Meerderheid (185-166) wenst de afschaffing der sanering Gemeenteraad van Leiden bijeen philiShave KLEIN NEST DINSDAG 28 OCTOBER 1947 DE LEIDSE COURANT PAGINA Alg. Veren. v. Bloembollencultuur E'EN MEERDERHEID VAN LEDEN der Algemene Vereniging voor ■"Bloembollencultuur heeft zich uitgesproken tegen handhaving der sa neringsmaatregelen, op een buitengewone algemene vergadering te Haar lem in het gebouw der Kegelbond, onder voorzitterschap van jhr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden, waarbij de erevoorzitter, dr. E. Kre- lage tegenwoordig was. De voorzitter noemde dit onjuist gezien. Op onpartijdige wijze zou hierdoor een uitspraak worden uitge lokt, terwijl juist het plan-Groote broek die uitspraak in een hartstoch telijke discussie-sfeer plaatste. Een afgevaardigde van de afdeling Voorhout, bracht naar voren, dat de grote grief gaat tegen de z.g. ambte narij. ofwel het dicteren vanuit Den Haag. Z.i. wordt dit laatste vak on juist opgenomen. Den Haag werkt uit, wat door de vakgenoten gewenst wordt. Als dit plan wordt aangeno men, merkte spr. op, „zijn we als kwekers verloren". Spr. wenst daar bij te zien ingelast een afschaffing van de vaste pryzeu in het buiten land. Vervolgens komen de leden aan het woord. De heer Warnaar bestreed de bewering als zouden door de sane ringsmaatregelen de cultures in het buitenland hun vlucht hebben geno men. De heer Grullemans kon het streven der anti-saneerders tot op ze kere hoogte onderschrijven Er wa ren excessen, die verscherpt werden, doordat het Bedrijfschap een enorme hoeveelheid zwarte teeltvergunningen uitgaf, wat aanleiding was tot de ver bittering der kwekers. Daardoor zijn de golven zo hoog opgelopen en is men bovendien met 14 jaar sanering tot onoverzichtelijke maatregelen ge raakt. Spr. drong aan op progressief stemrecht en sprak zich uit voor liqui- Een „volkstemming" eveneens afgewezen In zijn openingswoord merkte de voorzitter op, zich niet te verhelen, dat de toestand, waarin de vereni ging verkeert, hem met ernstige be zorgdheid heeft vervuld. Slechts een grondig inzicht in het feit, dat alleen met aansluiting van de gelederen nog belangrijke verbete ringen voor het vak te bereiken zijn, gepaard 'met een werkelijk spontane actie van alle vakgenoten, om nu ein delijk een weg tot eendracht te zoe ken, zou de oplossing van deze pro blemen kunnen brengen. „Laat het middel, dat ik u heb voorgesteld, niet zonder gebreken zijn geweest, het was tenminste eerlijk gemeend en ob jectief zakelijk gesteld", aldus spr., die een beroep deed op loyale samen werking, waarvoor een geest van dis cipline absoluut noodzakelijk werd geacht. Het voorstel Grootebroek. Aan de orde werd gesteld op ver zoek van de afdelingen Akersloot, Beverwijk, Bovenkarspel, Castricum, Egmond-Binnen, Heemskerk, Lutje broek, Noordwijk, Obdam, Ri.insburg, Texel en Uitgeest, het door de afde ling Grootebroek ineediende voorstel tot afschaffing van alle bestaande zgn. saneringsmaatregelen in het bloem bollenvak, met ingang van het plant- jaar 1947'48 en het aansluitende ex port-seizoen. Het voorstel was voorzien van de navolgende toelichting der afdeling: Na 14 jaar sanering is gebleken, dat het bloembollenvak door maatrege len niet gezond te maken is en wel om de navolgende feiten: 1. Beknot ting van de rechten van de vrije vak genoot; 2. Rampzalige vernietiging van de producten; 3. Willekeur bij de toeoassing van de maatregelen; 4. Volledige verambtenarizering van het vak, met een steeds grotere lawine van voorschriften: 5. Ontduiking in velerlei vormen; 6. Grote financiële lasten; 7. Bevordering van de teelt in het buitenland en verval van het vak. Ter vergadering rechtvaardigde de afdeling Grotebroek