'Huisartsenzorg versplintert wo°n"H«>ooP«biiee„specia- wordt steeds duUrder' woon." Hij loopt bij een specia list, die hem helemaal heeft nagekeken, maar niets kon vinden. ,,Ik ben in de war, 19 MAART 2005 De dokter heeft er de ziekte i n Marielène van der Velden neemt de bloeddruk van een patiënt op. Foto: GPD/Cees Zorn minder tijd voor meer patiënten, maar daardoor daalt de kwaliteit, stijgen de kosten en gaat de lol er wel van af." De laatste tien, vijftien jaar liepen de wachtkamers vol. Omdat de patiënt mon diger werd, mensen ouder werden, het aantal ouderen flink groeide en er meer allochtone patiënten kwamen met diffuse klachten en taalproblemen. Een huisarts ziet nu gemiddeld ruim twee keer zoveel patiënten als enkele jaren geleden, maar is er niet meer door gaan verdienen. Een werkweek is gemiddeld 55 uur en huisart sen die part-time werken, komen op zo'n 37 uur. De huisarts is efficiënter gaan werken, maar heeft daarvoor wel meer personeel moeten aantrekken, zoals geschoolde as sistentes en praktijkondersteuners. De as sistente is meer dan een telefoniste ge worden en kan tegenwoordig telefonisch al veel opvangen. Bellers met de vraag: Kan de dokter komen? moeten heel dui delijk maken wat er aan de hand is voor ze verder komen. De assistente mag ook vervolgrecepten uitschrijven, injecties geven en uitstrijkjes maken. Sinds enige tijd zijn er ook prak tijkondersteuners, die zich vooral richten op chronisch zieke patiënten zoals men sen met diabetes. De huisarts blijft ver antwoordelijk voor het handelen van alle assistenten. Voor het aanstellen van een praktijkver- pleegkundige bestaat een aparte financie ring. Nobel: „Voor driekwart van de huis artsen is hiervoor geen geld beschikbaar gesteld. Dat is één van de redenen voor de huidige acties." Een praktijkverpleegkundige biedt kwali tatieve verbetering, omdat meer tijd en aandacht aan patiënten kan worden be steed, maar geen verlichting van het werk van de huisarts, vindt Marielène van der Velden. „Het voordeel is dat je meer cate gorieën patiënten binnen de eerstelijns- zorg kunt houden die voorheen in het ziekenhuis begeleid werden. Het nadeel is dat er veel werk is bij gekomen dat niets met de directe zorg voor patiënten te maken heeft." „Je hebt te maken met een groot aantal verschillende verzekeraars met soms maar één of enkele verzekerden in onze praktijk. Met de daarbij horende extra ad ministratieve ballast: hele ordners moe ten we tegenwoordig bijhouden. Omdat een vorige bewindsman heeft besloten regionale ziekenfondsen ook landelijk te laten werken. Geen patiënt is daar ooit beter van geworden." Werkdruk, opgelegde inkomensachteruit gang, toegenomen kosten, stapels admi nistratie, avond-, nacht- en weekend diensten, bijhouden van vakliteratuur: voor veel oudere artsen reden genoeg om te kijken of ze kunnen stoppen. Voor veel jongere artsen is dat aanleiding in grotere verbanden te gaan werken. Hans Nobel en Marielène van der Velden zien daar niet veel in, zij geloven meer in de ver trouwensband tussen arts en patiënt, die er niet is als een patiënt steeds een ande re arts tegenover zich heeft. Als een oudere vrouw, die ze al jaren kent, dement begint te worden, probeert Marielène van der Velden haar zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Ze praat met de kinderen, kijkt of sommige medi cijnen zinvol zijn, gaat wat vaker langs. Dat doet ze tijdens haar visites, tussen de spreekuren dóór. Onderweg, in de auto, eet ze dan haar twee inderhaast klaarge maakte boterhammetjes op, met de cd- speler aan. „Effe lekker met je eigen mu ziek." Na het laatste spreekuur bekijkt ze dos siers en houdt besprekingen met de prak tijkondersteuner, een stagiaire van de as sistente en een huisarts in opleiding die een jaar onder haar supervisie meedraait. „Opleiden is mijn lust en mijn leven." Als iedereen weg is nog even de post doorne men, recepten controleren en een paar brieven schrijven voor specialisten. Tegen zessen: „Nu ben ik wel een beetje moe. Sommigen zetten een kookwekker op vijf minuten. Als hij afloopt, kan de patiënt gaan: „Met de groeten van Hoogervorst." De zevenduizend huisartsen worden met de dag kwader; plannen van de minister bedreigen hun vak én de patiënt. Bericht uit de praktijk. door Dick Hofland soms lopen de tranen over m'n wangen. Heb je misschien een telefoonnummer voor me van iemand die ik kan bellen?" Huisarts Marielène van der Velden hoort het rustig aan. „Misschien kunnen we er beter eerst eens met z'n tweeën over pra ten." Ze kent hem. Mishandeld door zijn vader, schulden, drie kinderen, vrouw aan de drank. „Dat is het voordeel van een huisarts: je weet om wie het gaat. Ik weet wat er achter dat