ÏMÊÊ
Het „schriftelijk onderwijs'
Debat over regeringsverklaring
"Kunstschatten uit Wenen«
JCcvceC 3iwioh iaa%dt OWa&ident
ft
ry .j
ZATERDAG 12 IULI 1947
DE LEIDSE COURANT
PAGfNA 3
Waar kunnen
wij terecht?
Er is meer behoefte in Nederland,
en in de gehele wereld, aan goede
ambachtslieden dan aan half-intellec-
tuelen. Wie een vak tot in al zijn
fijnheden onder de knie heeft, kan
ervan verzekerd zijn, dat alle landen
voor hem open staan en hij allerwe-
ge een rijk-belegde boterham kan
verdienen. Zijn kostje is gekocht
iets wat niet gezegd kan worden van
een jongeman, die een Mulo- of H.B.
S.-diploma in zijn zak heeft. Men
moet natuurlijk aanleg hebben voor
dit of dat ambacht. Iemand, wiens
handen verkeerd staan, doet beter
zijn handen thuis te houden. Maar
een jongeman met een gezond stel
hersens, die zin of aanleg heeft voor
het doet er niet toe welk ambacht,
maakt een vrij wat beter kans op een
flinke plaats in de samenleving, dan
de drommen scholieren, die de H.B.
S.-en en Mulo-scholen over-bevolken.
Op dit tijdstip, nu de grote vacanties
beginnen, en vele jongelui op een
tweesprong staan, welke richting hun
leven gaat nemen, is het zeker niet
ondienstig in hun eigen belang erop
te wijzen, dat in de techniek de mu
ziek der toekomst zit en in een am
bacht de naaste weg naar succes.
Deze lofprijzing op het handwerk
moge al een uiterst vreemde inleiding
zijn tot een lofprijzing van het gees-
tes-werk, dat door het Nederlands
Schriftelijk Studie-centrum wordt
aangemoedigd we zijn er niette
min van overtuigd, dat de leiders en
leraren van dit aanbevelenswaardig
instituut onze zienswijze eensgezind
delen. Het Studie-centrum is juist
een soort verevenings-instelling. om
als een jongeman bij zijn beroeps
keuze vaak noodgedwongen een ver
keerde richting is ingeslagen hem
langs een zijpad weer op de baan
naar de baan, die hem in 't bizonder
ligt, te brengen.
Er slenteren massa's jongelui naai
de scholen voor middelbaar onder
wijs, die niet geschikt zijn voor stu
die en er ook geen zin hebben. Van
de andere kant zijn er massa's jon
gelingen die, door de geringe wel
stand van hun ouders of door een ze
kere sleur van hun omgeving, in een
vak belanden, terwijl zij *een uitge
sproken „knobbel" hebben voor stu
die. Er zijn ook anderen, die om ver
schillende redenen, hun studie opge
ven b.v aan de seminaria en
toch een gelegenheid zoeken om deze
tot een erkend diploma te voltooien.
Voor al dezulken is het Ned. Schrif
telijk Studie-centrum een uitkomst.
Het woord uitkomst is veelzeggend.
Schriftelijk onderwijs is en blijft een
nood-oplossing, want er gaat niets
boven het mondeling onderricht
waarbij de leraar direct contact heeft
en meeleeft met de leerling, en om
gekeerd. De bezwaren tegen schrifte
lijk onderwijs zijn groot, maar. al die
bezwaren ten spijt, zijn de resultaten
ervan dikwijls verbluffend goed. En
die zijn ook wel te verklaren. Een
jongeman, die bij een schriftelijke
cursus inschrijft, heeft meestal iets
in zijn bol, dat hij met alle geweld
wil bereiken. Hij zal koste wat het
kost doorzetten een stemming, die
bij de rijpere schooljeugd niet zo heel
vaak wordt aangetroffen! en hij
zal bovendien genoopt zijn (omdat
hij slechts schriftelijke vragen kan
doen) zich bizonder in te spannen om
de leerstof te doordringen en niet aan
de oppervlakte te blijven hangen. De
zelfwerkzaamheid wordt hier veel
sterker bevorderd dan bij het monde
ling onderwijs.
Er ontbreekt bij schriftelijk onder
wijs de zorg, geen flater te slaan óf
geen „dauw" te krijgen. Maar wie
een cursus aan het Nederl. Schrifte
lijk Studie-centrum volgt, krijgt toch,
als hij zijn best niet doet, een beleef -
dé brandbrief thuis, want de vorde
ringen der leerlingen worden er
hoofd voor hoofd nauwkeurig nage
gaan.
