I
'De voorstelling is tijdelijk gestaakt'
Accordeonles in ruil voor voedsel
I 3
b
€2
Decreet Seyss-lnquart
betekende totaalverbod
op sportbeoefening
vanaf september 1944
tn
Duitsers waren
met kerst in
nerveuze sfeer
Sporten in de oorlog was populair.
Sterker: de bezetter spoorde
lerlanders aan de spieren te stalen.
Zant dat leverde sterke mannen op
de Duitsers konden inzetten voor
i industrie. Totdat Hitier de oorlog
begon te verliezen en diens
rechterhand Arthur Seyss-lnquart
september 1944 een decreet
vaardigde dat alle sportbeoefening
verbood. 'Het bestuur staat
Khteloos voor zover het aanbieden
van gezonde, lichamelijke en
geestelijke ontspanning', schreef
Koninklijke HFC-voorzitter Wim
Heybroek tijdens Kerstmis '44.
ntspanning waaraan juist in deze
dagen zo'n dringende behoefte
bestaat'.
door Mare Kok
VRIJDAG
24 DECEMBER
2004
Op i januari 1942 werd er nog een Elfstedentocht verreden, maar in de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog niet meer. Archieffoto: ANP
n de stressvolle oorlogstijd was sport
een belangrijke uitlaatklep. Opvallend
I genoeg propageerde de vijand aanvan
kelijk het sterken van lijf en leden in ruime
mate. Zo gebeurde het dat tijdens de eerste
oorlogsjaren het aantal Nederlanders aange
sloten bij een sportvereniging, explosief
groeide van 490.000 tot 740.000.
Vooral voetbal (180.000 beoefenaars), gym
nastiek (140.000) en schaatsen (130.000) wa
ren populair. Die laatste sport kon zich tus
sen 1940 en '42 zelfs verheugen op liefst drie
Elfstedentochten. Wel was het zo dat de
Duitsers eisen stelden waaraan wedstrijden
of evenementen dienden te voldoen.
De Tocht der Tochten kreeg, hoe symbo
lisch, elf geboden te verwerken. Overigens
zaten daar ook positieve en vooruitstrevende
punten bij. Zo moesten alle deelnemers
vooraf verplicht een sportkeuring ondergaan
en diende er bij iedere stempelpost een
EHBO-post met toezichthoudend arts te
staan. Bovendien werden alle controlepos
ten verplicht verplaatst naar het ijs. Dat de
schaatsers al klunend de elf plaatselijke ca
fe's binnengingen om een stempeltje te ha
len, zoals tot 1940 gebeurde, dat mocht echt
niet meer van de Duitsers.
Op 4 maart 1943 komt de kentering in het
Nederlandse sportleven. De Duitsers verbie
den niet alleen ieder internationaal sportver-
keer, maar verklaren bovendien dat de
.sportbeoefening onder geen beding ten kos
te mag gaan van het arbeidsproces. Dat laat
ste betekent dat werklieden geen vrij mogen
nemen om, bijvoorbeeld op een doorde
weekse dag, aan een Elfstedentocht mee te
doen.
Koninklijke HFC heeft echter het geluk dat 1
januari een officiële 'feestdag' is en dat de
roemruchte Nieuwjaars wedstrijd op de eer
ste dag van 1944 'gewoon' gespeeld mag
worden. Al zijn wel stringente voorwaarden
van Seyss-lnquart c.s. van kracht, zo weet
Bai t Blankenaar die in de oorlogsjaren in het
eerste van HFC voetbalde. „Zo mochten de
oud-internationals niet in het Oranje spelen.
Zij moesten een wit shirt en zwarte broek
(de Duitse tenuekleuren, red.) aantrekken",
herinnert Blankenaar zich.
De traditionele wedstrijd doet de geest van
het arme, bezette Nederland goed. Dik acht
duizend toeschouwers komen Nieuwjaars
dag naar de Haarlemse Spanjaardslaan en
vergeten voor even de miserabele toestand
van de natie.
„Hoewel eigenlijk verboden, zong het pu
bliek massaal het Wilhelmus", verhaalt
Blankenaar. ,,'s Avonds organiseerde de club
het traditionele diner. Al bestond het menu
uit allerlei surrogaten en werd het feestelijke
gebeuren, in verband met de avondklok,
vroeg gestopt."
Ondanks de mentale opkikker, vergaat het
ook HFC in 1944 van kwaad tot erger. Zeker
als in de septembermaand Seyss-lnquart, de
door Hitier aangestelde Commissaris van
Nederland, een totaalverbod op sportbeoe
fening afroept. Dit decreet zou tot de capitu
latie van de Duitsers, in mei '45, van kracht
blijven.
Hoewel Leo Molijn tijdens de hongerwinter
moest onderduiken, weet het prominent
HFC-lid vandaag de dag uit zijn archief een
notitie van toenmalig clubvoorzitter Wim
Heybroek te vissen. Het schrijven, gedateerd
Kerstmis 1944, schetst een beeld hoe zwaar
alle Nederlanders het in de ijskoude en
voedselarme periode hadden.
