De hongerwinter die
nooit meer voorbij ging
Zwangere vrouwen kwamen veel te kort
Ik heb mij
nog nooit
gezond gevoeld
24 DECEMBER
2004
Ipi
ate
iep
Over het hongerwintersyndroom is in de
medische wetenschap nog niet veel
bekend. Ineke Eendebak uit Huizen
kampt haar hele leven al met dit
syndroom. De stoornis is volgens haar te
wijten aan het feit dat haar moeder
tijdens de zwangerschap in slechte
conditie verkeerde. Hieronder haar
persoonlijke verhaal.
door Ineke Eendebak
I k ben geboren net na de hongerwin-
I ter en mijn verhaal geldt voor heel
I veel mensen die in de hongerwinter
of er vlak na geboren zijn. Als kind was er
iets niet in orde met mijn fysieke conditie
zonder dat men wist wat het was. Ik was
klein, erg mager, had altijd honger en dorst,
was vaak ziek.
Ik herinner mij dat ik bijna alle schoolreisjes
op de basisschool gemist heb wegens ziekte.
Als kind had ik al een kinderarts, wat in die
tijd heel bijzonder was. Ook had ik een
abonnement op de weegschaal bij de apo
theek (met stempelkaart, ik heb hem nog)
om mijn gewicht in de gaten te houden.
Weegschalen thuis waren in die tijd nog niet
zo voorradig.
Als Amsterdams stadskind ben ik diverse
malen tijdens de zomervakantie naar een
koloniehuis gestuurd voor 'licht en bos-
lucht'. Ook daar moest ik elke week op de
weegschaal, 's middags naar bed, er werd
erg gelet op het eten en als extraatje kregen
de kinderen 's middags Roosvicee (in die tijd
nog niet zo bekend). Ik bleef vaak ziek en
kwetsbaar en broodmager. Toen ik later
zwanger werd, bleken mijn kinderen in mijn
baarmoeder niet te groeien, wegens een on
bekende oorzaak. Maar ik werd op dieet ge
zet en moest bedrust houden.
De kinderen werden geboren met een laag
geboortegewicht en de oudste was prema
tuur en onderontwikkeld voor de duur van
de zwangerschap. Hij is gehaald, want als hij
was blijven zitten, was hij in de baarmoeder
afgestorven. De gynaecoloog en kinderarts
waren tevreden: alles was 'goed' gegaan en
het kind was gezond (dachten ze).
Nog veel later ben ik vanwege allerlei soor
ten klachten en ziekten bij artsen met aan
vullende geneeswijzen terechtgekomen. Eén
arts zei mij zei mij: 'Uw lichaam haalt niet de
voeding uit zijn voeding'.
Verstoord
Wat er met mij aan de hand was, ontdekte ik
pas toen ik in contact kwam met een me
disch biologe uit het AMC. Daar deden ze
namelijk een onderzoek naar kinderen uit de
hongerwinter. Toen bleek dat ik het honger
wintersyndroom had, gebaseerd op de
Foetal Origine Hypothese.
De achterliggende gedachte is dat doordat
tijdens de zwangerschap de moeder niet in
een goede conditie verkeerde (in de honger
winter door ondervoeding), de aanleg van de
foetus verstoord is geraakt. Het biologisch
mechanisme zit zo vernuftig in elkaar, dat
het lichaam-in-aanleg compenseert voor de
tekorten. Dus het lichaam krijgt te weinig ei
witten en denkt dan: kom, laat ik maar wat
extra vetcellen aanmaken. Of: te weinig zink?
Dan heb ik meer ijzer nodig (de voorbeelden
zijn willekeurig, hier zou een chemisch ana
list naar moeten kijken om te zien wat pre
cies de complementaire stoffen zijn). Dit
heeft tot gevolg dat de biocomputer in aan
leg verstoord is geraakt.
