'Honger verandert een mens totaal' Verhalen van opa en oma 'Mijn vrouw zei: als jij opgeeft, sclwp ik je terug naar nat eiland' Judge wordt nog altijd emotioneel als hij holle ogen en hongerige blikken ziet 'Ik ga liever dood dan dat ik bloembollen eet' Een groepje vermagerde men sen loopt de zee in om het daar gespannen visnet te in specteren. De honger knaagt, maar het net blijft al dagen leeg. Als ze dichtbij komen, schrikken ze. Een grote zeeschildpad zit in het net ver strikt. Misschien al de hele nacht, want zo te zien is hij op sterven na dood. Het water loopt de uitgemergelde Judge Chambliss in de mond. Einde lijk, eten! Maar de anderen denken niet aan gebraden kluifjes. Zij zien een bijzonder dier, dat ze willen be vrijden. „Ga dood, ga dood, ga dood", mompelt Judge. Zijn bezwe ringen helpen niet. De losgemaakte schildpad wordt geduwd en gepord, maakt wat moeizame zwembewe gingen en verdwijnt langzaam in zee. Het is een dramatisch moment in Expeditie Robinson, editie 2003. De deelnemers doen mee voor het avontuur, de ongerepte natuur of om hun survivalkwaliteiten te testen. Judge Chambliss niet. Hij ging voor de honger. De 32-jarige interieuront werper uit Amsterdam is lang en mager en heeft een snelle stofwisse ling. „Ik moet veel eten om op ge wicht te blijven. Daardoor ben ik ei genlijk altijd met eten bezig. De ex treemste vorm daarvan is niet-eten. Ik wou weten wat dat is, hoe het voelt, wat er met je gebeurt. En ik wilde mijn insectenfobie overwin nen. Ik word panisch van alles wat glibbert en kruipt. Een klein spinne tje is in mijn ogen een tarantula, daar verstijf ik helemaal van." Sprinkhanen eten Het eiland waar hij op terecht kwam, had weinig eetbaars te bieden. De overlevers vonden drie melige ko kosnoten, verder niets. Ze moesten het doen met een piepklein beetje rijst per dag en wat slijmerige schelpdiertjes uit zee. „Later vroegen mensen: waarom vingen jullie geen vis? Maar wat de kij kers niet te zien kregen, was dat er een plaatselij ke vissersboot voor de kust lag die alles wegving. Ze doen net of het eiland onbewoond is, maar dat is niet zo." Na een dag of vijf voelde Judge dat hij zwakker werd. „Toen ben ik in secten gaan eten." Robin, een Vlaamse psycholoog uit zijn groep, was met hem de jungle ingetrokken en had hem in een paar dagen over zijn angst voor beestjes heengehol- pen. „Op de vijfde dag gooide hij bij wijze van therapie een sprinkhaan naar me toe en zei: 'Die kan je rauw eten. Ze smaken een beetje naar jon ge maïs'." Judge walgde van de gedachte, maar probeerde het toch. „Het smaakte naar erwtjes, vond ik. En geroosterd een beetje naar kip. Ik jaagde 's nachts met Robin op kikkers en slangen die we in het vuur rooster den. Het kostte geweldig veel energie om er één te vangen en leverde wei nig op, dus we deden dat stiekem, als de anderen sliepen." Al met al kwam hij de eerste tien da gen goed door. „Je lichaam is dan bezig vetreserves op te maken, daar merk je niets van." Maar Judge had niet veel vet. Hij was de eerste die in stortte. „Op dag twaalf werd ik wak ker en: béng! Het was ineens mis. Ik voelde de energie letterlijk uit me stromen. Gearticuleerd praten ging niet meer, opstaan was heel moei lijk. Het leek net of mijn mond half verlamd was en er een olifant op me zat. Elke stap was te veel, vooral om dat het strand schuin afliep. Zelfs zitten kostte te veel energie. Eigenlijk kon ik alleen nog maar liggen. Toen besefte-ik dat de honger echt had toegeslagen. En dat het niet beter zou worden, omdat er geen voedsel was." Het ging snel bergafwaarts. „Je li chaam doet dingen die je niet wilt, namelijk je spieren opeten. Ik kwam op een absoluut dieptepunt terecht. Na een tijdje kon ik niet eens meer emoties voelen, want zelfs dat kost energie. Het enige dat ik voelde was een enorme leegte. Ik was een zom bie. Dat vond ik het ergste. Ik ben echt een gevoelsmens, opgevoed met de gedachte dat niemand je het lachen kan afpakken. Dat kan wel, weet ik nu. En daar zijn geen enor me trauma's voor nodig. Gebrek aan voedsel is genoeg." „De lege blik in de ogen die je ziet in spotjes over hongersnood in Afrika, begrijp ik nu. De sparkle, de