Jekker haalt
ïnnissers
it Zweden
De tennisbal in negen eenvoudige vragen
SPORT
Aanleg alleen is niet genoeg
Marlot Meddens: meer met het hoofd
S3
l b wil terug naar eredivisie
r- 'te///
- - j
m j
m. Jk. i
Üf ff
KIDSSPORT
Voorhoutse schiet omhoog op de rankings
HOC 983
zaterdag 19 maart 2005
fillem Spierdijk
ond - Dekker Tennis wil
rug naar de eredivisie. Om
te bereiken doet de club
„lond een beroep op een
Zweedse spelers. Coach
nd>g kan nog geen namen
lde*/an de spelers. „Het is ook
bedoeling dat we met
dezelfde tennissers uitko-
laatste wedstrijddag
we uit bij Emmen op
irt, dan komt er een spe-
daarop goed uit de voe-
over de kracht van de
andse inbreng heeft Ay-
„Het zijn jongens die
de 200 en 300 op de we-
glijst staan, eredivisie-
dus."
d niet veel gescheeld of
was al dit seizoen in die
sie uitgekomen. Eind vo-
trok het Haagse Leimo-
ch uit de hoogste klasse
De Warmonders stelden
ndidaat voor de openge-
plek. Pas eind februari
n zij dat de tennisbond
in de eredivisie gunde
a uit Amersfoort. Aytug
os over. „Zo'n beslissing
:h in een week worden
en. Waarom moet dat zo
iren? Ik heb de indruk
aan het lijntje zijn ge-
dat andere clubs tijd is
n om een en ander te re-
dat wij achter de hand
louden."
ch van de Warmonders
druk bezig een sterke
ijst voor de eredivisie
te stellen. Hij had onder
de Fransman Jean
Frangois Bachelot vastgelegd.
„Dat is een sterke dubbelspeler,
hij stond onlangs nog in de fi
nale van het ATP-toernooi van
Milaan. Maar hij speelt toer
nooien als Estoril, Barcelona en
Roland Garros, hij kan dus niet
in de hoofdklasse uitkomen."
Aytug legde de contacten met
de Fransman toen hij afgelopen
jaar met de tennisser Melle van
Gemerden de internationale
toernooien afreisde. „Ik heb
toen veel contacten gelegd. Ik
wil dat Dekker over een flinke
reservebank beschikt. Vorig jaar
zijn we uit de eredivisie gede
gradeerd door een blessure van
Bacheeva. Ik wil niet meer van
dit soort calamiteiten afhanke
lijk zijn. Ik heb nu contacten
met een Rus en een Duitser die
we eventueel kunnen oproe
pen."
Ondanks de buitenlandse ver
sterking is de Nederlandse in
breng bij Dekker natuurlijk het
grootst. Bij de vrouwen werd de
17-jarige Claire Lablans uit
Heemskerk aan het koppel
Anouk Sterk/Yolanda Mens
toegevoegd. Bij de mannen
bleef Rijnsburger Bart van
Delft. „Yolanda speelde laatst
nog een finale van een groot A-
toernooi en verloor op het nip
pertje van Mariëlle Hoogland
en Bart is natuurlijk voor de
hoofdklasse een heel sterke
speler."
De concurrenten voor de eerste
plaats zijn vermoedelijk Am-
stelpark en Victoria. Aytug heeft
er vertrouwen in. „Natuurlijk
gaan we niet roepen: dit gaat
wel lukken. Maar ons team is
wel zo sterk dat wel elke wed
strijd goed voor de dag ko
men."
De ene bal is de ander niet.
Duur, zacht, duurzaam, goed
koop. Waarmee tennist streek
genoot Jesse Huta Galung?
Waarom wilde Pete Sampras
steeds dezelfde bal? Hoe lang
gaat een bal eigenlijk mee? Een
introductie in de wereld van de
tennisbal. Negen vragen, meer
dan honderd feiten.
