Flitsen uit een zonnige „3 October"
Leidse Groenen vieren hun 3 Octoberfeest
ZATERDAG 4 OCTOBER 1947
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 3
rVE PESSIMISTEN zijn er dit jaar
sombere voorspellingen. Tijdens
beweerden zij, dat ook dit 3 October
water zou vallen. Volgens hen was h
reeds afbesteld en in plaats daarvan
ëngageerd, terwijl de historische opt
groep: Het bestuur van de 3 October
Chamberlain.
Reveille en
Koraalmuziek
Hoe geheel anders is echter de wer
kelijkheid geworden. In de vroege
morgenuren toen de mannen van
het Leids Politie Muziekgezelschap
zioh gereed maakte om programma
punt nummer 1 van deze feestdag te
gaan verzorgen verscheen aan de
oostelijke kim een vriendelijk maar
vastberaden zonnetje, dat ogenblik
kelijk aan het werk toog om de och
tendnevel, en alles 'wat aan nattig
heid herinnerde, weg te vagen. Tegen
zeven uur was er geen twijfel meer
moge ijk en toen de reveille vanaf
het stadibuisbalcon met als eerst* lied
het Wilhelmus over het plein weer
klonk, wisten zowel de heer B. Ver-
weed en zijn mannen als de nog wat
bibberige belangstellenden, dat het
een dag van zonneschijn zou worden.
Leiden was ontwaakt!
Overal langs de gevels zag men al
lengs meer de nationale driekleur
wapperen. De eerste kooplieden met
wandelstokken, luchtballons en toe
ters namen hun standplaatsen in. Het
tamboers en pijperscorps „Jubal"' was
inmiddels gearriveerd en begon zijn
muzikale wandeling door de stad.
De meeste mensen waren echter
rond acht uur samengestroomd in het
van de* Werffpark om de traditionele
koraal-muziek te beluisteren. De zan
gers en zangeressen met hun dirigent
Leo J. Mens hadden zich aan de voet
van het burgemeester v. d. Werff-
standbeeld opgesteld, waar zij met
medewerking van de Ohristelijke Mu-
ziekverenignig „Athalia" o.I.v. de
heer H. van der Veld hun liederen-
programma afwerkten.
De Taptoe
Ieder jaar gaan we met zekere ver
wachtingen naar de taptoe kijken;
ieder jaar valt het ons tegen dat er
zo weinig licht meegevoerd wordt
zo'n taptoe moest één zee van vuur
en licht zijn en ieder jaar staan
we verwonderd over de enorme
lengte van dit bewegelijke slangen
lijf, dat op de vooravond van 3 Oc
tober door Leidens straten sliert en
zich een weg baant door een dui
zendkoppige menigte, die zich reeds
een half uur voor het passeren der
stoet verdringt, om toch maar niet?
van dit schouwspel te missen. Zo was
het ook Donderdagavond.
Daar kwamen ze, voorafgegaan
door het muziekgezelschap „Werk-
mans Wilskracht", trokken de ontel
bare groepen aan ons oog voorbij.
Het bestuur der 3 October-vereni-
ging; de studenten, die met hun hoge
hoeden op even onverschillig wilden
kijken, als wanneer zij in een witte
regenjas liepen wat natuurlijk
niet lukte dan de gymnastiek
verenigingen, in hun rillig-koude
pakjes; Ka jotters, fier achter hun
grote vlag stappend; gidsen, groot en
klein, met kleurige lampions; de St
Franciscus-band, met hun originele
verlichte dassenhouders; een grote
groep van Victorie, in hun kleurige
uniformen; de zeeverkenners "van de
St. Paulusgroep, die hun 'boten had
den achtergelaten en nu een kranige
indruk maakten met hun onovertrof
fen band; de hockeyclub Siseo, met
hun sticks en padvinders van de
luchtvaartgroep, die trots hun zelf
vervaardigde zweefvliegtuigen mee
voerden.
En het bleef maar voortduren; dan
kwam er weer een muziekcorps en
daarachter weer onafzienbare rijen
van verkenners, korfballers, .gymnas
tiek-verenigingen en sportclubs.