„Enkele maanden geleden, in september,
precies tijdens ons dertiende lustrum, men
zou er haast bijgelovig van worden, is het
doek gevallen.
De voorstelling is tijdelijk gestaakt", deelt de
preses zijn leden mede. Heybroek staat stil
bij het overlijden van
HFC'ers als Jan Feith en Jan Ferf, die het be
gin van de hongerwinter niet hebben over-
Elftalfoto van de voetballers van HFC en de oud-internationals, die onder stringente voorwaar
den van de Duitsers op i januari 1944 de traditionele Nieuwjaarswedstrijd spelen. Opvallend is
dat de voormalige internationals niet in het oranje mogen voetballen, maar verplicht in de
Duitse tenuekleuren (wit shirt, zwarte broek) moeten opdraven. In de hongerwinter was alle
sportbeoefening, dus ook de Nieuwjaarswedstrijd, verboden. Foto: Archief Bart Blankenaar
leefd. „Zoo toont HFC momenteel op kleine
schaal eenzelfde beeld als ons zoo zwaar ge
troffen Nederland", weet Heybroek, die ver
volgens een even positieve als vooruitziende
boodschap uitspreekt. „Wij weten niet wat
ons nóg te wachten staat, maar wij zullen al
les kunnen dragen. Omdat wij weten dat on
ze dierbare club, evenals ons vaderland,
zelfs onder den zwaarsten druk niet kón be
zwijken!"
dit
Er hing een nerveuze sfeer rond de Duitsers die tijdens
de kerstdagen 1944 is ons land waren gelegerd. Een
gevoel van hoop, berusting in de schijnbaar
onafwendbare nederlaag, heimwee naar het gezin en
een dodelijke vermoeidheid maakte zich rond die tijd
van vele Duitse soldaten meester.
PpTTELBERGH
Wei* OOKTEA. Of
3 tOO, OMDAT
IL 6 NACMTJfaAT
1 CÊAJO€d.r*A4oP
eeFrijo-
DE Dooom venciAATSr
01*5 Rf(JMANtnT IN
CuiteKKeoLANo, wwe
ucht vaeuGoe
LUCHT VAN OLieeou-
L6N BH HCT
WIU70OAAO K...
DAIM WfL MoftPH€i»5
ONS PCfsé meriAn-
<jca in pc Anne* wie
den en fufFTSifflMCS
oten TC moer* hoc
VBOÊÜ Of= NOC LAAT
H6T weC-KANZlJf*-
«wootier
-muc vamftuf
hALE 8 in ner
ice eeo,0ATis
Stfr heaicci* en tl
jcfLAAO.
de|
«s MAAR DAT
jLANüe néfifiyi*
,(tveN moosTé
Ï.DXICÊR KOBDT
IOOKT At* -
r 264-C 15 J
En dan foomen oe
OP2STT6N ALS Boc-
stcwtCKCH in oe
NACHT/ er* C6VBW
ONS N6T óEVOCi-ee*
»a*lceTB£*MÊ« TCapC
0oTenolOhM eoe?
2iCN ee«soowufK oe
SCftOONSTe AAM-
mctew, we jtceos
en oifCKT vtRvu4-o
noturr.
Maac* O mee AL*
(NMÊT NOLóTVWH 06
NACHT H6TOOÓ2ECM
OP6NT, OM9AT 06
,NOAMALÊ" PöRTTÊ
5LAAP At L4N6
of 21 r!
5&OAT NIÉTS Arf-
P6A* OWttT PAN oe
ütnewcLS te veaz£~
TBN DooBKfTHMW
VAN KOÖTC ÊXPEDI -
■nes NAA«6€N 26-
K6ft£ PLAAT*...
Maaa pat is «veen
pe itCHuLo van oe
QtNTRAL6 KEUKEN
door Pieter van Hove
Ruim een week voor Kerstmis, op 16
december 1944, is het Duitse leger in
.de Belgische Ardennen begonnen
met een serieus offensief tegen de ge
allieerde opmars in Europa. De eerste
berichten over de vorderingen zijn
voor de Duitsers hoopgevend: de ge
allieerden blijken volkomen verrast
door de aanval en de kracht van de
Duitse legermacht.
Een hevige strijd breekt uit die wordt
bemoeilijkt door de barre winterse
omstandigheden. Een laatste stro
halm waar de Duitse bezetter zich
aan vastklampt is het inzetten van de
Vergeltungswaffen 1
en 2 (VI en V2). Het
VI-offensief richting
Londen woedt sinds
juni van dat oorlogs
jaar, de V2 zou snel
volgen. Maar aan de
andere kant heerst bij
hen ook de onzeker
heid over de situatie bij de achterblij
vers in Duitsland.
