De loden last voor de nabestaande Zingen in kerk, synagoge en moskee Thuiskomen is leuker dan vreemdgaan Joost Zwagerman over de gevolgen van zelfmoord CD O ZATERDAG 28 MEI 2005 In hoeverre mag je begrip hebben voor iemand die het leven als een hel ervaart en kiest voor een verlossing door de dood? Is het niet onze opgave om uit alle macht en met alle midde len andermans zelfmoord te voorko men? Het zijn enkele vragen die Joost Zwagerman stelt in zijn nieuwe boek 'Door eigen hand' waarin hij artikelen en essays bijeen heeft gebracht over 'zelfmoord en nabestaanden'. non-fictie recensie Nico de Boer 'Door eigen hand, zelfmoord en nabestaanden' door Joost Zwagerman. Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs: €14,95 Hierin bekijkt hij het zwaarbeladen begrip vanuit het perspectief van de nabestaanden en de verwoestende invloed die zo'n ingrijpende gebeur tenis op hun leven kan hebben. Bo vendien nam de schrijver, dichter en essayist in zijn boek gesprekken op die hij voerde met collega's die over zelfmoord geschreven hebben. Zelfmoord is een van de fascinaties van Joost Zwagerman. Met een ge drevenheid die grenst aan fanatisme komt het onderwerp herhaaldelijk in zijn werk terug. Zo keerde hij zich in 2001 fel tegen de verheerlijking van de zelfmoord van rock-'n-rolljunkie Herman Brood. In zijn roman Zes sterren (2002) probeert hij te recon strueren hoe iemand tot zo'n gruwe lijke daad komt. Zijn fascinatie is mede terug te voe ren op de zelfmoordneigingen van een vriend en zijn vader, ervaringen die in Door eigen hand dan ook uit voerig ter sprake komen. Was Zwa germans moeder boodschappen gaan doen in plaats van op bezoek te gaan bij haar ex-man, dan had hij zich, zoals hij in zijn boek fijntjes opmerkt, moeten rekenen tot de ca tegorie kinderen van zelfmoorde naars. En die vertonen volgens de statistieken een meer dan gemiddel de neiging tot chronische depressivi teit en suïcide. Zwagerman is na jaren schrijven en denken over het onderwerp tot de conclusie gekomen dat zelfmoord een 'kwaad' is. Al blijft hij voorzich tig: oordeel liever niet (te snel). In Door eigen hand gaat Zwagerman vooral te rade bij medestanders en getuigenissen van ex-zelfmoorde naars, die achteraf blij waren dat hun poging mislukt was. De auteur neemt het op voor de nabestaanden, die vaak het gevoel hebben voor het leven 'gestempeld' te zijn. Zij hebben de neiging zich medever antwoordelijk, medeplichtig of nala tig te voelen. Wie zelfmoord pleegt - het eufemisme 'zelfdoding' komt in het vocabulaire van de auteur niet voor - ontsnapt aan het bestaan, de nabestaanden krijgen echter 'levens lang'. Ze krijgen te maken met veel onbegrip. Ze voelen zich in de steek gelaten, eerst door de zelfmoorde naar, daarna door de omgeving die hen niet zelden mijdt als de pest. Op een gezin dat het treft rust welhaast een taboe, „als het al geen doem is", omdat mensen niet weten hoe er mee om te gaan. Zo worden zij dub bel getroffen. Bij nabestaanden, zo blijkt, neemt het schuldgevoel naarmate de tijd Met zijn boek wil Zwagerman nabe staanden een handreiking bieden. Archieffoto: Hans van Weel verstrijkt eerder toe dan af. Dat er voer Renate Dorrestein, wier zusje zich tweeëntwintig jaar geleden van het leven beroofde. Behalve met Dorrestein sprak Zwagerman met Heieen van Royen, Jeroen Brouwers, Arthur Japin en Wouter van Oor schot, die over zelfmoord hebben geschreven. Hun verhalen bevatten overeenkomsten maar vertonen ook opvallende verschillen. Van Royen laat weten dat de zelf moord van haar vader een 'blijvende verwonding' heeft achtergelaten. Volgens Brouwers kan de wonde die een zelfmoord bij de nabestaanden slaat, echter nooit opwegen tegen de 'weerzin tegen het leven' van de zelf moordenaar. Van Oorschot schreef over zijn oudere broer om op zijn ei gen wijze afscheid van hem te kun nen nemen. Japin laat het meest af wijkende geluid horen: hij ervoer de zelfgekozen dood van zijn vader juist als een bevrijding na een periode van huiselijk geweld en geestelijke terreur. Zwagerman zet in zijn