Engels als voertaal in oer-Hollandse stad
H
Leidse bevolking bestaat over vijfentwintig jaar voor een kwart uit 'westerse migranten'
'Geen buitenlander'
'Andere cultuur dan in VS'
'Heerlijke volksbuur
Leiden is de gedroomde plaats voor westerse
emigranten. Met zijn monumentale oud-Hol
landse centrum, Engelssprekende bevolking,
de zee en polders met molens om de hoek,
voldoet de stad aan het beeld dat buitenlan
ders van ons land hebben. 'Westerse alloch
tonen' vormen bijna 12 procent van alle in
woners in Leiden en de groei zit er goed in.
Over 25 jaar komt mogelijk een kwart van al
le Leidenaars uit een ander westers land of
werelddeel.
door Wilfred Simons en Tessa de Wekker
De cijfers
Maai liefst 12 procent van de Leid
se bevolking - 13.774 personen -
heeft zijn wortels in een 'westers
land'. Dat blijkt uit de gemeentelij
ke Stadsenquête 2004. Zij komen
vooral uit de Europese Unie,
Noord- en Zuid-Amerika, Japan en
Australië. Tussen 2001 en 2004 is
hun aantal met 600 mensen ge
groeid, van 11,5 naar 12 procent.
Ter vergelijking: uit de traditionele
herkomstlanden komen 14.605
Leidenaars. De twee groepen zijn
dus bijna even groot. De allochto
ne gemeenschap groeide met an
derhalf procent in diezelfde perio
de harder, maar dat blijft waar
schijnlijk niet zo. De groep 'wes
terse allochtonen' zal de 'niet-
westerse' overvleugelen, onder
meer door de komst van veel bui
tenlandse studenten en onderzoe
kers naar de Universiteit en de
Hogeschool Leiden.
et verschijnsel van buiten
landers die in Leiden ko-
I men wonen, is zo nieuw
dat er nog niet eens een woord voor
is. Vaak worden zij 'expatriats' of 'ex-
pats' genoemd, de Engelstalige be
naming voor medewerkers van in
ternationale bedrijven die enkele ja
ren in een ander land komen wonen.
Maar hoewel buitenlanders in Lei
den vaak als expat beginnen, eindi
gen zij steeds vaker als immigranten.
'Westerse al
lochtonen' wor
den ze daarom
ook wel ge
noemd, om ze te
onderscheiden
van de traditio
nele 'niet-wes-
terse' herkomst
landen Surina
me, Marokko,
Turkije, Aruba
en de Neder
landse Antillen.
Leiden telde op
1 januari 2004
volgens de ge
meente 13.774
inwoners uit
'westerse lan
den', bijna 12
procent van alle
Leidenaars. Zo'n
hoog aandeel,
dat lijken gewo
ne cijfers voor
een wereldstad
als Amsterdam.
Maar toch niet
voor een provin
cieplaats als Leiden? Directeur Ro
bert Coelen (49) van het Internatio
nal Office van de Universiteit Leiden
denkt daar anders over. „Wie Leiden
ziet als een provincieplaats, heeft het
verkeerde beeld", zegt hij. „De stad
is deel van een veel groter geheel,
dat heel goed toegankelijk is. Leiden
hoort bij Schiphol, althans zo denk
ik er over." De gemeente Leiden be-
Naam: Slmon
Turowski
Leeftijd: 24
Herkomst:
Lens, Frankrijk
In Leiden
sinds: mei
2004
Het oefenen
van zijn Duits.
Dat vond Si
mon Turowski
een goede re
den om in Lei
den te komen
wonen. Niet
omdat hij
dacht dat Lei
den in Duits
land ligt, maar
'bij het soft
warebedrijf
waar ik werk,
WRO Interna
tional, lopen
mensen rond
uit allerlei lan
den, dus ook
uit Duitsland. Vandaar', zegt Turowski. In het
Frans (uiteraard) en in het Engels kan hij zich
goed redden. „Maar in het Nederlands lukt dat
nog niet zo best. In winkels gaat het prima, maar
echte gesprekken willen nog niet zo vlotten."
Het internationale karakter van WRO en de stad
was een belangrijke reden voor Turowski om
voor Leiden te kiezen. „Ik heb hier niet het idee
dat ik buitenlander ben. Overal om je heen hoor
je mensen Engels, Frans en Duits spreken. In de
bioscoop zat laatst een groep Amerikaanse jon
geren voor me. Na afloop gingen we een ijsje
eten en in de rij stond een Engels gezin. Ik heb
niet het idee dat ik in Nederland ben, maar in een
internationale stad."