1. Wat kost een tennisbal?
De gemiddelde prijs van een
tennisbal ligt rond de drie euro
vijftig. Voor een kwalitatief
mindere bal zal de klant onge
veer 1,55 euro neer moeten tel
len en voor ballen waar in het
profcircuit meegespeeld wordt
vragen de sportzaken ongeveer
vijf euro.
2. Waarom is-ie zo duur?
Dat zit hem in de productie
kosten van de tennisbal. Ten
eerste zijn de materialen (rub
ber, vilt, lijm en eventueel gas)
kostbaar. Verder moet een bal
uitgebreid getest worden en in
elkaar gezet, de kosten lopen
daardoor op. Het komt erop
neer dat een bal min of meer
ambachtelijk gemaakt wordt.
Hoewel er machines gebruikt
worden, heeft de menselijke
hand absoluut nog een rol bij
het testen van de bal. Het pro
duct wordt getest op stuiteren,
hardheid, lijmdikte en er wordt
gekeken of alle ballen even
groot zijn. Verder moet de bal
vacuüm verpakt worden en
ook het metalen blik, waar de
ballen in verpakt zitten, heeft
zijn prijs.
3. Kan het echt niet goedko
per?
Dat kan wel, maar dan moet u
het doen met een stuk mindere
kwaliteit. De bal wordt sneller
zacht, gaat zwabberen en loopt
vol met water bij slecht weer.
Verder krijgt u te maken met
een bal die niet getest is, de
kans op een rotte appel is dus
groot.
4. Zijn er ballen voor begin
ners en gevorderden?
Het uitkiezen van de juiste tennisbal voor elk punt is vaak een kwestie van bijgeloof. Goran Ivanisevic wilde bijvoorbeeld na een ace weer
met dezelfde bal slaan. Peter Wessels pakt altijd de kaalste. „Minder haar betekent minder weerstand, dus in principe moet die bal net iets
harder gaan." Archieffoto: AP
Nee. Er zijn wel trainingsballen
en kinderballen. Deze ballen
zijn wat zachter. Dat geldt ook
voor de kinderballen, dat heeft
te maken met de veiligheid.
Omdat het richtingsgevoel van
een kind nog wel eens te wen
sen over laat, besloot de fabri
kant een bal te ontwikkelen die
een stuk minder hard aanvoelt
wanneer deze het lichaam
raakt. Het grote talent Jesse
Huta Galung uit Hillegom
speelt het meest met de
Dunlop Max TP en de Wilson.
Met de laatste wordt ook op de
US Open gespeeld. Het is een
iets lichtere, hardere bal die het
goed doet op hard court, en de
favoriet van Huta Galung.
5. Moet ik een drukloze bal
gebruiken of juist niet?
Wanneer u een recreatieve ten
nisser bent, dan is het verstan
dig een drukloze bal te gebrui
ken. Deze blijft namelijk veel
langer hard. Zelfs wanneer u de
bal slechts een maal per drie
maanden gebruikt mag u van
de drukloze bal verwachten dat
deze nog steeds hard is. Nadeel
is wel dat er in deze bal een
stuk minder gevoel zit en dat
hij kan gaan zwabberen.
Tennist u op een serieuzer ni
veau, dan is de gasgevulde bal
een beter alternatief. Met deze
bal kunt u een stuk nauwkeuri
ger slaan en het doet minder
pijn aan uw ellebogen. Hij gaat
misschien wat minder lang
mee, maar voor de echte ten-
nisliefhebber is de gasgevulde
bal een stuk fijner.
6. Maakt de kleur uit? Waar
om is de witte bal verdwenen?
Het duurde kennelijk even voor
het besef in het wereldje en bij
de producenten doordrong,
maar een witte bal verkleurt
door het spelen op gravel,
waarna hij steeds moeilijker te
zien is. Er wordt echter al eeu
wen op dat vermaledijde ge
malen spul getennist.