uitstraling, je hele persoonlijkheid ver dwijnt uit je blik. Dat komt pas weer terug zo dra je eten hebt." Zolang voedsel uitblijft, wordt het alleen maar erger, heeft Judge ervaren. „Ik kwam in een neerwaartse spiraal. En omdat ik geen emoties kon tonen, begrepen de anderen me niet. Ze verstootten me. Gelukkig had ik inmiddels twee vrienden die me steunden." Hij was zeker uit het programma ge haald als het lot niet anders had be slist: Judge werd overgeplaatst naar het eiland van het andere kamp, waar wel voedsel was. „Niet genoeg om weer sterk te worden, maar wel om nèt boven dat dieptepunt te blij ven dat ik had bereikt." Een tele foontje naar huis - een verjaarsca deautje - deed de rest. „Mijn vrouw zei: als jij durft op te geven, schop ik je terug naar dat eiland. Dat was pre cies wat ik nodig had om weer men tale kracht te krijgen." Judge haalde de finale, waarin hij het moest afleggen tegen mede strijdster Jutta; de scène met de schildpad had hem veel tegenstem men opgeleverd. Onderweg naar de eindstreep kreeg de één na de ander problemen door de honger. „Denken ging haast niet meer. De emoties liepen hoog op, omdat iedereen labiel werd. Na een dag of twintig kregen we overal pijn, aan knokkels, gewrichten en vooral onze tanden. Toen bleek dat het tandvlees bij iedereen een heel eind was teruggetrokken. Halverwege de expeditie kregen we een vitaminepil, om te voorkomen dat we te ver zou den wegglijden." Vinger in keel Toen het voorbij was, werden de overgebleven deelnemers naar de bewoonde wereld gebracht. „Inmid dels kon ik niet meer zitten, alleen hurken, want ik had geen billen meer. Mijn bovenbenen waren net satéstokjes. In Kuala Lumpur propte iedereen kilo's chocola naar binnen. Ik wou een ijsje en had er in drie mi nuten tijd ineens drie op. We aten maar door, terwijl onze magen piep klein waren. Sommigen staken een vinger in hun keel om maar door te kunnen gaan. Heel raar, je maag liet merken dat-ie vol was, maar je her sens gaven een heel ander signaal: eten, eten, eten!" Dat gevoel ging thuis nog even door. „Ik ben de eerste week zeven kilo aangekomen. Maar ik ben wel met een weer gaan trainen, daardoor heb ik nu weer mijn oude gewicht. Als je Björn ziet, hij was prachtig ge bouwd, maar is nu heel dik. Een soort kaboutertje." De eerste tijd had Judge grote con centratieproblemen. Hij kon niets onthouden. Autorijden ging niet. „Dat ging te snel, er kwam te veel op me af. Maar na zes weken werd ik langzaam weer normaal. Ik werk zelfstandig, dus ik kon uitrusten en relaxed wennen aan de overvloed. Anderen, die het drukke leven met een weer hebben opgepakt, hebben veel meer last van restverschijnse- len." De honger heeft grote indruk ge maakt op Judge. „Ik leef weer net zo als eerst hoor. Elk stukje voedsel koesteren deed ik alleen in het be gin. Maar ik weet nu hoe honger een mens totaal kan veranderen. Dat je niets meer voelt, en niet eens kan voelen hoe erg dat is. Ik word nog emotioneel als ik die holle blikken van ondervoede mensen op tv zie. Ik wist dat het na 47 dagen voorbij zou zijn, maar hoe moet dat zijn voor mensen in Afrika? Daar kan ik met mijn pet niet bij." Expeditie Robinson-deelnemers Jutta, Judge en llona in het tropische paradijs waar zij met heel weinig voedsel probeerden te overleven. Foto: Kanakna Produkties VRIJDAG 24 DECE/V 2004 Op expeditie Elk jaar brengt het survivalpi gramma Expeditie Robinson twee groepen mensen naar verlaten strandjes in Maleisi Ze krijgen genoeg drinkwate mee en een klein beetje mee rijst en olie. Verder moeten z zichzelf redden. Van tijd tot nemen de groepen het tegen elkaar op in wedstrijden die hun kracht, evenwichtsgevo of geheugen op de proef ste len. De verliezende ploeg mc iemand uit zijn midden naar huis sturen. Zo slinkt het aar deelnemers, totdat de groep worden samengevoegd en e uiteindelijk één winnaar ove blijft. Wie onder de winter van '44/'45 heeft geleden zal er waarschijnlijk niets van begrijpen, maar er zijn mensen die zich vrijwillig overleveren aan honger. Deelnemers aan het tv-programma Expeditie Robinson laten zich afvoeren naar een verlaten tropisch strand, waar ze maar moeten zien hoe ze aan eten