verhaal zit, ik hoor de vraag achter de vraag." Het telefonisch spreekuur is amper be gonnen of ze heeft al een rits bekende pa tiënten aan de lijn gehad. Een grieperige vrouw van wie de koorts oploopt en die volgende week graag met vakan tie wil. Een man die al een tijd hoest en vreest voor een longontste king. Een jonge man die steeds gespannener wordt en wil weten of dat nou komt omdat het werk boven z'n macht gaat of dat hij 'gewoon een stresskip' is. Een man die voor zijn vrouw belt, omdat ze weer een pijnaanval in haar ge wichten heeft. Een meisje dat zegt nogal slaperig te worden van de medicijnen die ze slikt. Dan is het ochtend spreekuur van acht tot tien al voorbij: een man met problemen op het werk, een jongetje met een vernauwde voorhuid, een vrouw met een knobbeltje in de borst, een jonge man met problemen met zijn opleiding, een vrouw die zich niet lekker voelt door de pil. Het middagspreekuur van twee tot vijf moet nog komen: anticonceptiestaafje verwijderd, spiraaltje ingebracht, medicij nen tegen influenza voorgeschreven, een nog jonge vrouw die erg vergeetachtig is en vreest dat ze dement wordt, een me vrouw die chronisch depressief is, een echtpaar van wie de vrouw een dikke buik heeft en heel bang is voor een tumor, een, vrouw met een schimmelinfectie, een man die een virus heeft gehad en de laat ste tijd veel pijn in zijn benen heeft. Marielène van der Velden houdt van haar vak. „Hier ligt mijn hart." Bijna 52 is ze, maar ze verheugt zich elke dag weer op de tientallen patiënten. „Ik wil graag dicht bij de mensen staan. Als huisarts moet je er veel zijn, bereikbaarheid blijft heel belangrijk. Pa tiënten willen het liefst te maken heb ben met de huisarts die ze kennen en in wie ze vertrouwen hebben." Haar man is ook huis arts, maar Hans No bel werkt niet alle da gen in de praktijk in Alphen aan den Rijn. Hij houdt zich ook bezig met het beharti gen van de belangen van huisartsen, en dat is de laatste tijd ook een dagtaak. Want minister Hoogervorst heeft plannen waar door de huisartsen zich enorm bedreigd voelen. Hij wil onder meer de zogeheten inschrij ving op naam loslaten, waardoor de pa tiënt geen eigen huisarts meer heeft. Ook moeten huisartsen meer patiënten be handelen in dezelfde tijd en voor hetzelf de geld. Alles onder het mom: meer con currentie in de zorg. Hans Nobel trekt bijna wit weg als hij er over praat. „Het gevolg is alleen maar dat de zorg versplintert en veel duurder wordt. Wat wil je van een minister die ons volstrekt niet serieus neemt, zeer laatdun kend over ons doet." Uw huisarts neemt qraag de tijd voor u „Wat dacht je van deze uitspraak: Ach, die huisartsen, we weten allemaal wat dat voorstelt. Als het moeilijk wordt, sturen ze door en anders gaat het vanzelf ook wel over. Ze kosten veel en het brengt niets op." „Dat zegt dus de minister die verant woordelijk is voor de zorg. Hoogervorst is de schandknaap van Zalm, hij moet nu eenmaal bezuinigen, maar van zorg heeft hij geen verstand. Zijn bezuinigingen blij ken de kosten voor patiënten juist te ver hogen." Een normpraktijk telt momenteel 2350 patiënten. Bij Marielène van der Velden en Hans Nobel staan er 2900 ingeschre ven. Er is slechts bij hoge uitzondering plek voor nieuwe inschrijvingen. Tijdens het spreekuur zien ze vier tot zes patiën ten per uur. „We proberen ze er niet doorheen te ja gen en de mensen die echt iets mankeren er uit te zeven", zegt Hans Nobel. „De huisarts heeft een vrij langdurige oplei ding gevolgd om alle klachten en proble men te onderscheiden. Dat kun je niet zomaar vervangen Van elke honderd patiënten worden er 96 door de huisarts zelf behandeld, twee worden naar het ziekenhuis verwezen en twee naar paramedici zoals fysiothera peuten en zelfstandig gevestigde psycho logen. Nobel: „Wij voorkomen onnodig ziekenhuisbezoek en daarmee onnodig hoge kosten. Het is een koud kunstje om iedereen door te sturen naar een specia list, maar dat kost miljarden." Huisartsen doen dat nu toch, als protest tegen de plannen van de minister. Daar door zullen de wachtlijsten groeien en de kosten fors oplopen. Sommige actievoer ders hebben daarbij een kookwekker op hun bureau gezet. Na vijf minuten gaat hij af en zegt de arts tegen de patiënt: U kunt weer gaan. Met de groeten van de minister. Nobel: „Zo wil Hoogervorst het: Hans Nobel, Dynth Verhagê en Marielène van der Velden tijdens het patiëntenoverleg in hun huisartsenpraktijk in Alphen aan den Rijn. Foto: GPD/Cees Zorn -5 'O ND LEGGER AN JAPANSE STUDIËN TN LEIDEN Agnes Kant: Sociaal in hart en hoofd SieboldHuis open: Leiden weer museum rijker HIER WOONDE R. PH.F. B i SlEBOLD 832>1847

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 1