De overweg in Leiden verdwijnt
De Raad aarzelde, maar besliste
toch gunstig
llu ziek in Het
Doden-steegje
DINGDAG 27 TANUARI 1948
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 2
Gemeenteraad voteerde 5 millioen als bijdrage
in de ophoging
Verwerping had jaren
uitstel betekend
In de .vondvergadering van de ge
meenteraad van Leiden-- kwam aan
de orde het voorstel tot het verlenen
van een bijdragie van 5 millioen in
de uitvoering van de spoorwegplan
nen.
De heer Van Iterson (Prot.) heeft
sterk de indruk gekregen, dat de Ned.
Spoorwegen aan het langste eind
trekken. Veel zal, wat de kosten be
treft, afhangen van het tijdstip waar
op de werken beginnen. Bij de opzet
van dit plan heeft de gemeente Lei
den weirig de vinger in de pap ge
had; dit moge anders worden bij de
uitroering.
Financiële bezwaren.
De.heer Wilmer (K.V.P.) ziet een
schaduwzijde, dat de Raad nu in de
ze tijd, nu de financiële aspecten van
de gemeente Leiden volkomen duis
ter zijn, over dit voorstel moet beslis
sen. Wij weten niet, wat de gevolgen
zijn van aannemjng van dit voorstel.
B. en W. zelf laten een pessimistisch
geluid horen, waar zij schrijven, dat
andere noodzakelijke maatregelen
moeten worden uitgesteld. Spr.
vraagt, of B. en W. zich een eniger
mate concreet beeld gevormd hebbert
van de belemmeringen in het nemen
van maatregelen op sociaal gebied
tengevolge van de aanneming van dit
voorstel. Ook informeert spr.. welke
bizondere inkomsten B. en W. schij
nen op het oog te hebben, om dit
voorstel te financieren.
Wat spr. zeer heeft teleurgesteld
is, dat de commissie van financiën
zich van advies onthoudt. De raad
heeft, in het kader van de tijdsom
standigheden, nog nooit voor zo'n
moeilijke financiële beslissing ge
staan. Spr. had een gedocumenteerd
ja of neen van de commissie ver
wacht. Spr. zou de commissie van fi
nanciën in overweging willen geven,
de Raad in deze ernstige zaaK alsnog
van advies te dienen.
De heer'Vos (Vr.) heeft bezwaar
tegen de kostenverdeling (namelijk
1/4). Met deze 5 millioen zijn we er
echter niet, als de kosten hogei wor
den. De kosten-verdeling is onbillijk.
Leiden 'heeft hier grote belangen,
maar het is ook een landelijk belang.
Het obstakel kost veel geld en .tijd
aan ieder, die voor de overweg moet
wachtten. Het is daarom een landelijk
belang. Met bijna kinderlijk plezier
constateren B. en W., dat zij 1 mil
lioen hebben verdiend, maar het plan
is opgemaakt, zoals de heer Van Iter
son zeide. Het college is niet voldoen
de zakenman om tegen de Spoorwe
gen' op te treden en met die heren
te onderhandelen. In angst, dat er an
ders van de plannen niets zou komen,
zijn B. en W. erop in gegaan. Dat is
begrijpelijk, maar die angst deelt spr.
niet. Die paar millioen spelen in dit
grote belang geen grote rol. Een za
kenman zou zo gauw niet bang zijn
geworden. De andere partijen zouden
tóch wel rond zijn gekomen. Het is
onder alle omstandigheden onbillijk
dat Leiden zo'n groot bedrag betaalt.
De Spoorwegen maken zeer grote
winsten; zij kunnen dit verkeers-ob-
stakel zed oplossen. Het bedrag is
'voor Leiden te zwaar. De gemeente
moet voet bij stuk houden en een te
genvoorstel doen b.v. 2 millioen. In
«diit plan zijn vele spoorweg-werken
opgenomen, die met de.oplossing van
het overweg-vraagstuk geen recht
streeks verband houden. Bovendien:
waar halen we het geld vandaan? Er
wordt pei hoofd vaq de bevolking
een schuld op ons genomen van
62.50. Dat is nie„ gering. Welke bi
zondere inkomsten hebben B. en W.
op het oog?