bundel zijn opvattingen helder uiteen, zonder drammerig of gelijkhebberig te wor den. Wel keert hij zich fel tegen de in zijn ogen lichtzinnige en 'romanti sche' visie van de 'zelfmoordlobbyis ten'. Vooral schrijfster Karin Spaink, zelf lijdend aan multiple sclerose, moet het hierbij ontgelden. Als het aan haar ligt zou er voor 'iedere vol wassene een zelfmoordpil in de apo theek' te koop moeten zijn. Om ve lerlei redenen een onzalig plan, vindt Zwagerman. Als er middelen voor het grijpen liggen, zullen ze eerder worden gebruikt. In de Ver enigde Staten bijvoorbeeld sterven meer mensen aan een pistool dat ze op zichzelf richten dan doordat het óp hen gericht wordt. Met zijn boek wil Zwagerman nabe staanden een handreiking bieden. Daarbij laat hij zich zelden door zijn emoties op sleeptouw nemen. Op een enkele uitzondering na: „Voor de nabestaanden kan het bevrijdend zijn om te kunnen en mogen den ken: de zelfmoordenaar die kinderen en familieleden ontredderd en vol zelfverwijt achterlaat, is niet uitslui tend een door ernstige depressiviteit gemarteld slachtoffer; het is soms óók iemand die nog in zijn meest penibele moment van levenswalg en doodswens ten prooi is aan egoma nie en zelfobsessie: voor de eigen el lende moet alles wijken, inclusief de kwaliteit van leven van nabestaan den. Die - vaak onoorbaar geachte - gedachte vormt niet het lichtste as pect van de loden last die nabe staanden kunnen ervaren." 1. (1) Dan Brown, De Da Vinci code Luitingh-Sijthoff, 19,95 2. (2) Dan Brown, Het Bernini mysterie Luitingh-Sijthoff, 19,95 3. (-) F.B. Hotz, Dood weermiddel en andere verhalen J.M. Meulenhoff/de Volkskrant, 10,00 4. (-) Tineke Beishuizen, Als zand door mijn vingers De Arbeiderspers, 16,95 5. (5) Nicci French, Vang me als ik val Anthos, 19,95 6. (-) Marek van der Jagt, Cstaad 95-98 J.M. Meulenhoff/de Volkskrant, io,oo 7. (4) Arnaldur Indridason, Maandagskinderen A.W. Bruna, 3,95 8. (7) Anna Enquist, De thuiskomst De Arbeiderspers, 19^5 9. (6) Baantjer, De Cock en de broeders van de haat De Fontein, 9,95 10. (9) Dan Brown, Het Juvenalis dilemma Luitingh, 19,95 8ron: CPNB/De Bestseller 60 Hotz is de nieuwste uitgave in de klas siekerredes van Meulenhoff en de Volkskrant, waar ook Marek van der Jagt van mee profiteert. Ook nieuw-. Ti neke Beishuizen die een roman schreef over een zus die plotsklaps spoorloos is verdwenen. sportboek recensie Edward Swier 'De godenzonen van Ajax. Tien jaar later' door Robert Heukels. Uitgeverij Houtekiet. Prijs-19,95. 'Struis gaat vreemd' door Edwin Struis. Uitgeverij Tirion. Prijs: €14,95. non-fictie recensie Johan Bosveld 'Tussen aarde en hemel, over geloof en ongeloof in muziek' door Kasper Jansen Uitgeverij Prometheus. Prijs: €9,95. In de Oude Kerk in Putten wordt net zo streng gezongen als geloofd. In de gereformeerde bondsgemeente is geen ruimte voor muzikale frivoli teit; elke gezongen noot van een psalm duurt even lang. Het 'zingen op hele noten' moet voorkomen dat de kerkdienst ontaardt in 'hupsakee en tralala', aldus de woorden van de Puttense dominee Kasper Jansen. De dominee wordt geciteerd in het boek Tussen aarde en hemel, over ge loof en ongeloof in muziek, geschre ven door een naamgenoot van de dominee, Kasper Jansen, in het da gelijks leven muziekredacteur bij NRC Handelsblad. De auteur gaat in het boek in op de vele uitingen van religieuze muziek en muziek die een relatie heeft met het geloof. Hij voert de lezer langs de gereformeerde ker ken naar synagogen en moskeeën, maar staat ook uitvoerig stil bij^e religieus geïnspireerde muziek die in de concertzalen klinkt. De beschrijving van het rigide zin gen in de Puttense Oude Kerk komt wellicht wat vreemd over als wordt bedacht dat de protestantse kerken ook de prachtige religieuze muziek van Bach hebben voortgebracht. Maar wie het boek van Kasper Jan sen leest, ontdekt dat de scheiding der geesten in tal van kerken hun weerslag vond in de muzikale bele ving van de religie. Een strenge kerk kreeg strenge muziek en een religie met veel aandacht voor spiritualiteit en