dit voorstel. Een der afgevaardigden merkte op, dat het ging, om de vakgenoten te behoe den voor de ondergang, daarom moet aan de maatregelen resoluut een eind worden gemaakt en dient men zich niet blind te staren op de vele plan nen. Hij wees vervolgens- op de trek van de Hollandse kwekers naar het buitenland en de vrees voor dum- pingspYiizen. De afdeling Uitgeest vond het jam mer, dat Min. Mansholt niet aanwe zig was. Zij achtte de maatregelen niet in het belang van de nationale cultuur. Het buitenland geniet .ervan. De afdeling Lxsserbroek bracht on der de aandacht, dat velen tegen de maatregelen zijn, omdat vele maat regelen verkeerd worden toegepast. De afdeling Grootebroek had gepro testeerd, nadat de beschrijvingsbrief was uitgebracht, omdat het standpunt, dat de anti-saneerders verwezenlijkt wilden zien, door het voorstel van het Hoofdbestuur inzake een referendum, zou worden aangetast. BEURSOVERZICHT Op de effectenbeurs te Amsterdam bestond gisteren een zwakke stem ming en vrijwel alle fondsensoorten waren aan aanbod onderhevig. Ver leden week kon vooral in de tweede helft reeds enig aanbod worden waar igenomen, waartegenover de vraag niet was opgewassen. Thans echter was de vraag geheel afwezig, en hoe wel het aanbod niet zo buitengewoon groot was, kwamen de hoofdkoersen op alle afdelingen toch lager te lig gen, terwijl verscheidene fondsen zelfs verscheidene punten beneden het slot van Vrijdag lagen. Ter beurze neemt men aan, dat de drang tot li quidatie op het ogenblik wordt uitge lokt door het vrij grote aantal nieuwe emissies, in verband waarmede een flink beroep op de kapitaalmarkt wordt gedaan, terwijl bovendien de boven de markt hangende uitgifte van de koninklijke petroleum maat schappij haar schaduwen vooruit werpt Prolongatie 2% procent. datie van het bedryfsschap, dat cor rupte handelingen pleegt De afdeling Friesland sprak zich uit voor het voorstel van het Hoofd bestuur, omdat men daar vertrouwen in heeft. De heer Lefeber zag de zaak door beide kanten te veel op de spits ge- dreven. De ene kant maakt gebruik van de vele feilen voor zijn propagan da, de andere durft de zaak niet he lemaal zuiver te stellen. Als men denkt, wanneer men voor het voor- stel-Grootebroek stemt, algehele be drijf s vrijheid te krijgen, ziet men dit verkeerd. In Lisse is men niet alleen voor behoud in Nederland, maar voor behoud van de bestaande bedrijven. Het voorstel werd daarop in stem ming gebracht en met 185 stemmen voor aangenomen. Tegen het voorstel werden 160 er# 6 blanco uitgebracht. Het voorstel van het Hoofdbestuur. Nadat de voorzitter het voorstel van het Hoofdbestuur, om een opinie onderzoek in te stellen naar de me ning der vakgenoten naar de vragen of ze voorstander zijn van het behoud van een su1 plusfonds, een bodem in de markt en afschaffing van het Bloembollensurplusfonds, had toege licht en velen in de gelegenheid had gesteld hierover hun mening te zeg gen, werd naar aanleiding van het eerder aangenomen voorstel-Groote- broek dit bestuursvoorstel met 157 stemmen voor en 183 tegen afgewim peld. De afdeling Grootebroek wenste nog een motie in stemming gebracht te zien, waarin, in verband met het aangenomen voorstel tot afschaffing der maatregelen, aan het Hoofdbe stuur verschillende opdrachten wer den voorgeschreven. Toen de voorzit ter echter' gewezen had op de ver strekkende gevolgen hiervan, werd na bespreking, besloten, deze motie op de agenda van de e.k. vergadering te plaatsen. De Raad der gemeente Leiden kwam gistermiddag in vergadering bijeen. SUBSIDIE BEWAARSCHOLEN. Aan de orde kwam het voorstel van B. en W. het raadsbesluit van 3 Februari 1947 in te trekken, waar bij een besluit van burgemeester de Ruyter