aurice Balkhoven
stopt te vroeg
Don Quichotte
Toen Jon Dahl
Tomasson nog
in de eredivisie
voetbalde zei
Vink, half uit
ergernis, half
uit bewondering,
over de Deen
dat deze in het
strafschopgebied
neervallen kon
alsof hij vier
kogels in zijn
rug had gekregen
Libero pur sang neemt afscheid van ARC
SI
SPORT
zaterdag 14. mei 2005
or Anton Diedrich
>twas een zware beslissing, maar
heeft hem toch genomen. Mauri-
Balkhoven stopt met voetballen.
Capellenaar speelde negen jaar
het eerste elftal van ARC, is pas 33
heeft het gevoel dat hij nog jaren
kan. „Ik moest nu mijn carrière
orrang geven."
lkhoven loopt strak in het pak in
hal van het imposante David
jyd Sport Health Center in Ca-
lle, op een steenworp afstand
1 zijn huis. De afzwaaiende voet-
lier is coördinator van de tennis-
amma's, het squash en bad-
iton in deze locatie van de club,
in Engeland 65 vestigingen
;ft. Hier ligt zijn toekomst, in het
:etten van cursussen en clinics,
de tennishal, niet meer op het
■tbalveld.
mag het niet van jezelf zeggen,
tar ik ben een van de beste vrije
Jrdedigers in het amateurvoet-
zegt Balkhoven. „Ik zou nog
it een paar jaar mee kunnen op
hoogste niveau, zeker als libe-
Maar het voetbal is veranderd,
ruimtes worden nu dichtgelo-
je krijgt de kans niet om op te
uwen of die lange diagonale
ss te versturen." Balkhoven leg-
van achteruit de bal op de
opdas van de sprintende spits,
n fameuze linkerbeen zal die
orzetten niet meer laten vliegen.
Ie herinneringen
;t kampioenschap van ARC in
98 staat in zijn geheugen gegrift.
:ben enorm trots dat ik dat heb
jgen meemaken met een club
ARC", zegt hij, om de Alphense
jniging in dezelfde adem te roe-
1 als sleeping giant. „ARC kan
1 op bijna elk gebied meten met
bs als Quick Boys en Katwijk,
fehebben 1400 spelende leden,
nee zijn we een grote vereni-
g. In de goede tijd kwamen er
fel veel mensen kijken uit de om
liggende dorpen. Met alle respect
voor ASWH, dat kampioen in de
hoofdklasse A is geworden, maar ik
denk niet dat zij meemaken wat ik
met ARC indertijd heb meege
maakt. Bomvolle wedstrijden tegen
Katwijk, toen we allebei bovenaan
stonden. De sfeer, de voldoening."
„De club is de laatste jaren gezien
als het 'lelijke eendje van de bol
lenstreek', maar dat is niet te
recht", zegt Balkhoven. „Na '98
zijn er geen aansprekende resulta
ten meer geweest, dat is waar. Na
de degradatie naar de eerste klasse
is de club een periode van weder
opbouw ingegaan. Daar willen we
nu doorheen zijn. Als je degrada
tievoetbal speelt, staat geen speler
te trappelen om de overstap naar
ARC te maken. Je weet maar nooit
of je plotseling bij een eersteklasser
terecht komt. Maar als stabiele
middenmoter kan ARC elke speler
halen."
Het jaar in de eerste klasse is een
van de dieptepunten in de Alphen
se carrière van Balkhoven. Hij
denkt nog wel graag terug aan het
champagnemoment toen promotie
weer werd bereikt, maar niet meer
aan de rest van dat seizoen. „Ik wil
er niet meer aan herinnerd wor
den. Ik scheur die pagina's uit mijn
plakboek, zodat ik het later niet al
lemaal aan mijn kleinzoon hoef te
laten zien." De mooie herinnerin
gen overheersen. „Ik zal nooit
meer vergeten hoe we in 1998 te
gen IJsselmeervogels speelden, met
pinksteren. Ze dachten na tien mi
nuten al kampioen te zijn, maar wij
kwamen enorm sterk terug en
wonnen nog." En met het kampi
oenschap ziet Balkhoven ook de
huldiging nog voor zich. „Ik ben
Spartaan, maar als Sparta de beker
wint, staan er niet zo veel mensen
voor het stadhuis als ik vanaf het
bordes in Alphen heb gezien."
