J 3{a>de J Pater Eustachius van Lieshout „de harten-rover' KLEIN NEST MAANDAG 24 NOVEMBER 194v DE LEIDSE COURANT PAGINA 2 Roelofarendsveen houdt hem hoog in ere *J*E ROELOFARENDSVEEN was van Maart 1922 tot September 1923 kapelaan P. Eustachius van Lies hout van de congregatie der Heilige Harten. De Bisschop had deze Brabantse kloosterling op die plaats be noemd, omdat er gebrek aan priesters was. Nu nog, meer dan 20 jaar na zijn vertrek uit de parochie, spreken de mensen over deze bizon- dere priester, die er toch niet langer dan 18 maanden verbleef. P. Eusta chius leeft in de gedachten van de Veenders voort als een heilig pries ter, die van God buitengewone macht had ontvangen. STERKE STAALTJES WORDEN VERTELD Wie dan ook nu in Roelofarends veen komt, en daar vertelt, dat P. Eustachius in Brazilië als wonder doener is gestorven, zal van de men sen feiten te horen krijgen, die in de Veen gebeurden, en die zij altijd als iets buitengewoons, om niet te zeggen wonderbaars hebben be schouwd. Inderdaad het heeft er alle schijn van, dat deze priester van God de gave van genezingen had ontvangen. De voorzitter van de Stille Omgang, afdeling Roelofarends veen, had dan ook gelijk, toen hij op de herdenkingsbijeenkomst bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de afdeling zei: „Wat een eer heeft onze plaats het niet gevonden toen Mgr. Aengenent Bisschop van .Haarlem werd, want men kon niu zeggen: „onze oud-kapelaan is Bis- - schop", maar welk een veel grotere eer moet het niet zijn, wanneer la ter de inwoners van Roelofarends veen misschien kunnen zeggen: „die missionaris daar, die nu door de Kerk tot de eer der altaren wordt verheven, is kapelaan geweest in onze plaats". Levensloop. P. Eustachius werd geboren in 1890 te Aarle-Rixtel bij Helmond. Hij kwam voort uit een door-en-door- katholiek ge-zin van het Brabantse boerenland. Hij trad in als novice, bestemd voor het priesterschap, in de congregatie van de H.H. Harten. Bij die gelegenheid ontving hij de naam Eustachius. Deze naam bete kent „goede aar", een naam, die ten volle past bij het leven van deze priester, dat als een goed zaad 100- voudige vrucht opleverde. In 1919 j werd hij priester gewijd. Roelof- arendsveen was na Maassluis de tweede plaats, die mocht profiteren van zijn priesterlijke gaven. In 1925 vertrok hij als missionaris naar Bra- zilië. In 1936 verbleef hij gedurende een half jaar in ons land. om van een verdienre vacantie te genieten. Hij bezocht toen ook opnieuw zijn geliefd Roelofarendsveen, waar hij met veel succes het 40-urengebed preekte. Na zijn tweede vertrek be gonnen in Brazilië zijn wondervolle werkzaamheden, waaraan de dood in 1943 een einde maakte. Roelofarendsveen. Pastoor W. Herscheit noteerde in het parochieboek bij het vertrek van P. Eustachius: raptor cordium". Dit' woord spreekt boekdelen, want het betekent „rover van harten". Men behoeft de mensen van de Veen maar te horen, ook nu nog, om de juistheid en de waarheid van dit vleiend woord vast te stellen. Ge durende zijn werkzaamheid in deze grote parochie was hij de drijfveer van verschillende verenigingën, vooral van de mannen. Op de op richtingsvergadering van de Stille Omgang heeft P. Eustachius het woord gevoerd. Zelf ging hij mee op de bedevaart naar Amsterdam, De beroemde pelgrimstocht naar de sluitingsplechtigheid van het Eucha ristisch congres in October 1922 leeft nog in aller geheugen. Zijn woord over de vergaderingen van de Stille Omgang: „maak er een Eucharisti sche avond van" hebben de mannen steeds onthouden. In zijn tijd is de K. S. A. begonnen met de uitgave van een weekblaadje, dat eerst „Ons Streven'' heette naam van het studentenblad uit de studiejaren van P. Eustachius en later omgedoopt werd in „Het Goede Zaad". Een van zijn geliefkoosde werken was het bezoeken van de zieken, die hij troostte, bemoedigde, en beweren de mensen, die