komen. Robinson-finalist Judge Chambliss over lege ogen, optrekkend tandvlees en geroosterde sprinkhanen. door Pauline van der Mije POTTELBERCH Het boek 'Oorlogswinter' van Jan Terlouw hebben ze bijna allemaal gelezen. Maar als gevraagd wordt wat de hongerwinter nu precies inhield, moeten de meeste tweedejaars middelbare scholieren het antwoord schuldig blijven. De hongerwinter is op scholen geen onderwerp dat uitvoerig wordt besproken. door Maaike Oppenkamp Volgens J. Kemperman van het Nederlands In stituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) is het slecht gesteld met de kennis van jongeren over de Tweede Wereldoorlog. „Het onderwijs leert ze geen feiten meer. Er wordt heel erg ge werkt met beelden. Het gevolg is dat jongeren wel weten dat bijvoorbeeld de hongerwinter vervelend was, maar niet wanneer die was." Zijn opvatting komt overeen met een onder zoek van het Historisch Nieuwsblad. Die con cludeerde een paar jaar geleden dat het over grote merendeel van de Nederlanders niet eens weet wanneer de oorlog begonnen is. Ook een onderzoek van bureau Interview-NSS liet zien dat de feitenkennis van jongeren te wensen overlaat. „Ze aten bloembollen en paardebloemen en kastanjes", vertelt Michel (2 havo). „Hoe lang duurde die winter dan?", vraagt klasgenoot Jeffrey zich af. „Ze hadden toch gewoon van te voren groente kunnen ver Jongeren weten niet al veel over de hongerwinter. Op school komt het nauwelijks aan bod. bouwen. Ze wisten toch dat het winter werd." Toch bestrijden geschiedenisleraren dat de jeugd van tegenwoordig niet geïnteresseerd zou zijn in de historie. „Ze vinden de lessen over de oorlog interessant, maar een onder werp als de hongerwinter wordt gewoon nau welijks behandeld", vertelt B. Blom. „De les sen over de oorlog richten zich vooral op het conflict tussen verschillende landen. De win ter van 1944/45 in Nederland is natuurlijk toch een detail als je de hele geschiedenis bekijkt." Volgens collega-leraar A. Starrenveld valt de hongerwinter op scholen vaak tussen het wal en het schip. „Je behandelt of de naoorlogse geschiedenis en dan begin je bij 1945. Of je be handelt de tijd ervoor en dan gaat het toch vooral over de oorzaken voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Er staat wel een les voor de hongerwinter gereserveerd, maar daar komen we bijna nooit aan toe. We staan onder continue tijdsdruk." Dit wordt door de leerlingen erkend. „We heb ben het er op school nog niet over gehad", vertelt Sebastian (2 vwo). Het meeste dat de jongeren dan ook weten, komt rechtstreeks van oma en opa. En dan komen de verhalen ook goed los. „Mijn oma vertelde dat ze tul penbollen moest eten. En veel bonen. Om het warm te krijgen, moesten ze in huis de ti leuningen verbranden", vertelt Remco (2 vwo). Michel vult aan: „Mijn oma moi met haar zussen naar Friesland om daar te halen. Meestal bleven ze dan ook een dagen in Friesland. Omdat ze geen fietsen hadden, moesten pen. Dan waren ze wel ëen paar weken c weg. 's Nachts sliepen ze in een greppel, was heel erg koud." Nick (2 havo): „Mijn opa woonde in de 1 van IJmuiden. Daar probeerde hij altijd te stelen uit de treinen die daar reden. H ook naar het oosten op de fiets omdat d; eten was. Hij vertelde een keer dat ie ten kwam met z'n tassen vol eten en op de t< weg door de Duitsers werd aangehoudei alles weer moest inleveren. Dat is best g( meen." Maar er waren ook oma's en opa's die w eten hadden. „De ouders van mijn opa r ten soldaten in huis nemen. Dat vonden heel vervelend. Ze hebben ook de nieir van mijn opa afgepakt. Maar ze hadden tijd genoeg brood en boter en vlees in hi aldus Dax (2 vwo). De jongeren kunnen zich er nauwelijks n iets bij voorstellen hoe dat geweest moei „Ik hoorde dat ze toen bloembollen hebl gegeten. Nou dat doe ik echt niet", bew< Lindsey (3 vmbo). „Als je honger hebt v< wel", werpen haar klasgenootjes tegen. ,1 hoor. Dan ga ik wel dood." Klasgenoot K berly heeft zich wel eens aan de bloembi gewaagd. „We hebben er in groep 8 op d sisschool soep van gemaakt. Het was besl ker, een beetje kruidig. Alleen zaten er w(_ ze stukjes in."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 52