Vermoedelijk speelde de mode
- of het 'hip' moeten zijn - een
rol bij de uitsterving van de
witte bal. De roze, groene en
blauwe ballen deden hun in
trede, voor de fun. Inmiddels
wordt (op een serieus niveau)
zo'n beetje overal met een gele
bal gespeeld. Dat is bewezen
de best zichtbare kleur, zeggen
kenners. Tegenwoordig zijn er
ook al fluorgele ballen. Licht
geven in het donker doen ze
niet, maar ze zijn langer zicht
baar, en dus bruikbaar bij in
vallende duisternis.
Tennistrainers gebruiken ook
wel ballen met twee kleuren.
Zo houd je de ballen op een
complex wat makkelijker uit el
kaar. Handig, als je elke mid
dag met 200 ballen staat te ten
nissen.
7. Hoe lang doe ik met een
bal?
Een drukloze bal gaat in princi
pe een leven lang mee.. Zoals
gezegd, kan hij slecht zijn voor
de ledematen, en met een kale
bal - want zijn haren verliest
hij wel - lijkt het ons ook niet
ideaal tennissen. Een van onze
informanten waarschuwt voor
de Tretorn: een 'tennisarmbal'.
In gebruik zijn ze best voorde-
lig-
Voordeliger in ieder geval dan
de gasgevulde bal. Grofweg
gaat een blik met drie ballen
een maandje mee. Gelet op de
gemiddelde prijs van een bal, is
al gauw een jaarbudget van
zo'n 125 euro vereist.
Hoe lang een bal mee gaat, is
afhankelijk van de ondergrond.
In principe geldt: hoe harder
de bodem, hoe sneller de bal
slijt en langzaam leegloopt.
Daarentegen gaat gravel in een
bal zitten, wat de duurzaam
heid eveneens aantast. In gra
vel kan bovendien nattigheid
zitten en vocht is nooit goed
voor een bal.
8. Waarom speelt een prof
dan maar negen games met
een bal?
Bijna alleen maar vanwege pu
re luxe en verwennerij, vindt
een tennistrainer, hoewel hij
dat direct relativeert met de
opmerking dat in het proften
nis ballen sneller slijten. Zeker
met beukers als Andy Roddick
en Joachim Johansson. Het is
in elk geval vrijwel uitgesloten
dat de ballen na negen games
'op' zijn. Bij het grandslam in
Parijs (Roland Garros) worden
de ballen waarmee in een wed
strijd is gespeeld, na afloop
verkocht voor de helft van de
prijs.
Jesse Huta Galung laat echter
weten dat zijn ervaring is dat
de ballen na negen games toch
echt aan vervanging toe zijn.
„Ze zijn aan het eind van hun
Latijn. Ze worden harig en
zachter."
9. Waarom keurt een profspe
ler voordat hij gaat serveren
de ballen?
Het zoeken naar een antwoord
op deze laatste vraag heeft de
sportverslaggever Mare Mole
naars van onder meer deze
krant al eens gedaan. Er zijn
meer antwoorden, bleek ook
uit zijn bevindingen. Bijgeloof
speelt (hoe kan het anders) een
rol. Zo stond Goran Ivanisevic
erop na een ace weer met de
zelfde bal te mogen slaan. Pete
Sampras en Mark Philippoussis
gebruiken maar één bal en Pe
ter Wessels, die deze details
over zijn collega's prijs gaf, wil
elke keer met een nieuwe bal
serveren. „Ik vraag altijd drie
ballen en pik daar de kaalste
uit", zei hij verder. „Minder
haar betekent minder weer
stand, dus in principe moet die
bal net iets harder gaan."
Tennissers hebben verder wel
eens een lievelingsbal. Niet per
se een die het snelst aan de
overkant is, maar bijvoorbeeld
een waarmee net een rally is
gewonnen. Verder zit er in het
setje ballen dat op de baan
rond gaat altijd wel een minde
re, omdat daarmee een lange
rally is gespeeld. Huta Galung:
„Ik vraag in principe altijd drie
ballen en kies de mooiste uit.