het meegemaakt hebr ben in verschillenre gevallen op buitengewone manier genas Er wor den in de Veen sterke staaltjes ver teld, en het is te begrijpen, dat de genen, die het meermaakten, hun leven lang de woorden, gebeden en daden van deze priester hebben ont houden. Zijn activiteit in de Veen en zijn faam van heiligheid deden ook verschillende jonge mensen uit de plaats besluiten in te treden in de iklcrastercongreg'etie, waartoe P. Eustachius behoorde. Zowel bij de Paters als bij de Broeders en Zusters van de Heilige Harten is Roelof arendsveen met ere vertegenwoor digd. De eerste onder hen was P. Amandus van Berkel, die ging stu deren, toen P. Eustachius in de Veen kapelaan was, en die ook door hem in zijn roeping was geleid. Deze Pa ter van Berkel vertrok in 1936 naar Brazilië, liet land, waar P. Eusta chius al vanaf 1925 werkte. Hij stierf er in 1942 tengevolge van een slepende kwaal. Een jaar daarna stond de oud-kapelaan van Roelof arendsveen zelf voor de afrekening van zijn leven. Zijn faam van „wonderdoener" in Brazilië. P. Eustachius deelde eerst Lour- deswater uit, maar toen dat op was, ging hij zelf water zegenen, dat de mensen dan bij ziekte en ongeval ge bruikte. Er vielen feiten voor tenge volge van het gebruik van dat geze gend water, waarvoor de Brazilianen zonder schroom het woord „wonder" gebruikten. Er kwamen journalisten naar de plaats, waar P. Eustachius woonde, en omdat de toeloop steeds toenam, en ook de buitengewone fei ten, begomien de grote kranten in pakkende slagzinnen de lof van de heilige wonderdoener te verkondi gen. Dagelijks kwamen er in die tijd 4.000 mensen, om zijn zegen te ha len, en 's Zondags 10.000 Wanorde. Dit alles leverde binnen korte tijd een onhoudbare toestand op. Het kleine plaatsje, waar P. Eustachius woonde, was niet berekend op zo'n toeloop. Allerlei autoriteiten begon nen moeilijkheden te maken. De di recteur van politie zag een aantal ongure elementen de reis naar de wonderdoener ondernemen, om hun slag te slaan bij zulke volkstoelopen, want de meest elementaire hygiëne werd niet in acht genomen, de direc teur van de spoorwegen wist niet, hoe hij de mensen zou vervoeren, de ka pelaans konden hun gewone werK niet verrichten, de Aartsbisschop vond. dat de parochie zelf in het ge drang kwam. Ingrijpen van de Overheid en beproevingen. Het werd noodzakelijk, om in te grijpen. Men probeerde van alles, maar ten slotte moest men P. Eusta chius verplichten, om te verdwijnen, en incognito te gaan leven. Ook dat hielp slechts voor een maand, en toen trad de Overheid streng op, maar er was geen andere uitweg. P. Eusta chius kreeg het bevel, om het bin nenland in te gaan, waar hij zou moe ten leven volgens een zeer straf re glement. Deze beproevingen heeft hij glansrijk doorstaan. Zijn gehoor zaamheid faalde niet Achteraf kun nen wij blij zijn, om zulke bewijzen van gehoorzaamheid, die een waar borg zijn voor de echtheid van zijn priesterlijke deugd en apostolische ijver. Zijn laatste standplaats. Ongeveer een jaar na het ingrij pen van de Overheid was de toe stand zo, dat men P. Eustachius weer pastoor maakte in een stadsparochie. Daar wist men de orde te bewaren. Vooral de kapelaan heeft daarvoor ge zorgd door het uitdelen van slechts 50, en later zelfs maar 30 kaarten per dag. Wie geen kaart had werd niet door P. Eustachius ontvangen. In deze aartsbisschoppelijke stad, Bello- Horizonte, de hoofdstad van de staat Minas Gerais, kwam de dood deze harde werker bezoeken. Hij werd ge beten door een insect Er kwam be smetting bij, en in een week tijds was het sterke lichaam gesloopt. Hij stierf op 30 Augustus, juist nadat zijn Overste na een reis van 16 uur spo ren uit het verre Rio de Janeiro was gearriveerd. Na zijn dood volgde een triomfantelijke begrafenis. Zijn priesterlijk leven. Iedereen is het er over eens, dat P. Eustachius wonderen van beke ring heeft