Het is dus niet een erfelijk probleem, maar
een aanlegstoomis. Over hoeveel al voor de
zwangerschap vastligt, is onlangs weer be
vestigd op een congres in het AMC over
emotionele stoornissen, waar met name het
Instituut voor Hersenonderzoek weer veel
nieuwe informatie over bood.Bij mij heeft
die aanlegstoomis tot gevolg gehad dat mijn
stofwisseling ernstig verstoord is geraakt. Ik
groeide als kind niet, en mijn baarmoeder
functioneerde niet zoals het hoorde, omdat
bij wat ik ook invoer aan voeding, - medicij
nen, supplementen - mijn lichaam dit niet
kan omzetten zoals het hoort. Het is net als
of je data in voert in een computer, maar als
je het verkeerde programma hebt, krijg je ra
re uitslagen.
Ik heb dus het verkeerde programma inge
bouwd gekregen, waardoor ik dan weer
ijzertekort heb, dan weer eiwitten tekort, al
tijd last van alle bijwerkingen van medicij
nen, altijd moe, altijd honger. Mijn honger
(winter) gaat dus nooit over, omdat mijn li
chaam om specifieke aanvullingen van vita
minen en mineralen vraagt, die ik in voeding
nooit naar binnen kan krijgen.
Dit syndroom is tot drie generaties erfelijk.
Klachten kunnen zijn: altijd moe, altijd hon
ger, broodmager. Het moet niet verward
worden met het ondervoedingssyndroom in
oorlogstijd. Als je biocomputer goed is en je
moet dan een periode honger lijden, kan je
tekorten krijgen in vitaminen en dergelijke,
met scheurbuik, beriberi en andere proble-
Archieffoto: Spaarnestad
men. Dit is echter wat anders dan in aanleg
door ondervoeding verstoord zijn geraakt,
want dat blijft dus de rest van je leven.
Met hoe meer mensen ik hierover praat van
mijn leeftijd, hoe meer mensen dit herken
nen (zelf of in hun omgeving). Ook mensen
met obesitas kunnen dit probleem als oor
zaak hebben. Zodra je gaat lijnen, denkt het
lichaam: o, ik kom weer in de hongerwinter,
laat ik maar wat extra vetcellen aanmaken
(want zo is het lichaam in aanleg gepro
grammeerd). Vandaar het jojo-effect bij di
eet houden.
Preventie
In Groningen wordt onderzoek gedaan naar
dikke kinderen. Daar komt ook de vraag aan
de orde 'welk dieet de moeder moet krijgen
om een kind te baren zonder de aanleg om
dik te worden'. Voor mij geldt dus: welk di
eet mijn moeder had moeten krijgen om te
voorkomen dat ik deze stofwisselingsstoor
nis zou ontwikkelen.
Wat dat dieet betreft, gaat het ook niet om
minder calorieën, stond in de krant. Ik weet
uit andere bron (boek en website met veel
research hierover) dat een dieet met olie en
eiwitten van groot belang is (zowel om dia
betes te genezen, als tegen overgewicht, ver
gelijk het Atkins en South Beach dieet). Ook
uit de krant: 'Bij embryo's wordt de stofwis
seling mogelijk tijdens de laatste periode van
de zwangerschap geprogrammeerd'. Ik weet
niet in welke periode van de prenatale ont
wikkeling, maar dat het zo is, is zeker. Dit
verhaal is van groot belang in het kader van
preventie van problemen. Immers voor hele
bevolkingsgroepen kan dit opgaan. Geadop
teerde kinderen (moeders uit ontwikkelings
landen krijgen vaak
geen uitgebalan
ceerde voeding als
ze zwanger zijn).
Mogelijk ook alloch
tone kinderen waar
van moeders niet
erg op de voeding
letten.
Het is ook weten
schappelijk bekend
dat roken en alcohol
een negatieve in
vloed op de ontwikkeling van de foetus
heeft. Dat ook al het voedsel van belang is
op de ontwikkeling van de foetus is nog niet
algemeen bekend. Uiteraard is dit alles ook
afhankelijk van in welke fase van de zwan
gerschap de voedseldeprivatie is.
Ziekenhuis
In mijn geval was mijn moeder niet in de
hongerwinter zwanger van mij, maar ema.
Echter: ze aten in die tijd witbrood, er was
geen geld voor vlees (of anderszins voldoen
de eiwitten of vitamine B) en fruit was ook te
duur. Ik heb dus mijn leven lang last van de
hongerwinter gehouden. Ik blijf op de been
dank zij een aantal artsen met aanvullende
geneeswijzen.
