Grevinga overwint vele tegenslagen SPORT Voskuil: 'Elk jaar wel een crisis' Renners Johan en Robert Berk volgen dezelfde vÈ Nadine Straten kiest voor de geleidelijke weg Saturnus - ETC Zondag 13.00 uur Mau-Asam uitgeschakeld Peking - Shorttrackster Liesbeth Mau-Asam uit Woubrugge is gisteren tijdens de WK short track op 1500 meter uitgescha keld in de halve finales. De rijd ster hinderde in haar race de Amerikaanse Kim Hyo-Jung. In haar serie bleef Mau-Asam de Canadese Kalyne Roberge en de Italiaanse Marta Capurso nipt voor. Annita van Doom, die eerder dit seizoen een WB-wed- strijd over 1500 meter won, werd vroegtijdig uitgeschakeld. Zij eindigde in haar serie als derde. Bij de mannen had Ne derland geen vertegenwoordi ger in de halve finales. Stomp- wijker Cees Juffermans (derde) en Woubruggenaar Robbert - Kees Boer (zesde) kwamen niet door de series. ITF-toernooi in Hiliegom hillegom - Voor de vierde maal op rij organiseert de Hillegomse tennisclub (HTC) het prestigi euze ITF jeugdtoemooi. Vanaf 12 juli nemen toptennissers uit vijfentwintig landen het tegen elkaar op. „Het wordt een prachtig evenement waarin het publiek de aanstormende top pers in levenden lijve kan zien", zegt HTC-secretaris Bob de Jong. In 2001 won Michaella Krajicek de eerste editie van het hoogaangeschreven jeugdtoer- nooi. Routinier ziet Saturnus op termijn terugkeren naar eerste divisie door Gertjan van Geen leiden - Voor handbalvereni ging Saturnus dreigde enige ja ren geleden een bestaan in de marge. Het mannenteam ver- wel van een topper in de eerste divisie tot een ploeteraar twee niveaus lager, vrouwenteams waren nauwelijks te vullen en de club had geen hoopgevende aanwas van jeugdleden. Vrij stilletjes keerde de Leidse club de zaken om. Morgen kunnen de mannen iets van het verlo ren gegane terrrein goedmaken als het in de kampioenswed strijd in de eerste klasse G nummer twee ETC ontvangt. Giovanni Voskuil, een van de oudgedienden in het eerste team, ziet de op handen zijnde promotie als nieuwe kans voor Saturnus. „We moeten het ni veau van een paar jaar geleden weer kunnen halen en een team formeren dat smoel geeft aan de club", zegt de rechter hoekspeler, die ook als opbou wer inzetbaar is. Saturnus had het zo mooi voor elkaar. De club schurkte tegen het kampioenschap van de eer ste divisie aan en met een beet je geluk had het met groten deels eigen jongens de eredivi sie gehaald. Trainers van naam kwamen naar de Vijf Meihal en stuk voor stuk hadden ze een zwak voor dat enthousiaste clubje met de beperkte midde len. Tegelijkertijd vielen ze over de heersende vrijblijvende sfeer. Toen oudgedienden Nico Mooren en Rob Otten stopten, terwijl Marcel Nieuwenhuys en Paul van Leeuwen het hogerop bij het Rijswijkse Animo zoch ten, stortte Saturnus ineen met een dubbele degradatie tot ge volg. Voskuil maakte de zeven sei zoenen eerste divisie mee, hoe wel hij Saturnus eerder verlaten had. „Ik had een vriendin in Haarlem en ben daar gaan handballen. Ik wilde wel eens wat anders zien na tien jaar Sa turnus. Het heeft twee jaar ge duurd. Toen Saturnus promo veerde, ging het kriebelen en ben ik teruggekomen. De 31-jarige Leidenaar heeft sindsdien een steeds groter zwak voor de vereniging met al zijn grote en kleine probleem pjes ontwikkeld. „Er is elk jaar wel een crisis hier. Of met de jeugd of met de dames of met de heren. We zijn nu eenmaal een kleine