Tienduizenden stonden kou te lij
den cm te zien hoe Leidens jeugd
acte de presence gaf, naar de jon
geren, die fier en zelfbewust, groot
en sterk door hun aantal, opmar
cheerden, zoals zij, laten we hopen,
ook later zullen opmarcheren, sterk
door hun fierheid, machtig door hun
grootte en overwinnaars door hun
enthousiasme. Wie de jeugd heeft,
heeft de toekomsh Leicer, heeft de
jeugd; of zij ook de toekomst hee
zal afhangen van die jeugd, of zij
evenals Donderdagavond, fier en
sterk, zelfbewust en dicht aaneeen,
tezamen die toekomst met hun en
thousiasme zullen overwinnen. De
taptoe was in ons oog een wapen
schouw en in dat opzicht heeft zij
ons bevredigd. Leidens jeugd trad
toch lelijk naast geweest met hun
een regenbuitje van de vorige week
feest letterlijk en figuurlijk in het
et Lunapark voor het Schuttersveld
'n Afrikaanse modder-balletgroep ge-
ocht zou zijn ingekrompen tot één
verenignig onder de parapluie van
Vermindering be
langstelling voor
haring en wittebrood
Lang voor het vastgestelde uur had
zich bij het Waaggebouw een rij ge
vormd van liefhebbers voor haring
en wittebrood. De belangstelling voor
het ontvangen van deze feestgave is
echter danig aan het tanen. Mogelijk
is de verbeterde voedselsituatie hier
aan niet vreemd. In ieder geval is het
verschil met het eerste jaar na de be
vrijding wel buitengewoon groot.
Werden er toen 6000 porties uitge
reikt, dit keer waren het er onge
veer 700. De voorz. van de 3 October-
vereniging de heer W. v. d. Laan,
bracht een bezoek aan Opoe Pardon,
die voor de vijftigste maal deelnam
aan de uitreiking. Zij ontving bij deze
gelegenheid naast de gewone feest
gave een prachtige taart.
Op het Waaghoofd werd een con
cert gehouden, aangeboden door de
Harmonie-Kapel „T. .en D" o.I.v. de
heer W. J. Smolders.
Om negen uur passeerde de mili
taire stoet van het Garnizoen Leiden
voorafgegaan door de Kon. Militaire
Kapel het Stadhuis. Tal van burgerlij
ke en militaire autoriteiten, waaron
der burgemeester F. H. van Kinschot
en de garnizoenscommandant van
Leiden, kolonel J. C. Spaich hadden
zich aldaar opgesteld. De stoet, welke
was samengesteld uit eenheden van
de Marine, Landmacht en Pro Patria,
stond onder bevel van Res. Majoor
C. E. M. Desohrevel. die optrad als
parade-commandaat.
In de Pieterskerk vond een plech
tige her. enking plaats, waarbij Ds. J.
Swynenburg voorging.
Natuurlijk waren ook de kinderen
niet vergeten. Op vier punten in de
stad werden poppenkastvertoningen
gegeven. De avonturen van Jan
Klaassen en Katrijntje, opgediend
door de heren L. Spier, L. M. M.
Driessen. B. A. en C. A. Dévilé, von
den bij de jeugdige toeschouwers een
warm onthaal.
De wielerwedstrijden
Een geheel nieuw en buitengewoon
goed geslaagd programmapunt, vorm
den de wedstrijden voor transport- en
bakfietsen op het Levendaal. Om half
negen richtte wethouder van Schaik
onder plechtige stilte het pistool he
melwaarts om het startsignaal te ge
ven. Zover is het echter niet geko
men, want de stilte had zich ook
meester gemaakt van dit vuurwapen,
dat hardnekkig weigerde een knal
voort te brengen. Een vlag bracht
hier de oplossing.
De eerste wedstrijd voor bakfietsen
op luchtbanden bracht niet de minste
spanning mee, wat de eerste plaats
betrof. Direct na de start trok M.
Riethoven er tussen uit en na iedere
ronde wist hij zijn voorsprong te ver-
groten. Hij werd dan ook onbedreigd
winnaar.