uitgewerkt door zijn woor den en daden. Bij velen leeft ook de overtuiging, dat hij gedurende zijn le ven en na zijn dood buitengewone, men aarzelt niet te zeggeh wonder bare, genezingen heeft verkregen van de hemel. Niet allen zullen onmiddel lijk met dit laatste instemmen. Dit is ook niet nodig, want als er ooit spra ke zal zijn van een openbare ver ering voor deze buitengewone pries ter, dan zal daaraan toch een onder zoek moeten voorafgaan, dat aan alle redelijke twijfels een eind zal ma ken. Ondertussen zullen allen graag bidden tot deze priester, die volgens aller overtuiging zijn priesterlijk ambt op zeer ijverige en bewonde renswaardige manier heeft uitge oefend. Laten wij God bidden, dat Hij nog veel jongens laat opgroeien tot zulke heilige en degelijke pries ters als P. Eustachius van Lieshout er een geweest is. P. FERDINAND v. WESTERHOVEN. Valkenburg (L.). S.S.C.C. ETALAGEVERLICHTING IN DE ST. NICOLAAS EN DE KERST WEKEN. Het ministerie van Economische Zaken wijst er nog eens op, dat het in de periode \'an 1 t/m 5 December en van 22 t/m 24 December a.s. is toegestaan etalageverlichting te ont steken tot uiterlijk 22 uur. Lichtre clame en neonverlichting blijven eoh- ter vetboden. Het sluitingsuur van winkels met de feest dag wend geraakt is, dat het blijk zal ge ven, deze maatregel weinig te waar deren. De last en het ongerief, aldus de bonden, die winkeliers en winkel bedienden zullen ondervinden, zijn dan pok allerminst gerechtvaardigd. Zij verzoeken de burgemeesters en wethouders dringend van deze mach tiging geen gebruik te maken en het sluitingsuur in de genoemde tijdvak ken ongewijzigd te laten. Indien men «desondanks van oor deel is, toch van de machtiging ge bruik te moeten maken, verzoeken de bonden het sluitingsuur op 5 en 24 December ongewijzigd te laten en dit voor de overige dagen tte stel len op 20 uur. In verband met klachten, welke worden geuit over de kwaliteit van de zachte zeep, die momenteel wordt gedistribueerd, deelt de directeur van het rijksbureau voor chemische pro dudten het volgende mede: door het grote gebrek aan grondstoffen, welke het meest geschikt zijn voor de fabri cage van zachte zeep, moet noodge dwongen een niet onaanzienlijke per centage cocosolie aan de zacjite zeep industrie worden toegewezen. Het mag als voldoende bekend worden verondersteld, dat cQcosolie een zeer hoogwaardige olie is. Bij deze toe passing is er echter het nadeel aan verbonden, dat zij de zachte zeep temperatuurgevoelig maakt, zodat deze zeep in de koude wit wordt, dus minder aantrekkelijk van uiterlijk. Er wordt evenwel met de meeste na druk op gewezen, dat dit veranderde uiterlijk in het geheel geen afbreuk doet aan de reinigende werking van het pTDduct en De Algemene Bond Mercurius, de R.K. Bond „St. Franciscus van As- sisië" en de Chr. Vereniging van Handels- en Kantoorbedienden heb ben zich, nadat zij in een telegram geprotesteerd hebben tegen de mach tiging van de minister van economi sche zaken aan de gemeentebesturen, om in de tijdvakken van 1 t/m 5 en van 22 t/m 24 ontheffing te verlenen van de winkelsluitingswet, een re quest gericht tot de burgemeesters en wethouders van alle Nederlandse gemeenten. In dit request zeggen de bonden, het te betreuren, dat het bovenge noemde machtiging is gegeven, om dat het verlenen hiervan geschied is zonder overleg met degenen, die wanneer hiervan gebruik gemaakt wordt ernstig worden gedupeerd. De bonden wijzen er op, dat zij in dien zij in de gelegenheid geweest waren vooraf van advies te dienen ongetwijfeld geadviseerd zouden heb ben, biertoe niet over te gaan. Zij spreken als hun oordeel uit, dat het publiek in de loop der jaren reeds zodanig aan de huidige regeling RIJKSMARKEN OMGEZET IN GULDENS. Toen tengevolge van de verorde ring van de rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied de devie- zengrefts tussen Nederland