De libero
„Henk van Stee heeft me zeventien
jaar geleden bij Sparta als laatste
man neergezet. Dat ging goed en
die positie beviel me wel. Maar er
zijn nog maar weinig ploegen die
met een inschuivende laatste man
spelen", zegt Balkhoven. Ook ARC
niet, de club waar hij na Sparta en
Capelle op 24-jarige leeftijd terecht
kwam. Onder trainer Dennis van
den IJssel was er geen plaats meer
voor een libero in het elftal. Balk
hoven deed nog wel mee, maar nu
als linkermiddenvelder. „Normaal
gesproken ga je op latere leeftijd
een linie naar achteren. Dan zou ik
in het doel belanden."
De verandering van positie was
duidelijk niet naar de voorkeur van
de speler. Het was op zijn minst
wennen. Balkhoven merkte dat zijn
invloed op de wedstrijden minder
werd. „De laatste tijd kan ik op het
middenveld minder brengen dan
ik als libero kon. Als voetballer,
maar ook in het coachen van de
anderen. Daar kom je op die posi
tie, zeker als je het zelf moeilijk
hebt, minder aan toe."
Balkhoven liep niet meer van ach
teruit het elftal aan te sturen. Ster
ker nog, wedstrijdenlang hield de
linkspoot de reservebank warm.
Toch overwoog hij geen moment
een eventueel vertrek uit Alphen
aan den Rijn. „Ik had gezonde
wraakgevoelens tegenover de trai
ner, ik wilde hem laten zien dat het
elftal beter speelde met mij erin",
zegt Balkhoven. Of dat gelukt is,
durft hij niet te zeggen. „Daar heb
ik behoorlijk wat discussies over
gehad met mijn vader. 'Jij bent
geen middenvelder', zei hij. Ik
denk inderdaad dat ik in een ander
speelsysteem van meer waarde had
kunnen zijn. Misschien had dat
ook tot betere resultaten geleid,
misschien wel niet, dat weet je na
tuurlijk nooit. Het systeem is een
keuze van de trainer en dat is zijn
taak. Dat ik dan een andere me
ning heb, dat kan. We hebben er
vaak over gesproken en ik heb me
er bij neergelegd. We kunnen pri
ma door een deur."
Het afscheid
In de negen jaar dat Balkhoven het
Alphense roodzwart verdedigde, is
ARC zijn club geworden. Vier keer
per week stapte de Capellenaar
Maurice Balkhoven: „Ik ga het voetbal missen, ik ga de kleedkamerhumor missen. Het dollen met elkaar, het iets delen met elkaar." Foto: Guido Benschop
met plezier in zijn auto om de rit
naar Alphen aan den Rijn te ma
ken. „Ondanks dat ik, vraag maar
na, een pesthekel aan trainen
heb", zegt de voetballer lachend.
Die tijd is bijna voorbij. Balkhoven
haalt net niet 250 officiële wedstrij
den voor ARC. Na dit seizoen zit
het erop. „Ik ga het voetbal mis
sen", verwacht hij. „ARC wil me in
de toekomst bij de club betrekken
en als mijn tijd het toelaat, sta ik
daar zeker voor open. Ik voel me
daar thuis en de mensen zijn altijd
goed voor me geweest.
Balkhoven noemt zichzelf een
'voetbaldier'. Hij houdt alles bij,
vooral het Engelse voetbal volgt de
Capellenaar op de voet. Maar dit
voetbaldier trekt nadat hij zijn laat
ste wedstrijd heeft gespeeld, alleen
nog maar tennisschoenen aan, de
kicksen blijven in de kast. „Ze hoe
ven me niet te bellen om aan een
bedrijventoemooi mee te doen",
zegt hij. „En je zult mij nooit in een
bierelftal zien spelen. Daarvoor
heb ik te lang met te veel goede
voetballers samen gespeeld."
Hij vindt het jammer dat hij stopt.
„Eigenlijk is het te vroeg", beseft
Balkhoven. „Je hoort vaak van
mensen die gestopt zijn en later
het idee hebben dat ze nog best
mee hadden gekund. Je kunt niet
meer terug." Maar zijn verstand zei
hem dat het wel moest. „Over drie
jaar zou ik minder snel de kans
krijgen om deze baan te doen, met
de cursus die ik ernaast wil vol
gen." Die cursus is op zaterdag en
dat is een van de redenen om het
voetbal vaarwel te zeggen. Daar
naast speelt in zijn achterhoofd
nog iets anders. „Ik ben nog vrijge
zel, maar met het oog op eventueel
het stichten van een gezin in de
toekomst, moet ik nu beginnen
met de voorwaarden scheppen. Ik
wil het op een rijtje hebben voor
het zo ver is", zegt Balkhoven.
