Stil zijn, vader werkt! Ina Isings poseerde vaak voor historische schoolplaten Eerste vrouw in mannenbolwerk De schoolplaten van J.H. Isings (1884-1977) staan volop in de belangstelling, onder meer door het net verschenen geschiedenisboek Het Vooroudergevoel van de Blokkers. De dochter van de Soester kunstenaar, de 86-jarige Ina Isings, weet nog hoe hij werkte. Als meisje moest ze vaak poseren voor de historische prenten. Sommigen herkennen haar in het inlandse meisje op de prent Romeinse legerplaats aan de Rijnmond. door Hans-Paul Andriessen ZATERI 9 APRI 2005 De Noormannen voor Dorestad. Illustratie: GPD Het gezin Isings omstreeks 1930 'op vakantie' in de Soester Duinen. Van links naar rechts Hermine, Ine, vader Jd Moeder Elizabeth en broertje Johannes. Foto: GPD/Privébezit er ontbrak bijvoorbeeld een Mariabeeld en een kruisbeeld." „Toen is vader naar het Dominicanerklooster op de Mariaplaats in Utrecht gegaan om raad te vragen. Hij kreeg van de monniken een pij te leen. Thuis ging hij daarin voor de spiegel staan poseren. Als kind vonden we dat gewel dig. Je vader verkleed!" Schetsboek Ina Isings ging in de jaren vijftig en zestig vaak mee als haar vader erop uittrok voor een dag tripje. „Voor de plaat over De drukkerij van Plantijn (1579) zijn we met z'n tweeën naar Antwerpen gegaan waar de oude drukpers nog staat. We gingen in één dag op en neer, want 's nachts wilde hij bij moeder zijn. Vader had altijd zijn schetsboek bij zich. Zat er iemand in de coupé met een karakteristieke kop, dan werd daar tersluiks een schetsje van gemaakt. Er zijn mensen die niet weten dat ze op een plaat staan." Ook de kinderen moesten geregeld poseren in het atelier. Ze werden dan in historische kos tuums gehesen. Erg relaxed ging het er niet aan toe. „Vaak werd je op een ongelukkig mo ment geroepen. Dan werd een of ander ge waad om je gedrapeerd en zo moest je een half uur stil blijven staan. Een half uur, dat was het maximum. Anders ging je tegen de vlakte, omdat het bloed langzaam uit je hoofd wegtrekt." Voor zover Ina Isings zich kan herinneren moest er voor elke plaat worden geposeerd. Voor de mannenfiguren trok de illustrator zelf gewaden aan en schilderde zich met behulp van grote spiegels. Daarvan getuigen nog en kele foto's in een familiealbum. Voor kinderen en vrouwenfiguren gebruikte Isings zijn eigen kinderen, zijn vrouw en kinderen uit de buurt. „Het ging om de val van de plooien, de hou ding en de schaduw. Soms schilderde hij er een gefantaseerd hoofd boven, soms een uit zijn schetsboekje. Ik moet wel lachen, want ie dere keer duikt het fabeltje op, dat ik dat meis je ben." En ze wijst naar de Romeinse school plaat, waarbij een inlandse vrouw en een meisje kijken bij een uitstalling van Romeinse koopwaar. „Zeker, ik herken de proporties van mijn moeder, maar dat meisje ben ik zeker niet. Toen vader die plaat maakte was ik al dertig. Het zal wel een buurmeisje zijn." Dominant Niet alleen het poseren ging er serieus aan toe. „Vader was een heel dominante, religieuze man. Zijn wil was wet. Hij was altijd in zijn atelier aan het werk. Vaak tot diep in de nacht. 'Stil zijn, vader werkt!', zei mijn moeder altijd. Als kind moesten we heel rustig spelen. Als hij een dag weg was, mochten we op de trap spe len, dat was feest." Ook in de opvoeding was Isings streng. „Hij was een perfectionist met een groot verant woordelijkheidsgevoel. Zijn kinderen moesten in zijn ogen ook voorbeeldig zijn. Maar vader was ook een veelzijdig man. Behalve schilde ren kon hij ook heel goed vertellen en voorle zen. De Tweede Wereldoorlog was een droevige periode voor het gezin Isings. „Vader was fel anti-nazi, we hadden een radio en er waren onderduikers. Een man in de buurt, die met de vijand heulde, tipte