Wanneer wij een Schriftelijke cur
sus wilden volgen, zouden we geen
ogenblik twijfelen aan welk instituut
we gingen studeren. Het moest en
zou het Nederlands Schriftelijk Stu
diecentrum van de Paters Augustij
nen zijn, wegens de grote voordelen.
Eén ervan hebben we reeds genoemd:
het toezicht, dat op de leerlingen
wordt uitgeoefend. Een andei is, dat,
vóór men tot een cursus wordt toe
gelaten, er beoordeeld wordt, of men
bij machte is. gelet op de stand van'
ieders ontwikkeling, een bepaalde
cursus met vooruitzicht op succes te
volgen. Het is de enige en uitsluiten
de bedoeling van dit Studiecentrum
iemand vooruit-te-helpen, niet om
winst te maken. Moet of wil een leer
ling de cursus staken, dan kan hij er
iedere maand van af en is hij niet,
zoals bij ander schriftelijk onderwijs,
VRAGEN.
1. Wanneer is de tegenwoordi
ge Paus Pius XII tot Paus
gekozen?
2. Wat is een campanile?
3. Wat is B. O. O. M?
4. Wat betekent „tolerantie"?
5. Wat is een triptiek?
6. Welke religieuze orden wor
den aangeduid door de let
ters O.C. en O.C.R.?
7. Van wie is de opera Pal
jas"?
8- Weet u, wie de vertegen
woordiger van de Neder
landse Bisschoppen bij de
Paus is?
9. Wie schreef het boek „Gul
livers Reizen?
10. Wat is een enquête?
Antwoorden in ons nummer van
Maandag a.s.
aan de betaling van het volledig cur
sus-geld gebonden. En dan is er het
contact met de geheele school dat
gelegd wordt door een eigen „mede
delingenblad" en met de leraren,
dat onderhouden wordt door week
ends op de zetel van het Instituut in
Culemborg, waar de leerlingen in
pension kunnen komen en met him
leraren mondeling overleg kunnen
plegen. (Er zijn ruim honderd docen
ten aan het Studiecentrum verbon
den!).
Munt het Studiecentrum dus in ve
le opzichten uit en heeft het om zijn
gedegen opzet en streng-weten-
schappelijk toezicht (alleen „bevoeg
de" leraren) de grootste lof van de
Inspectie op het Schriftelijk Onder
wijs verworven, het voornaamste is
daarbij toch, dat het Katholiek is, zo
dat de leerling er zich veilig aan kan
overgeven.
Het is niet mogelijk het leerpro
gramma te publiceren, omdat het veel
te uitgebreid is en zich nog steeds
meer uitbreidt (ook Maleis, Spaans,
Portugees en Russisch zijn in voor
bereiding). De cursussen variëren
vanaf het Middenstandsdiploma tot
theologie en filosofie. Wie lust tot
studie heeft en op schriftelijk onder
wijs is aangewezen, vrage inlichtin
gen bij .het „Nederlands Schriftelijk
Studiecentrum", Ridderstraat 42, Cu
lemborg. Hij wordt daar wel op weg
geholpen!
Een nieuwe nooddrijf installatie
voor helicopters, welke van groot be
lang is bij de reddingsoperaties op
zee. Rond elk der landings wielen zijn
ballonvormige rubber zakken aange
bracht, welke door de piloot met ge
comprimeerd gas kunnen worden ge
vuld. Aldus ontstaan pontons met
een voldoende drijfvermogen, om
het toestel op het water of moeras
gronden te houden. Een helicopter,
uitgerust met de nieuwe drijfinstal-
latie in de lucht.
De heer Palar (P. v. d. A.) ver
klaart, dat hij wenst te zoeken naar
wat verbindt. Hij merkt op, dat Indo
nesië militair de mindere is( maar
het land bezit potentiële mogelijkhe
den, die het sterker kunnen maken
dan Nederland. In die omstandighe
den kan niemand zich laten -dwin
gen tot duurzame vrijwillige samen
werking. Onjuist acht spr. bedrei
ging met militair geweld, als nog
niet over arbitrage gesproken is. Er
is verschil in interpretatie van Ling-
gadjati. Nederland ging uit van rech
ten zo men wil verplichtingen ten
opzichte van Indonesië; Indonesië
gaat uit van het zelfbeschikkings
recht. Beide interpretaties dekken el
kaar niet.