In de twee andere klassen was de
strijd om de eerste plaats groter,
vooral bij de transportfietsers, waar
J. v. d. Fits en K. v. d. Poel vlak ach
ter elkaar door de finish gingen. De
uitslagen, wij vermelden telkens de
eerste vijf, zijn als volg/t: Bakfietsen
op luchtbanden: 1. M. Riethoven. 2.
G. van Schagen, 3. M. Callen'berg, 4.
N. Dool. 5. P. Roelantse.
Bakfietsen met houten wielen: 1.
H. J. v. Dijk, 2. J. Preenen. 3. J. Gus-
senhoven, 4. N. Kooimans, 5. K. Abra
hams.
Transportfietsen: 1. J. v. d. Fits,
2. K. Poel, 3. M. Riethoven, 4. Th.
Schroder, J. Kastelein.
Burgemeester F. H. van Kinschot,
die ook hier van zijn belangstelling
blijk gaf, liet zich na afloop van de
wedstrijden met de overwinnaars fo
tograferen, gemoedelijk gezeten op
het randje van een bakfiets. Alle prij
zen bestonden uit geldbedragen met
uitzondering van een enkele medaille
voor een premierit. De jongste deel
nemer de 7-jarige Peter Vlasveld ont
ving een medaille en kreeg een hand
van de burgemeester.
Toch nog een
beetje nattigheid
Ondanks een strak blauwe lucht en
een sterke zon was deze dag toch niet
geheel zonder nattigheid. Het scheel
de maar weinig, of wij waren haar
vergeten. Haar naam staat nog wel
vermeld in het feestprogramma, maar
zij trekt de minste mensen. Bijna
iedereen gaat er gedachteloos voor
bij en vestigt iemand de aandacht op
haar, dan klink 't antwoord al gauw: j:
„Oh, dat ding!"
Gelukkig zijn we er nog even ge
weest. De fontein op de Vischmarkt!
Zoals ieder jaar stond de oude ge
trouwe ook nu in alle richtingen te
plassen. Wij hadden er het gezelschap
van een oud heertje dat beweerde:
„Bij fonteinen worden filosofen ge
boren".
„Waar zou u nou een regenboog
zoeken''? vroeg hij.
Natuurlijk wezen wij omhoog.
„Mis", lachte hert mannetje ver
heugd en wees in het water van de
Nieuwe Rijn.
En inderdaad zagen wij een regen
boog.
„Komt van de druppeltjes en de
zon", legde hij. uit.
DE OPTOCHT
We moeten een ding voorop stel
len: het valt niet mee om elk jaar
iets origineels te bedenken om in de
optocht uit te beelden, temeer daar
het beschikbare materiaal steeds
vrijwel hetzelfde is. We willen zeker
niet zeggen dat de optocht niet
mooi was, verre van dat, maar toch
zegt onze herinnering uit vroeger
jaren dat we ze wel eens mooier ge
zien hebben. Overigens was de or
ganisatie af en heeft alles een vlot
verloop gehad, wat zeker een grote
verdienste is voor de organiserende
vereniging, voor de optocht-commis
sie en haar onvermoeide en energie
ke voorzitter de heer B. de Koning.
De optochtcommissie had dit jaar
tot onderwerp gekozen „Tien eeu
wen historische klederdrachten"; men
zou het ook genoemd kurfnen heb
ben: toen eeuwen historie, want als
een film trok onze vaderlandse ge
schiedenis sedert 1100 aan ons voor
bij. Achter het gewone begin van
vlaggen, politie en autoriteiten in
open landauers, passeerden ons dè
kruistochtridders, met hun kolbak
ken, en keken zo stoer voor zich uit,
alsof zij op weg waren naar Jeruza
lem, om de H. plaats van de Moharrf-
medanen te bevrijden.
Dan volgde een jachtstoet van
Graaf Floris V en hoewel zonder
afgerichte valken, kon men zich toch
voorstellen dat zij op jacht gingen.
Overigens moest men wel ruim vafl
fantasie zijn om in de boerenknollen
der edelvrouwen, de hakkeneien te
zien, waarop de dames omstreeks
die tijd ter jacht plachten te gaan
Graaf Floris V reed heel broederlijk
tussen de andere graven in, hoewel
Gijsbrecht van Aemstel en Herman
van Woerden indertijd z'n geduchte
vijanden waren.