Vooral voedingssupplementen helpen mij
en/of regelmatige infusen met vitaminen en
mineralen in een orthokliniek. In het buiten
land zijn deze infusen gebruikelijk bij allerlei
soorten doelgroepen (operatiepatiënten, be
jaarden, risicogroepen), maar in Nederland
blijft men volhouden dat als je maar gezond
eet, dat dat niet nodig is. Over mijn medi
sche geschiedenis valt nog veel meer te
schrijven, maar dat is niet de bedoeling van
dit verhaal. Het gaat mij om het belang van
voeding voor zwangere vrouwen in het ka
der van preventie van volksziekten en kwa
len. Ik heb mij door dit probleem nog nooit
gezond gevoeld. De hongerwinter gaat voor
mij nooit meer over.
Het is een merkwaardig gegeven: een groot Amerikaans
onderzoek naar de effecten van de hongerwinter in
Nederland. Toch wordt er al driejaar aan gewerkt door
professor Bertie Lumey van de Columbia University in
New York en medewerkers van TNO in Leiden. De
resultaten worden pas in juni volgend jaar gepubliceerd.
Ze moeten een schat aan gegevens opleveren over de
gezondheid van hongerwinterbaby's op latere leeftijd.
door Annalaura Molducci
Slechte tanden, zere rug of een algeheel zwak gestel?
Komt omdat je bent geboren in de hongerwinter, zo
wordt wel beweerd. Vraag is alleen: is het ook waar? Het
onderzoek van 'hongerwinterprofessor' Lumey moet dat
aantonen. Hij woont en werkt in New York en is voor
een tweedaags bezoek in Leiden. Zo'n zes, zeven keer
per jaar is de epidemioloog in het land om daar de on
derzoekers en de Nederlandse projectleider, doctor Ka
rin van der Pal bij TNO hoofd van de sector voortplan
ting en perinatologie (zorgverlening rondom de zwan
gerschap, bevalling en pasgeborene) bij te praten.
Lumey is sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw be
zig met het onderwerp. Een professor uit New York die
door Amerikanen betaald onderzoek doet naar de ge
zondheid van Nederlandse hongerwinterbaby's. Het
klinkt wat gek. „In de jaren zestig was er al belangstelling
voor de lichamelijke conditie van kinderen uit de Neder
landse hongerwinter. De onderzoekers gebruikten daar
voor geanonimiseerde gegevens van de dienstkeuring
van jongens die in de hongerwinter waren geboren. De
rekruten bleken geen achterstand te hebben. Dat was
een bemoedigende uitslag, want het leek erop dat de
korte periode van voedseltekort in het lichaam werd ge
compenseerd."
Tijdens zijn artsenopleiding in Amsterdam werd de inte
resse van de toen in Nederland wonende Lumey voor
onderzoek naar de hongerwinter voor het eerst gewekt.
„Mijn hoogleraar verloskunde zei altijd dat de omstan
digheden tijdens de zwangerschap juist heel belangrijk
waren. Wat er gebeurt in de baarmoeder is van belang
voor later, was zijn redenering. Nu zeggen veel onder
zoekers: hoe hoger je geboortegewicht, hoe beter het is.
Met een lager geboortegewicht heb je meer kans op een
hoge bloeddruk. Daar gaan veel studies van uit. Als je
een kind had met een laag geboortegewicht, zou de
moeder ook weinig hebben gegeten. We gebruiken deze
studie om te kijken hoe de voeding in de baarmoeder
het geboortegewicht stuurt en mogelijk ook de bloed
druk en andere gezondheidsfactoren op oudere leeftijd."
Uit andere studies blijkt ook dat niet alleen voeding
maar ook sociale achtergrond of genetische gesteldheid
een grote rol spelen bij gezondheid van mensen. Wat eet
iemand, hoeveel wordt er gedronken of gerookt? En hoe
is het met de vatbaarheid voor hart- en vaatziekten? In
bepaalde families leven de mensen nu eenmaal langer.
Op rantsoen
Zwangere vrouwen hadden het slecht in de hongerwin
ter die feitelijk maar zeven maanden duurde en begon in
het najaar van 1944. Eten was schaars. Vrouwen kregen
een rantsoen van zo'n zeshonderd calorieën per dag.
