echter, hoe groot de moeilijkheden
zijn. Hier in het Westen van Duitsland heeft' men verlangend uitgeziqn
naar de verlossende komst van de gealliëerde. Nu zou het anders worden.
Wat men sinds echter te zien kreeg, was niet bepaald geschikt, om geest
drift te wekken voor de democratie. De ene corruptie werd door de andere
vervangen) de zwarje handel wordt vooral door bezettende militairen be
dreven Dat is het ergste nog niet. Duitsland snakt naar vrede en heeft nog
steeds geen enkele rechtspositie De z.g. Duitse regerings-instanties kunnen
alleen maar zeggen, dat ze van goede wil zijn: zodra ze met een concreet
olan komen, is een enkele pennestreek van het militaire bestuur voldoen
de, om het waardeloos te maken. Toch geven ze toe, dat bepaalde voorde
len van de democratie ook nu aan het licht treden. Men kan thans zeggen
en schrijven, wat men denkt. Men weet ook wel, dat heel veel moeilijk
heden van het gealliëerden bestuur hun oorsprong in het Oosten hebben.
Over dat Oosten is men het overal vrijwel eens. Van Rusland wil men niets
weten. En het lijden van het Duitse volk wordt momenteel onnoemelijk
verzwaard door de wetenschap, dat zo 'n groot deel in het Oosten volko
men rechteloos is en men niet helpen kan.
Als men al deze stemmen hoort (ik geef hier enkele indrukken van een
oijeenKomst, die twee uur duurde), dan begrijpt men, dat wij hier ondanks
alles, wat gebeulde, een plicht tegenover Duitsland hebben. De plicht van
iet begrijpende hart en van de uitgestoken hand.
Dr. HENRI VAN ROOIJEN, Kruisheer.