Als ik op matchpoint kom, wil
ik de bal waarmee ik mijn laat
ste punt heb gewonnen."
Thijs Zeeman en
Robbert Minkhorst
ir
but - De dag is nog jong. Het
jgen negenen en hordes
uwen luioelen door de kan-
n Dekker Tennis in War-
ln afwachting van hun we-
uurtje rackettrekken drin-
een kopje koffie en nemen
rbije weekeinde door: van
is Cup-overwinning van
chalken tot een bezoekje
schoonfamilie in Zeeland,
andere kant van het glas
rndanks het vroege uur al
ezweten. Vijf vrouwen wer-
training af op baan vier en
m spel is duidelijk van een
liveau dan wat straks ver
bal worden, als de dames uit
tine bezit nemen van de ten-
in. Nu gaat het er stevig aan
Deiharde services worden
I door dito returns; de bal
eren laag-over het net. Nog
'lend aspect: een van de
prs oogt beduidend jonger
rest. Qua uiterlijk althans,
t haar spel betreft,
uk klopt, want Marlot Med-
pas 15. Niettemin traint ze
nee met tennissters die
o'n tien jaar ouder zijn en al
cere naam hebben gevestigd:
>terk, Jolanda Mens, Tanja
in Samantha Helderop.
is het heel moeilijk voor
[mee te gaan met hun tem-
nu gaat het steeds beter
ik steeds minder fouten",
[ddens. „Dat is ook wel lo
op mijn leeftijd nog
ingen vooruit, terwijl zij al-
Marlot Meddens
rtedatum: 21 april
15/
52
(laats: Voorhout
Rijnlands Lyceum
iiheim
lillegomse TC
ig: 284 (t/m 18
„Als ik op de training de kantjes eraf loop, ben ik de hele dag chagrijnig. Ik
kan niet leven met het gevoel dat ik er niet alles aan gedaan heb."
Foto: Henk Bouwman
Uendste prestaties
finaleplaats Neder-
campioenschap t/m
kwartfinale ITF2-
oi Neurenberg
inaleplaats NK t/m
leen nog maar kleine stapjes kun
nen zetten."
De progressie van de jonge Voor
houtse blijft niet alleen beperkt tot
de trainingssessies. Meddens boek
te de afgelopen weken opzienba
rende resultaten en schoot om
hoog op allerhande rankings. Zo
was er vorige maand een kwart fi
naleplaats in het sterk bezette ITF-
toemooi in het Duitse Neurenberg
en afgelopen weekeinde bereikte ze
de finale van de Nederlandse
jeugdkampioenschappen tot 18
jaar. In de halve eindstrijd elimi
neerde Meddens de nummer één
op de plaatsingslijst, Marrit Boon
stra, nadat ze twee matchpoints te
gen had gekregen.
Dergelijke prestaties zijn niet alleen
het resultaat van intensieve trai-
ningsarbeid, vooral ook van een
ijzeren wil en een schier onbe
grensde ambitie. Altijd zal ze het
onderste uit de kan halen om de
wedstrijd te winnen, nooit zal ze de
kantjes eraf lopen. Zelfs niet tijdens
een training.Als ik dat doe, ben ik
de hele dag chagrijnig. Ik kan niet
leven met het gevoel dat ik er niet
alles aan gedaan heb. Dat fanatis
me heb ik altijd wel gehad, die
drang zit gewoon in me."
De tijd zal leren waar de grenzen
van Marlot Meddens liggen. Maar
nu staat al vast dat niemand haar
ooit zal kunnen verwijten dat ze er
niet alles aan gedaan heeft om zo
ver mogelijk te komen in haar
sport. „Ik heb heel bewust voor
tennis gekozen. Nu ben ik jong en
heb ik nog de kans om mijn moge
lijkheden te verkennen, dat kan la
ter niet meer. Het is nu of nooit."