Spr. merkt o.m. op, dat bedacht
moet worden, dat tijdens de onder
handelingen troepentransporten uit
Nederland aankwamen. Na de on
dertekening voelde men dat als een
bedreiging.
De vraag ryst, waarom welbewust
do etappe van arbitrage is overgesla
gen. De republiek vraagt enkele ar
bitrage bij verschil van interpreta
tie.
De poging om betrekkingen met
andere landen aan te knopen is uit
sluitend een gevolg van de bedrei
ging door de Nederlandse troepen
macht.
Ten aanzien der gendarmerie zou
het naar sprekers mening gewenst
zijn, dat de Nederlandse en republi
keinse regering elkaar zouden vin
den bij het zoeken naar wat ver
bindt. Spr. meent, dat duurzame sa
menwerking nog mogelijk zal zijn,
maar daarvoor moet men de Indone
siërs winnen. Daartoe zal nodig zijn
vermindering der troepen, zodanig,
dat ze geen bedreiging vormen.
Voorts zal nodig zijn, dat bepaalde
taken in handen worden gegeven
van progressieve Nederlanders.
Prof. Romrae ziet nog geen wezenlijke
opklaring.
Na de pauze komt de heer Romme
(K.V.P.) aan het woord. Hij merkt
op, dat hij er zich van bewust is, dat
de omstandigheden, waaronder dit
debat plaats heeft, er toe nopen, dat
degenen, die er aan deelnemen, be
paalde beperkingen in acht nemen.
Er kan z.i. niet gesproken worden
van een opklaring, van een wezen
lijke ontspanning.
Z.i. wordt in de regeringsverkla
ring terecht gesproken van onze uit
eindelijke verantwoordelijkheid in de
verdere overgangstijd voor orde en
rust overal in Indonesië.
Met de regering is spr. er zich van
bewust, dat de toestand ernstig is,
hoewel deze door de verwijdering der
republiek van de Linggadjati-basis
een maand geleden ernstiger was
Het trieste feit, dat de werkelijk
heid ons gebracht heeft, is dit, dat de
republiek poogt onder Linggadjati
uit te komen.
Voor de handhaving van Linggadja
ti als overeenkomst zijn twee par
tijen nodig, maar het Linggadjati als
staatkundig beginselprogram laten wij
ons niet afnemen. Op het grondvlak
van de verwezenlijking der Konink
lijke rede blijven wij staan. Neder
land en de volkeren van Indonesië
kunnen er ten volle op vertrouwen,
dat het Katholieke volksdeel zich
daaraan houdt. De regering kon aan
stonds gebruik maken van haar
recht tot het hernemen van haar
vrijheid en terugvallen op haar eigen
verantwoordelijkheid. Zij kon ook
lankmoedigheid betrachten. Dat de
regering in beginsel gekozen heeft
tot het laatste acht spr. juist, vooral
omdat het doel der Nederlands Indo
nesische politiek niet is, de staatkun
dige band nog voor een mensenleef
tijd of korter, aan te houden, maar
om een nieuwe duurzame staatkun
dige band te smeden, en de vreed
zame opbouw daartoe verre de voor
keur verdient boven een waaraan
wapengeweld te pas komt.
(Bovenstaande is reeds geplaatst in
een gedeelte onzer vorige oplaag).
De heer Romme (K.V.P.) heeft er
geen bezwaar tegen als de regering
aan de republiek zou willen doen we
ten, dat de volksvertegenwoordiging
't standpunt der regering aanvaardt.
Dat standpunt omschrijft spreker on
geveer aldus:
1. de periode van onderhandelen
over het 27 Mei-plan is afgesloten en
wordt niet heropend;
2. de wezenlijke inhoud van het 27
Mei-plan behoort onverkort te wor
den aanvaard en doorgevoerd;
3. tot de inhoud behoort ook het
deugdelijk machtsmiddel dat de Ned.
souvereine regering tot haar beschik
king moet hebben om haar verant
woordelijkheid te kunnen dragen en
4. de instelling van de federale raad
en de lagere organen zal geschieden
na erkenning en nadat gebleken is
van de openbare daden, in de rege
ringsverklaring gemeld.
Dan moet het naar sprekers me
ning uit zijn; de lankmoedigheid zou
anders in het tegendeel verkeren.