De Fransman vindt Leiden de ideale plek om te
wonen. „Het is redelijk groot, maar niet zo groot
en druk als Amsterdam. Daarnaast liggen tal van
attracties in de buurt. Ik pak mijn fiets en in veer
tig minuten ben ik op het strand, heerlijk! En met
de trein ben ik zo bij mijn familie in Frankrijk."
Ook de Nederlandse manier van leven spreekt
Turowski aan. „Ik voel hier geen stress. In Franse
steden is het veel drukker, fietsen is daar prak
tisch onmogelijk."
Voorlopig wil de jonge Fransman nog wel in Lei
den blijven. „Zolang ik het naar mijn zin heb op
mijn werk en ik er nog wat kan leren, blijf ik.
Ooit wil ik nog wel eens in Azië wonen. Ik ben
nog jong en ik wil zoveel mogelijk ervaringen op
doen. Nu kan het nog."
ZATEI
2 APR
2005
E
ft
'0|
33
\/c
Ie
ld
il<
BS
Café North End op de hoek van het Rapenburg en het Noordeinde is uitgegroeid tot hét ontmoetingspunt voor 'westerse buitenlanders' in de Leidse regio. Tien jaar geleden besloot eigenaar Martijn
Snoek een internationaal café te beginnen, nadat uit marketingonderzoek was gebleken dat er tussen Wassenaar en Hillegom alleen al vele duizenden Engelsen wonen. Snoek mikt met North End na
drukkelijk op een hoger opgeleid publiek. Foto: Taco van der Eb
schouwt Leiden als een 'scharnier'
tussen de noordelijke en de zuidelij
ke Randstad, een opvatting die Coe
len geheel onderschrijft. „Vergeet
niet dat Amerikanen en Australiërs
gewend zijn om heel anders over af
standen te denken dan wij. Zelfs
binnen Amerikaanse steden zijn de
afstanden al groot. Bij ons is alles
'even' - even op de fiets naar de bin
nenstad, met de trein naar Amster
dam, Utrecht of Den Haag." Die
centrale plek in de Randstad maakt
Leiden gewild als woonplaats voor
buitenlanders.
De monumentale binnenstad en de
nabijheid van polders en strand zijn
niet de enige factoren die het succes
van Leiden bij 'westerse allochto
nen' verklaren. Dordrecht, Gouda,
Delft, Haarlem of Alkmaar hebben
ook monumentale binnensteden,
polderlandschappen en strand. Bui
tenlanders komen ook speciaal naar
Leiden om te studeren aan de uni
versiteit en het LUMC, of om er als
onderzoeker te werken. Zeven pro
cent van alle studenten, ongeveer
1200 mensen in totaal, is al afkom
stig uit het buitenland en Coelen is
aangesteld om dat percentage op te
krikken naar 20, oftewel 3000 bui
tenlanders per jaar.
Daarnaast herbergen de regio's Lei
den en Den Haag bedrijven en in
stellingen die veel buitenlanders in
dienst hebben, zoals ESTEC, Shell,
het ministerie van buitenlandse za
ken, het Joegoslavië Tribunaal, Eu
ropol en de Organisatie voor het
Verbod op Chemische Wapens (OP-
CW) van de Verenigde Naties. Het
zelfde geldt voor de groeiende bio-
techbedrijven in de Leidse Leeu
wenhoek, zoals Crucell en Centocor.
Naarmate deze bedrijfstak groeit, zal
ook het aantal buitenlanders toene
men dat daar werk vindt.
Hét belangrijkste voor een 'expatfa-
milie' die naar Nederland komt, is
een school voor de kinderen. Als die
er niet is, komen ze niet, zegt direc
teur Riemke Leusink (53) van de In
ternational School van het Rijnlands
Lyceum in Oegstgeest. „Buitenlan
ders die een verhuizing overwegen,
vinden een school belangrijker dan
een huis." Juist op onderwijsgebied
wint de Leidse regio de concurrentie
met andere Hollandse steden: er is
hier een complete infrastructuur
voor internationaal onderwijs, van
basisschool tot en met universiteit.
Engelstalig onderwijs voor kinderen
van 4 tot en met 11 jaar wordt gege
ven op de International Primary
School Elkerlyc in Leiderdorp. Voor
voortgezet onderwijs exploiteert het
Rijnlands Lyceum maar liefst twee
International Schools, in Oegstgeest
en in Wassenaar. Als volgend jaar de
Universiteit Leiden overstapt op En
gelstalig onderwijs, verbetert de toe
gankelijkheid voor kinderen van bui
tenlandse ouders verder. Verder is er
de American School in Wassenaar en
de British School in Voorschoten.