Dat andere, alledaagse dingen
daardoor niet of nauwelijks aan
bod komen: soit. Feestjes kan ze al
tijd nog vieren. Werken komt later
wel. Nu hoeft Meddens zich naast
haar sport louter te bekommeren
om haar opleiding en dat bezorgt
haar al genoeg hoofdbrekens. Ze
hoopt in juni het vierde lesjaar van
het vwo af te ronden, om vervol
gens twee jaar uit te trekken voor
de vijfde klas. Op die manier kan ze
zich maximaal richten op haar pas
sie. „Alles draait voor mij om ten
nis. School is eigenlijk een bijvak.
Het enige wat telt is overgaan. Hoe
ik dat doe, maakt niet uit."
Het is precies dezelfde denkwijze
die ze op de baan hanteert. Wed
strijden kun je winnen door zelf het
punt te maken, of door je tegen
stander fouten te laten maken. Uit
eindelijk is het resultaat toch een
der, weet Meddens inmiddels. Er
was een tijd dat ze elk punt zelf wil
de afdwingen, door iedere bal zo
hard mogelijk te slaan. „Daardoor
maakte ik heel veel fouten en ver
loor ik van meisjes die niets anders
deden dan de bal terugbrengen."
Nu speelt de Voorhoutse veel meer
met haar hoofd en niet louter met
haar spierballen. „We hebben ge
probeerd te werken aan mijn ver
dediging. De vraag is: wanneer sla
je welk soort bal? Je moet bij iedere
slag nadenken. Elke slag moet een
doel hebben."
Maarten Dekker
'Kidssport' is een serie over jeugdig
sporttalent uit Leiden en omgeving.
Heeft u tips of suggesties voor deze ru
briek, mail dan naar sport.Id@hdc.nl
Ze stonden ooit te boek als groot talent. Maar aanleg alleen is niet genoeg. De weg naar de absolute tennistop ligt
bezaaid met voetangels en klemmen. Kees-Jan Schuilenburg en Heieen van den Berg strandden op weg naar de
tophonderd van de wereld. Ze zijn er niet ongelukkiger op geworden. „Maar ik heb me wel eens achter mijn oren
gekrabd. Wat als ik...", zegt Heieen van den Berg.
Archieffoto: Dick Hogewoning
Naam: Heieen van den Berg
Leeftijd: 33 jaar.
Plaats: Noordwijkerhout.
Beste prestatie: Nederlands kampi
oen in 1991.
„Heimwee is bij mij het grootste
struikelblok geweest. Ik ben rond
mijn veertiende begonnen met in
ternationaal tennis. In het laatste
jaar van de mavo was ik ongeveer
negen maanden van huis. Ik zat bij
Jong Oranje en reisde onder begelei
ding. Miriam Oremans en Kristie
Boogert waren mijn reismaatjes.
Met zijn drietjes hebben we de top-
200 gehaald.
Ik heb het een jaar of vijf volgehou
den. Het vele weg zijn ging me het
laatste jaar echt tegenstaan. Dat is
de reden dat ik op mijn twintigste
ben gestopt. Ik ben nationaal blijven
spelen in de eredivisie bij Popeye
Gold Star. Later, toen ik Miriam en
Kristie successen zag boeken, heb ik
me wel eens achter mijn oren ge
krabd. Wat als ik...
Als ik het over zou moeten doen,
was ik pas later met reizen begon
nen. Heel misschien had het gehol
pen als mijn ouders mee waren ge
gaan. Ik miste mijn vertrouwde om
geving. Miriam kwam net als ik uit
een klein dorpje en die had er ook
moeite mee. Zij was ook een huis
beestje. In een dorp gaan de mensen
toch hechter met elkaar om dan in
de stad.
Ik zit nu toevallig het boek 'Harde
Ballen' van Richard Krajicek te lezen
en daar komen voorbeelden in voor
die ik herken. Je moet een tunnelvi
sie hebben om te slagen. Het is trai
nen, trainen, trainen en je moet ego-
istisch zijn. Je ontmoet wel vrienden
op de tour, maar uiteindelijk moet je
het zelf doen. Aan de andere kant
van het net zijn ze de
vijand.
