JVan Dam: eerlijk echt en oprecht s' 'Hij is van een uitstervend ras' VOOR MEKAAR U Thomdegraafse ogen SI oor Robbert Minkhorst og een paar wedstrijden en het zit erop voor Pa- ick van Dam, speler van Noordwijk. De enkel is ?rsleten. Dat heb je wel eens, na een leven in de lits. Zijn laatste twee jaren slijt de oud-prof van aarlem en Ajax voornamelijk op het middenveld, ofzuigen, kleunen, 'de organisatie neerzetten', »t werk, vertelt de voetballer. De troep van een ider opruimen. „Ik vind het niet erg." Typisch Van am, vertelt zijn omgeving: een wereldgozer met »n geweldige mentaliteit. „Hij is van een uitster- ind ras." Is selectiespeler van Ajax, als een van de 'goden- men', wint Van Dam in 1995 de Europa Cup I. fear Van Dam was, toen? „In Wenen, ik zat op I e tribune." Nooit haalde hij het eerste elftal van ax. Zijn eerste trainingskamp met de uitverko- en van Louis van Gaal - Finidi George had het iegtuig gemist - leverde hem een blessure van n half jaar op. Van Gaal testte hem later af op '7', rechtsbuiten, terwijl hij een veel betere '9' s. Hij brak een kuitbeen, werd getroffen door jn onfortuinlijke, in feite dubbele nasleep daar- m en voetbalde een jaar met een slechte enkel. V i nadat uiteindelijk kraakbeen uit het gewricht as gehaald, werd het 'elk jaar een beetje min- I er', zegt Van Dam. §H dit het verhaal van een schlemielige, sluikblon- 1e spits die er net niet kwam? Nee, dat is het niet. it is het verhaal van de sympathieke spits met et sluike haar die de ene gouden generatie in- ïilde voor een andere, met als hoogtepunten het tmpioenschap onder Ruud Bröring in 1999 en M jn kroning tot beste amateurvoetballer in de re- X o, in datzelfde jaar. Met een wereldtijd in de top yin het amateurvoetbal. Gestrekt de kroeg uit, ichtelijke kaartsessies in een camper, met zes Öienden een villa kopen in Hillegom en de fees- n afstruinen in de Randstad of ze zelf houden, aar er zaterdag zijn. Er stéan. Altijd. „Daarvoor en je amateurvoetballer", redeneert zijn voet- alvriend Martin van Kins, „dan kan je feesten en >etballen." Van Dam: „Ik heb er wel alles voor ;daan, maar niet alles voor gelaten. .Jen verklaring waarom Van Dam het niet redde 391j de profs, blijkt moeilijk te vinden. Aan zijn ■Éronturen rondom het voetbal zal het niet heb- Jn gelegen, denkt Van Dam. Het zou ook eemd zijn als dat wel zo was geweest, vinden n Kins, zijn voormalige trainer Ruud Bröring zijn boezemvriend Marco Kleijn. „Conditie is iet het belangrijkste om te slagen in het voet- zegt Van Dam zelf. „Ik ging elke week uit en drink je nogal wat. Voetbal is geen wielren- n, waarvoor je een superconditie moet heb- n." Het was heel prettig met hem samenwerken", ïrklaart Bröring. „Ik vind hem een heel veelzij dige speler. Bij Noordwijk vonden we hem lijken o Stefan Pettersson van Ajax. Als spits heb ik er feel lang over gedaan om te leren kaatsen en hij In dat heel snel. En ook het scoren heeft hij aar dig bijgeleerd. Hij is een jongen met een ijzerster- ke mentaliteit. Hij maakte de voorstopper het le ven zuur, maar was een dienende speler. Tot het moment dat hij zijn been brak, was hij de beste spits in het amateurvoetbal. Een jongen met een clubhart. Een uitstervend ras." „Hij heeft geleerd om ook uit te delen in het veld", zegt Kleijn. „Misschien ook moeten leren. Patrick kwam er altijd mee weg. Wat wil je, met zo'n aardig, onschuldig hoofd. Ik nooit, behalve een keer. Ik was altijd al harder. Eén keer heeft hij tegen mij gezegd, toen hij uit de wedstrijd was geschopt: Co, pak die maar even terug. Ik zei te gen die jongen: Je krijgt de groeten van Patrick. De scheids zag het en deed niets." „Na Ajax kon ik terug naar Haarlem, en naar Tel star of Dordrecht. Maar