Handelsmentaliteit
Het is gemakkelijk voor buitenlan
ders om in Nederland te leven. Dat
zegt de van oorsprong Amerikaanse
liaisons officer Connie Vivrett van de
Webster University. „Nederlanders
spreken allemaal Engels. In de win
kels, aan het loket van de NS, overal
kun je in je eigen taal terecht. Ieder
een bejegent je hartelijk en dat is wel
een verschil met Brussel of Parijs,
waar ik ook heb gewoond en ge
werkt. Zelfs in winkels en restau
rants willen de mensen je daar niet
altijd helpen als je geen Frans
spreekt." Vivrett schrijft die vriende
lijkheid en nieuwsgierigheid toe aan
de Nederlandse handelsmentaliteit.
„Ze zijn open omdat ze aan je ver
dienen."
Tegelijkertijd zegt Vivrett desge
vraagd dat er ónder dat vriendelijke,
tolerante oppervlak een gesloten
cultuur schuilgaat, die zich richt op
vrienden en familie. 'Expats' zijn
daarin juist niet welkom. Vivrett
voelde zich er bij Belgen en Fransen
soms meer bijhoren dan bij de Ne
derlanders. „Ik ben hier nog nooit
uitgenodigd op belangrijke familie
gebeurtenissen, zoals doop-, huwe
lijks- of begrafenisplechtigheden - of
ja, toch één keer. In Frankrijk kwam
dat vaker voor." Deels acht zij dit
haar eigen schuld. „Er zijn zoveel ex-
pats in de Randstad, datje gemakke
lijk blijft rondhangen in je Engelsta
lige wereldje met zijn eigen cafés en
andere ontmoetingsplekken. "Pas
nu er kinderen aankomen en Vivrett
Nederlands leert, gaat de 'autochto
ne' wereld een beetje voor haar
open.
Niet alleen Vivrett denkt na over de
vraag hoe Nederlands zij wil worden
en wat zij van haar Amerikaanse
identiteit wil behouden. Zij heeft het
dan nog relatief gemakkelijk. Leer
lingen van de International School
in Oegstgeest hebben vaak een ge
mengde achtergrond - een Spaanse
vader en een Engelse moeder, bij
voorbeeld. Als zij hier langer wonen,
krijgen zij Nederlandse vriendjes en
vriendinnetjes. Vaak kennen zij de
Leidse regio beter dan de streek uit
het herkomstland. Dat alles veroor
zaakt veel verwarring, weet directeur
Leusink van de International School.
„Vragen als: Wie ben ik? Waar kom
ik vandaan? Wat zijn mijn wortels?
leven hier volop, onder leerlingen én
ouders. Als je vanuit verschillende
culturen conflicterende normen,
waarden en gewoonten meekrijgt,
kun je die niet zonder meer van je
ouders overnemen. Daar moet je
Naam: Jennifer Crapisi
Leeftijd: 28
Herkomst: Philadelphia, Verenigde
Staten van Amerika
In Leiden sinds: juni 2004
'Alsjeblieft, stuur mij!' Werkneem
ster Jennifer Crapisi smeekte haar
bazen zo ongeveer om uitgezonden
te worden toen ze hoorde dat Cen
tocor mensen zocht die twee jaar in
Nederland aan een project wilden
werken. Haar wens werd verhoord
en de 28-jarige Amerikaanse kwam
met haar vriend in Leiden terecht,
waar de prodüctiefabriek van het
biotechnologische bedrijf gevestigd
is. „Ik was al een keer voor mijn
werk in Leiden geweest, dus ik ken
de de stad al een beetje."
Crapisi houdt van reizen. In de tijd
dat ze nog op de universiteit zat,
studeerde ze een poosje in Austra
lië. „In het buitenland wonen is de
perfecte manier om een andere cul
tuur en andere mensen te leren
kennen. De cultuur is hier anders
dan in de VS. De mensen hier zijn
veel meer relaxed. Familie en vrien
den zijn belangrijker dan in Amerika. Daar telt vooral geld en werk. Je
merkt het aan kleine dingen. In de VS zijn de winkels 24 uur per dag
open. Hier vinden de mensen hun vrije tijd belangrijker."