van Steveninck inzake de subsidie aan biz. bewaarscholen on gedaan werd gemaakt. De heer Woudstra (Prot.) meent, dat de brief van Ged. Staten, waarin bezwaar gemaakt wordt tegen het raadsbesluit den ongemotiveerd ar gument inhoudt. De on-gesubsidieer- ce scholen worden in stand gehou den door de hoge bijdragen van de ouders, en ten koste van de uiterste bezuinigingen. Spr. ziet niet in, waarom B. en W. zich door deze brief genoopt achten te moeten voorstel len het raadsbesluit in te trekken. Spr. stelde voor, dat B. en W. met Gei. Staten over deze aangelegenheid in bespreking zul"en treden. Weth. Van Schailc zeide-, dat de af wijzing is gekomen van het departe ment van Binnenl. Zaken. Dit be sluit van 'het departement is in de vorm van een bezwaar door Ged. Staten aan ons medegedeeld De enige mogelijkheid voor ons is, een nieuwe regeling op te stellen, welke misschien meérdere ruimte zal ge ven. Leiic'en is een noodlijdende ge meente en h,eeft zich te houden aan de financiële beslissingen van hoge re instanties. Bij een bespreking is spr. geb'-eken, dat aan de genomen beslissing niet kan worden gewrikt. De heer Wilmer (K. V. P.) sloot zich aan bij het voorstel-Woudstra deze zaak te brengen in de commissie van onderwijs. Voor" het zelf-respect van de raad is het gewenst er stu die van te maken, of er niets anders is te doen dan de beslissing van de minister zonder meer te aanvaar den. De heer D. J. van Dijk (P. v. tl. A.) zag geen heil in uitstel. Weth. Van Schaik beval nogmaals aan het voorstel van B. en W. te aanvaarden, zy het onder protest. Het voorstel-Wcudstra werd ver worpen met 1917 st. (K. V. P. en Prot.) Zuiver ..links" tegen „rechts"' Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aangenomen. Voortgezet werd de behandeling van het vaststellen van een verorde ning, houdende reglement voor de Gemeentelijke Werkplaats. Er ont spon zich weer een gezellig dispuut tussen de raadsleden-juristen over de redactie van art. 2, met het g:- volg. dat art. 2 ongewijzigd gehand- halfd werd. De verordeinng werd daarna z. h st. vastgesteld. Door de heer van Dijk v. d. A ingediende amendementen waren na bestrijding door wethouder Menken ingetrokken. Aan de orde kwam daarna weer de aanvrage tot stichting van een kath. ambachtsschool. DE R. K. AMBACHTSSCHOOL. De minderheid van B. en W. Wethouder Menken (K. V. P.) zeide, dat overwegingen van sociaal- econcmiscche aard er de Raad toe mceten leiden, de stichting van een ambachtsschool nu noodzakelijk te verklaren. De minderheid van B. en W. wijst allereerst op het 'schreeu wend tekort aan geschoolde arbeiders en voorts op de industrialisatie van Nederland. Ook deze streek heeft daar deel in, mèt name de tuinbouw streken. De momentele toestand, het gebrek aan geschoolde arbeiders, vraagt een spoedige oploss:ng. Het arbeidsbureau Leiden en Omstreken telt maandelijks regelmatig 700 aan vragen naar geschoolde arbeiders. Verlos toch enze maatschappij en onze stad aldus spr van die greep ongeschoolden, idiie het be drijfsleven het laatste opneemt en het eerste uitstoot •Er dient propaganda gemaakt te worden voor het ambachtsonder wijs; in de hoogste klas dient te worden opgeleid vcor het volle leven. Het Gew. Arbeidsbureau is reeds in deze richting met succes werkzaam. De bestaande ambachtsschool kan geen nieuwe 'eerlingen meer aanne men. De school moest van 1930 tot 1937 afwij-zen 503 leerlingen, waarop de school met 50 pet. werd uitge breid. Doch in de laatste 7 jaren moesten aan de uitgebreid^ school 1058 candidaten worden afgewezen. Reeds lang heerste daarover bij hoofden van lagere scholen grote ontstemming. Een enquête heeft uitgewezen, dat 222 leerlingen aan kath. scholen zich dit