de eerste divisie betaalde nagenoeg niks. Ik had toen al een eigen bedrijf met mijn broer, ik heb nooit een baas boven me gehad. Ik had geen zin om dat op te geven. Ed win van der Sar had bij Noordwijk verteld dat ik weg moest bij Ajax. Met Bröring heb ik een heel goed gesprek gehad. Vanaf het moment dat ik bij Noordwijk kwam, heb ik het naar mijn zin gehad. Het was echt een heel leuke groep op dat mo ment, die zes, zeven jaar bij elkaar is gebleven. Ik kon later opnieuw naar Telstar of Dordrecht en ik ben ook benaderd door Spakenburg." Alsnog weggaan kwam niet in hem op. „We had den een vaste kem van jongens die veel gingen stappen en kaarten na de wedstrijden en trainin gen. Wat het elftal van toen zo succesvol maakte, was dat er heel veel spelers met de juiste mentali teit waren. We hadden een goede as met Arnold Reinders die de ploeg neerzette. Ik was balvast zodat iedereen kon aansluiten. Bröring heeft er voor gezorgd dat het een vriendenteam werd. Dat iedereen voor elkaar wilde werken, was zijn grootste kracht. Hij bouwde het team met hu mor. Zijn speech alleen al voor de wedstrijd; hij maakte er een show van. Het was twintig minu ten lachen. Hij kon zo het theater in." Van Dam kwam als A-junior bij Haarlem terecht. Hij voetbalde voor Concordia in zijn woonplaats Hillegom. Hij speelde twee jaar bij de selectie, waarvan het laatste jaar in het eerste elftal. Ge rard van der Lem haalde de oud-Hillegommer - hij woont nu in Hoofddorp - naar Amsterdam. „Vanaf mijn vijfde voetbalde ik. Mijn vader en ik gingen kijken en ze hadden een mannetje tekort. We zijn gelijk kleren gaan halen en schoenen we zen kopen." „Bij Ajax mocht ik mee op trainingskamp met het eerste elftal. Ik kreeg een compliment van Van Gaal, hij had niet verwacht dat ik zo goed kon meekomen. De entourage was geweldig. Bij elke oefenwedstrijd stond vijfduizend man te kijken. Iedereen wilde na afoop een handtekening, ter wijl niemand mij kende." Van Dam is zich ook wel bewust van zijn beper kingen. „Ik heb geen superschot en het koppen is matig. Mijn loopvermogen is niet geweldig. Ik ben ook niet zo lichtvoetig. Bij de Coopertest liep ik altijd achteraan, bij de keepers. Ik loop heel zwaar. Ik kan goed wegdraaien, maar een trucen doos heb ik niet. Dat miste ik om de top te kun Patrick van Dam: „Het altijd kaatsen, het één keer raken, zelf mijn acties maken, daar heb ik de kracht niet meer voor. Ik word langzamer. Dat is frustrerend." nen halen. Ik ben niet die supermooie voetballer die overal doorheen loopt. Ik heb een aardige ba sistechniek, maar moet het van mijn werklust en kracht hebben. En met inzet en inzicht kun je verder een heel eind komen." „We vonden hem bij Noordwijk een veel betere '9' dan een '7'. Bij Louis werd hij te licht bevon den", herinnert Bröring zich. „Bij ons kwam hij op die positie enorm tot zijn recht. Van Gaal heeft het nooit in hem gezien, maar ik denk dat maar heel weinig mensen zullen zeggen dat Bröring het wel goed heeft gehad. Hij is al die tijd een van de betere spelers geweest. Mede door hem hebben we toen die titel kunnen pakken." Tot diep in de nacht kaartten hij, Van Dam, Van Kins, Fred Bloem en anderen in de camper van Van Kins. Die stond meestal op het parkeerter rein van Noordwijk. „De kantinebaas wilde na tuurlijk ook wel eens slapen. Dan gingen wij om twaalf uur verder in dat campertje van mij. We speelden boerenbridge. Het was fanatiek. Het ging altijd om geld. We bestelden pizza's, aten sa- teetjes en gehaktballetjes. Het was het helemaal." Gek genoeg werd er niet over voetbal gepraat - althans niet met Van Dam. „Misschien dat ik twee keer per jaar Studio Sport zie. Laatst zat ik weer eens een wedstrijd te kijken en toen had ik