vereniging met wei nig vrijwilligers. Als je oude clubblaadjes leest, staan er stukjes in met wanhoopskreten - 'Er moet nu iets gebeuren' in hoofdletters - van oud-voorzit ter Rob Otten. Dat was al zo toen ik twaalf jaar oud was." Problemen ontstonden dit keer zelfs tussentijds. Halverwege het seizoen nam de club af scheid van trainer Rachid Ab- dellaoui. Voskuil: „We hebben absoluut in korte tijd veel van hem geleerd. Rachid bracht an dere inzichten. Toch klikte het niet helemaal. Vooral in de coa ching verschilden we van in zicht. Ik denk dat we binnen de vereniging een nieuwe trainer- /coach moeten zoeken. Er zijn een paar kandidaten. Zoals het nu gaat (André van Es is coach, Nico Mooren verzorgt de trai ning, red.) is niet ideaal." Voskuil is elektricien van be roep, maar verandert binnen kort van baas om korter te gaan werken en in de resterende tijd zijn eigen bedrijf dat kinder feestjes organiseert uit te bou wen. „Ik ga mijn hele leven al mee op kampen van LCKV en vind het zonde om die hobby maar één week per jaar uit te oefenen. Ik heb mijn bedrijfje 'active fun' genoemd en het is bedoeld voor kinderen van acht tot twintig jaar. Het loopt uit een van piratenfeestjes tot sur- vivallen." De overlevingstochten van zijn handbalclub dienen daarbij niet als voorbeeld. Ook de 'trai nerscrisis' heeft Saturnus over wonnen om met golfbewegin gen verder te gaan. Door de groei van de jeugdafdeling heeft Marco Grevinga met hond Chico: „Ik vind dat Ruud de Groot wel durf heeft door een jonge keeper op te stellen." Foto: Dick Hogewoning Grevinga besloot zonder opera tie te revalideren en verder te gaan als keeper. Elf maanden kon hij niet spelen. „En als kee per ging ik elke keer door mijn knie, dus dat was ook niks. Het was een weggegooid jaar. Ik had beter gelijk geopereerd kunnen worden." Keeperstrai ner Ted van der Meer heeft hem opgelapt. „In de tijd na een operatie ben je heel erg al leen. Hij heeft me opgepakt, ge werkt aan mijn terugkeer en me tijdens trainingen iedere keer apart genomen. Ik ben de kee per die hij heeft gemaakt." Hij dankt zijn plaats in de selec tie in eerste instantie nog wel aan zijn kwaliteiten als voetbal ler. „Ik was spits, mid-mid of rechtshalf. Bij Noordwijk ben ik gepiepeld. Ik werd altijd wissel gezet, terwijl ik nooit slechter was dan de speler die op mijn plek stond. Bij SJC ben ik toen een vriendenteam begonnen. De trainer stond een keer te kij ken en zag me vier keer sco ren." Een basisplaats als doelman heeft de Noordwijker, die sa men met vriendin Bianca en hond Chico in een flat in Noordwijk woont, pas sinds en kele maanden. „Ik vind dat Ruud de Groot wel durf heeft door een jonge keeper op te stellen. Ik ben 23 jaar, Van Res teren is 33 en heeft dus veel meer ervaring. Ik heb vier jaar achter hem gezeten. We bin nen het prima met elkaar vin den. We hebben allebei altijd keihard getraind. Nu zijn de rollen omgedraaid. Dat kan ge beuren." Met een lengte van twee meter en een groot postuur heeft Gre vinga zijn voorkomen mee. Hij maakt er alleen nog onvoldoen de gebruik van. „Ik ben te lief. Dat is mijn probleem." De 'ervaren rotten' bij SJC, Maickel Verver, Erwin Beltman en Patrick Heijmans, wijzen hem daar ook op. „Als een bal vijf, zes meter bij me vandaan is, moet ik komen. Als ik het doe en ik pak die bal, gaan bij die jongens de duimen om hoog." Sowieso roemt hij de sfeer in het