de Duitsers. Daarop werd ons huis gevorderd. De burgemeester van Soest had ons gelukkig tevoren gewaar schuwd onder te duiken." Toen het gezin na de bevrijding in Soest terug keerde, troffen ze hun huis geruïneerd aan; de deuren waren opgestookt, water stond tussen de plafonds. „Vaders hele bibliotheek en alle meubels waren weg. Uiteindelijk hebben we een deel van de boeken teruggevonden in een hoofdkwartier van de bezetter op de hoek van de Maliebaan en de Nachtegaalstraat in Utrecht. De boeken stonden klaar voor ver zending naar Duitsland." Ina Isings en haar zus zijn altijd in het ouder lijk huis blijven wonen. „Toen ik hoogleraar archeologie werd, heeft mijn vader me eens om advies gevraagd. Dat ging met de gedach te: Wat zal dat kind van mij ervan weten? Hij vond het absoluut niet leuk als ik iets zei wat niet strookte met zijn voorstellen. Sappelen Rijk is Johan Herman Isings niet geworden. „Zeker in de begintijd niet. Voor iedere schoolplaat kreeg hij apart een opdracht. Ver der was hij afhankelijk van ander illustratie werk. In de crisis van de jaren dertig was het sappelen. Wolters had gewoonweg geen geld voor nieuwe opdrachten. De uitgever zat met een grote partij schoolboeken die onverkoop baar waren geworden, omdat de regering net de spelling had veranderd." Erkenning als kunstenaar kwam pas op het eind van zijn leven. Toen hij 80, 90 jaar was. „Toen vader zijn 90ste verjaardag vierde, is er een perfecte film over hem gemaakt door Jan Niemeijer voor de EO. Van de uitgever kreeg hij een originele tekening. Niet van een schoolplaat, maar uit een jeugdbijbel. David en Goliath, die hangt nu bij een neef. Hij heet David." Ina Isings en haar zus hebben hun ouders tot aan de dood verzorgd. Vader overleed in 1977 op 93-jarige leeftijd. „De nieuwe aandacht voor de vaderlandse geschiedenis had hij vast toegejuicht. Hoewel die revival ook veel weg heeft van nostalgie. Aandacht voor zijn per soon zou vader maar zozo hebben gevonden. Hij hoefde niet zo nodig op de voorgrond." Jan Blokker, Jan Blokker jr. en Bas Blokker, Het Vooroudergevoel, De Vaderlandse Geschiedenis Met Schoolplaten van J.H. Isings, uitgever Con tact, 35 euro. De Romeinen, een historische aquarel van Johan Herman Isings. Ilustratie: GPD Ina Isings. Foto: GPD/Tjitske Sluis Ina Isings is een van de eerste vrouwen in Nederland die als professioneel archeologe het veld inging om opgravingen te doen. „Toen ik in 1950 bij de Rijksdienst voor Oudheidkun dig Bodemonderzoek kwam, wilde de directeur niet dat ik opgravingen ging doen. Hij was bang goodwill bij de notabelen te verspelen." Juffrouw Isings mocht zich bin nen bezighouden met wat de mannen buiten hadden opge graven. Als tiener raakte Ina Isings, lezend in de boeken van haar vader, in de ban van de ge schiedenis. Vooral van de ar cheologie. „Als ik de kans krijg, wordt dat het, dacht ik." Na het gymnasium aan het Baarns Lyceum ging ze in 1945 archeologie studeren in Utrecht. In 1957 promoveerde ze op een onderzoek naar Ro meins glas en werkte bij het Ar cheologisch Instituut van de universiteit. Ze deed daar op gravingen onder meer in De Meem bij het Romeins Castel- lum. Eindjaren zeventig volgde de benoeming tot hoogleraar ar cheologie in Utrecht, waar ze tot aan haar pensioen in 1985 bleef. Daarna ging ze als vrijwil liger werken voor de gemeente Utrecht. Kortgeleden verscheen het boek van Jan Blokker en zijn zonen Jan jr. en Bas. Het beschrijft hoogtepunten uit de vaderlandse geschiedenis aan de hand van de historische prenten van Johan Herman Isings. De Soester kunstenaar maakte vanaf 1911 43 historische aquarellen voor het ge schiedenisonderwijs. Onderwerpen waren bij voorbeeld De Noormannen voor Dorestad en De Slag bij Nieuwpoort, 1600. Miljoenen