Van communicatie met het thuis
front is geen sprake: telefoonverkeer
is er eenvoudig weg niet en brieven
worden streng gecensureerd. Een
heel verschil met de beginjaren van
de Tweede Wereldoorlog toen - om
het moraal van de Duitse troepen op
te vijzelen - het sturen van pakketjes
en brieven naar het front werd aan
gemoedigd. Op die manier moest er
een soort van solidariteit worden ge-
creeërd tussen de Heimat en de sol
daten.
Van dit alles is niets meer te beken
nen gedurende het voorlaatste oor
logsjaar. In deze verwarrende periode
moeten de Duitse militairen in het
nog bezette deel van Nederland de
feestdagen doormaken. Niet meer
dan logisch dat een aantal van hen
het tijdens de kerst op een drinken
zet, zoals blijkt uit een fragment uit
een dagboek van een onderwijzeres.
Zij heeft verplicht Duitsers in haar
huis ingekwartierd.
„Tegen zeven uur gisteravond begon
het Geburtagsfeier op hun kamer: ka
meraden, Schnaps en een vrouw! Na
een uur waren ze allemaal stomdron
ken; we hoorden hen zingen, brullen,
schreeuwen, daartussendoor klonk
hoogop het hysterische lachen van de
'vriendinZo ging het door, uren
lang. Wie had kunnen denken dat het
huis op Kerstavond 1944 gedegra
deerd zou zijn tot kazerne, kroeg en
bordeel tegelijk? Oh du fröhliche, o du
selige, gnadenbringende Weihnachts-
zeit'.
Het relaas van de Brabantse vrouw is
opgetekend ip een
verzamelalbum met
dagboekfragmen
ten, samengesteld
door het Neder
lands Instituut voor
Oorlogs Documen
tatie (NIOD).
Over hoe de Duit
sers zich tijdens de oorlogsjaren in
Nederland hebben gevoeld, is weinig
bekend. Archiefstukken zijn er nau
welijks en ook in discussiegroepen
op internet is geen informatie te vin
den. Aan de hand van spaarzame in
terviews met voormalige Duitse sol
daten over hun oorlogstijd in Neder
land, gebundeld in het boekje Stan-
dort Holland, rijst wel het beeld op
dat de verhoudingen tussen de be
volking en het Duitse leger niet zo ge-
Over hoe de Duitsers zich tijdens de oorlogsjaren in Nederland hebben ge
voeld, is weinig bekend.
spannen was als in andere bezette
landen. Sterker nog, veel Duitse
dienstplichtige jongens en mannen
vonden het geen ramp om naar Ne
derland te worden uitgezonden.
Zelfs tijdens de hongerwinter hebben
de Duitsers voldoende te eten. In
sommige agrarische gebieden, zoals
in de polder De Velserbroek (bij Vel-
sen), zijn boeren verplicht om een
deel van de oogst af te staan. Ze moe
ten voor vlees en zuivelproducten
zorgen. De Duitsers hebben zodoen
de een voorraad voor twee maanden.
Ook komt het wel eens voor dat stuk
ken grond bij bunkers geschikt zijn
gemaakt voor het telen van dieren,
waaronder varkens. Een deel van een
weiland aan het Noordzeekanaal
doet in die dagen dienst voor het
houden van konijnen. De toenemen
de honger in Nederland is een aan
dachtspunt van de Wehrmacht. Er
wordt gerapporteerd over de oog
sten, de aanvoer van levensmiddelen
en wat er er allemaal - clandestien -
te koop is.
In november 1944 meldt de Wehr
macht aan het hoofdkwartier in Ber
lijn dat het Amsterdamse Vondelpark
wegens houtroof moet worden geslo
ten. En enkele weken voor de kerst
signaleert de bevelhebber van de
Wehrmacht dat er 'grote zorg is in de
grote steden over de komende win
ter. Vlees, vet, boter, levensmiddelen
en marmelade zijn niet meer te koop.
Leegstaande huizen worden beroofd
van hout. Er staat een lange winter
voor de deur met alleen honger en
kou.'
Enkele dagen na de kerst volgt nog de
melding: 'De nood gaat naar een on
gekende diepte. De bevolking gaat in
de richting van een catastrofe'. Het
blijft echter bij woorden alleen. Het is
de Duitsers van hogerhand verboden
om voedsel aan burgers te geven.
Zo opereert tussen januari en mei
1945 vanaf de Steigerweg bij de Klei
ne Sluis in IJmuiden een geheime
Einsatz-Kommando met tweemans
onderzeeërs tegen geallieerde kon
vooien op de Noordzee. Het voedsel
van deze eenheid ligt opgeslagen in
de oude aula van begraaiplaats Wes-
terveld. Eén van de marinemensen
van dat Kommando wil graag accor
deon leren spelen. Hij vindt een
IJmuidenaar bereid hem les te geven
in ruil voor voedsel. De superieuren
van de marineman komen er echter
achter en de Duitser krijgt een be
hoorlijke dauw, waarschijnlijk een
gevangenisstraf van enkele dagen.