elftal. Die lijdt niet onder de slechte prestaties van de laatste maanden. „Het komt helemaal door onszelf. Wij ge ven het weg. We hebben ge woon de beste ploeg. We had den al twaalf punten voor kun nen staan." door Peter van der Hulst koudekerk aan den rijn - Het Salomonsoordeel komt van het gezinshoofd. Nadat de fietsen de broers Johan (20) en Robert (18) elkaar eerder eventjes vra gend aankijken, zegt hun vader: „Robert is getalenteerder, maar Johan is weer gedrevener. Ei genlijk zou je ze door elkaar moeten prakken." Toch kent de jongste telg voolopig nog even zijn plaats. De eerstejaars neo- senior is morgen al blij als hij tijdens zijn debuut in de Ronde van Zuid-Holland de finish haalt. Johan dicht zichzelf als derdejaars voorzichtig een plek in de toptien toe. Parallellen tussen de twee broers uit Koudekerk aan den Rijn zijn er genoeg te trekken. Ze rijden samen voor dezelfde ploeg, Trias in Den Haag, heb ben een verleden in andere tak ken van sport en maken beiden een rustige indruk. Johan was tot zijn vijftiende een verdien stelijk zwemmer. Op zijn kamer ligt nog een map vol met me dailles die hij al banen trekkend veroverde. Robert vond ook zijn weg in het zwembad, maar deed het op bevroren water beter dan zijn oudere broer. Hij eindigde in de gewestelijke marathons als tweede van het klassement in categorie C2, zodat hij volgend seizoen op het niveau Cl mag uitkomen. „Het zal dan lastig zijn om nog mee te komen, want ik ben dit jaar minder gaan schaatsen." Voor het eerst is Robert al in december begon nen met zijn voorbereiding op het wielerseizoen en dat valt hem niet mee. Door een over belaste knie moest hij het in ja- Johan (links) en Robert Berk fietsen dit jaar in hetzelfde team. Foto: Taco van der Eb nuari twee weken rustiger aan doen. De liefde voor de sport mag dan hetzelfde zijn, in karakter ver schillen ze toch wel degelijk. Jo han: „Ik weet vaak wat ik wil, al maak ik niet altijd de juiste keu zes. Robert twijfelt vaker. Ik ben ook koppiger, geef anderen maar moeilijk gelijk." Robert: „Jij bent op meer op jezelf ge richt. Als jij iemand afsnijdt, rijd je rustig door. Ik zeg dan nog wel eens sorry. Johan is ook ge- ordener, ik ben veel slordiger." De oudste lacht: „Mijn fiets is in ieder geval schoner dan die van jou." Robert is dus wat luier van aard, is geen trainingsbeest als zijn broer. Een karaktertrek die sprinters veelal eigen is. „Als renner zijn we totaal verschil lend. Hij kan veel rapper aan komen dan ik", zegt Johan. „In een groepje kan ik nog wel goed finishen, maar in een massa sprint zie je mij niet zo snel, Ro bert wel. Ik heb wel aardig wat duurvermogen en kan redelijk tijdrijden." Robert: „Sprinten is echt mijn ding. Verstand op nul en gaan. Waar Johan stopt, ga ik dus door." Voorlopig moet de jongste telg zich nog maar bewijzen. Johan heeft al enkele verdienstelijke klasseringen op zak. In zijn tweede seizoen bij de neo's won hij de Ronde van Alphen, werd tweede in het districts kampioenschap tijdrijden, der de in de Omloop van de Hoekse Waard en zestiende op het NK. Robert schopte hij bij de junio ren tot een podiumplek in een Belgische klassieker. Dit jaar fietsen de twee broers in hetzelfde team. „Of Johan een voorbeeld voor mij is? Niet echt. Ik vind het leuk om met hem te rijden, Ik hoop hem bij te kunnen houden en hem een keer voorbij te gaan, maar zo lang het niet op een