uiterlijk schoonheid kreeg de daarbij behorende muziek. Als rekening wordt gehouden met de verschillende interpretaties van het geloof, begrijpt de lezer ook meer van het verschil tussen de gerefor meerde kerkmuziek en de latijnse mis en tussen de voorzanger in de joodse synagoge en de islamitische moskee. Jansen beschrijft die ver schillen in vijftien achtereenvolgen de hoofdstukken van Tussen aarde en hemel. Een titel die aangeeft dat de mens door middel van zijn mu ziek tot God probeert te komen. Tot de meest bijzondere hoofdstuk ken behoort ongetwijfeld het inter view met imam Abdulwahid van Bommel, ooit een gewaardeerde jazzbassist. Van Bommel legt in het boek uit waarom in de moskee mu ziek absoluut uit den boze is. De imam die ooit samenspeelde met Willem Breuker wierp de muziek na zijn bekering tot de islam ver van zich af. Van Bommel vertelt: 'Islam en muziek, dat is dezelfde dis cussie over muziek als bij joden en christenen. In alle geopenbaarde re- ligie is er een spanning: hoe ver mag je bij religieuze bijeenkomsten gaan bij het gebruik van de menselijke stem en met het gebruik van mu ziekinstrumenten?' Van Bommels antwoord is duidelijk: 'Muziek be roert de zinnen te veel. Binnen de moskee is er geen muziek. Funda mentalisten beschouwen muziek zelfs als de stem van de duivel.' Toch is het afwijzen van muzikaliteit tijdens de eredienst in de islam net zo ongegrond als de strengheid in de Puttense gereformeerde bondskerk, legt Jansen uit. Want nergens in de koran of in de bijbel staat dat mu ziek niet thuis zou horen bij het eren van Gods of Allah's verhevenheid. Sterker nog: in de koran staan zelfs veel aanmoedigingen om muziek te maken; net als in de christelijke bij bel wordt David geroemd als musi cus. Heel anders gaat het toe in de syna goge waar volgens Kasper Jansen de joodse voorzangers in de loop der geschiedenis vaak uitgroeiden tot wat tegenwoordig popsterren zijn. Een voorzanger heeft in de joodse dienst een bijzondere positie en moet aansprekende solistische kwa liteiten hebben, aldus Jansen. Toch blijft instrumentale muziek in de sy nagoge een moeilijk onderwerp. Het Uitvoering van de Mattheus Passion in de Hilversumse Vituskerk. Foto: Ton Kastermans komt wel voor dat solisten of ensem bles voor muzikale begeleiding zor gen, maar volgens de 'halacha', de joodse wetten, mag er geen instru ment klinken in de synagoge. Aan de oorsprong van alle muziek staat de gewijde muziek. Tot aan de zestiende eeuw was religieuze mu ziek zelfs de enige kunstmuziek. En eerlijk is eerlijk: de grootste muzikale werken in de Westerse wereld heb ben een diepreligieuze betekenis. Bachs Mattheus Passion, Wagners Parzifal en de wonderschone requi ems van bijvoorbeeld Mozart en Fauré hebben alle hun inspiratie uit de bijbel. Rest de vraag die Kasper Jansen zich stelt of religieuze muziek kan worden uitgevoerd door ongelo vigen. De uitgesproken atheïst Willem Breuker maakte voor zijn blazerskol- lektief een nieuwe toonzetting van psalm 122 waarin David vraagt om vrede over Jeruzalem. Breuker als psalmcomponist klinkt als vloeken in de kerk, maar de jazzmusicus ziet psalm 122 in een veel ruimer per spectief. Tegenover Jansen legt hij uit: 'Het gaat erover dat mensen alle maal naar Jeruzalem gaan, de stad van David, waar alle volken en ras sen tezamen komen. Daar sluiten ze vrede met elkaar en kunnen ze naast elkaar wonen. Het is niet de verheer lijking van het geloof, maar de aan zet tot vrede.' De ongelovige Breuker geeft daar mee aan dat een niet-gelovige over tuiging wel degelijk kan leiden tot sacrale muziek. De persoonlijke in terpretatie hoeft dus niet in strijd te zijn met de van oorsprong religieuze muziek. Dat geldt ook voor de uit voering van de Mattheus Passion van Johann Sebastian Bach. Het meesterwerk van de Duitse componist werd oorspronkelijk uit gevoerd in de Thomaskirche in Leip- zich, waar Bach cantor was. Nadat het werk na Bachs overlijden in 1750 in de vergetelheid was geraakt, zette de negentiende eeuwse componist Felix Mendelssohn-Bartholdy de Mattheus