en Duits land, alsmede practisch het gehele door dit rijk geannexeerde gebied was opgeheven, hebben diegenen, die in deze gebieden woonachtig of ge vestigd waren, tussen 31 Maart en 7 Mei 1945 op grote schaal van deze omstandigheid gebruik gemaakt, door hun bezit aan rijksmarken onbelem merd tegen guldens af te stoten en met deze guldens Nederlands vermo gen te verwerven. Het behoeft geen betoog, dat tenge volge van bovenbedoelde transacties aan het Nederlandse vermogen grote schade is toegebracht. Naar wij ver nemen zal thans van deze transacties bij de Nederlandse Bank N.V., kan toor deviezenvergunningen, afdeling aangiften Markenwet 1947, Damstraat 1323 (postbus 838) Amsterdam, aangifte moeten worden gedaan en wel vóór 1 Februari 1948. Het Nederlands vermogen, dat in de periode zonder deviezengrens door in gezetenen van het rijksmarkgebied (niet vijanden) anders* dan onder al gemene titel (b.v. erfopvolging) werd verkregen, is ingevolge de op 8 Augustus 1947 in het Staatsblad afge kondigde wet herstel vermogensover gang rijksmerkengebied (Staatsblad H. 251) in eigendom op de Staat der Nederlanden overgegaan. Is het verworven vermogen nader hand weder overgegaan op een an der, dan wordt ook deze overgang in het algemeen niet erkend. Doordat het verdwenen vermogen tot de Staat der Nederlanden terug keert wordt 's lands vermogenspositie verbeterd. Een op vele millioenen te schatten vermogensschuld van Ne derland tegenover het buitenland komt te vervallen als schadevergoe ding van waardeloze rijksmarken, welke Nederland daarvoor in. de plaats had gekregen. De werking van genoemde wet strekt zich niet uit tot het verwerven van Nederlands vermogen door „vijanden", daar vijandelijk vermo gen reeds aan de Staat der Neder landen is gekomen. Aan de huidige bezitters van ver mogen, dat ingevolge bedoelde wet aan de Staat der Nederlanden is ver vallen, zal een vergoeding worden toegekend. Deze vergoeding zal, in geval de ingezetene van het rijks- markengebied ter verkrijging van het vermogen rijksmarken-bezit aan Ne derland heeft afgestoten, in beginsel worden bepaald op basis van het per centage, dat de Staat der Nederlan den als schadevergoeding op repara- vng zal ontvangen. Het beheer over het aan de Staat vervallen vermogen zal worden ge voerd door het Nederlandse Beheers instituut, dat t.z.t, tevens de vergoe ding zal regelen. Voor verdere bijzonderheden om trent de aangifte en voor het verkrij gen van inlichtingen wende men zich tot de Nederlandse Bank, kantoor deviezenvergunningen, afdeling Mar kenwet, de deviezenbanken en de ef fectenkantoren. Tevens zij verwezen naar de officiële publicatie welke in de komende week zal verschijnen. De verplichting tot aangifte rust op een ieder, die over de voorgeko men gevallen aan de Nederlandse Bank gegevens kan verschaffen. Het niet nakomen van deze verplichting cf nalatigheid bij het verrichten van de aangifte is strafbaar gesteld. HERZIENING VAN LEVENSMIDDELENPRIJZEN. Zoals bekend, sedert 29 October j.l. de melkprijs voor de boer met 3 cent per liter verhoogt en de prijs voor het varkensvlees met 20 cent per ki logram. Tot dusver is deze prijsver hoging bestreden uit het Landbouw- egalisatiefonds. Aangezien de rege ring. zo wordt ons van bevoegde zij de medegedeeld, het niet mogelijk achtte 'n verhoging der binnenlandse prijzen verder ten laste van de schat kist te brengen, zijn met ingang van heden als gevolg hiervan de verbrui- kersprijzen als volgt verhoogd: melk, pap en yoghurt met twee cent per li ter, boter met 96 cent per kilogram, kaas met 35 cent voor volvette en kaas. varkensvlees met gemiddeld 28 met 30 cent per kilogram vpor 40 plus cent per kilo en vleeswaren met on geveer 10 cent per kilogram. Als belangrijkste maatregel is een regeling getroffen op grond der voor naamste wintergroenten als kool, bie ten, peen. uien en koolrapen met eni ge