eindsprint aankomt, zal dat niet snel luk ken." Voor vragen kan Robert in ieder geval bij de twee jaar oudere renner terecht. „We hebben het parcours van de Ronde van Zuid-Holland ver kend en dan zeg ik hem wat de belangrijke punten zijn. De plekken waar iets kan gebeu ren, waar bijvoorbeeld het pe loton kan breken, of op de kant gaat. In de koers zien we dan wel hoe het gaat. Waar het kan, helpen we elkaar." Robert: „Hij heeft natuurlijk heel wat meer ervaring dan ik. Johan heeft al veel in het buitenland ge koerst." De vuurdoop van Robert be looft het nodige spektakel. De afgelopen jaren werd de Ronde van Zuid-Holland gekenmerkt door barre weersomstandighe den en ook de verwachtingen voor morgen zijn niet al te best: winterse buien en harde wind. „Twee jaar terug werd ik in Bleiswijk uit de koers genomen. Dat jaar finishten er maar 26 renners", herinnert Johan zich. Hij schrikt er niet meer voor te rug. Johan wil morgen zeker deel uitmaken van. de eerste groep, zodat hij in de finale een rol kan spelen. Het mag van de rijder die al voor het zesde jaar bij Trias rijdt worden verwacht. Niet voor niets kreeg hij uit de sterke wielerformatie Löwik te horen dat ze hem in de gaten houden. „Ik wil zoveel mogelijk uit het wielrennen halen. Ik ga niet meerijden om het meerij den, ik wil prijzen pakken. Kan ik naar een betere ploeg dan doe ik dat, maar dan moet het ook echt een verbetering zijn. Bij Trias zit ik voorlopig goed. Ik rijd een mooi programma en jhei zich lied presteer ik goedherl ik word opgesteldalty waar de concurreer i is dat nog maar d De ambities varft zijn derde jaarl 4< doen niet onden zijn broer. Hij besjgl wat moest verais gelopen jaren wfflric makkelijk, trainjend veel. Nu heb ik ma demaker als bemest heeft schema's (ma steld. Ik heb nol na manier gewerkt, it lev nieuwd hoe heeblel schaatste ik totigzo stapte dan pas k mi jaar heb ik voor lm v\ trainingen met (e se daan. Ondanks dtear last had van ee; denk ik wel dat i! sta dan in anderjj g dat het genoeg de koers uit te fy| van de junioren i vrij groot." nten Het gevoel vanFIG) goed. „Ik vind Ihaak zo jammer dat fflen j alle wedstrijderigvai weer werden aldens voor jezelf toch a Ath van je vorm hebiet tu ik nu nog niet je na karakter moet ljTae- komen. Niet voïerka zijn vader op dafeden is dan zijn broeijswaé de opmerking Jven morgen duidaorsir deelt Johan alveenj schuwing uit aal zich op verschlJg langs het parcJ^ publiek mengt. wel of hij een (i hoofd krijgt." Heyb jdeh ïreikl Giovanni Voskuil: „We moeten het oude niveau weer kunnen halen." Foto: Henk de club zijn ledenaantal in een paar jaar bijna verdubbeld tot om en nabij de 150. Naast de lokale populariteit merkt Vos kuil dat Saturnus als oud-eer- stedivisionist nog altijd respect geniet. „We hebben een naam en merken dat bijvoorbeeld als we uit spelen. We worden ook veel uitgenodigd voor toernooi en. We zijn alleen nooit goed in het werven van leden geweest. Ik weet zeker dat er handbal lende studenten zijn die zo bij ons kunnen spelen. Misschien moeten we ons tijdens de El Cid-week net zo profileren als bijvoorbeeld de roeiverenigin gen." Ook om de aantrekkingskracht te vergroten is het van belang dat het Leidse handbal naar een hoger niveau groeit. „Nu gaan spelers nog richting Den Haag als ze zegt Voskuil, heid uitsluit dat tel nog uit over twee ste drie duels staan twaalf spel. Nummer op twee punte