De hofstoet van Jacoba van Beie-
I ren was een lust voor het oog en
Jacoba keek heel wat vriendelijker
I dan bij haar werkelijke tocht naar
j Teylingen in 1434, toen ze, na ge
dwongen afstand van de troon, daar
Een wagen uit de historische optocht
naar toe ging om haar laatste le
vensjaren te slijten.
Een kleine groep vormde het
steekspel in de 15e eeuw met ridders
in hun glimmende harnassen en pa
ges die de lansen droegen voor hun
heer.
Ook Margaretha van Parma was
buitengewoon goed gemutst en kout
te vriendelijk met haar raden, dat
.zullen Granvelle c.e. wel geweest
zyn hoewel haar omgang met die
heren, in de jaren 15591567, niet
pltijd zo vriendelijk was, daar zij
meer als stroopop fungeerde in-
"plaats van de regerende landvoogdes
^.te zijn. Haar gevolg was met Spaan
se zwier uitgedost; de korte fluwe
len manteltjes en de veren op de
baretten, gaven de stoet een feeste
lijk aanzien. Tussen hen in reed on
ze vader des Vaderlands, Willem de
Zwijger; hij zal zich in het gevolg
tyan Margaretha, a's lid van de raad
jran State, zeker niet zo prettig ge
voeld hebben als in de volgende
groep.
Die volgende groep bestond uit
personen, die een voorname rol ge
speeld hebben bij het beleg van
Leiden en de stichting der acade
mie. Overigens hadden we van deze
groep meer verwacht, daar zij juist
de oorsprong van dit feest moesten
uitbeelden.
i Een afwisseling vormde de Niwin-
'wagen, waarnaast militairen liepen
te collecteren voor de jongens in
•Indië. Het was een sympathieke ge
dachte om feestend onze langenoten
overzee niet te vergeten.
Daarna kwam wel de mooiste
groep uit de optocht: de gouden
eeuw van Frederik Hendrik, de Ste
dedwinger, die beminne^k wuivend
naast z'n echtgenote Amalia van
Solms had plaats genomen in de
koets. Amalia van Solms begreep
haar rol en toonde zich een echte
„madame de Pompadour", wat zij
ook tijdens haar leven geweest is.
De weelderige inrichting van haar
Uitdeling van haring en wittebrood
De Burgemeester ontvangt de eerste haring op de 3 October uitdeling
„De Valk' in feesttooi
Leidens molen „De Valk" is weer
in ere hersteld en voor het eerst na
vele jaren verhief zij zich weer in
volle statie boven het feestgewoel,
staande op het bolwerk, waaraan Lei
den haar bëhoud enhaar 3 Oc-v
toberfeest te danken heeft.
Het gemeentebestuur meende c^it
feit, zowel letterlijk als figuurlijk, 'te
moeten belichten en daartoe klom
Donderdagavond om half tien burge
meester van Kinschot, gevolgd door
de wethouders en enkele andere ge
nodigden, langs de steile, smalle trap
pen naar de balie, om de feestver
lichting te ontsteken en de wieken
in beweging te brengen.
Een massaal „Ohklonk uit
die diepte omhoog, toen plotseling de
schijnwerpers hun luchtbundels
tezamen 20.000 watt op de mach
tige reus wierpen en haar in een
I sprookjes-achtige gloed zette. Dan
greep de burgemeester het vangtouw
en langzaam zetten de machtige wie
ken zich in beweging We stonden
recht onder het hart van de roeden
en, naar boven kijkend, leek het als
of de wieken recht op ons afkwamen
om -ons met een ontzettende klap in
de diepte te slingeren, doch zij gin
gen rustig langs ons heen en ver
volgden hun weg in het nachtelijk
duister.
Van hieraf bezien bood het feest
terrein een feeërieke aanblik het
was een kokende lichtzee, waaruit
het doffe geroezemoes, vermengd met
het helle geluid van bellen, het ge-
sdhetter van loudspeakers en het ge-
tjingel van orgels, omhoog steeg. Be
neden ons bewoog zich een kronke
lende worm van mensenhoofden, die
voetje voor voetje voortschuifelden
om de ingang te bereiken en opgeno
men te worden in het bonte gewemel
van feestende burgers!