Om buitenlandse werknemers te behoeden voor een cultuurschok, gaf
Johnson Johnson, de moedermaatschappij van Centocor, een
stoomcursus inburgering. „Hoe je mensen moet benaderen, waar je
moet zijn voor een huisarts, dat soort dingen. Daardoor ging alles be
trekkelijk eenvoudig na de verhuizing. Daarnaast werken er veel bui
tenlanders bij Centocor die je helpen en praten over hun ervaringen
en bovendien is mijn vriend meegekomen. Ik sta er niet alleen voor."
Hoewel op haar werk de voertaal Engels is, probeert Crapisi Neder
lands te leren. Ze volgt een taalcursus van vier uur in de week. „Het is
een uitdaging om een tweede taal te leren, al is het niet echt nodig.
Engels wordt hier bijna overal gesproken, ook in winkels. Jullie spreken
zoveel talen!", aldus Crapisi, die zich op de markt intussen al aardig
verstaanbaar kan maken. „Ik doe ook echt mijn best om het te leren. Ik
lees een Nederlandse krant en kijk veel televisie met Nederlandse on
dertitels. Vooral de smurfen vind rk leuk."
In haar vrije tijd mag Crapisi graag hardlopen. Park Cronesteyn, waar
ze traint, is haar favoriete plekje in de stad. De Amerikaanse viel bij
haar komst meteen met haar neus in de boter. Centocor deed met een
team mee aan de Leiden Marathon en Crapisi liep de halve afstand.
„Dat was zo gaaf! ledereen die je aanmoedigt. Ik vond Leiden meteen
gezellig."
Ze woont hier pas tien maanden, maar Crapisi heeft het al uitstekend
naar haar zin in Leiden. „Het voelt eigenlijk meer als thuis dan Phila
delphia. Dat is zo groot. Hier kan ik lekker naar mijn werk fietsen en
hardlopen op de fietspaden. Daar moet alles met de auto. Ik hou van
Leiden. Er is hier altijd wat te doen. Ik zou hier ook wel langer dan
twee jaar willen wonen, maar niet voor altijd, want ik mis mijn familie
toch wel."
over nadenken en met elkaar over
praten."
De International School probeert
leerlingen te helpen door ze te laten
praten over de vraag 'wie zij zijn'.
Daarbij hecht Leusink veel waarde
aan het ontwikkelen van 'emotionele
intelligentie'. „De vraag naar identi
teit roept gevoelens op. Wij willen
dat kinderen leren die te onderken
nen en tot expressie te brengen."
Muziek, beeldende kunsten en dra
ma staan dan ook hoog in het vaan
del van de school. „Het zijn manie
ren om contact met jezelf te krijgen,
maar ook om te communiceren met
andere leerlingen die vaak Engels
ook niet als moedertaal hebben."
Naarmate de stad internationaler
wordt, krijgen ook de Leidenaars te
maken met de identiteitsdiscussie
die nu nog in eigen kring wordt ge
voerd. Mensen uit herkomstlanden
als pakweg Schotland, Oostenrijk of
Chüi zullen zich 'Leidenaar' gaan
voelen en zich ook zo noemen. Vol
gens Leusink is het zelfs mogelijk om
je 'Leids' te voelen, zonder dat je je
Nederlander voelt. Dat kan tot ver
warring leiden bij mensen die een
Leidenaar definiëren als iemand die
in de stad geboren en getogen is.
Met zulke conflicten heeft Leusink
al te maken gekregen, toen zij in
Tanzania woonde. „Na een paar
jaar hechtte ik me aan de plaats
waar ik woonde. Als ik na afloop van
een gesprek met Tanzanianen zei:
'Kom, ik ga eens naar huis', kreeg ik
daar steevast opmerkingen over.
'Nee nee, jij gaat niet naar huis', zei
den ze dan. 'Wij gaan naar huis, jij
woont hier alleen maar'."
Groei
Dat het aantal westerse buitenlan
ders in Leiden en de regio gaat
groeien, staat vast, zegt directeur
Coelen van het International Office.
De Universiteit Leiden streeft inter
nationalisering krachtig na. Coelen
verwacht 'over vijf jaar' drieduizend
studenten uit het buitenland per
jaar in Leiden. Het merendeel keert
na studie of promotie terug naar het
land van herkomst, maar blijvers
zullen er zeker zijn, denkt hij. Een
'blijfpercentage' van 10, ofwel drie
honderd mensen per jaar, acht hij
heel aannemelijk. Dat lijkt weinig,
maar omdat het om jonge mensen
gaat die in de Leidse regio trouwen
en kinderen krijgen, zal het aantal
mensen met althans een gedeeltelijk
buitenlandse herkomst snel groeien,
meent hij. „Dit is een extra impuls
boven op de groei die er toch al is",
zegt hij. Een kwart van alle Leide
naars kan daardoor over twintig a
vijfentwintig jaar van 'westerse' bui
tenlandse komaf zijn.