Alle bij de Nederlands-Indonesische
Unie betrokkenen tezamen zullen
hebben uit te maken wat op de grond
slag van Linggadjati geacht moet
worden tot het Unie-terrein te beho
ren.
Tenslotte vraagt de heer Romme
of de rijksconferentie of althans de
ronde-tafel-conferentie spoedig kan
worden tegemoet gezien.
Na de heer De Groot (C.P.N.), die
ook nu weer zinspeelde op de relaties
van de Nederlandse arbeiders, wan
neer de regering een politiek zou
voeren als zij zich in de laatste we
ken voorstelde, voerde de heer Tila-
nus (C.H.) het woord. Spr. merkt op,
dat de taak van de Commissie-Gene
raal is afgelopen. Wordt het geen tijd,
deze instelling op te heffen? Wan
neer wij het historisch overzicht van
de regering overzien, dan moeten wij
erkennen, dat onze tegenstanders be
schikken over scherpzinnigheid.
Evenals prof. Romme vestigt de heer
Tilanus met nadruk de aandacht op
de Nederlands-Indonesische Unie. Is
er, zo vraagt hij, al iets gedaan aan
de voorbereiding? Het antwoord van
de Republiek is tot nog toe onbevre
digend. Men zal dan moeten doortas
ten en goed. Dit is geen oorlog,
maar handhaving van de orde, waar
toe de regering uit hoofde van haar
verantwoordelijkheid verplicht is. De
regering is wel zeer lankmoedig ge
weest. Maar in een ziekteproces moet
ten slotte ingegrepen worden, kort en
krachtig. Het buitenland heeft ten
slotte een beter inzicht gekregen in
de situatie.
De heer Schouten (A.R.) betoogde
in den brede, dat het gezag der Re
publiek over Java, Sumatra en Ma-
doera, dat Nederland de facto erkend
heeft .feitelijk geen gezag is maar
een fictie. De Republiek heeft nog
niet één reden tot tevredenheid ge
geven, niet naar buiten en hoogst
waarschijnlijk evenmin naar binnen.
Zij is onwillig en onmachtig, aldus
de Anti-Révolutionrfaire leider, om
orde te scheppen. Dus kunnen wij
met deze, let wel: deze Republiek,
niet verder gaan.
De heer Logemann (Arb.) ver
klaart het niet op alle punten met de
heer Palar eens te zijn. Hij erkent dat
de toestanden in de Republiek on
houdbaar zijn, maar constateert met
vreugde dat de kans op wapengeweld
is verhinderd en hij heeft waardering
voor de bijdragen daartoe door de Re
publiek geleverd. Spreker betreurt,
dat in de regeringsverklaring van die
vreugde en waardering nog zo wei
nig gebleken is.
De Republiek is al met haar goede
daden aangevangen. De gouverneurs 'ces.
HYPOTHEKEN
en voor alle andere zaken
op het gebied van on
roerende goederen
Bouw-en Makelaarsbedrijf
v.d. Drift
zijn ontslagen, de buitenlandse mis
sie is teruggeroepen. Daarom is een
gebaar van vertrouwen onzerzijds no
dig. Spr. vraagt een duidelijke uit
spraak over de troepenvermindering.
Wij moeten de bereidheid der repu
bliek tot medewerking niet gaan aan
tasten door ultimatieve eisen.
Prof. Logemann erkende onze ver
antwoordelijkheid voor orde en rust,
maar twijfelde aan de mogelijkheid
ener gemengde gendarmerie. Wij mo
gen in elk geval de zaak daarop niet
laten afstuiten. Het is irreëel te zeg
gen, dat het nu uit moet zijn met on
derhandelen. Wij zullen integendeel
steeds verder moeten gaan en steeds
nader tot elkaar komen langs de weg
van overleg.
MINISTER JONKMAN AAN HET
WOORD.
Na de zeven sprekers was het
woord aan minister Jonkman, die be
gon met een herinnering aan het
standpunt der Regering aangaande
Linggadjati.
De troepenvermindering houdt ten
nauwste verband met de totstandko
ming van een politie-apparaat. De
vorm, waarin het politie-apparaat
moet worden gegoten, is discussiabel.
Maar vast moet staan, dat machts
middelen aanwezig moeten zijn en ter
beschikking moeten staan van de
Gouverneur-Generaal c.q. de federa
len raad.