het al na tien minuten gezien. Het interesseert me niet." Bröring en Kleijn typeren Van Dam als een be scheiden jongen en als een goed, dankbaar en oprecht mens. Bröring weet nog hoe de spits ver kozen werd tot beste amateurvoetballer. „Die waardering ontving hij graag. De geldprijs heeft hij pas een jaar later opgehaald." Op zijn onder arm heeft Van Dam een kleine tatouage. Het is een chinees symbool dat staat voor true, real, sin cere (eerlijk, echt en oprecht). Het verhaal van Van Dam is niet volledig zonder stil te staan bij zijn blessureleed. De vele pech is kenmerkend. Behalve de kwetsuur aan de lies liep de spits een kuitbeenbreuk op, na een schop in een wedstrijd. Vervolgens brak het plaatje op het been, en later bleken de schroeven in dat plaatje te lang. Het betekende twee nieuwe ope raties. Een paar jaar terug begaf zijn enkel het. Na de kraakbeenoperatie nestelde zich in zijn enkel de zelfde bacterie die ook premier Balkenende vel de. Het zij zo, berust Van Dam. „Ik maak niet gauw ergens een probleem van. Ik heb alles uit mijn voetbalcarrière gehaald, ik deed altijd super mijn best. Na die kraakbeenoperatie ben ik een keer minder gaan trainen. Ik weet dat het minder wordt. Vroeger kon ik in de spits in alle gaten duiken. Ik was altijd aanspeelbaar. Ik moet nu meer mijn momenten kiezen. In de spits presteer ik niet meer goed genoeg. Het altijd kaatsen, het één keer raken, zelf mijn acties maken, daar heb ik de kracht niet meer voor. Ik word langzamer. Dat is frustrerend." Het is volbracht. Van Dam is versleten, maar vol daan. Met vrienden gaat hij volgend jaar lager voetballen, op zaterdag bij Hillegom. „Ik ben nu ook al 31. Dus ik had anders ook niet meer zo lang meegekund." Wim Heemskerk laats: Leiden 83 ids Damgenootschap (LDG) nt u bij de club betrokken geraakt? 15 toen ik begon met dammen. En ik denk dat een jaar of zestig vrijwilligerswerk doe voor de Kh, daar raak je gewoon in verzeild. Ze vragen je at extra's wilt doen en voor je het weet ben je jar werkzaam als vrijwilliger. Ik ben ooit begon- it dammen omdat ik verzot ben op het spelletje, lijk vond ik, toen ik jong was, voetbal ook leuk. kreeg gewoon meer voldoening van een mooie zet of een prachtige combinatie." Wat houdt dat vrijwilligerswerk precies in? „In eerste instantie vroegen ze of ik wedstrijdleider wil de worden. Daarnaast maak ik tegenwoordig ook het clubblad, verzorg ik het materiaal en ben ik de persoon waarbij de leden zich kunnen ziekmelden." Hoeveel tijd steekt u in de club? „Tegenwoordig een uur of 10 15 in de week. Ik ben natuurlijk niet meer de jongste, ben pas 83, dus ik kan niet meer zo lang achter elkaar werken. Vroeger kon ik dat wel hoor. Toen runde ik samen met mijn vader en zus een groentezaak en daarnaast deed ik mijn werk zaamheden voor LDG. Maar ja, toen barstte ik nog van de energie." Wat is er zo mooi aan uw vereniging? „Onze club bestaat maar uit 23 leden. Daardoor is het een heel knusse en gezellige club. Tijdens het dammen kun je een speld horen vallen, maar daarna is het altijd heel erg gezellig. Dat blijf je natuurlijk wel even een borreltje drinken. Ik denk dat de saamhorigheid ken merkend is voor LDG." 