voorjaar wensten cp te geven voor ambachtsonderwijs. Het bezoek aan de bestaande am bachtsschool zal niet verminderen. Overal waar ambachts-onderwijs wordt uitgebreid, worden er meer leerlingen aangelokt. Het onderwijs op bedrijven kan met ambachtson derwijs niet vergeleken worden; het is te veel „handgreep'-onderwxjs. Algemeen wordt in deze hoek van het land een grote industriële ont wikkeling verwacht, waarbij spr. ci teert uit het „Onderzoek naar de industriële - structuur van de stad L-iden". Spr. concludeert, dat de inwilliging van het verzoek niet an- Ik scheer me nog snel even extra glad met Philips „PHIUSHAVE" - zegt Staalbaard, als hij een belangrijke afspraak heeft. Alleen de steker in het stopcontact en terwijl ik rustig zitten blijf, vliegt mijn baard er af.- Laat Uw han delaar U eens demonstreren hoe makkelijk inderdaad het droogscheren STAALBAARD Oolc UVV baard vliegt eraf! ders beschouwd kan worden dan als een zaak van gezond beleid. Voor de jeugd van nu en in de toekomst wordt een daad gevraagd een daad die vakkennis en vakliefde zal bevorderen. De meerderheid van B. en W. Weth. Van Schaik (P. v. d. A.) had het gevoel gehad: de bestaande am bachtsschool met 600 leer ingen moet niet méér leerlingen gaan tellen Kennisname van c-e feiten brachten echter tot de conclusie, dat de tijd voor de stichting van een tweede ambachtsschool nog niet rijp is. Principieel had spr. tegen inwil liging van dit verzoek geen bezwa ren. Het gaat alleen om het bepalen van de urgentie van de stichting op zakelijke overwegingen. Onze am bachtsschool behoort tot een groep van middel-grootte, in vergelijking met de overige ambachtsscholen in ons land. Spr. wees er op, wat op zijn instiga tie is geschied om het vakonderwijs te beverderen. De eis van behoorlijk gevolgd onderwijs moet hoog blij ven. Daarom moet selectie worden toegepast. Gemiddeld 30 pet. is de 'aatste jaren afgewezen, hetgeen spr. niet exorbitant hoog noemie (Gymnasium 45 pet,, H B. S. 30 pet., H. B. S.-meisjes 29 pet.). Daarbij spelen na-oorlogse moei lijkheden een rol moeilijkheden welke ook doorwerken aan de uni versiteit. De eisen voor de toelating aan de Ambachtsschool zijn van zeer bescheiden aard, terwijl alleen wor den toegelaten zij, die het 7e leer jaar achter de rug hebben. Er heeft een examen p'aats en een psycholo gische test. Er worden er niet te veel afgewezen; er komen altijd nog te veel zwakke broertjes. In 1946 ver dwenen van de 426 tot de eerste klas se toegelaten leerlingen er 149. Spr. zag hier óók de invloed van de hoge Ionen voor jeugdige arbeiders. Daar bij heèït de afschaff'ng van het 8e leerjaar de animo voor het ambts- oniferwys doen afnemen. Men heeft goed praten: de overheid moet aan moedigen, maar het losser maken van de leer ver p'ichting is fataal. Er zijn veel zorgen in de gezinnen waar door de ouders vaak verontschuldigd zijn. Het aantal aanmeldingen voor cie ambachtsschool is in het afgelo pen jaar sterk verminderd over het gehele land. Deze daling zal, aldus spr., zich voorlopig zeker doorzetten Pas na 1945 is de in 1937 toegestane uitbreiding van de Leidse ambachts- school.effectief' geworden. Er zouden in 194o meer leerlingen kunnen ge plaatst zijn, als het geha'te der can didaten beter geweest was. De afgewe zen leerlingen werden aangeschre ven voor de textiel-school; ieder vak heeft zijn eigen eisen. Slechts 12 leer- 1 ingen hebben zich naar aanleiding van de circulaire opgegeven. Bij am- bachts- en textiel-schoöl te zamen zijn 200 open plaatsen. Het aantal Leidse leerlingen vermindert in ver houding tot het aantal buiten-leer lingen. In 1937 was de verhouding nog 32. Doch nu is het aantal bui- tenleerlingsn IK x zo groot a's het aantal