De heer Schiiller (P. v. d. A.)) is
ervan overtuigd, dat B. en W. bij alle
onderhandelingen aanwezig zijn ge
weest en aanwijzingen hebben gege
ven. De Spoorwegen hadden de beide
viaducten bij de minder drukke over
wegen nauwer kunnen maken. Deze
zijn een gevolg van de ohderhandelin-
gen. Als deze plannen niet worden
aangenomen, kan men ze wel 25 a 30
jaar opbergen.
De heer Knoll (Prot.) erkent, dat
de commissie van financiën zeer wei
felend staal; tegenover dit voorstel.
Er moet een afweging van noden zijn;
de oplossing van het overwegvraag-
stuk is inderdaad een zeer belangrij
ke kwestL. De bij-betaling als de
kosten hogter zijn, maakt spr. huive
rig. Spr. wordt wel eens wrevelig als
hij bedenkt, dat vroeger deze zaak
met geringe kosten had kunnen wor
den opgelost. Maar toen wildén de
Spoorwegen niet. En nu komt dit
voorstel in een hoogst ongunstige tijd.
Daarbij komt, dat het de Spoorwegen
risico's hebben gecreëerd en dat zij
die risico's moeten betalen. Spr. be
twijfelt. of de Spoorwegen betalen,
wat zij behoren te betalen. En dan de
vraag: hoe denkt fde gemeente deze
uitgave te financieren. Denken B. en
W. b.v. aan een baatbelasting?
Hebben de Spoorwegen er geen
belang bij?
De heer D. J. van Dijk (P. v. d.
A.) erkent de moeilijkheid. Eris
lang aan dit plan gedokterd en spr.
vreest, dat het. bij verwerping, voor
lange tijd van de baan zal zijn. De
spoorwegen hebben er geen belang
bij. Spr, herinnert aan de berichten,
dat er een kwartiers-dienst- bij de
spoorwegen komt. Het grote voordeel
is wel de ontsluiting van de stad aan
de zijde van Oegstgeest en het be
ëindigen van de verkeers-chaos. De
fractie zegt „ja" op dit plan, zij 't met
een buitengewoon bezwaard gemoed.
De heer A. van Dijk (K. V. P.)
zegt, dat het plan getuigt van durf
en ondernemings-geest, zo gedurfd,
dat vele raadsleden moeite zullen
hebben het te volgen. In een zeer
ongunstige periode moet de Raad een
beslissing nemen. Spr. zou van B. en
W een overzicht willen zien van de
gemeente-financiën, niet alleen in
het heden, maar.ook in de toekomst.
De heer Riedel (P. v. d.. A.) be
toogt, dat het voor de financiële
commissie moeilijk is geweest een
oordeel te vellen. Spr.'s mening
was, dit voorstel te moeten aanvaar
den, onder - grote reserve. Spr, be
treurt het, dat de overweg aan de
Haagweg laag blijft vooral met hel
oog ook op de niéuwe stadswijk. Fi
nancieel was ophoging daar ons nog
moeilijker geworden. Ook de over
weg aan de Haagweg blijft bestaan.
Aarzeling bij de communisten.
De heer Van Weizen (Comm.)
acht de Raad in eendwajjg-positie
Omtrent het financieren ei
van hebben B. en W. weinig gege
vens verstrekt. Als er geen gunsti
ger perspectieven geopend worden,
zal in ce Raad aarzeling blijken om
de financiële verantwoordelijkheid,
op zich te nemen. Spr. vraagt, welke
voorzieningen door aanneming van
dit voorstel belemmerd worden. De
Sporowegen maken gebruik van nun
sterkte de in minder sterke positie
verkerende partij het mes op de keel
te zetten.
De heer Aalders (K.V.P.) zag in
dit plan ook meer een algemeen be
lang dan een stadsbelang, Spr. be
treurt het dat dit .project een o:r -
werp is geweest van loven en
den. Spr. achtte 't beter, dat het L l>
ieders aandeel bepaalde naar draag
kracht. Spr. wil een clausule opge
nomen zien, dat er een belangrijk
deel Leidse arbeiders (ook onvol-
waardigen) te werk zullen worden
gesteld.
De heer Riemens (P. v. d. A.) vin dl,
het een uitsluitend Leids belang.
Een scliaj:daal!