Het eerste schip met afgeloste troe
pen is thans naar huis onderweg. De
„Volendam" kan elke dag binnenlo
pen en daarmede is het bewijs gele
verd, dat het ons gaat om aflossen
en niet om versterken van de troe
penmacht.
Ten aanzien van het bijeenroepen
van de Rijksconferentie deelt spr.
mede, dat telkens als de spanning
maar even vermindert, deze conferen
tie in het centrum van de belangstel
ling staat. De regering wordt evenwel
telkens door de optredende spanning
verhinderd, uitvoering aan haar voor
nemen te geven.
Het gebruik van militaire middelen
is naar de mening der regering al
leen geoorloofd als uiterste middel.
Het militaire apparaat hebben wij om
oorlog te voeren en wat er tussen de
regering en de republiek plaats vindt,
mag met dat woord nooit worden
aangeduid. Indien wij tot dit uiterste
middel zouden moeten komen, dan
zal het nooit zijn om de republiek te
vernietigen, doch slechts om haar te
tonen, dat het ons ernst is met de
uitvoering van onze voorstellen.
Dit neemt echter niet weg, dat de
Regering bereid is tot dit uiterste
middel zo nodig over te gaan. Men
moet goed bedenken, dat eindeloos
onderhandelen in niemands voordeel
is en dat de Regering de millioenen
binnen de republiek niet aan hun lot
kan overlaten. Zij weet echter, dat
dit uiterste middel slechts als genees
middel kan dienen en dat het slechts
zal worden gebruikt, als er geen an
deren weg meer open staat.
Spr. brengt grote lof aan de troe
pen, die onder zeer moeilijke omstan
digheden grote zelfbeheersing hebben
getoond. Men moet zich alleen maar
verbazen, dat er niet meer ongeluk
ken zijn geschied.
Om II uur ging de Kamer op re-
Een kerkelijk en keizerlijk praal-vertoon
Indien er niet een paar geschilder-
e gruwelve:"halen van Dürer en
Rubens hingen, zou men op de ten
toonstelling „Kunstschatten uit We
nen", welke thans in het Amsterdam
se Rijksmuseum wordt gehouden, in
de zoete waan vervloeien, dat de
aarde een paradijs van schoonheid en
gratie was, en Oostenrijk in dat pa
radijs de uitverkorene. Welk een
prachtige, welk een schandalig-
prachtige tentoonstelling! Oostenrijk
is nu een geplunderd en geruineerd
land. het is een stiille arme van goe
den huize, die, echter hoe bekla
genswaardig ook trots blijft op
zijn overgeërfde familie-stukken, ze
met liefde bewaart en er in Amster
dam mee komt pronken. Drie maan
den lang.
In vergelijking met deze kostbare
zwierige en soms wufte praal zijn
onze eigen musea saai, dof en koud
en we beseffen bitter, wat Nederland
verloren heeft met de beeldenstorm
en de witkwast; en ook met zijn on-
fhankelijkheid', waardoor het een
rijk geworden provinciaaltje is ge
worden. Een keizerlijk hof, dat de
schone kunsten bevorderde om de
kunst en een kerkelijk leven, dat de
schone kunsten aanmoedigde, ter ere
Gods hebben we in ons land vele
eeuwen node gemist. Desondanks
heeft Nederland het in de beoefe
ning, met name van de profane schil
derkunst ver gebracht, en ook op
deze keizerlijke tentoonstelling zijn
drie zelf-portretten van Rem
brandt (in, naar onze smaak, veel te
donkere omlijstingen) brandpunten
van bewondering tussen al het ba
rokke gewoel en houd je, voor „het
Atelier" van Jan Vermeer staande,
je adem in. Maar hoeveel wijder had
den deze genieën hun vleugels kun
nen uitslaan, indien zij een keizer
lijke of kerkelijke Maecenas op hun
levensweg haddan gevonden!
