Voor Elvis Costello bestaan muzikale grenzen allang niet meer Een grove leugen e over popmuziek B bestaat voor mij alleen nog maar in de hoof den van anderen." Goed, het zal wel met zijn jeugd te maken heb ben, sprak de psycholoog van de koude grond. Het is waar, Costello kreeg al vroeg een rijk pa let aan muziekstijlen aangereikt door zijn va der, die muzikant was in een dansorkest en el ke week een stel platen mee naar huis nam met de hits van het moment. Een ongekende weelde in die tijd. Zo luisterde de jonge Declan naar Sinatra, Peggy Lee, The Beatles en alles daartussenin. „Grenzen tussen muziek zijn vaak heel kunst matig getrokken. Het staat allemaal lang niet zover van elkaar af als vaak wordt aangeno men. Heel veel heeft te maken met orkestratie of arrangementen. Neem een oud nummer van mij: Watching the Detectives. Dat vertelt het verhaal van iemand die naar detectives op televisie zit te kijken. Een deel van de muziek in dat nummer heb ik destijds ontleend aan de muziekstijl in oude detectivefilms en film noirs. Alleen met andere instrumenten. Een heel orkest wordt opeens vervangen door een enkele gitaar. Vervolgens heb ik het in een reg- gaebedje gelegd. Het grappige is: op North Sea Jazz heb ik het nummer gespeeld met een heel orkest en ontdaan van het reggaeritme, waar door het nummer opeens zijn afkomst ver raadde. Maar is het daarmee een heel ander nummer geworden?" „Ik heb altijd gezegd dat ik popmuzikant ben. En daar blijf ik bij. Ook als ik een orkeststuk voor een ballet maak. Wat niet wegneemt dat er bij het schrijven van II Sogno wel limieten waren waarbinnen ik moest operen. A Mids ummer Night's Dream is nou eenmaal een ko medie, daar moet je dus rekening mee hou den. Verder staat het verhaal vast, evenals de karakters, ik weet bovendien dat het een stuk moet worden voor een ballet én dat het uitge voerd moet gaan worden door een symfo nieorkest. Binnen die kaders ben ik echter zo vrij als wat. Ik ben me allereerst gaan afvragen hoe ik de verschillende karakters in het stuk zou kunnen duiden. Waar ik op uitkwam was: elk karakter een eigen muziekstijl meegeven. En zie, dan kom je al heel gauw bij het idioom van een popmuzikant." Costello gaat er eens goed voor zitten. De do cent in hem komt boven. „Kijk, als ik een nummer schrijf en ik arrangeer dat samen met The Attractions of met een andere groep muzi kanten, dan praten we al heel snel in vergelij kingen: 'Hier moet een soort Motown-achtig ritme komen, dit stuk heeft de sfeer van een Beatle-liedje'. Ik noem maar wat. Muziek en muziekstijlen zijn wat dat betreft een universe le taal geworden, met zijn eigen betekenissen. En niet alleen muzikanten kennen die taal, ook het publiek. Met verwijzingen naar stijlen kun je dus iets duidelijk maken. Een bluesriff in een nummer betekent iets en dat pikt het publiek op. Daar speel je mee. Welnu, waarom zou je dat niet binnen orke strale muziek kunnen gebruiken? Je hebt in de klassieke muziek natuurlijk componisten die van zichzelf vinden dat ze muziek schrijven die nergens op gebaseerd is, die volledig los staat van welke muzikale geschiedenis dan ook. Dat is een vrij arrogante aanname, want degenen die dat werkelijk voor elkaar hebben gelaegen, zijn waarschijnlijk op de vingers van één hand te tellen. We spelen nou eenmaal vrijwel allemaal een tamelijk nederige rol in de zich voortschrijdende muziektraditie. We bou wen op wat reeds is neergezet. Ik heb voor II Sogno - eigenlijk heel simpel - gebruik gemaakt van orkestrale ideeën die in het collectieve geheugen van de mensheid zit. De autoriteiten in het stuk worden omkleed met fanfare en trompetgeschal - wat het een beetje een satirisch tintje geeft. Maar er zitten ook verwijzingen naar folkmuziek in. En ik maak gebruik van het idioom van de grote jaz zorkesten. In hoofdlijnen zijn dat de drie in grediënten die ik in elkaar heb geklit om tot het uiteindelijke stuk te komen. En nou is mijn punt: dat is dus in wezen precies hetzelfde als wat ik al zo'n vijfentwintig jaar als popmuzi kant doe." Even zakt Costello achterover. Om vervolgens meteen weer naar het puntje van zijn stoel te schieten: „Maar een deel van de popcritici noemt dit dan ineens onacceptabel! In de ogen van wie dan helemaal? In 1970, de late jaren zestig werkten rock 'n' roll bands juist heel veel samen met orkesten. Neem alleen maar de orkestratie op Sgt. Pepper's van the Beatles. Rock 'n' roll en jazz hebben allebei hun funde ring in het idee van persoonlijke en muzikale vrijheid. Raar genoeg zijn het juist deze mu ziekstijlen die in de afgelopen decennia een enorm orthodox denken over muziek hebben voortgebracht. Niet eens zozeer bij de muzi kanten, maar vooral bij degenen die erover schrijven. Zo bestaat er onder hen een grove leugen over rock 'n' roll: hoe rauwer hoe op rechter. Geloof dat nou niet." Maar wat zijn voor Costello dan de grenzen van de popmuziek? Hoe breed is het? De com ponist: „Het is zo breed dat je er niet om heen kunt. En gaat zo diep dat je er niet onderdoor kan. ".Hij glimlacht. „Ik heb nou eenmaal een andere definitie van popmuziek dan de meeste mensen. Voor de meeste mensen is popmuziek wat er in de Top 40 staat. Popmuziek, of populaire muziek, is voor mij zo'n beetje alle geschreven muziek dat een verhaaltje vertelt of een gedachte over brengt. Dat is dus nogal veel. Het enige wat daar echt buiten valt, is gewijde muziek. En muziek die met opzet is geschreven voor een heel klein publiek, de muziek die we door gaans 'artmuziek' noemen. Onwetendheid ontstaat vaak uit luiheid, weet hij. „Ik heb gelukkig heel veel muziek gehoord. En ik kan waardering opbrengen voor welke benadering dan ook. Ik heb bovendien het vermogen me veel muziek eigen te kunnen maken." Dat laatste klopt. Op The Delivery Man verwijst niets meer naar de man die met zijn huidige geliefde Diane Krall society-feestjes afloopt, zich omringt met Shakespeare-vertolkers en zich graag strak in het pak onderdompelt in kunst-met-een-grote-K kringen. Het mag de zelfde Costello zijn, het klinkt heel anders. De Brit is afgedaald naar de stoffige Mississippi- delta en vindt er Lucinda Williams en Emmy- lou Harris aan zijn zijde. Intrigerend aan de plaat zijn, behalve de bijna mystieke muziek, de terugkerende karakters van Abel, Ivy, Vivien en Geraldine. Costello heeft een plaat gemaakt die zich laat beluiste ren als een toneelstuk. Met tamelijke losse scè nes, maar uiteindelijk wordt toch een totaal plaatje duidelijk. Costello: „Het verhaaltje wordt eigenlijk ver teld in het titelnummer, The delivery man. De meeste andere songs op de plaat vertolken de verschillenden emoties van de diverse perso nages. Daartussen is ruimte voor andere din gen - zie ze als 'bulletins van de buitenwereld'. Vivien is een gescheiden vrouw die teleurge steld is in het leven, maar anderen graag doet geloven dat ze een vol en wild bestaan leidt. Ze heeft een erg rijke fantasie. Haar beste vrien din, Geraldine, is gematigder - op het angstige af. Ze is weduwe. Haar man is gesneuveld in de oorlog. Geraldine vertelt graag over hoe ge lukkig hun relatie was. Uiteindelijk hoor je in het nummer Heart shaped bruise dat ze liegt Ivy is Geraldines dochter die door haar moe der wordt beschermd tegen de verderfelijke invloeden van Vivien. Alledrie worstelen ze met de donkere kanten van het leven. En alle drie projecteren ze hun behoeften op The deli very man, Abel." Het personage van Abel is trouwens niet hele maal nieuw. Hij bestaat al, zij het niet met naam, in het nummer Hidden Shame dat Costello jaren geleden voor de inmiddels over leden Johnny Cash schreef. „Dat nummer was eigenlijk weer gebaseerd op een waar gebeurd verhaal, over een man die als kind een moord heeft gepleegd maar die daad geheim houdt. Ik denk dat ik voor The Delivery Man op zoek was naar een personage dat beschadigd is ge raakt in zijn jeugd en dat zijn hele leven