stadsleerlingen. Daarom moet wel rekening gehouden worden met de scholen in Katwijk en Alphen. Leiden heeft niet het monopolie van onderwijs. Het aantal Kath. leerlingen op de ROMAN VAN CHARLES GARVICE Geautoriseerde vertaling door F. VAN VELSEN 39) „U heeft het hele werk niet, mijn heer Green," onderbrak hem Mount - joy. „Dat is ook zo," zei mijnheer Green maar wat wij er van hebben is gro ter dan we tot nu toe ooit hebben uitgevoerd. Ik zeg je dat, Norton, omdat het nodi gzal zijn er ons ge heel aan tegeven. Het werk is een onderdeel van een spoorlijn, die mijnheer Mountjoy ginds onder han den heeft. Er moeten 'ir paar brug gen gemaakt en gesteld worden, waarbij enige van respectabele span ning. Doch ik twijfel er niet aan of wij zullen het best klaarspelen als wij er zoals ik zei, ons geheel aan geven. Zou je niet gaan zitten Nor ton?" brak hij af, want Daan was natuurlijk blijven staan. Mijnheer Mountjoy stak z'n been uit en trok er een stoel mede naar zich toe, waarop Daan plaats nam. „Nu maak ik er geen geheim van," vervolgde mynheer Green, dat ik er niet zeker van ben, dat ik je voor dat werk zou uitgekozen hebben; maar mijnheer Mountjoy hij aar zelde glimlachend een ogenblik schijnt genegenheid voor je te heb ben opgevat en wil jou bij dat werk hebben." Daan zei niet: „Zeer vereerd, mijn heer Mountjoy," doch zei niets en dit zwij1-# deed beide mannen aange naam aan. „Natuurlijk ben je te jong en te onervaren, om de leiding van het werk te verkrijgen." vervolgde mijn heer Green. „Daarmede belasten enij Anderson; Jij bent de volgende in rang en draagt geen gering aandeel in de verantwoordelijkheid. Het is natuurlijk een hele promotie voor je. maar mijnheer Hountjoy en ik achten je bekwaam genoeg om je mannetje te stajn. „Ik heb hier het bestek en de te keningen hij legde z'n hand op enige rollen ten minste, als je het aanneemt. O" voegde hij er lachend bij, „Ik heb het belangrijk ste gedeelte van jouw standpunt be zien vergeten: het salaris. Mijn heer Mountjoy en ik hebben daar over gesproken en ik kan je 300 pond per jaar aanbieden; 300 pond voor hét eerste jaar, waarmede wij bedoelen dat wij aan het einde van het eerste jaar een verhoging in overweging kunnen nemen. Zo was het toch, niet waar mijnheer Mountjoy?" „U heeft het zeer juist uitgedrukt mijnheer Green. Ik ben hier niet op mijn eigen kantoor, maar misschien mag ik wel een paar woordjes spre ken." „Natuurlijk." „Nu dan, Norton," zei Mountjoy met z'n sigaar in de hoelc van z'n mond. „Je hebt zeker wel opgemerkt dat mijnheer Green sprak over ja ren; dat het een langdurig werk is, nietwaar?" „Ja, dat heb ik opgemerkt," ant woordde Daan. ,,'t Is niet te zeggen, hoe lang; dat hangt van veel omstandigheden af Je moet natuurlijk weten, dat dit werk geen gewoon karwei is; niet maar eenvoudig een gewone spoor lijn aanleggen en bruggen bouwen zoals hier in Engeland. Neen, mijn heer Norton, "t is heel wat anders. Hier bijvoorbeeld biedt iedereen je de behulpzame hand, maar ginds" maar daar" en hij keek zeer boos „doet iedereen het tegenover gestelde. En dat doen zij niet op een beleefde fatsoenlijke manier. Neen hoor. Soms moet je even hard vech ten als bouwen; kontom mijnheer Norton, je doet het verstandigst een revolver van de allerbeste soort mee te nemen als je gaat tenminste." „Misschien wil je er eens rustig over nadenken, Norton," stelde mijn heer Green ernstig voor. Daan bleef erige seo mden zwij gen, dan keel bi' op en zei op z'n gewone kolrr.e. manier „Neen, loc: ;et. d-v* u mynheer. Jk heb mijn b-.