'Voor Mekaar' is een serie over vrijwilligers in de sport. Kandidaten voor deze rubriek kunt u aanmelden via sportredactie.ld@hdc.nl of per post: Sportredactie Leidsch Dagblad, postbus 54, 2300 AB Lei den. Op de door benoemde burge meesters geprezen dag dat Balkenende een minister ver loor, Den Haag de stormbal hees en NOVA uren uitliep, peilde Maurice de Hond onze kijk op Oranje. Wie zei ook alweer dat sport maar bijzaak is? We willen dus geen Ajacieden aan de aftrap, vanavond in Boekarest. Als Van Basten dat maar in zijn oren heeft ge knoopt. Dat de uitslag van dit referen dum - dat zal D66 wel weer goed doen, juist op deze dag - heel anders geweest was als Ajax met 4-0 van PSVgewon nen had, doet er even niet toe, want het was (en niet geheel toevallig) PSV dat met 4-0 won en Van Bommel die er drie in schoot. Dus kiezen wij nu, bij wijze van gouden tip, Van Bommel als burgemeester van ons middenveld in het elftal. Weliswaar maakte Van Bom mel al deel uit van de selectie van Marco van Basten, maar vóór Ajax - PSV zagen wij de bondscoach er nog voor aan Oranje tegen Roemenië op te zadelen met een Amsterdams middenveld, met in het gun stigste geval een plaatsje voor de AZ-speler Landzaat, die ten minste nog zijn voetbaloplei ding bij Ajax genoten heeft en toen Phillip Cocu zondag met een blessure het strijdperk ver liet, hielden wij het niet voor onmogelijk dat Marco als even tuele vervanger van de Eindho- vense strateeg een nog onbe kend talent uit de Ajax B-2 naar voren zou schuiven, maar gelukkig viel de kwetsuur van Cocu mee en doelpuntte Van Bommel dit plan in de tweede helft rigoureus de vergetelheid in. Toevallig beschik ik over de weergave van een gesprek dat twee Brabantse basisscholieren eind oktober vorig jaar met Mark van Bommel hadden en hierdoor weet ik dat Van Bom mel PSV een heel gezellige club vindt, dat zijn drie kinderen lid zijn van de PSV Phoxy Club én dat Mark toen hij nog Markje was supporter was van Ajax. (De eerlijkheid gebiedt te zeg gen dat Van Bommel in het in terview met Tim en Roy Pen- ninga Ajax en PSV in één adem noemt, maar dat doet hij na tuurlijk om de zieltjes van Tim en Roy niet al te zeer te bescha digen. Voor Van Basten moet dit interview een hemels ge schenk zijn: als hij Van Bom mel opstelt, stelt hij een speler op die tot zijn pak weg twaalf de in gedachten een beetje een Ajacied was - dat scheelt). Van Bommel wordt straks met PSV voor de vierde keer kampi oen van Nederland, heeft in dit seizoen alleen al 2,2 keer zoveel doelpunten gemaakt als de topscorer van Ajax, kan met zijn rechterbeen wat Van Ha- negem met zijn linker kon en staat in de belangstelling van Arsenal, Barcelona, Bayern München, Besiktas, Chelsea, een viertal Dinamo's, de beide Manchester's, AC Milan, Paris St. Germain, Real Madrid, Tot tenham Hotspur en Werder Bremen en dan vergeet ik nog de club van zijn schoonvader en nog zo'n 48 andere clubs waarom eigenlijk is hij nog steeds geen vaste waarde in Oranje? Aan zijn kont kleven nogal wat gele en rode kaarten, zou het hem daarin zitten? Wij herinneren ons zijn rode kaart tegen Bayern München (die in sommige kringen juist als een verzetsdaad werd toege juicht), hij ontbrak in de beker finale, waarheen hij zijn oude club Fortuna bij zijn afscheid leidde en nadien benadeelde hij PSV en zichzelf met zijn ro de kaart in de UEFA Cup- kwartfinale tegen Feyenoord en al te vaak drong Van Bommel van zichzelf een beeld aan ons op van die altijd mekkerende, irritante en zuigende aanvoer der, die hij zelfs ditmizoen, hoewel hij gewiekst gewor den is en zichzelf beter in de hand heeft, nog steeds nu en dan is. Toch geloof ik dat eerder Van Bommels gedrag hem dwarszit dan zijn wangedrag. Hij lacht zo weinig, valt mij op. Het plezier straalt niet van hem af. Óf het een pose is weet ik niet. maar zijn uitstraling is zo nurks. Nooit een grap, zelden een uiting van zelfspot. Altijd zo cryptisch. Zijn ogen staan, hoe zal ik het zeggen, zo Thom- degraafs. Wat je Van Bommel zou willen toeschreeuwen is. gooi dat juk eens van je af. Doe vrolijk en schop er vandaag nou ook een paar in bij Lobont en dis je dan scoort, lach dan eens. Frank Snoeks SPORT zaterdag 26 maart 2005

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 23