met zich meedraagt. Ik begreep overigens pas later dat Abel dezelfde was als het personage in Hidden shame. Het is net als met film: perso nages lopen nou eenmaal niet zomaar een ka mer binnen, ze blijken een geschiedenis te hebben. Al ben ik eigenlijk alle personages op deze plaat natuurlijk zelf. Min of meer..." Aankomende maandag zal Elvis Costello met The Imposters het verhaal van The Delivery Man live vertellen, in Vredenburg Utrecht. „Ik denk dat het verhaal op het podium nog beter naar voren komt", zegt hij. „Al is dat afwach ten. Bedenk dat we van de meeste grote musi cals uit de jaren dertig wel nog vele geweldige en tijdloze liedjes kennen, maar de verhaallij nen allang niet meer. Kun jij mij het verhaal vertellen van de musical waar Let's face the music and dance uit komt? Nee, natuurlijk niet. Dus uiteindelijk zal hef toch wel gewoon om de songs gaan. Los van hun verband." En daar raken The Delivery Man en II Sogno el kaar. „Het zijn allebei verhalen. Met structu ren die je kunt volgen. Maar het hóeft niet per se om van de muziek te genieten. Het is maar wat je erin legt. Of eruit wilt halen. Zie je, het ligt allemaal niet zo ver van elkaar." (The Delivery Man en II Sogno zijn in Neder land uitgebracht bij Universal. Elvis Costello treedt maandag 24 januari op in Vredenburg, Utrecht) Popmuziek lijkt een eindeloos breed begrip na een klein uurtje praten met Elvis Costello. De voormalige angry young man is vijftig inmiddels, maar kwam afgelopen najaar met twee platen tegelijk aanzetten. Eén plaat met liedjes getoonzet in de traditie van de Mississippi-delta. En één orkeststuk gebaseerd op Shakespeare's Midsummer Night's Dream uitgevoerd door het London Symphony Orchestra. Twee verschillende werelden? „Het is en blijft allemaal popmuziek." door Richard Stekelenburg Een dikke vijfentwin tig jaar maakt Elvis Costello (1954) nu al platen. En hoewel zijn fans altijd zullen blijven terug grijpen naar zijn eerste drie elpee's - My aim is true ('77) This year's model ('78) en Armed forces I' 79) - is de mu zikale zeggenschap van de als Declan Patrick MacManus geboren zanger/componist nooit echt aan slijtage onder hevig geweest. Opvallend is wel dat hij zich in de tweede helft van zijn carrière steeds meer is gaan verbreden. Er kwa men uitstapjes met een klassiek strijkorkest, hij ging samenwerken met de koning van de zwijmelpop, Burt Bacharach, maakte een plaat met de Zweedse klassieke zangeres Anne Sofie von Otter, speelde afge lopen zomer met het Metropole Orkest op North Sea Jazz, en sinds kort ligt er een orkeststuk voor een balletuitvoering van Midsummer Night's Dream {II Sogno). Maar tussendoor bleven ze gewoon verschijnen - de 'gewone', niet zelden briljante, Elvis Costello- popplaten. De laatste in het rijtje werd gemaakt met zijn oude strijdmakkers Steve Nieve en Pete Thomas en heet The delivery man. Het is een plaat met ont roerende zij het soms schrijnende verhaaltjes, muzikaal ingebed in de rijke muziektraditie van de zuide lijke staten van de VS. Dat heen en weer hoppen tussen ogenschijnlijk onver enigbare muziekwerelden wordt Costello lang niet altijd in dank afgenomen. Zijn sa menwerking met Bacharach werd bijkans gezien als hoog verraad. Maar in de praktijk blijken de werelden ook geruis loos naast elkaar te kunnen be staan. Er zijn mensen die de twee platen met Bacharach ge woon niet in hun Costello-ver- zameling hebben opgenomen. Zoals er inmiddels ook een heel legertje is van mensen die Costello zeggen te bewonde ren en van hem juist alleen die twee platen in de collectie hebben. Maar toch, gelijktijdig op de proppen komen met een klassieke plaat en een nieuw popalbum is bijna provoce ren. Toch? Costello vindt van niet. „Goed, ik ben kennelijk weer eens dwars door een grens gereden en ik ondervind tegenstand aan beide kanten. Ik zelf zie de stopsig nalen niet eens meer. Een grens? Die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 8