Hij verwacht een mooi afscheid
van de club waar hij zijn beste ja
ren als voetballer heeft beleefd.
Een afscheidswedstrijd zit in de
pijplijn, maar de tegenstander is
nog niet bekend. „De voorzitter
vroeg welke tegenstander ik nou
leuk zou vinden om tegen te spe
len", lacht Balkhoven. „Ik zei ge
lijk: Barcelona, toen schrok -ie toch
wel een beetje. Zonder gekheid,
het zou mooi zijn om tegen Sparta
te spelen in de voorbereiding naar
volgend seizoen. Daar heb ik de
jeugd doorlopen en dat is óók mijn
club. Ik weet alleen niet of dat mo
gelijk is."
Spijt heeft hij - nog - niet van zijn
besluit om te stoppen. Maar jam
mer, ja, dat is het zeker, zegt hij.
„De tijd zal leren of dit de juiste
beslissing was. Ik heb er lang over
nagedacht en de knoop doorge
hakt." En verder merkt hij wel hoe
het voetballoze leven gaat voelen.
„Ik ga de kleedkamerhumor mis
sen", verwacht Balkhoven. „Mis
schien dat ze mij in de kleedkamer
ook wel gaan missen, ik was een
van de smaakmakers. Het dollen
met elkaar, het iets delen met el
kaar. Na dit seizoen is het afgelo
pen."
VOOR MEKAAR
^ne Hellenberg
uick Boys
48 jaar
voorzitter kantine-
g zit u al bij de club?
op m'n negende bij
oys begonnen te voet-
Ie heb altijd voor de ge-
*1 gespeeld, in vrien-
os. Toen ik naar de se-
'verging, ben ik gaan
scheidsrechteren, eerst bij de
senioren, later bij de jeugd.
Jaap Kuijt, de huidige voorzit
ter, werkte vroeger in de kanti
ne. Ik zei een keer: als je hulp
nodig hebt, geef je maar een gil.
Dat was vijf minuten later.
Sindsdien heb ik steeds in de
kantine gewerkt."
Hoeveel tijd besteedt u aan de
club?
„Zeg maar gerust 15 tot 20 uur
in de week. Afgelopen zaterdag
was ik er om kwart voor acht, 's
avonds om tien uur was alles
opgeruimd. Dan ben ik er elke
donderdagavond en meestal
nog wel een avond in de week.
Nu met de voorbereidingen
voor de wedstrijd van het Ne
derlands elftal is het heel druk.
Ik zeg wel eens voor de grap: als
ik bij m'n baas zo hard moest
werken, stopte ik ermee."
Waarom doet u dit allemaal?
„Voor de lol, ik heb er plezier
in. Vaak zie ik geen minuut van
een wedstrijd van het eerste, is
het gewoon te druk. Maar toch
doe je het. Ik heb er inderdaad
wel eens aan gedacht om de
horeca in te gaan, maar dat is er
nooit van gekomen. Dan moet
ik allerlei papiertjes halen en
dat zie ik niet zitten."
Krijgt u waardering voor uw
inzet?
„Dat vind ik wel. We hebben
een groep van 35,40 mensen
voor de kantine. Dat is een
hecht team, er is waardering
voor elkaar. Ook de contacten
met het bestuur lopen goed, je
merkt dat de mensen het be
langrijk vinden dat dit werk
goed gebeurt."
"Voor Mekaar' is een serie over vrij
willigers in de sport. Kandidaten
voor deze rubriek kunt u aanmelden
via sport.Id@hdc.nl of per post:
sportredactie Leidsch Dagblad, post
bus 54, 2300 AB Leiden.
Pieter Vink arbitreert morgen
in Boekarest de beladen
stadsderby tussen Dinamo en
Rapid. Arme Pieter Vink.
In heel Roemenië is geen
scheidsrechter te vinden die zijn
leven nog waagt voor dit soort
van burgerlijke ongehoorzaam
heid in wedstrijdverband, maar
Instituut Uilenberg stuurt er
zonder scrupules één van zijn
dienaren op af.