tientallen procenten, waarschijn lijk circa 30 pet. worden verlaagd. Te lex-s en groentehandelaren zijn doen de dit resultaat te bereiken door een vrijwillige regeling. Mocht blijken, dat deze vrijwillige regeling niet vol doende succes oplevert, dan zal op korte termijn een officiële regeling daarvoor in de plaats treden. Voorts zullen de prijzen van de vol gende levensmiddelen worden ver laagd: groenten conserverven, naar gelang soort en kwaliteit, met 12 tot 25 procent; tomatenpuree van 50 tot 35 cent J>er blikje; huishoudjam II met 5 cent per pot, terwijl de eei-ste huishoudsoort kersen jam kortgeleden met 17 cent wex-d verlaagd; appel stroop met 5 cent per kilogram; gort en havermout in kartonen verpakking met 1 cent per 500 gram en met 2 cent in de papierverpakking; ontbijt koek en biscuit met 1 cent; alle soor ten banket en koekjes met ruim 10 pet.; spekbokking met 1 cent per stuk; tomatensap, bessensap en appelsap met 15 a 20 pet. VOORLOPIG NOG GEEN FAMILIE BEZOEKEN AAN CANADA. Naar wij van de zijde van de ver eniging „Nederland-Canada" verne men, zijn de kansen op een spoedige overtocht voor ouders, die hun in Canada verblijf houdende dochters willen bezoeken, zeer klein. Een van de moeilijkheden is ook hier het ver voer. De Canadese regering is n.l. niet bereid voor dergelijke bezoeken speciale vervoermiddelen beschik baar te stellen. Voorts is de reis nog al kostbaar. Daarbij komt nog, dat de ouders een verklai'ing moeten kunnen overleggen, waaruit blijkt, dat de familieleden in Canada in staat zijn de bezoekers gedurende hun verblijf geheel te onderhouden. De vereniging „Nederland-Canada" zo deelde men ons voorts m'ede, heeft plannen, om door een spaar systeem deze bezoeken mogelijk te maken. In verband hiermee heeft zij reeds contact gezocht met de Neder landse reisvereniging, die t.z.t. de reizen zal verzorgen. BINNENLAND. Benoemd zijn tot voorzitter van de vaste commissie inzake de schrijf wijze van de Nederlandse taal: prof. C. B. van Haeringen; tot secretaris dr. H. E. Buiskool; tot leden; de he ren Y. Foppema, prof. dr. L C. Mi- chels, dr. P. Mindoraa, prof. dr. Ger- lach Royen en prof. dr. J. B. Tielrooy. Tot de doodstraf is door het bij zonder gerechtshof te Arnhem ver oordeeld de' voormalige onder-luite nant der staats-politie R. J., die eerst bij de S.D. te Rotterdam en daarna bij de S. D. te Arnhem gedetacheerd was en daarbij deelgenomen heeft aan de meest ergerlijke terreur tegenover vijanden van het Duitse regime, en die ook betrokken is geweest in het bekende Wormshoeve-drama. Een andere satelliet der Duitsei-s, de 42- jarige Hollandse Polizei-ahgestellte G. K., die eveneens de S.D. diende en ook deelnam aan het. Wormshoeve- drama, legde het hof 12 jaar gevan genisstraf met aftrek op, De parochie van O. L. Vr. van Goede Raad te 's-Gravenhage, waai de zeereerw. heer van Alphen pastoor is, heeft met grote luister haar gou den jubileum gevierd in de noodkerk aan de Mariastraat. Z. H. Exc. mgr. De motorreddingboot van de Zuid- Hollandse Mij tot Redding van Schip breukelingen De „Koninging Wilhel- mina" heeft onder zeer moeilijke om standigheden in de branding zes man van het gestrande schip Sch. 5 bij ter Heide aan ooord kunnen nemen. De gestrande Sch. 5. Huibers heeft een pontificale H. Mis gecelebreerd. Pastoor Hover, ere-ka- ninnik, hield des avonds in het plech tig Lof de feestpredikatie. Pastoor v. Alphen deed voorlezing van tele grammen van Z. H. de Paus en van mgr. Giobbe, pauselijk internuntius. BUITENLAND. In de nabijheid van de Turks- Bulgaarse grens zijn de Bulgaren druk bezig met manoeuvres te hou den-. In verband met het feit, dat de stemming tussen de buren niet al te best is, vertrouwt men deze manoeu vres maar half. Mr. Snowball, een Londenaar, heeft, een goudschat ontdekt op een verlaten eiland. Spijtig voor hem is, dat de goudschat te diep ligt; hij kan er