wedstrijden te nen we met mag dus geen door Robbert Minkhorst noordwijk - „Bij SJC kwam ik in een warm nest. ledereen kent el kaar. Bij Noordwijk slaat de se lectie los van de mensen die ko men kijken. Hier is het helemaal niet gek als je met een supporter staat te praten na afloop. Dat ligt mij toch meer dan het af standelijke van Noordwijk. SJC is één familie." KIDSSPORT Marco Grevinga, sinds een aan tal maanden de eerste keus van trainer Ruud de Groot in het doel, doorliep alle jeugdselec- ties van Noordwijk. Als voetbal ler. Zijn vader was keeperstrai ner bij de club en leerde ook hem de kneepjes. Hij overleed een paar jaar terug aan een hartaanval. Vervolgens voelde Grevinga zich bij Noordwijk weggejaagd en eenmaal bij SJC raakte hij in zijn eerste jaar zwaar geblesseerd. Daarmee waren eigenlijk twee jaren ver loren. Hij koos voor een nieuwe toekomst, als doelman. „Ik had het gevoel dat ik als keeper ver der kon komen." De motivatie om door te gaan, was niet moeilijk op te brengen. Grevinga is een fanatieke. „Naar het plafond springen zit in je karakter." Daarbij: „Mijn vader vond het altijd prachtig wat ik deed en hij wilde het hoogste voor mij. Ik denk dat ik een goede keeper voor SJC kan zijn. Misschien kan ik één stap je hoger en dat wil de club ook. Ik doe het ook voor mijn vader, zodat hij trots op me kan zijn. Natuurlijk, hij is er niet meer, maar dat gebaar naar hem is toch een drijfveer voor me." Als voetballer oogstte Grevinga nogal wat onnodige gele kaar ten. „Ik ben graag verbaal aan wezig. Ik kan niet goed tegen mijn verlies. Dan ga ik schelden tegen de scheidsrechter. In mijn laatste jaar als voetballer verloren we nogal vaak, dus werd dat er niet beter op." Het was een van de redenen om in het doel te gaan staan. De andere was de zware knie blessure die hij opliep. „Ik ging alleen op de keeper af en dacht dat een tegenstander naast me liep. Die bleek achter me te lo pen. Ik zette mijn gewicht erin, maar er was niemand om tegen te leunen. Ik scheurde een kruisband, mijn kraakbeen was afgebrokkeld en mijn meniscus bleek kapot." voorhout - Een 'natte zaal' noemen ze het schertsend, de zwemmers die iedere avond hun trainingsbaantjes trekken in het kleine bassin van de KTS in Voorhout. Slechts twintig meter lang, vier banen breed, voorwaar geen accommodatie om topsport te bedrijven. Maar waarom stilstaan bij zulke be perkingen, als je naast je zege ningen ook nationale titels kunt tellen? Nadine Straten hoor je niet klagen. De Voorhoutse heeft er ook geen enkele reden toe, met meer dan dertig gouden me dailles in haar prijzenkast. En dan hebben we het alleen maar over individuele prijzen. Met de estafetteploeg van haar club De Columbiaan werd ze ook nog ettelijke malen Neder lands kampioen. De laatste keer was eind januari tijdens de nationale juniorenkampi oenschappen in Vlissingen, waar de 14-jarige Straten haar toch al onberispelijke reputatie nog meer gestalte gaf door solo in vijf disciplines te zegevieren en met haar teamgenotes nog eens drie gouden plakken te bemachtigen. Vooral haar overwinningen op de 100 en 200 meter rugslag spraken tot de verbeelding. „Op dit mo ment gaat de rugslag beter dan de borstcrawl", zegt Straten, die de twee slagen als speciali teiten heeft. „Maar over een tijdje kan het zomaar anders om zijn. Dat valt niet te voor spellen." Ze zegt het met verklaarbare luchtigheid. Niet