-iult al genomen. U: nee n uw aanbod aan, en ben u oei-, der» zeer verplicht." „Uitstekendzei mijnheer Green, „het doet mij genoegen, dat je be sloten hebt te gaan." „Van mij hetzelfde compliment," verklaarde mijnheer Mountjoy rustig Mijnheer Green reikte hem de grote rollen tekeningen over. Daan stond op en nam ze aan. Mijnheer Green zei: „Je zal niet veel tijd hebben om ze te bestude ren, Norton „Ik zal het onmiddelijk doen, mijn heer. Kunt u mij misschien zeggen, wanneer ik moet vertrekken?" „Morgenochtend," viel mijnheer Mountjoy kort en zakelijk in. Hij nam Daan Schern op, doch de jonge reus liet niets blijken van ver rassing en zijn gelaat drukte geen zweem van verwondering uit, wat ook zijn gevoelens mogen geweest zijn, doch hij antwoordde doodkalm: „Heel goed. mijnheer.'' „In orde!" zei Mountjoy op een Leidse school bedraagt 178. Gaan deze van de school weg, dan blijven er een 400 over. Stichten Alphen en Katwijk ambachtsscholen, dan nemen deze in de loop van enige jaren 150 leerlingen weg, zodat er voor de te genwoordige school overblijft een 300 leerlingen. De school is echter bere kend op 660 leerlingen, plus 150 voor de textielschool, wat tezamen een plaats voor 800 leerlingen geeft. Spr. ging uitvoerig in op industria lisatie en ambachtsonderwijs. 5/8 van de industrie-arbeiders heeft geen am bachtsonderwijs nodig. Bedrijfsonder- wijs is een surrogaat-opleiding, maar is toch meer dan „handgreep"-onder- v/ijs. Spr. las een brief voor van de Leidse Vereen, van Industriëlen, dat oprichting van een nieuwe ambachts school niet nodig wordt geacht. De feiten wijzen uit: nü geen tweede am bachtsschool. Als de situatie anders wordt, kan de urgentie aanwezig zijn; nu is dit niet het geval. REPLIEKEN. De heer Wilmer (K.V.P.) merkie op, dat van bijna alle zijden is ver klaard, dat men geen principiële be zwaren heeft tegen inwilliging van de aanvrage. Is dat zo, dan moet men zich ook genoodzaakt voelen voor ae- ze aanvrage te stemmen. De geest van de cnderwijs-pacificatie is, dat, wanneer een voldoend aantal ouders onderwijs voor hun kinderen ver langt in een bepaald milieu, aan dat verlangen wordt voldaan. Heeft men geen principiële bezwaren tegen be doeld beginsel, dan dient men voor het vef/oek te stemmen. Het is een novum van deze Raad, d.at men een dergelijke aanvrage bestrijdt met een beroet) op de voldoendheid van een bestaande school. Spr. wees echter nogmaak op de beslist onvoldoen.ie capacic^'t van de bestaande school nu q:i zeker in de toekomst. Ook de heer Woudstra is door htt betoog van de wethouder niet over tuigd. Wel heeft hij veel cijfers aan gevoerd, maar spr. weet, dat de be staande school te klein is. De heer v. Dijk (P.v d.A.) zeide, dat het cijfermateriaal van de heer Van Schaik zo overtuigend was, dat hij het niet nodig vond er nog op in te gaan. Spr. herhaalde, dat er geen principiële bezwaren bestaan, maar de urgentie van de stichting der school achtte spr. niet aanwezig op grond van de door de wethouder ge geven cijfers over de teruggang van het ambachtsonderwijs. De heer Knuttel (Comm.) noemt de argumenten van wethouder Men ken speculatief en op het gevoel afge stemd, de argumentatie van wethou der Van Schaik daarentegen goed- gedocumenteerd. Spr. ziet niet in, da+ het een democratisch recht is zich af scheiden, omdat men een omgeving van' leraren en leraren niet goed acht voor zijn kinderen, en daarbij een beroep te doen op de openbare geldmiddelen. Spr. wil niet zeggen, dat hij onder alle omstandigheden te gen stichting van deze school zou zyn. Want behalve principiële zijn er ook tactische overwegingen, geroep: Welk een openhartigheid! De heer Knuttel: we zijn princi- pieel-openhartig, al heeft het -zijn grenzen (gelach). De heer Knol (Prot.) zeide, dat by- na de gehele raad verklaard heeft principieel niet tegen het bijzonder onderwijs te zijn, maar toch is er eer» streven: hoe kunnen we van deze am bachtsschool af komen. Dat is een on aangename trek. De urgentie is voor spr. van nul of gener waarde, aan gezien een voldoend aantal ouders deze aanvrage heeft ingediend en dus volgens de wet recht heeft op deze school. De heer Vos (P. v. d- A.) wil de be staande school uitbreiden, nu hij ver nomen heeft, dat de Leidse school slechts van middelbare grootte is. Een grote school is misschien niet zo goea voor de vorming maar zij is goed koper, dan twee scholen, en daaróm verkieselijker. De heer Knetsch (Prot.) wees er op, dat het 8ste leerjaar mogelijk in 1950 wordt ingevoerd. De bestaande ambachtsschool zou dan te klein blij ken. De heer Van Oyen (K.V.P.) was het opgevallen, dat veler opinie is ge vraagd, maar niet van de arbeiders bonden in metaal-industrie en bouw vakken. Spr. bestreed verschillenüe punten, welke door de tegenstanders van de aanvrage waren aangevoerd.. De heer Riedel (P. v. d. A.) her haalde zijn financiële bezwaren. Spr. wees er op, dat alleen in de- drie gro te steden naar de confessies gediffe rentieerde ambachtsscholen zijn.. In het kath. Den Bosch is een algeme ne school, met gescheiden onderwijs voor de algemene ontwikkeling. Wethouder Menken blijft de ver toon, die bewees, dat hij blij was. „Je zal een uitrusting nodig hebben; daar zullen wij samen straks op uit gaan." Dan zwegen allen en Daan stond op. „Heeft u verder nog iets te zeg gen mijnheer?" vroeg hij. Mijnheer Green glimlachte en schudde ontkennend het hoofd. „Wij zullen er later nog wel over spre ken, Norton." Met de rollen onder z'n arm en de bestekken in z'n hand, gaf Daan een knikje tegen mijnheer Mountjoy en ging het kantoor uit, „Éen rasechte!" riep mijnheer Mountjoy. „Die jonge man is uit het goede hout gesneden. Ik zag het al in hem van het eerste ogenblik af, dat ik hem ontmoette en ik ver gis mij niet dikwijls. Knipte zelfs niet met z'n ogen toen je hem die overrompe'ende opdracht gaf! Hij zal zich niet onbetuigd laten. O ja, ik moet hem nog even met hem afspreken, om zyn uitrusting uit te zoeken; niet dat het er veelkop aan komt, want ik heb een en ander reeds besteld." „Is het waar?" riep mijnheer Green verrast. „Wel ja," antwoordde Mountjoy droogjes. ,„Ik zeg je, dat ik mijn man kende. Indien je hem had gezegd. onderstelling juist achten, dat het. groot aantal afwijzingen gevolg is van een gebrek aan plaatsruimte. Het momentele gebrek aan plaatsruimte staat voor spr. absoluut vast. Het stichtingsbestuur had zich gedacht eind 1948 te kunnen beginnen met het onderwijs. Wethouder Van Schaik verklaarde nogmaals geen voorstander to zijn van grote scholen. Een aantal leerlin gen van 600 vindt spr. welletjes. Vol gens de wet wordt gevraagd, of de oprichting urgent is. Op de urgentie, niet op de principiële vraag, heeft spr. zyn betoog opgebouwd. De vak bonden zijn niet, maar de standsor ganisaties wèl geraadpleegd. De kos ten van een nieuw op te richten school zouden 30.000 a 40.000 bedra gen. Het voorstel van de meerderheid van B. en W. werd aangenomen met 2116 stemmen; zodat de Raad het verzoek tot oprichting van een twee de, een R.K. ambachtsschool, af wijst. Tegen stemden de leden van de K V.P. en de Prot. partijen (behalve de heer Knetsch). Vóór de twee le den van de P. v. d. V., de leden van de P. v. d. A. en de Comm. INTERPELLATIE. Aan de orde was daarna de inter pellatie-A. van Dijk" (K.V.P.) betref fende openbare aanbesedingen door de gemeente, (Reeds in een der vo rige verslagen in haar geheel gepu bliceerd). Weth. Jongeleen beantwoordde thans punt voor punt de gestelde vragen, waaruit bleek, dat B. en W. wel gevoelen voor openbaar aanbe steden, behalve in die gevallen, waar in onderhands aanbesteden