Nu 'beving ook ons de 3 October-
sfeer en daarom daalden we neer van
onze hoge uitkijkpost, om ons onder
te dompelen in de deinende massa
paleis en haar charmante manier
om gasten te ontvangen, lokten vele
Europese vorsten voor een kort va-
cantieverblijf naar Den Haag Bij
zonder fraai was ook de voorstelling
van de Muider Kiring, waar de bloem
van onze letterkunde aanwezig was:
Vondel Hooft, Maria Tesselschade en
Roemer Visser, die duidelijk lieten
zien hoe het er vroeger in het slot
Muiden aan toe ging, d. w. z. erg
vrolijk.
De gouden koets was ditmaal toe
bedacht aan Willem III, onze stad
houder, die het zelfs tot koning van
Engeland geschopt heeft Aan zijn
zijde zat een beminnelijke Maria
Stuart en het geheel werd omgeven
door een keur van graven en vor
sten, allen getooid met prachtige
pruiken.
Een vrolijke noot vormde de brui
loft van Kloris en Roosje, een groep
waarbij prachtige oude boerenwa
gens te bewonderen waren. Wie zou
bij de groep van Lodewijk Napo
leon er aan gedacht heben dat die
man voor Leiden een goede oude
bekende was? De geschiedenisboe
ken mogen er van zeggen wat zij
willen, maar in Leiden niets dan
goeds van onze Franse koning! Op
het voetstuk van het beeld van de
H. Lodewijk in de kerk aan de
Steenschuur kan men lezen; „Aan
den milddadigen koning den heili
gen Lodewijk".
De twee laatste groepen stelden
voor de manlijke en vrouwelijke
studenten, in de tijd van de oprich
ting der corpsen; twee vrolijijke
groepen, die veel hilariteit verwek
ten.
Ondanks de enorme dukte in de
stad had alles toch een vlot verloop,
wat zeker niet op de laatste plaats te
wijten is aan de correcte gedragin
gen van het publiek, dat vrijwel
steeds op de trottoirs bleef staan. Het
is wel eens anders geweest!
Het Lunapark
Met blauw-getrapte tenen stonden
we eindelijk temidden van het feest
gewoel op het Schuttersveld en eerst
nog even onwennig, na die stilte op
de molen, lieten we ons opnemen in
de massa.
Om ons van kou verstijf lichaam
enige warmte te geven, richtten we
eerst onze schreden naar de oliebol-
lenkraam; 11 voor een gulden, 't is
voor niets! Toen even een ritje ma
ken met de zweefmolen; een lucht
reis voor een kwartje mag je nooit
voorbij laten gaan.
Maar we zochten sensatie en lie
ten ons daarom overreden door een
heer in smoking, die ons uitnodigde
Daphne Diana, het Griekse wonder-
meisje te gaan aanschouwen. „Komt
dat zien, komt dat zien, zij is de enige
vrouw ter wereld, die haar geraamte
tonen kan; het vlees valt van haar
beenderen en verdwijnt als sneeuw
voor de zort".
Toen werd het toch weer tijd voor
wat lekkers; we kozen een oublie,
alweer voor slechts een kwartje, en
we likten ons de room van de vin
gers. Maar je kunt niet stil blijven
staan; de avond is zo voorbij en dus
moesten we verder.
Het bezichtigen van gedresseerde
mensenvlooien is iets wat men abso
luut niet mag missen en wat is ten
slotte een kwartje? Het was toch wel
een beetje griezelig en om weer op
verhaal te komen was de beste op
lossing een trosje druiven. Geld
moet rollen, nietwaar?
„Je bent een kerel, of je bent het
niet". Dat lieten we ons niet zeggen;
wreven onze handen en grepen de
zware hamer om de kop van jut te
verpletteren. Dof klonken de moker
slagen op het afgestompte hout en
een knal boven ons hoofd bewees
dat onze biceps in prima conditie ver
keerden Maar daar wordt een mens
warm van en wat smaakt dan beter
dan een glaasje bier? Tenslotte kun
je voor twee kwartjes geen dorst lij
den!