De heer Hendriks (Prot) vindt
het daarentegen een uitsluitend
spoorweg-belang Als de spoorwegen
de frequentie opvoeren, gaat het
toch niet aan de overweg doorlo
pend gesloten te houden. Bovendien
profiteert het tram-verkeer er van,
en dat zijn ook de spoorwegen. Spr.
vindt het een schandaal, dat zo'n be
drag van een noodlijdende gemeente
wordt gevraagd.
Weth. Jongeleen zeide, dat er in
derdaad een schaduwzijde op dit plan
is. Spr. betreurt het, dat een man
met eenbrede blik en een zakenman
als de heer D.e Vos, niet in het col
lege van B. en W. zit. Spr. bestrijdt,
d-at de gemeente Leiden het kind van
de rekening wordt en de Spoorwegen
de lachende derde. In 1939 heeft de
gemeente zich garant gesteld men
k^n dat betreuren, maar het is nu
eenmaal zo voor 27 'pet. der kos-
ten. Spr. verzet zich tegen de wijze, zijn, Tot de heer Hendriks zegt spr.:
waarop de Spoorwegen in het ge
ding zijn gebracht. Hebben er de
Spoorwegen belang bij de toestand
aan de Rijpsburgerweg te verbete
ren. De spoorwegen kunnen niet onge
straft deze overweg k niveau laten
passeren bij pen frequentie van een
kwartier. Maar hebben de Spoorwe
gen een concessie of niet? Leiden
heeft hier in de allereerste plaats be
lang.
Er komen brede viaducten
zelfs aan de Maredijk.
Veronderstel, dat de Spoorwegen
alleen de ophoging bekostigen. Heb
ben zij belang bij een breed viaduct
of de gemeepte? Volgens dit plan
komt er aan de Haarlemmerweg een
viaduct van 15.50 M„ Maredijk 15.50
M,, Rijnsburgerw-eg 28.50 M., Gevan
genlaan 22 M., Morsweg 15.50, Gor
•delwég 17.50 M. Bovendien is het
Rijks wegen-net om Leiden heen ge
projecteerd, zodat het verkeer ge
heel plaatselijk zal zijn. Spr. ontkent,
dat de Spoorwegen een goudmijntje
wees blij, geen aandelen te hebben
in de Ned. Spoorwegen. De Spoor
wegen kunnen dit plan*1illen niet uit
voeren en financieren, B. en W.
hebben zich met hand' en tand verzet
tegen de Spoorwegen al beschik
ken zij niet over de brede blik van
de heer Vos. B. en W. hebben in de
bijdragen niet berust. .Zij zijn naar
de minister geweest en warén toen
zo kinderlijk blij te zijn met een mil
lioen minder. Spr. betwijfelt of
iemand, als de heer Vos dat had be
reikt. Ook de Spoorwegen hebben
belang bij een goedkope uitvoernig.
Spr. verwacht, dat .het eerder 18 dan
19 millioen zal kosten. Maar mocht
het hoger zijn, als deze verhoging al
leen in 't belang v. d, Spoorw. is, dan
betaalt de gemeente er niets aan. Ook
B, en W. betreuren, dat de Haagweg
laag blijft, dat kost 11/2 millioen
meer. Het pïan is de overweg bij de
.Vink onder de baan door te leiden.
Spr. wijst er op, dat' de gemeente
Amsterdam bij de spoorwegplannen
32 pet, betaalde.
Spr, wees ter slotte nog op het be
lang van de zaken-drijvende mid-
ONTWERP
UITBREIDINGSPLAN ZUID-WEST
HET UITBREIDINGSPLAN ZUID-WEST, dat gisteren in de gemeenteraad van Leiden is
aangenomen, wordt begrensd door Haagweg, de spoorlijn naar Utrecht, de 'Vliet en de
nieuwe Rijksweg. De karteling boven aan de tekening is de Rijn, de „slurf" links is de nieuwe
Rijksweg. Het kruispunt ten Zuiden van de „Sportvelden" is het middelpunt van de wijk. Daar
komen de grote wegen samen. Men ziet ook getekend de nieuwe,bruggen over de Rijn en over
de Vliet (verbinding 3-Octoberstraat)De wazige stippeltjes geven beplantingen en waterpar
tijen (de bestaande tochten zijn er in opgenomen),
denstand bij de oplossing van dit
vraagstuk. Bovendien ligt de ont
wikkeling vau de stad in de richting
van de Morsweg („laat ik me gema
tigd uitdrukken"). Als het plan nipt
doorgaat, bewijzen, we de Spoorwe
gen een weldaad. De Spoorwegen ge
ven Leiden voorrang op doorlopen
de aandrang van het gemeentebe
stuur, maar de Spoorwegen hebben
nog andere problemen op, te lossen.