Toen jon Dahl Tomasson nog in
de eredivisie voetbalde zei Vink,
half uit ergernis, half uit be
wondering, over de Deen dat de
ze in het strafschopgebied neer
vallen kon alsof hij vier kogels
in zijn rug had gekregen.
Vier maar? Dan kan Vink zijn
hart nog ophalen, in Boekarest,
'n Maand geleden ontaardde de
Chileense stadsderby tussen
Universidad en Colo Colo in een
bloedbad voor voetballers én
publiek. De scheidsrechter ver
toonde voordat hij psychiatri
sche bijstand zocht zeven heet
hoofden de rode kaart en het le
ger zette traangas en waterka
nonnen in. Heftig? Misschien
wel, misschien niet. In verhou
ding tot de Roemeense voetbal-
scene is de beleving op Chileense
tribunes namelijk op zijn on
gunstigst gezegd die van een
druk bezochte EO-landdag op
een warme pinksterdag.
In het Roemeense voetbal staan
de grote vier' Steaua, Dinamo,
Rapid en National Boekarest en
last and least Sportid Studentesc
elkaar jaar in jaar uit naar het
leven. Voorheen bepaalde Ceau-
sescu de uitslagen, anno nu de
scheidsrechter.
Ionica Serea floot onlangs de
derby tussen Dinamo en Natio
nal. Een hele eer, zal Serea als
jong, talentvol en sinds kort in
ternationaal arbiter hebben ge
dacht. Zeg dat! National verloor
de oorlog tussen de krijtlijnen
met 4-0 én verloor twee spelers
met rood en Serea verloor zijn
FIFA-badge en is sindsdien door
de Roemeense scheidsrechters-
baas Craciunescu veroordeeld
tot fluiten in de derde divisie.
En dan kwam Serea er nog ge
nadig af. 'n Ander hield aan een
partijtje voetbal een banvloek
over van zeven gediplomeerde
heksen, waar het in Roemenië
van stikt zoals u begrijpt.
Als Jaap Uilenbergdan toch zo
nodig één van onze scheidsrech
ters aan de Goden overlevert,
waarom Roelof Luinge dan
niet? Die kan zich in elk geval
verstaanbaar maken.
Roelof is Drent en praat de taal
van de streek. Drents moet een
wonderlijk spraakje zijn. Geen
mens indertijd bij Ajax die Ar-
veladze begreep, maar Roelof
voerde in het penaltygebied hele
gesprekken met Shota. Als Geor-
giërs al Drents verstaan, zal
Roemeens evenmin veel van dit
koeterwaals afvijken. Maar de
uitverkorene is Vink, wéér Vink.
Wegens succes geprolongeerd,
zeker. Toen de Tunesische voet
balbond om een scheidsrechter
verlegen zat viel vorige week de
keus ook op Noordwijkerhouter
Vink, in het dagelijks leven
wijkagent te Leiden, om de
tiveemaal 45 minuten burger
oorlog tussen Club Africain en
Etoile Sportive Sahel in goede
banen te leiden.
Uren voor de aftrap al werd
Vink uitzijn hotelbed geclaxon
neerd door uitzinnig toeterende
automobilisten. Vroeg uit de ve
ren dus. voor Vink. Wat hem ex
tra gelegenheid bood om de
Franse woorden voor strafschop
en rode kaart uit zijn hoofd te
leren. Dat lukte, van beide gaf
hij er één.
Tien met gummiknuppels uitge
ruste bodyguards begeleidden
Vink en zijn assistenten na
diens laatste fluitsignaal van
het stadion tiaar hun welver
diende warme douchen busi-
nessclass-vliegmigsttmen en
dan waren vriend en vijand het
er daar in Tunesië nog over eens
geweest dat Vink de man van de
wedstrijd was.' Wat als ze 'm een
flapdrol gevonden hadden - het
land zou voor een i>eilige aftocht
knuppels te kort komen.
Je zou zeggen, tel je zegeningen
Vink, zoek het niet weer op.
Maar nee. Don Quichotte is niet
dood, hij leeft en Pieter Vink is
zijn naam.
Machteloos staan wij. Wat kun
nen wij nog meer doen voor
hem, vaor mevrouw Vink en
voor de rest van de Vinken dan
bidden? Bidden dat het in Boe
karest 0-0 blijft en bidden voor
Pieter Vink en voor zijn behou
den thuiskomst.
Frank Snoeks