Zwangeren kregen daar honderd calorieën bij terwijl je
er normaal tweeduizend nodig hebt. Niet iedereen had
veel extra voedsel uit andere bronnen. Vijftienduizend
mensen overleefden de hongerwinter niet. Het waren
meestal ouderen die bezweken omdat ze niet op zoek
konden naar eten.
Terwijl een vrouw gemiddeld zo'n acht tot tien kilo, te
genwoordig zelfs twaalf kilo aankomt in de zwanger
schap, vielen de zwangere vrouwen in de oorlog af. Bij
de geboorte hadden hun kinderen een lager geboortege
wicht van gemiddeld driehonderd gram. Een studie naar
de vruchtbaarheid van hongerwinterdochters leverde
geen afwijkingen op. Lumey: „Ze waren net zo vrucht
baar. Het gekke is alleen dat het geboortegewicht van het
tweede of derde kind lager dan verwacht is. Je ziet bij
Professor Bertie Lumey van de Columbia University in New York is al sinds de jaren zeventig in de ban van de hongerwinter.
Foto: Dick Hogewoning
normale vrouwen dat het eerste kind een pionier is, die
heeft vaak een lager geboortegewicht terwijl de tweede
en derde het makkelijker hebben en dus vaak zwaarder
zijn. Dat was bij deze vrouwen niet zo. Een verklaring
voor dat verschil hebben we niet."
Het onderzoek waar Lumey nu mee bezig is, richt zich
op factoren zoals suikerziekte, hoge bloeddruk en cho
lesterol. „Het lijkt erop dat er iets aan de hand is met het
gewicht van hongerwinterbaby's die nu 59 of 60 jaar oud
zijn en dus een 'ideale onderzoeksgroep' vormen: „Want
nu zie je pas goed de risico's op klachten zoals hart- en
vaatziekten of diabetes. Als je zoiets doet bij een veertig
jarige vind je nog niets."
Om weer heel andere redenen is ook de hongerwinter in
Nederland heel bijzonder voor het onderzoek. „Je zou
ook de Grote Sprong Voorwaarts in China kunnen ne
men in de jaren zestig waarbij heel veel hongerdoden
zijn gevallen of de hongerwinter in Leningrad waar het
ook extreem koud was. Maar in China en in Rusland is
de beschikbare informatie heel beperkt en zijn de regis
ters moeilijk toegankelijk of bestaan niet meer. Dat
speelt in Nederland niet.
Er was ook genoeg voedsel tot de hongerwinter. De
mensen waren daarvoor in een vrij goede conditie en
daarna eigenlijk ook. De echte hongerperiode duurde
ook maar kort, zo'n zeven maanden." Dat onderscheidt
de hongerlijders hier van die in ontwikkelingslanden
waar ook andere factoren invloed hebben op de licha
melijke conditie.
Borstfoto's
Voor het onderzoek zijn in 2002 2300 toen 58-jarigen per
brief benaderd. De mensen werden opgespoord aan de
hand van de 'partusboeken' in ziekenhuizen in Amster
dam, Rotterdam en Leiden waarin gegevens over moe
der en kind staan. Via de burgerlijke stand van de diverse
gemeenten werden tot in de verre uiteinden van het land
mensen opgespoord. Van de 2300 mensen die een brief
ontvingen, doen er 700 mee aan het onderzoek dat be
staat uit een telefonisch interview van een half uur en
een uitgebreid medisch onderzoek in Leiden. Aan deel
nemers is ook gevraagd een broer of zus mee te nemen
zodat de resultaten goed kunnen worden vergeleken. Er
zijn nu zo'n duizend mensen, wat volgens Lumey vrij
veel is. Van het ene onderzoek komt het andere.
„We willen nu ook kijken naar de borstfoto's van vrou
wen om te zien of het borstweefsel van hongerwinter-
dochters een andere dichtheid heeft dan dat van andere
vrouwen. Dat kan leiden tot een verhoogd risico op
borstkanker." Grappig detail: Dat onderzoek haalde een
paar weken geleden de Wall Street Journal. Lumey lacht:
„Dat zijn toch twee miljoen lezers, dat is goed voor het
verdere onderzoek."