Waar het geld gevonden wordt,
Weth. Van der Kwaak belichtte de
financiële consequenties. Komt deze
jaarlijkse terugkeerende last in aan
merking voor da- „bizondere uitke
ring" van het Rijk? Ook Rijk en Pro-
vinscie. zijn geïnteresseerd bij dit
plan. Daarom wordt verwacht, d'at de
afwikkeling gemakkelijk zal verlo
pen. Indien echter niet, dan zal het
bedrag van de molest-risico
(ƒ121.000) voor dit doel moeten wor
den bestemd, de rendabiliteit van
de gasfabriek zal zeker beter
Worden. De verhoging van de ver
makelijkheidsbelasting zal de eerste
„armslag" zijn voor de gemeente.
Een baatbelasting is het laatste waar
spr. aan dénkt. Over de toekomstige
begroting deelt spr. mede, dat het
voorsteLOud voor de gemeente bete
kent een terug brengen van het te
kort tot 860.000. De algemene ver-
deelpot voor het Rijk is 95 millioen;
de vraag is of de gemeente partici
peert naar het antal inwoners In
iedèr geval krijgt Leiden ook een
„bizondere uitkering", waardoor het
tekort van 860.000 wordt vermin
derd. Misschien moeten andere nood
zakelijke dingen blijven wachten,
maar de 'oplossing, van dit probleem
zal ieder burger verheugen.
Bij verwerping- komt Lelden
jaren achterop.
De voorzitter bestempelde dit'plan
als het grootstebesluit, dat de ge-
meenteraad1 ooit heeft moeten ne
men. Het college is volkomen een
stemmig in haar zienswijze, dat het
gemeentebelang van Leiden een bij
drage van '30 pet ten volle waard is.
Spr. verklaarde gelukkig te zijn, dat
de Minister oog had voor de moei
lijkheden van Leiden en de bijdrage
terug bracht tot 5 millioen. Indien
de'Raad dit voorstel niet aanneemt, is
dit plan voorlopig van de baan; spr.
kan niet zeggen voor hoe lang. Het
algemeen belang van de stad Lei
den zal voor jaren achterop worden
gesteld. Wordt de uitgestoken hand
afgewezen, dan wordt net plan voor
lopig opgeborgen. Laat de Raad
begrijpen de verantwoordelijkheid
welke op hem rust.
Ingediend werd een amendement
van de heren Vos, Knollen Froh-
weih, waarin werd voorgesteld, dat
de Kcfad zijn goedkeuring hecht aan
Let plan, doch de bijdrage beperkt
tot 2 1/2 millioen.
Bij de replieken vestigde de heer
D. J. van Dijk er de aandacht op, dat
aanneming van dit amendement
verwerping betekent. Voorts rapli-
ceerden de heren Vos, Hendriks,
Wouidstra (die het amendement een
slag in de lucht noemde), Knoll, Wil
mer (financiële toelichting is niet ge-
ruststellend, maar we weten nu ten
minste waar we aan toe zijn; als
men de kwestie wil oplossen', moet
men het voorstel aannemen). Van
Weizen (financiële, toelichting niet
geheel geruststellend, maar toch geen
reden om tegen te stemmen).
Na nog een herhaling van het be
toogde door de wethouders Jongeleen
en v. d. Kwaak werd er gestemd.
Het amendement-Vos c.s. werd ver
worpen met 2845 stemmen. Voor
slem den de heren Vos, Hendriks,
Knol en Frohwein.
Het vorstel van B. en W. werd z.
h.st. aangenomen.
Weth. Jongeleen gaf daarna enige
inlichtingen over de verwarmingske
tel van dè Stadsgehoorzaal.