dat het einde loze winnen van Nadine Stra ten een hautain, verwend nest gemaakt heeft; dat allerminst. Het tegendeel is waar: de Voor houtse verbaast zichzelf nog steeds, en dan vooral door het relatieve gemak waarmee ze de zeges aaneenrijgt. Natuurlijk doet ze er veel voor, maar het is lang niet zo zwaar als menig een vermoedt. Haar moeder merkt het bij wedstrijden die haar dochter zwemt. „Sommi ge ouders spreken mij aan. Dan zeggen ze 'die Nadine, die traint zo hard'. En 'Nadine krijgt zeker privétraining'. Mensen denken dat ze wordt afgebeuld." De werkelijkheid is geheel an ders. Straten traint zes dagen PROFIEL Naam: Nadine Straten Geboortedatum: 5 janua ri 1991 Woonplaats: Voorhout School: Northgo College Club: De Columbiaan Persoonlijke records 50 meter vrij: 27,61 100 meter vrij: 59,21 200 meter vrij: 2.11,63 1(W meter rug: 1.05,69 200 meter rug: 2.21,99 per week, waaronder een droogtraining en een fitnes- suurtje. Maar iedere sessie duurt nauwelijks langer dan een uur, vijf kwartier hooguit. Vergeleken met zwemmers bij andere Nederlandse clubs doet Straten het daarmee vrij rustig aan, om over het buitenland nog maar te zwijgen. „In Enge land trainen ze bijvoorbeeld heel erg veel. Daar zitten meis jes van 12 en 13 jaar al op twintig uur per week, die zijn een stuk verder. Gevolg is wel dat ze snel opgebrand zijn. Als ze 17 of 18 zijn, is het al klaar met ze." Dat zal Straten niet gebeuren, want zij kiest de weg der gelei delijkheid, in samenspraak met haar trainer Jasper Post. „We maken wel eens een schema en voeren de training lang zaam op. Zolang dat genoeg is om te presteren, blijf ik het zo doen. Waarom zou je meer doen dan nodig is?" Die instel ling heeft ze ook als het op eet gewoontes aankomt. In de week voorafgaand aan een be langrijke wedstrijd doet ze rus tig aan met vet voedsel, maar een speciaal afgestemd spor- tersdieet houdt de Voorhoutse er niet op na. Dat kan ook moeilijk met haar voorkeuren. Lachend bekent ze: „Iedereen heeft het altijd maar over pasta eten. Maar ik houd helemaal niet van pasta." Het heeft de scholiere (ze moet aan het einde van dit cursus jaar kiezen tussen havo en vwo) er de afgelopen jaren niet van weerhouden om grote in druk te maken in de vader landse zwembaden. En bin nenkort zal ook het buitenland kennis maken met Nadine Straten. Ze krijgt volgend jaar voor het eerst een kans zich te plaatsen voor de Europese jeugdkampioenschappen. Voor die tijd is er nog het Eu ropese Jeugd Olympisch Festi val in het Italiaanse Lignano, een soort voorproefje op de 'echte' Spelen, het podium waar Straten ooit ook hoopt te schitteren. Kwalificatie voor de genoemde evenementen is verre van een voudig. Straten dient aan een limiet te voldoen, maar heeft slechts één mogelijkheid om die te zwemmen: tijdens het NK. Is ze op die dag toevallig ziek, zwak of misselijk, dan is de kans verkeken. Bang voor faalangst is ze niet. „Ik moet een beetje zenuwachtig zijn voor zo'n wedstrijd, dan gaat het juist goed. Daarom gaat het bij toernooien ook altijd goed. Ik houd wel van die sfeer, met veel publiek langs de kant." Maarten Dekker 'Kidssport' is een serie over jeugdig sporttalent uit Leiden en omgeving. Heeft u tips of suggesties voor deze rubriek, mail dan naar sport.ld@hd- c.nl Nadine Straten: „Waarom zou je meer doen dan Foto: Dick Hogewoning

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 22