Wie niet in een auto'tje 'gereden
heeft, is niet naar de kermis geweest
en daarom vochten we ons een plaats
je in een der hei-gekleurde wagen
tjes Expres tegen een andere wagen
oprijden en dat zonder een 'bekeu
ring van d'e politie, mensen, mensen,
wat een pret!
Hè, wat is dat? Patattes frites? Ja
wel hoor, een jonge dame smulde
heerlijk van die goud-bruin gebak
ken steeltjes En wie kijkt er op zo'n
dag naar een gulden? Maar daar
krijgt men dorst van! Geen nood, een
flesje limonade biedt uitkomst en wie
beteuterd naar het restje in z'n por-
temonnaie kijkt, is een kniesoor!
Het was al twaalf uur, maar wie
gaat er nu naar bed, terwijl er zoveel
te beleven is? Je kunt toch niet met
goed fatsoen naar huis gaan, zonder
even in de rups gezeten te hebben.
Stel je voor.
Plotseling liepen we bijna tegen
een oude bedelaar op; laten we nu
alsjeblieft met deze vreugde niet aan
al die onprettige dingen denken.
„Hier heb je een dubbeltje". We gin
gen weer verdier.
En dan die poffertjeskraam. Dat
heerlijk, kleffe spul wordt toch niet
gebakken voor de vogels? Dat is
voor ons, speciaal voor ons. Vooruit,
naar binnen. „Mag ik een dubbele
portie van u?"
Natuurlijk ook nog even in de
draaimolen, dat kost maar een
kwartje. Vooruit, daar ging ie. Mu
ziek schetterde boven het lawaai uit,
onze haren flapperden in de wind en
met een zucht van spijt, dat het zo
gauw afgelopen was, stapten we
weer uit.
Een hartig hapje zou wel smaken.
Een croquet je van zeven stuivers her
stelde weer het evenwicht in onze
met zoetigheden beladen magen.
Toen werd het toch tijd om op te
stappen, maar eerst nog even. een
zuurstok kopen. „Of het er een van
een gulden mag zijn?" Welja, waarom
niet Met vijftig gulden kun je op 3
October heel wat doen!
Langs de verlichte etalages liepen
we naar huis. In onze oren klonk nog
het deuntje uit de variëté-tent „Chee
rio, chelrio, cheerio, en overal pas
seerden we vrolijke en uitgelaten
groepjes, getooid met feesbmutsen en
toeters
Er was er een, die zich stilhield!
en fijntjes lachte; de fiscus wreef
vergenoegd in z'n handen.
Cabaret in de
Gehoorzaal
Voor hen, die na zo'n drukke dag
even uit wilden blazen, organiseerde
de 3 October-vereniging een cabaret
avond in de grote Stadszaal, waar het
variëté Faveur-Wagner hun nieuwe
revue „Zo uit de lucht" presenteer
den.
Voor zover wij het konden bekijken
vanuit onze hoek we zouden in het
vervolg wel graag een plaats willen
hebben, van waaruit we op het to
neel konden kyken is het gezel
schap er wel in geslaagd het publiek
enkele uren te vermaken, hoewel de
Agent mogen we even
naar binnen? We willen
een paar vriendjes bezoe
ken. die hier wonen". De
agent, die voor het politie
bureau Buitenhof in Den
Haag op wacht stond,
werd op jeeps en agenten
..gevuurd" en al spoedig
hing een zware walm van
kruitdamp en benzinerook
onder de oude bomen van
het buitenhof.
oorzaak van deze
gromde de twee studenti- strijd was, zoals ieder jaar,
koze „bezoekers" iets toe het feit, dat de Leidse groe-
dat niet wel neer te schrij
ven is, doch overduidelijk:
„Wilt u maar weg gaan?'1
betekende. Hij aaide ver
dacht vriendelijk zijn gum
mistok. Toen begrepen de
bezoekers wel, dat zij niet
welkom waren en wandel
den maar weg. De vriend
jes, die in het politiebu
reau „woonden" waren 43
studenten uit Leiden en
Delft, slachtoffers van de
traditionele veldslag, die
elk jaar op drie October
in Den Haag tussen Delft-
se en Leidse groenen wordt
gehouden.