niet bij. Nu wil hij een film ma ken van zijn ontdekkingsverhaal en van de opbrengst een expeditie uit rusten om het filmverhaal tot wer kelijkheid te maken. Als er nu maar een filmmagnaat is, die er in trapt. De Duitse vereniging voor de vrede, de Duitse vrouwenbeweging en de Evangelische kerk hebben de idee gelanceerd om de Nobelprijs winnaars naar Londen te doen ko men om hun stem te doen horen op de conferentie der grote vier. Het gaat echter niet om het horen van een stem dan wel om het willen luis teren. Vier schepen met graan en steenkool, ter waarde van een mil liard lire, zijn te Napels aangekomen. Cadeau van Amerika. Door de Amerikaanse militaire politie te Berlijn zijn enige Sovjet soldaten gearresteerd, die probeer den burgers te ontvoeren. Tjecho-SIowakije ondervindt even goed als wij de moeilijkheden van de voedselvoorziening. Voor alle voedingsartikelen is de oorlogsrant soenering weer ingevoerd. ROMAN VAN CHARLES GARVICE Geautoriseerde vertaling door F. VAN VELSEN 61) „Ik zou je danken," betoogde Grey met klem. „Norton is de meest ge schikte kerel die ik ken. Maar niet tegenstaande dat, zou ik nog liever m'n hoofd in de muil van een leeuw steken, dan mij in te dringen betref fende iets, waarover hij niet schijnt te willen spreken. Vraag jij 'm liever eens Anderson." Maar Anderson schudde nogmaals afwerend z'n hoofd. Zij waren samen bezig, om de laatste toebereidselen voor het feest te treffen, dat te ho ren naar de jubelkreten en 't feest gedruis feitelijk reeds een aahvang had genomen. Anderson en Grey be gaven zich naar het dal en toen zij de heuvel afdaalden kwamen zij Daan tegen Hij wandelde langzaam en zag er neerslachtig en bezorgd uit. Pas toen ze vlak bij hem waren, zag hij hen, waarop hij met zichtbare inspan ning zijn pas versnelde en een opge wekte houding aannam. „Gaan jullie mee?" zei hij „De jon gens zijn al met fuiven begonnen en zien al verlangend naar je uit, An derson." J a. we moeten de stemming er in zien te houden," zei Anderson veel betekenend. „Dat is zo," stemde Daan 'toe en deed alsof hij buitengewoon vrolijk was. „Wij moeten ze vandaag maar eens Laten pierewaaien." „Het is dan ook een buitengewone dag," zei Grey, die op geluk af z'n stem ook veelbetekenend wilde doen klinken. Toen zij dicht bij het kamp kwa men, overzagen zij het feesttoneel. De mannen in hun Zondagse plunje, stonden in groepjes bij de grote brug, waar het wel kermis leek. De muziek kapel speelde dat het een lust was en de inwoners, die in nationaal costuum waren verschenen, droegen met hun veelkleurige kleding niet weinig bij om het feestelijk aanzien van het geheel te verhogen. De werk lieden zongen nationale liederen, af gewisseld door de nieuwste deuntjes van de cabarets en gramofoons. Bij het zien van de drie chefs ging er een luid hoera op voor Anderson gevolgd door minstens even hartelijk „zij leven langs" voor Daan en Grey. De diepliggende ogen van Anderson schitterden onder hun zware wenk brauwen en hij wendde zijn verhel derd blozend gelaat met een dank bare blik naar Daan. Want hij 'besefte zeer goed en met eerlijke erkentelijk heid en waardering dat, indien het werk enige tijd geleden zou voltooid1 geweest zijn de vreugde niet zo on verdeeld hartelijk zou geweest zijn als nu. Op een gegeven ogenblik, toen zij zich onder de arbeiders mengden, werd er een kanon afgevuurd. Dit was het signaal, dat de brug zou ge opend worden. Daan klopte Ander son hartelijk op z'n schouder en zei: „Jij voorop, Anderson!" „Neen, met z'n drieën tegelijk," zei Anderson en ofschoon Daan en Grey op de achtergrond wilden blijven stond hij er op en wilde de brug niet betreden, indien zij niet tegelijk met hem gingen. Een oorverdovend gejuich steeg op uit de menigte, toen zij zich op de middelste boog vertoonden. Ander son ging op de borstwering staan, nam z'n hoed af welk voorbeeld Daan en Grey volgden