Ik heb als jong meisje
veel meegemaakt van
het leven. Daar word je
sterk en hard van. Als er
iets tegen zit, stap ik er
makkelijker overheen.
Ik geef nu fulltime les op
De Boekhorst. Er is zo
veel jeugd, dat het
moeilijk is meer te doen
voor talentjes. De mees
ten komen voor de lol
een balletje slaan. Als ik
iemand zie met aanleg,
adviseer ik ze om het bij
een tennisschool te pro
beren. Ik kan die extra uren niet bie
den. Als ze maar wel beseffen dat
het maar voor weinigen is wegge
legd. De weg naar de top is heel lang
en heel erg zwaar."
Naam: Kees-Jan Schuilenburg.
Leeftijd: 32 jaar.
Plaats: Leiderdorp.
Beste prestaties: Nederlands kam
pioen tot en met 12 en tot en met 18
jaar.
„Nadat ik op mijn achttiende natio
naal jeugdkampioen werd, heb ik
drie jaar bij Jong Oranje onder Stan
Franker getraind. Maar de bond
stelde weinig faciliteiten beschik
baar om te reizen. In mijn lichting
zijn weinig kansen geboden. Wil je
het goed doen, dan moet je zes
maanden per jaar weg. En dan moet
je ook nog een coach betalen. Ik had
geen rijke vrienden en mijn ouders
hadden ook geen kapitaal.
Het is een combinatie van
factoren geweest, waardoor
ik het niet gehaald heb. Als ik
nou een beest van een servi
ce had gehad, was het een
stuk makkelijker geweest. Ik
had niet echt een groot wa
pen. Mijn voorkeur ging uit
naar snelle banen. In Neder
land, daar waar je sponsors
moet vinden, lag alleen maar
gravel.
Ik heb nooit een ATP-ranking
gehaald. Voor mijn eerste sa-
tellite-toemooi ging ik naar
Spanje. Het was een lijstje
van 128 en er stonden 210
man te trappelen. In de eer
ste week werden er tachtig
uitgeloot en een week later
nog eens tien. Ik zat daar steeds bij.
Dan geef al veel geld uit en mag je
niet eens een bal slaan.
Ik ben niet heel erg teleurgesteld ge
raakt. Ik had er wel moeite mee toen
ik stopte, maar het was kiezen tus
sen twee kwaden. Ik zag anderen
wel doorbreken. Tennis op dat ni
veau is alleen leuk als je resultaten
boekt. Ik bekeek mijn perspectieven,
had een vwo-diploma op zak en be
sloot te gaan studeren.
Als ik het over had kunnen doen,
was ik naar Amerika vertrokken.
Daar ligt alleen maar hardcourt en
was ik, bijvoorbeeld bij een universi
teit, in een professionelere omge
ving gekomen met meer faciliteiten.
Maar of ik het daarmee gered had,
weet ik niet. Ik moet reëel zijn. Op
de trainingen was het verschil met
de grote jongens niet groot. De
kunst is wedstrijden spelen. Om
goed te worden, moet je maar om
één ding geven: winnen. Je moet de
schoonheid achterwege laten en ik
hield te veel van leuk tennissen. Sti
listisch. Een dropshotje en een stop
volley.
Ik ben altijd wel blijven tennissen. Ik
heb geen papieren om les te geven,
maar heb veel clinics gedaan. Ten
nis blijft altijd een onderwerp van
gesprek. Bijvoorbeeld bij sollicita
ties. Ze weten dat je doorzettings
vermogen en geldingsdrang hebt als
je op hoog niveau hebt gppeeld. Tot
voor kort had ik werk in de IT, maar
door rsi-klachten zit ik thuis. Ik heb
daarom het roer volledig omge
gooid. Begin april vertrek ik naar Si
cilië om voor Club Med tennislessen
te verzorgen. Dat tennis blijft me
achtervolgen."
Archieffoto: Mark Lamers