opnieuw op de lessenaar. Maar nu niet in een kerkelijke omge ving; op 11 maait 1829 werd de Mat theus Passion uitgevoerd in de Ber- lijnse Sing-Akademie, een 'wereldlij ke' concertzaal. Daarmee werd het bij uitstek religieuze werk voor het eerst niet in de kerk en eredienst uit gevoerd, maar in een seculiere om geving. Het was - zoals de directeur van de Sing-Akademie het schreef - alsof Mendelssohn de Matthèus 'tussen hemel en aarde' had gebracht. En daarmee begon een belangrijke ont wikkeling in de kunstmuziek. Steeds meer van oorsprong religieuze wer ken werden van hun geloofsinhoud ontdaan en kregen een louter kunst zinnige betekenis. Als de jaarlijkse uitvoering van de Mattheus Passion in de kerk van Naarden klinkt, zitten er heel wat 'ongelovigen' in de zaal. Mattheus-dirigent Tom Koopman geeft in Tussen aarde en hemel een mooi voorbeeld van die verschuiving van religieuze beleving naar 'aards' genieten: 'Ik denk dat het in (mu ziekcentrum) Vredenburg iemand was die het [de Mattheus Passion, red.) zó mooi vond dat hij zonder er bij te denken riep: "Aaah! Bravo!". Als het gebeurt om op te vallen, vind ik het niet goed. Maar in een thea trale situatie, en dat is de concert zaal, stoort het mij niet. Het is dan een kerkelijk werk buiten de context van de kerk.' Sportweek is, de naam zegt het al, een weekblad dat over sport schrijft. De waan van de week regeert doorgaans, het is vooruitkijken naar en terugblikken op. Dat wat gaat komen of wat geweest is, in het komende of voor bije weekeinde. Maar als journalist wil je ook weieens wat anders. En bij Sportweek, dat zich na een (financieel) moeizame aanloopperiode nu toch echt gevestigd lijkt te hebben, is daar klaarblijkelijk ook ruimte voor. Want het ene na het an dere boek rolt van de persen. Dezer dagen verschenen weer twee boeken van Sportweek-verslaggevers. Edwin Struis scheidde Struis gaat vreemd af en Robert Heukels tikte De godenzo nen van Ajax. Tien jaar later.' Nflpüdj? iN°8jali%van Clarence See- dórf, van Simon Zwartkruis, kregen ze pas goed de smaak te pakken bij Sportweek. Weliswaar walgde half Nederland van Seedorf, de andere helft kocht vanaf mei 2003 het boek. Dat wilden Zwartkruis' collega's ook. Manon Colson schreef een biografie over Erik Dekker en Mark van den Heuvel waagde zich aan een helden epos over Fenomeen Rafael van der Vaart. Waar het boek over de sympa thieke spraakwaterval Dekker ook echt geschreven was met het idee om het uit te geven, waren Van der Vaarts wetenswaardigheden al eer der voor het blad zelf opgetekend. En slordig samengevat in een boek. Het is een beproefd recept, eerder gepubliceerde stukken - soms ietwat aangepast, soms klaWceloos overgenomen - in boekvorm uitgeven. Dat is lang niet altijd een succes. Met Struis gaat vreemd bewijst uitgever Tirion liefhebbers van Struis' werk een dienst. Al zijn rare, grappig bedoelde stukkies, waarover op de redactie wekelijks boze brieven binnenkomen, op een hoop. Maar bestaan er eigenlijk Struis-fans? Zijn 14 ontmoetingen met (ex-)sporters gaan goeddeels over de schrijver zelf, op de laatste pagi na ben je hooguit wijzer hoe melig Struis eigenlijk is. Nee dan, De godenzonen van Ajax. Tien jaar later. Ook dit boek gaat over ontmoetingen met sporters, met de spelers en coach van het Ajax van het seizoen 1994-1995 namelijk. Heukels zocht de hoofdrolspelers van de Champions League-finale tegen AC Milan tien jaar na dato nog eens op. En kwam, omdat hij de sporter zelf wel als hoofdpersoon aanmerkte, thuis met een reeks aardige interviews van zijn sentimental journey. Zelfs Ed gar Davids werkte, na de nodige kwinkslagen over en •weer, mee. Het leven, binnen en buiten de lijnen, teken de de spelers. Stuk voor stuk lijkt een ieder - meestal on uitgesproken en tussen de regels door - terug te verlan gen naar de tijd vol succes, maar ook onschuld en jolijt. Thuiskomen is leuker dan vreemdgaan, veel leuker. DE GODEr ZONEN VAN AJAX een van de godenzonen van 1995. Archieffoto: Hans van Weel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 9