Oorspronkelijk zou de tentoonstel
ling tot titel dragen: „Het in Hol
land onbekende kunstwerk", welke
raam gemakkelijk tot een hatelijk,
onverdiend cn bovendien onbedoeld
misverstand aanleiding had kunnen
geven. De opzet was en is niettemin
gebleven, die meesterstukken uit
Oostenrijks bezit uit te stallen, wel
ke in Nederland nooit te zien zijn. Er
hangen b.v. 13 Titiaans, 8 tintorettos
en vele andere Venetianen, voor wie
de Habsburgers kennelijk een zwak
hadden. Karei V en Philips II waren
al met het verzamelen daarvan be
gonnen en er is een nogal koddig
schilderij te zien van het particuliere
museum, dat aartshertog Leopold
■Willem van Habsburg, bisschop van
Passau en Straatsburg, had ingericht
en waar de schilderijen vele ook
in Amsterdam aanwezig in vijf
verdiepingen op één muur hangen.Het
grootste deel van de Weense collec
ties is nog altijd particulier bezit van
de keizerlijke familie en door de
Oostenrijkse staat slechts in be
scherming genomen.
Enorm is de verscheidenheid van
het geëxposeerde. Er zijn een twee
honderd schilderijen, die in stijl lo
pen vanaf verstilde primitieven en
middeleeuwers (d.ie ons, moderne
mensen, het meest aanspreken) tot
daverend-feestelijke barok. Maar er
is nog veel en veel meer. Het is een
tournooi tussen de keizerlijke en ker
kelijke kunst en de musea, maar ook
kathedralen en kloosters hebben het
schoonste, wat zij bezaten in hout
snijwerk, en goud-verluchte hand
schriften, bronzen en ivoren, edel
smeedkunst en kostelijke sieraden,
kristalwerk en wapenuitrustingen,
wand-tapijten en paramenten op ge-
zantschaps-reis naar Amsterdam ge
zonden. Er is geen denken aan er
een meer gedetailleerde beschrijving
van te kunnen geven, of een keuze
te maken: dit is mooier dan dat.
want alles is in zijn genre volmaakt.
Het meest geïmponeerd zijn we ge
weest door de schatkamers van de
Orde van het Gulden Vlies met zijn
ongelofelijk rijke kerkelijke para
menten en antependia uit de late
middeleeuwen, vervaardigd in de Ne
derlanden onder Philips van Bour-
gondië „de Goede", over en over met
zijden afbeeldngen geborduurd, st(jf-
staande van goud-draad en met pa
relen en edelgesteenten bestikt. Daar
alleen al kom je niet uitgekeken. En
dan, na al die zware luister, de zon
neschijn van de kerkelijke barok met
zijn zilveren bloemetjes-kazuifels,
wapperende heiligen, vorstelijk-ver-
sierde mis-kelken en lachende engel
tjes een kunst-genre, dat énig is
voor Zuidelijk Duitsland.
Drie maanden blijven de Weense
kunstschatten in Amsterdam. Er is
geen kans ze ten bate van ons vader
land tó stelen! Als ze heengaan, zul
len ze ons verarmd achterlaten met
de herinnering aan een kerkelijke en
keizerlijke kunst-glorie, waarvan we
zijn beroofd of welke ons (nooit mochf
omstralen.
BUITENGEWOON
HOOGLERAAR TE NIJMEGEN.
Het bestuur der Sint Radboud-
stichting heeft dr. Stephan Strasser
te Leuven benoemd tot buitenge
woon hoogleraar bij de R.K. univer
siteit te Nijmegen met leeropdracht:
„Wijsgerige psychologie en anthro
pologic".
Dr. Strasser is Oostenrijker van
geboorte, doch nam in 1933 voor
het nazi-geweld de wijk naar Bel
gië, waar hij bij de universiteit te
Leuven gastvrij werd ontvangen.
Hier bekeerde hij zich tot het ka
tholicisme.
NIEUWE a
BOEKEN
Van der Beugel, Ina. Een
bosje van dit, Geïll. met teken.
4- 10 biz. pltn dr. W. Siegen-
beek van Heukelom, A'dam;
Brussel, Elsevier. IV. Een apart
boekje over bloemen in betrek
king tot de mens. Vlot en hu
morist.
Bruijn, Cor. De drie por
tretten van Claire Marianne.
Nijkerk, G. F. Callenbach. III
IV. Voortreffelijk geschreven
liefdesverhaal van 'n schilder
en zijn volkomen anders ge
aarde vrouw, die na grote
moeilijkheden gelukkig worden.
Buysse, Cyriel. Lente.
A'dam, C. Hafkamp. V. Een
nichtje brengt „lente" in een
boerenfamilie van vrijgezellen.
Van de late droom komt niets.
Aardige novelle.
Kossen, W. J. Samen de
natuur in. Geïll. met teken.