Ten slotte bracht de heer Van Dijk
(K.V.P.) ter sprake-een adres van de
heer Rosier, waarin vergunning
wordt gevraagd voor Leideriaars om
een luna-park te organiseren. Na
enige discussie wordt besloten dit
adres in praeadvies te nemen.
Bij de rondvraag werden enkele
vragen gesteld, o.a door de heer v.
Dijk (K.V.P.), die informeert, waar
om vergunning wordt geweigerd
voor visverkoop in een knosk op
Stationsplein; de commissie voor
markt- en havendienst zal de zaak
onderzoeken.
De voorzitter herdacht in enige
vriendelijke woorden het afgetreden
lid van de gemeenteraad, dé heer
Perquin.
door STEFAN BROCKHOFF
Ze zat net nog over een vijfde kop
te denken, toen mevrouw Schottler
het huis in de Schuytstraat verliet.
Zij 'kwam ook op het café af en
liet zich zwaar op een stoel niet ver
van Gerda af, neervallen. Het geluk
kwam Gerda nog eens te hulp. De
kellner sprak, in tegenstelling tot de
meeste Hollanders, geen woord Duits
en Gerda was dus in staat Trude bii
te staah met ha£r in korte tijd ver
worven, zij het spaarzame kennis van
de Nederlandse taal.
„Ik geloof dat wij uit dezelfde stad
komen'', zei Gerda en ging brutaal
naast Trude zitten. „U bent toch
mevrouw Schottler? Ik had het ge
noegen U bij de opening van uw ca
baret te leren kennen". Gerda loog
er rm maar op los. Het kon haar
altijd van pas komen en bovendien
vond ze het nog prettig ook.
„Ik ben verslaggêefster en ik moet
een artikel schrijven over de Haar
lemse bloembollenteelt''.
„Aangenaam", zei Trude en Gerda
stelde met genoegen vast, dat het
haar helemaal niet aangenaam was.
Maar Trude zag al gauw in, dat het
onmogelijk was, de woordenstroom
van deze jonge krantendame te stui
ten. Laat ze maar praten, als zij mij
maar niets vraagt, dacht zij. Maar
Gerda was vastbesloten wel te vra
gen en nadat zij uitvoerig haar1 op
vattingen over tulpenbollen en toi-
letkwes'tie en de wereldcrisis had
uiteengezet, ging zij tot de aanval
over. ,JJ moet wel een heel moeilijke
tijd gehad hebben'', vroeg zij sensa
tie belust „Na die gebeurtenis...
stond u cabaret zeker helemaal leeg?
Trude vergat haar reserve. Dat liet
ze niet op zich ziten. „Integendeel,
kind, ik heb het nog nooit zo druk
gehad als in de laatste week en bo
vendien ben ik volkomen gerehabi
liteerd."
„Dan zult u wel voor belangrijke
zaken in Amsterdam zijn? Want uw
afwezigheid in uw cabaret zal dan
wel een ongunstige invloed hebben?"
Trude vond het meisje'tamelijk
ontactvol. Een typische journaliste,
maar van haar kreeg ze geen inter
view. Dat ontbrak er nog maar aan,
dat haar reis naar Amsterdam aan de
grote klok werd gehangen. De stille
strijd tussen de beide dames duurde
zo ongeveer een uur. Gerda liet niets
achterwege, wat haar zou kunnen
helpen, maar te vergeefs. Zij sprak
over wijnprijzen, van een grote fir
ma, die hier ergens in de buurt een
bureau moest hebben, van de las
tertongen thuis, die nog steeds de
naam van Trude Schottler. noemden
in verban cl met de moord op Kamp-
schulte- Maar Trude bleef als een
slak in haar huis. Zij liet zich amper
een antwoord ontlokken en pleegde
lijdelijk verzet. Gerda bewonderde
haar inwendig. zo_ handig als die
vrouw ër in slaagde, zonder onhof
felijk te worden, ieder direct ant
woord te vermijden. Dan was mijn
heer Barneveldt makkelijker geweest.
Die werd driftig en gooide er meteen
alles uit. Merkwaardigerwijs werd
Trude haar toch voortdurend sym
pathieker. Zjj verdedigde haar gehei
men gqed en daar had Gerda alle
achting voor.