en zei met stemverheffing, dat veel van brullen had: „Jongens, ons werk is voltooid. Al vorens ik de spoorlijn voor geopend verklaar, wil ik jullie allen bedanken voor de wijze, waarop jullie hebt ge werkt. Je hebt een ijver en volhar ding aan de dag gelegd, die boven allen lof is verheven, Maar wij zou den niet geslaagd zijn, inden wij de hulp hadden moeten missen van mijnheer Norton en mijnheer Grey!" „Driemaal Hiep hiep hoera! voor de chef, drie voor mijnheer Norton en mijnheer Grey!" riep een stem uit de samengepakte menigte en toen da verde de lucht van welgemeende bij valskreten in allerlei talen. „Hartelijk dank jongens. Nu een God save the King! Toen klonken de tonen van het goede oude lied, dat nooit zo heerlijk in Engelse oren klinkt, dan wanneer zij het in een vreemd land horen. Iedereen zong het met ontbloot hoofd mee en toen Anderson, nog steeds op de borstwering staande. Daan de hand schudde en vervolgens Grey, toen scheen er aan het gejubel geen einde te komen. „Ziezo dat is goed afgelopen," zei Anderson, terwijl hij het zweet van z'n voorhoofd veegde. „Hè, hè! dat is de eerste speech, die ik heb afgesto ken. Ik bouw liever twintig bruggen." Zij begaven zich onder de* feest vierende menigte, die nu aan de lange tafels, beladen mét eet en drinkwa ren ging zitten. Anderson bezette de ereplaats aan tafel en naast hem Daan en Grey. Gedurende enige tijd hoorde men slechts het gerinkel van borden en het getinkel van messen en vor ken. Natuurlijk werd er hartelijk ge toast op de drie chefs, die de heil dronken op eenvoudige wijze beant woordden. Daan had zich al die 'tijd, ondanks zijn bezwaard hart, tegen over iedereen vriendelijk getoond, ofschoon het hem bijna bovenmen selijke inspanning kostte. Na afloop van het maal gingen de mannen roken en velen voelden zich gedrongen een zangnummertje ten beste te geven, waarvan het refrein dan door de overigen met geestdrift werd meegezongen. Vervolgens be gon de kapel dansmuziek te spelen en dit was het sein voor de jongelui om paartjes te vormen en hun dans- prestaties te lonen. Daan zou zich over de aanblik van dat vrolijke, veelkleurige toneel zeker hebben ver heugd, indien zijn angst en bezorgd heid om Stella niet zo groot geweest waren. Zodra het dansen aller aan dacht in beslag nam, zag Daan kans zich ongemerkt te verwijderen. Hij ging op enige afstand zitten mijme ren over de vraag, waarom zijn ge liefde Stella niet op de afgesproken plaats was verschenen en toen be ving hen\ de ontstellende gedachte, dat hij haar nu misschien nooit meer zou zien. Hij werd uit zijn gepeins gewekt door naderende voetstappen. Het was Anderson, die ihet een inwoner naar herm toe kwam. De man zag er ver hit en vermoeid uit, doch nam een kaarsrechte houding aan, toen hij Daan groette. ,J)eze man heeft een brief voor je," zei Anderson; „hij moest 'm je per soonlijk overhandigen." De bode haalde een brief uit de plooien van z'n rood gewaad te voor schijn en overhandigde hem met een buiging aan Daan. Een diepe blos kleurde plotseling het gelaat van Daan en z'n ogen schoten vuur want van wie kon anders de brief zijn, dan van Stella? Hij scheurde de enveloppe open en las het korte briefje, terwijl de kleur op zijn wan gen onmiddellijk verdween. Vervol gens nam hij Anderson terzijde en las hem het briefje voor; „Kan je vanavond in de Gouden Kroon? o ja, breng dan twee of drie vertrouwde mannen mede De grap zal vanavond beginnen. Avondtoilet naar verkiezing: maar babies in de armen niet alleen geoorloofd, doch welkom. N.N, „Het komt van een, van mijn vrien den, van wie ik je verteld heb, dat ze laatst even bij mij op bezoek ge weest zijn; het betreft t opstootje, dat zij in Maritaria verwachten," zei Daan scherp. „Zij hebben ons zeker nodig. Ik ga er heen. Wil je me hel pen en meegaan, Anderson?" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1947 | | pagina 2