32 blz. Foto's. A'dam, C. Haf
kamp. IVV. Uitstapjes om ons
de flora en fauna te doen ken
nen; mooi geïll. Aanbevolen.
Nieuwenhuis, Jan. Vooruit
en omhoog. Een levensbeeld
van Dr. Alfons Ariëns. Utr.;
Brussel, Het Spectrum, (Nim
bus en Aureool). IV. Uitsteken
de levensbeschrijving v. d. so
ciale strijder Ariëns. Geboorte
der kath. arbeidersbeweging en
ontwikkeling.
Popma, P. A„ R.K. pr.
Blaadjes van de Zonnebloem
voor zieken. Toespraken in het
radio-ziekenhalfuur van Herrij
zend Nederland gehouden.
Bussum, Paul Brand. V. Een
attentie aan een zieke, in deze
vorm, brengt troost en opbeu
ring!
Rongen, Hier., P., O.C.R.
Gesprekken met Christus.
lie Deel: De Berg van het Vuur.
Over de practijk van het chris
telijk leven. Utrecht; Brus
sel, Het Spectrum. V. Medita
tieve beschouwingen over <le
Christel, leer der 8 zaligheden.
Veel mooie gedachten.
Verheijen, Jan, O.S.B, obl.
Middeleeuwse Nederlandse
Kloosters. Geïll. met teken.
12 blz. foto's. A'dam. Allert
de Lange, (Heemschutserie, dl.
51) V. Over onze oudste kloos
ters en kloostergebouwen (Eg-
mond, Roldue, Aduard, e.a.).
Interessant.
Verne, Jules. De schip
breukelingen van de Jonathan.
Vert. dr. Herman Besselaar. Ge-
ill. met 46 blz. pltn Haarlem,
De Gulden Pers. V. Gefingeerd
relaas van een kolonisatie op 't
-iland Hoste, met sociaal-poli
tieke tendenz. Boeiend.
Vestdijk, S. Het eeuwige
telaatDialogen over de tyd.
A'dam, Contact. IV. Acht
platonische dialogen over de
filosofie van de tijd. Scherpzin
nig, geestig en gedachtenrijk;
Tde dialoog vraagt voorbehoud.
I is verboden; II is streng
voorbehouden; III is voorbehoud;
IV is volwassenen; IVV is
rijpere jeugd; VI is voor allen.
st
Kinder-T.B.C. neemt toe
De Ned. Centr. Ver. ter bestrijding
van de t.b.c. heeft in Maastricht haar
jaarvergadering gehouden. De aan
dacht werd er op gevestigd, dat, terwijl
er in de lijn van de t.b.c.-sterfte in
Nederland enige rust is gekomen, de
kinder-t.b.c. toeneemt als gevolg van
het gebrek aan woonruimte.
In het kader van de t.b.c.-bestrij-
ding in het komende jaar zal een uit
gebreid onderzoek van het Ned. volk
met behulp van een op een auto ge
monteerd apparaat, dat van het Zwit
serse Rode Kruis in bruikleen is ont
vangen, worden ondernomen.
In Augustus en September zullen
weer zomerzegels worden uitgege
ven.
1. Hier zien jullie een portret van
Karei Kwiek. Het werd genomen
door een straatfotograaf, toen Karel-
tje juist van zijn dagelijkse wande
ling door het park thuis kwam. Maar
zien jullie ook die twee heren op de
achtergrond? Die hebben Kareltje al
een half uur achterna gelopen. Ging
Karei links, dan gingen de beide
mannen ook links en als hij rechts
afdraaide deden zij het zelfde. Wat
moeten die lui toch van me, dacht
Karei. Wacht ik zal ze verrassen. Hij
was juist in de buurt van de haven
aangekomen. Daar stonden lage hui
zen met een muurte om de tuin. Het
begon al een beetje donker te worden
en net toen Karei 'n nieuwe hoek om
was en de heren hem niet meer kon-
dan zien, nam hij een kwieke sprong
en stond daarna stil te luisteren ach
ter de tuinmuur, waar hij zo handig
overheen was gewipt.
AMERIKAANSE OVERALLS
KOSTEN 12,76 PER STUK.
Uit Amerika zijn een aantal
khaki-overalls ingevoerd, ter aan
vulling van de werkkledingvoor-
raad. Zij worden spoedig in de han
del gebracht en zijn op werkkle-
dingbonnen verkrijgbaar. De prijs
is 12,76.