of gun ning de voorkeur verdient. De heer A. van Dijk (K.V.P.) zei de, dat hij er opnieuw opmerkzaam op had willen maken, dat een groep Leidse aannemers stelselmatig uitge sloten wordt bij inschrijvingen voor werken van de gemeente. Spr. achtte door de weth- niet weerlegd, dat dcor de gemeente schade zou zijn ge leden bij een van odeze onderhandse gunningen en ook geen antwoord te hebben gekregen op zijn vraag, of in de vervolge openbare aanbestedingen zullen worden gehouden. De heer Schüller (P. v. d. A.) her innerde er aan, dat de commissie van fabricage geadviseerd heeft in het vervolg de bedoelde aannemers voor dat éne feit niet meer uit te scna- kelen. De heer Van Dijk kan weten, waarom zij werden uitgesloten. Spr. meent, dat de heer Van Dijk zijn in terpellatie niet heeft ingediend om het gemeentebelang te dienen, maar uit propagandistisch oogpunt. De heer Van Dijk protesteert tegen deze uitlating. De heer Lombert (K.V.P.) ver maant de heer Schüller geen kwade trouw te veronderstellen. Met zijn opmerking aan de heer Van Dijk is hij er volslagen r.aast. De commissie van fabricage heeft geadviseerd de aannemers, die nog niet gezuiverd zijn, wederom toe te laten, omdat Rijk en provincie deze gedragslijn eveneens waren gaan volgen. Wethouder Jongeleen zeide, dat het hem speet in 't openbaar niets over de onderhandse aanbestedingen te mogen zeggen. Anders zou hij ax-gu- menten naar voren kunnen brengen, waardoor de raad volkomen over tuigd zou worden. Er kunnen zich omstandigheden voordoen, waarin de voorkeur moet worden gegeven aan onderhandse aanbesteding, vooral bij de toestanden, die er toen" wai'en). Het college kan daarom geen toezeg ging doen onder alle omstandigheden tot openbare aanbesteding te zullen overgaan. Spr. ontkent dat de ge meente schade zöu-hebben geleden. De heer A. van Dijk zette zijn be zwaren nogmaals uiteen. De interpel- latie werd hiermede als afgehandeld beschouwd. RONDVRAAG. Bij de rondvraag vestigde de heer Vos (P. v. d. V.) de aandacht op een wafelen-tent aan de Steenstraat (blijft tot eind November); op de eiectrificatie van de gasverlichting in de binnenstad (wordt langzaam aan doorgevoerd) en op een textiel- verstrekking aan personeel van de Lichtfabrieken (werd ook door weth. Van der Kwaak niet juist geacht, maar toch blij, dat dit personeel, évenals in particuliere bedrijven re gelmatig, nu ook eens iets kreeg). De heer Frowein (P. v. d. V.) informeer de naar een secretaresse van di'. Schwebel, die in Endegeest was op genomen (opname geschiedt op dok- trsverklaring, waarbij niet wordt ge let op politieke overtuiging aldus de voorz.). Hierna sluiting te kwart voor 7 uur. dat hij binnen twee uur moest vér- trekken, zou hij het even kalm op genomen hebben. Dat noem ik ras echt. Die jonge Hercules zal het ver bren gen; let, maar op mijn woorden; als ten minste die boeven in Grodo- vitch hem geen kogel door 't lijf jagen." Daan was die avond over tijd thuis, want mijnheer Mountjoy was hem aan de fabriek komen afhalen, om enige artikelen voor zijn uit rusting met hem, te kopen, waarbij zijn tegenwooi'digheid niet gemist kon worden. Niettegenstaande hij een kalm, verstandig jonmens was en bovendien begaafd met een buiten gewone tegenwoordigheid van geest en koelbloedigheid, was hij nu toch enigszins draaierig in z'n hoofd. Ten eerste was 't een onvoorziene ge beurtenis voor hem. die hem Dlotse- ling in een hogere positie plaatste en ten tweede had hij nooit de vaderlandse bodem verlaten; was zelfs nog nooit over het Kanaal ge- wees en nu opende zich voor hem een uitgestrekt veld van avonturen, met het Romantische van het onbe kende. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1947 | | pagina 2