Coelen is eivan overtuigd dat wes
terse emigranten goed zijn voor de
economie in de Leidse regio. Zij val
len in de categorie 'kenniswerkers',
die een voorkeursbehandeling krij
gen bij de Immigratie- en Naturali
satiedienst (IND). Zij hoeven niet,
zoals 'gewone' migranten, een te
werkstellingsvergunning aan te vra
gen bij het Centrum voor Werk en
Inkomen (CWI). Afgestudeerde en
gepromoveerde buitenlanders die
jonger zijn dan 30 jaar mogen hier
direct aan de slag als zij minimaal
32.600 euro verdienen. Als ze ouder
zijn, moet het salaris minimaal
45.000 euro per jaar bedragen. Dat
zijn forse inkomens, maar Coelen
ziet 'geen probleem'. „Kenniswer
kers hebben essentiële kennis voor
de Nederlandse economie. Ook voor
de regio zijn ze belangrijk, het Bio
Science Park bijvoorbeeld kan ze
goed gebruiken. Ik ga ervan uit dat
bedrijven deze bedragen beschou
wen als aanvangssalaris."
Coelen en Leusink realiseren zich
dat zij de stad veranderen. Met veel
'westerse emigranten' krijgt Leiden
een ander karakter - internationaler,
multicultureler. 'Expatcafé' North
End op de hoek van het Noordeinde
en het Rapenburg lijkt een voorloper
op horecagebied. Toch neemt ook
het risico op wrijving, ergernis en
vooroordelen toe door culturele
misverstanden en gebrekkige com
municatie. Beide realiseren zich dat
de stad 'cultureel sensitiever' moet
worden. „Leidenaars van de eenen
twintigste eeuw moeten meer com
municeren", zegt Leusink. „Des
noods met handen en voeten. En
gels zal de voertaal zijn, maar nie
mand hoeft zich te schamen als hij
of zij die taal gebrekkig spreekt. Voor
de meeste westerse emigranten is
Engels ook niet de moedertaal."
Naam: Helga
Schuier
Leeftijd: 43
Herkomst: de
buurt van Keu
len, Duitsland
In Leiden sinds:
20 jaar
Helga Schuier
kwam twee
decennia gele
den eigenlijk
voor zes maan
den naar Lei
den, maar ze
voelde zich
meteen zo
thuis dat ze na
twintig jaar
nog altijd in de
Sleutelstad
woont. „Ik stu
deerde Sociaal
Cultureel Werk
en liep een half
jaar stage in
een buurthuis
in Leiden-
Noord. Daar werd ik zo goed en zo hartelijk on1
vangen, dat ik me meteen opgenomen voelde"
herinnert ze zich. „En die hartelijkheid is er nog
steeds. Toen ik driejaar geleden met mijn gezii
weer in deze buurt kwam wonen, stonden de b
ren klaar met koffie en soep. De Kooi is echt eei
heerlijke volksbuurt."
Inmiddels is Schüler getrouwd met een. West-
Afrikaanse man. Samen hebben ze een zoontje
Saliou, van zeven. Hij zit in groep 4 van basis
school De Viersprong, een school waar Helga
Schüler ook zelf banden mee heeft. Als leerling
van de Pabo liep ze stage in groep 7 en als oudf
van een leerling zit ze in de medezeggenschap!
raad.
Het debat over allochtonen en autochtonen
houdt de van oorsprong Duitse erg bezig. „Ik
word geaccepteerd, maar iemand met een
hoofddoek veel minder. Dat vind ik erg. Als je b
volkingsgroep toevallig niet goed in de markt
ligt, heb je pech. Mensen moeten meer naar de
persoon kijken. Ik ga om met mensen die ik gra
mag en dan maakt het niet uit waar ze vandaa
komen."
Hoewel ze een Nederlands paspoort heeft, voel
Schüler zich niet echt Hollands. „Ik weet niet w
ik ben. Ik voel me niet Leids en niet Hollands.
Soms denk ik: 'Ach, jullie Nederlanders' en de vi
gende keer geef ik weer af op Duitsers. Het int<
resseert me niet welk paspoort ik heb. Ik ben gt
woon Helga."