Ten slotje kreeg Trude er genpeg
van. „Ik zou hef op prijs stellen u bij
mijn volgende programma in de
Odeon te mogen begroeten,"zei ze
vriendelijk „tot ziens freule van Ha:
gen...''
Gérda had wel kunnen huilen. Wat
had zij zich daar mooi voor de mal
laten houden. Dat had niet mogen
gebeuren. Jupp zou zich ziek lachen
al hij het hoorde, Teneergeslagen
nam zij een taxi en reed terug naar
de Achillesstraa't. Daar liet ze zich
een half uur lang troosten door nicht
Elizabeth die in die bezigheid een
grote bekwaamheid had bereikt. Maar
dat Gerda nog een paar daagjes er
aan vast knoopte, dat kon zij toch
niet bereiken. Leo ontwierp nog gauw
een' allergrappigste tekening van
Gerda als verslaggeefster, die een ge
weldig standbeeld van een vrouw met
een nagelvijltje te lijf ging.
Gehoorzaam onderwierp Gerda zich
aan het feestprogramma, dat de goe
de .neef en nicht hadden ontworpen.
Eerst een uurtje rusten, dan eten,
daarna een bioscoopje, toen naar de
American Bar waar gedanst werd.
Gerda maakte eerst nog even een
verslag van haar beide interviews en
legde voor zich zelf de plechtige be
lofte af, dat zij het zwarte mantel
pak nooit meer adh zou doen. Toen
zij de volgende morgen vermoeid in
de trein zat, moest zij toegeven, dat
mijnheer Barneveldt haar weliswaax
niet had doodgeschoten, maar dat zij
toch hok niets opgeschoten was.
HOOFDSTUK 26
Jupp zette het koffertje neer. „Maar
dom kind, je hebt uitstekend werk
gedaan. Men kan 'toch ten slotte van
niemand verwachten, dat hij zo maar
bekent .een moord gepleegd te heb
ben, die hij misschien helemaal niet
gepleegd heeft. Het verbaast me, dat
hij nog, zoveel toegegeven heeft Ik
ben met de resultaten zeer tevreden.
Wij weten, d&t Trude Schottler de
Hollander bezocht heeft. Ik had nooit
gedacht, dat je /.oveel geluk zou heb
ben, geluksvogel".
„Die Borro vermoord ik nog eens'
mopperde Gerda. De oude orgel
draaier had zijn vaSte plaatsje weer
ingenomen en draaide zijn eeuwige
Santa Lucia waar nu nog een paar
noten meer aan ontbraken. Toen zij
langs hem kwamen was zij echter
haar boze voornemens weer verge
ten en scharrelde tussen de kleine
Hollandse muntjes; die haar beursje
nog vulden wat Duits geld tevoor
schijn. En de papagaai mocht wel
driemaal „dank ,u zeer", krassen.
Op haar Jiamer pakte zij het zwarte
pak uit. „Nooit trek ik het meer aan'1,
zei ze en schonk het maar ineens aan
de huisdraak, die er hevig blij mee
"was.
„Ik heb ook wat ontdekt". Allmers
is weg", vertelde Jupp.
Gerda keek hem verbaasd aan „Ja
weg", herhaalde Jupp. „Het schijnt
dat mevrouw Schottler hem eruit ge
smeten heeft Ik 'heb gisteren mijn
vriendinnen Lily en Mily een bezoek
gebracht. Die hebben het mij, Wiener't
en alle ander bezoekers, onder de
strengste geheimhouding, verteld".
„Dat is toph wel vreemd", meende
Gerda. „Die' Trudelijkt me ondoor
grondelijk. Je kunt je niet voorstel
len, hoe ze mij aan het lijntje hield.
„Hoe meer men over die zaak na
denkt, hoe duisterder alles wordt. Er
is een moord begaan. Twee mensen
worden gearresteerd, maar moéten
weer vrij gelaten worden en die ge
dragen zich dan zo verdacht, dat je
er spijt van krijgt, dat men ze niet
kan vast houden. En dan die zonder
linge Hollander en de broer van het
slachtoffer, van wie we ook niets we
ten. Wienert meent een nieuw spoor
gevonden te hebben en wel in het
verleden van Kampschulte; hij heeft
alle acten over hem opgevraagd.
(Wordt vervolgd).