schooüdnderen zijn opgegroeid met deze posters. De uitgave van Het Voorou dergevoel kwam voor Ina Isings als een verras sing. „Ik geloof dat ik het van de hondentrim- ster hoorde. Zij had het op televisie gezien. Daarna kreeg ik wat telefoontjes. Mijn broer had het gekocht bij de Bruna." De familie heeft geen bemoeienis met het boek gehad. „Mijn vader werkte voor de firma Wolters in Groningen, waar hij een heel goede band mee had. Alle platen zijn hun eigendom. Ik heb wel eens gehoord dat een origineel bij het Rijksmuseum terecht is gekomen." Net als haar vader heeft Ina Isings een voor liefde voor geschiedenis. Ze was tot 1984 hoogleraar archeologie in Utrecht en werkt - als vrijwilliger - nog steeds drie ochtenden in de week bij de oudheidkundige dienst van de stad Utrecht. Ze treint vanuit Soest, waar ze haar hele leven woont in het huis, dat haar va der in 1908 liet bouwen. Een stenen trapje leidt vanaf een holle weg naar de vrijstaande villa. Verscholen tussen ro dodendrons en andere struiken. Mevrouw Ina Isings blijkt een kranige dame met pretogen. Begint meteen enthousiast te vertellen. „Mijn vader heeft dit huis laten bouwen." Ze wijst naar het portret dat in de hal hangt. „Hij woonde eerst in Amsterdam. In 1906 was hij bezig met een illustratie over de Romeinse tijd. Tijdens de voorbereiding bezocht hij de lustrumspelen van het Utrechts Studenten Corps. Die studenten hielden prachtige op tochten in historische kostuums. Vader ging naar Utrecht om schetsen te maken en logeer de een paar dagen bij zijn neef in Baam. Toen hij met het stoomtreintje langs Soest reed, dacht hij: daar wil ik wonen. Wat een schitte rende plek tussen de landerijen." Ina Isings ontvangt het bezoek in de sfeervolle zitkamer, die tot 1977 het atelier was. Een groot raam geeft uitzicht op een wat verwil derde tuin, het domein van twee zwerfkatten. Er hangen schilderijen aan de muur, op een ladenkast staan kinderfoto's. Neefjes en nicht jes, ze is niet getrouwd. „We waren thuis met drie kinderen. Mijn zus en ik hebben hier al tijd samen gewoond, tot haar dood vijf jaar ge leden. We zijn uit het tweede huwelijk van mijn vader. Zijn eerste vrouw, een zoon van drie en een pasgeboren tweeling zijn aan tbc overleden." Perfectionist Johan Herman Isings was de zoon van een ge reformeerde Amsterdamse bakker. Via allerlei baantjes ontwikkelde hij zich tot illustrator onder meer van kihderboeken zoals Afke's Tiental en Bijbelverhalen van W.G. van der Hulst senior. In 1911 kreeg hij van Wolters de opdracht de eerste schoolplaat te maken van 70 bij 100 centimeter. Op Den Dam, omstreeks 1665. De laatste tekening maakte hij in 1970. Columbus neemt Guanahani in bezit, 12 Octo ber 1492. „De voorbereiding voor het schilderen kostte hem de meeste tijd. Want daar ging hij heel ver in. Vader was een perfectionist, hij wilde per se dat elk detail juist was. Hij zocht con tact met professoren en haalde stapels boeken uit de Koninklijke Bibliotheek. Om voorwer pen te bekijken ging hij geregeld naar het Rijksmuseum en het Mauritshuis." „Voor 17de-eeuwse meubels - vader had een voorliefde voor de Gouden Eeuw - ging hij naar antiquair Wiegersma op het Oudkerkhof in Utrecht. In het Scheepvaartmuseum heeft hij ook veel voetstappen liggen. Hij praatte vooral met de suppoosten, dat waren oude bootslui die alles konden vertellen over de tui gage van die oude schepen." Toch zat Isings er wel eens naast. Van de schoolplaat In een middeleeuwsch klooster, ge maakt in de jaren twintig, circuleren twee ver sies. „Vader was gereformeerd en had geen flauw idee hoe zo'n klooster er uit moest zien. Toen hij de plaat klaar had, kwam er van ka tholieke scholen veel kritiek. Het klopte niet,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 6