Om tien over zeven in de
avond knalde op het Bui
tenhof het eerste „schot",
hoewel alleen het Leidse
leger nog maar aanwezig
was. De Delftenaren arri
veerden eerst tegen acht
uur per extra tram. Des-
neittegenstaande werden
toen reeds manoeuvres ge
houden, waarbij vele „rot
jes" „gillende keukenmei
den" en „rookbommen"'
nen op 3 October niet in
hun stad mogen blijven.
Zij gaan dan naar de Resi
dentie, doch zulks is niet
naar de zin van de Delfte
naren, die Den Haag nu
eenmaal als een voorstad
van Delft beschouwen. De
meest geliefde plaats om
dienaren, waarbij natuur
lijk een gummiknuppel wel
eens een buil of blauwe
plek achterlaat. Het doel
van de agenten is de vuur-
werkkanoniers, die op he
terdaad worden betrapt
op te brengen. Indien nu
alleen maar de 300 a 350
groenen bezig waren, dan
zou het spel gauw uit zijn,
maar er komen meestal
nogal wat supporters voor
namelijk tweede jaars stu
denten mee, die het vuur
tje helpen aanwakkeren.
Naar schatting hadden de
beide universiteiten een
De „traditionele veldslag" met hun
Delftse collega's
dit geschil uit te veohten
is de Haagse Passage doch
de politie was dit jaar wel
zo slim om deze en het
warnet van straatjes er
omheen reeds om zes uur
af te sluiten, aangezien
iedere gebroken winkel
ruit er een te veel is. Het
centrum van het gevecht
lag dan deze avond op het
Buitenhof. Het is er heet
toegegaan.
Wanneer de poltie de
vurig ontploften. De poli- agenten hebben allemaal
aanaienlij'k verfomfaaide
staat, na heftige strijd
weer verloren gegaan. Een
agent was, bij een sprong
uit een jeep, op zijn mond
gevallen, waardoor een
aantal tanden los kwam te
staan.
Bij deze stand van zaken
werd de „vrede in het po
litiebureau" getekend met
handschudden en de plech
tige belofte, dat het nu
weer een jaar lang rustig
zal zijn. Inmiddels waren
enkele duizenden op het
Buitenhof samengestroomd
Toen de „gevangenen/'
langs een erewacht van
agenten werden losgelaten,
steeg een daverend io vi
vat op.
„W-ij hebben gewonnen",
zei een Leidenaar. „Waar
om hebben we anders ook
een kruitfabriek". „Het
zal wel", was het commen
taar van een agent. „Een
geluk, dat de mijnoprui-
mingsdienst ook in Leiden
zit".
Blijkbaar hongerig en
kleine 1400 man op de been
gebracht.
Senatoren van studen
tenverenigingen, die als
arbiters moeten optreden,
verschijnen met hoge hoe
den op het slagveld. Dit dorstig na de verwoede
bescherming van de strijd trokken Delft en Lei-
tie, ruim dertig man sterk,
rukte met jeeps en gummi
stokken uit om de orde te
herstellen en toen was de
gewenste wan-orde pas
goed aan de gang. Hevig
groot plezier in dit spelle
tje uitrukt, dan is de
studen tent wist natuurlijk
vergeten. Gezamelijk ke
ren de kaalhoofdige jonge
lui zich tegen Hermandad's
edelachtbare hoofden te
gen gummistokken. Dit
jaar „namen" de groenen
zulks niet. Om tien over ze
ven werd voor het eerst
gevuurd en vijf minuten
later waren alle hoge hoe
den plat als pannekoeken.
De strijd duurde met wis
selend succes tot negen uur
Twee inspecteurspetten
waren toen door de stu
denten veroverd, doch in
den naar huis of de stad in.
In de Wagenstraat bleef
het nog enige tij'd rumoe
rig in café's en cafetaria's.
Men scheen het ontbreken
van terrasjes voor deze in
richtingen op deze zachte
najaarsavond een incon
venient te vinden. Menig
café-meubel werd op straat
gezet doch ernstige ongere
geldheden kwamen niet
voor.