Vrouwelijke hoogleraren I 'Studiekeus niet afstemmen op kinderwens' 'Niet huilen, maar doorgaan' 'Moeder moet thuis zitten' Petra Rudolf (47) is hoogleraar natuur kunde aan de Rijksuniversiteit Gronin gen: „Vrouwen die hoogleraar willen worden, moeten een goede partner kiezen. Ik ken veel vrouwelijke natuurkundigen die ook zijn getrouwd met een natuurkundi ge. Die huwelijken gaan nogal eens ka pot. Er is te veel jaloezie en onderlinge concurrentie. Mijn man is kunstenaar, een ideale combinatie. Wel klaagt hij dat ik te veel werk, dat klopt ook: minimaal zestig uur per week. Dat probeer ik goed te maken in het weekend en tijdens de vakantie. We hebben geen kinderen, maar dat is geen keuze geweest. Ik heb altijd gedacht dat ik moeder zou worden van op z'n minst drie kinderen. Mijn leven is anders gelopen en dat geef ik ook mee aan mijn studentes. Zij moe ten hun studiekeuze niet afstemmen op het feit of ze wel of geen kinderen willen; je weet immers niet of dat gaat lukken. Helaas heerst in Nederland een conser vatieve mentaliteit, er zijn zeer weinig meisjes die voor natuurkunde kiezen. Er zijn nog steeds ouders die tegen hun dochter zeggen: Meisje, kies maar niet zo'n moeilijke studie, want je gaat later toch trouwen en kinderen krijgen. In landen als Frankrijk, Italië en Spanje komt dat veel minder voor: daar bestaat maar liefst de helft van de natuurkunde- studenten uit vrouwen. De traditionele cultuur zorgt er ook voor dat kinderopvang in Nederland slecht is geregeld. Op onze universiteit is een wachttijd van twee jaar! Onze buurlan den hebben het veel beter voor elkaar. Op de universiteit in Namen (België) zijn er dames die komen oppassen als bij voorbeeld het kind van de professor on verwacht ziek is. De vrouwelijke hoogle raar kan dan toch naar die belangrijke vergadering. In Engeland zijn er speciale terugkeerprogramma's voor vrouwelijke wetenschappers die er een paar jaar tus senuit zijn geweest om voor de kinderen te zorgen. Wat wereldwijd voor vrouwen geldt, is dat ze niet zo kritisch op zichzelf moe ten zijn. Ze solliciteren pas op een func tie van hoogleraar als ze honderd pro cent zeker weten dat ze de beste zijn, mannen happen veel eerder toe. Dames, wees niet te bescheiden, dat is een beet je dom." Els Goulmy (57), hoogleraar trans- plantatiebiologie aan het Leids Uni versitair Medisch Centrum (LUMC) is voorzitter van het landelijke net werk Vrouwelijke Hoogleraren (ln- VH). „Ik ben een ongelofelijke terriër. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. In het begin werd ik absoluut niet seri eus genomen, ik heb heel hard moe ten vechten. Als ik een voordracht hield, werd er vooral gekeken naar mijn korte rokje en hoge hakken. De kunst is om dan niet huilend met de staart tussen de benen naar huis te gaan, maar vooral door te gaan. En wel aardig blijven, want anders ben je een manwijf. Ik kende het wetenschappelijke milieu hele maal niet, mijn vader zat in het bedrijfsleven, mijn moeder was huisvrouw. Wel heb ik een ouderwetse, Spartaanse opvoeding gehad: zet je tanden er in en geef niet op. De ambitie voor mijn vak hield mij op de been. Dertig jaar geleden ben ik samen met collega's een onderzoek gestart naar beenmergtrans plantatie bij leukemiepatiënten. Die transplan tatie sloeg vaak niet aan, de ziekte kwam in alle hevigheid terug. Inmiddels hebben wij syste men in het lichaam ontrafeld die er voor zorgen dat de transplantatie vaak wel lukt. Het is gewoon fantas tisch om dat te ontdekken! Op een gegeven moment kunnen de heren professoren niet meer om je heen en word je serieus genomen. Die emancipatie verloopt heel traag. Meer dan de helft van alle medicij nenstudenten is vrouw, maar stroomt niet door naar de top. Zo rond hun dertigste, vlak nadat ze zijn gepromoveerd, komt er de klad in. Ze krijgen kinderen en keren nauwelijks meer terug. Dat is ook moeilijk: op de hoogte blijven in de wetenschap is meer dan 's avonds in je luie stoel vakliteratuur lezen. Ie moet congressen en debatten bijwonen, de nieuwste nieuwtjes spelen zich af in de hoofden van mensen, ze staan niet op internet. Wie wil terugkeren, moet wetenschappelijke artikelen blijven pu bliceren. Bij alle benoemingen van hooglera ren wordt gekeken naar de lijst van publica ties. Natuurlijk moet het mannenbolwerk veel meer rekening houden met de specifieke situ atie van vrouwen. Mijn advies aan ambitieuze vrouwen is: Niet huilen, maar doorgaan." Italië 5% 10% 15% 20% *De Europese cijfers hebben betrekking op 2000. Het percentage vrouwelijke hoogleraren in Nederland is in 2003 gestegen tot 8,5 GPD/ GN/R.SV BRON: Rapport EU 'She Figures 2003" Zweden Gr. Brittannië Griekenland Denemarken Duitsland Belgie Ierland NEDERLAND* Oostenrijk Terwijl vrouwelijke studenten zich massaal aanmelden op de universiteit, dringen hun voorgangers maar niet door tot de wetenschappelijke top. Nederland heeft nog steeds heel weinig vrouwelijke hoogleraren. De achterstand met andere Europese landen is schrikbarend groot. door Carine Neefjes n de wetenschappelijke wereld geldt Ne derland niet als gidsland, maar als ontwik- I kelingsland. Andere landen steken met kop en schouders boven ons uit, zo blijkt uit het rapport 'She figures 2003' van de Europese Commissie. Portugal scoort met 19,3 procent vrouwelijke hoogleraren het hoogst, op de voet gevolgd door Finland met 19 procent. Frankrijk staat met 16,2 procent op de derde plaats. Op een haar na staat Nederland met 6,3 pro cent vrouwelijke hoogleraren onderaan de Eu ropese ladder. Helemaal onderaan bungelt Oostenrijk, waar slechts 6,2 procent van de hoogleraren vrouw is. De Europese cijfers heb ben betrekking op 2000. Inmiddels is het per centage vrouwelijke hoogleraren in Nederland gestegen naar 8,5 procent, zo blijkt uit cijfers van de VSNU, de vereniging van universiteiten. Het lage percentage vrouwen in de universitai re top in Nederland staat in schril contrast met het aantal vrouwelijke studenten. Zeker als het gaat om alfa- en gamma-wetenschappen (ta len, geschiedenis, psychologie, sociologie) zijn meisjes al jarenlang in de meerderheid. Ze stu deren af, de meesten promoveren, maar slechts een enkeling wordt benoemd tot hoog leraar. Het is onduidelijk waarom vrouwen niet door stromen naar de top. Sommige onderzoekers verwijzen naar het 'old-boys network'. De uni versiteit is in die visie een mannenbolwerk waar mannelijke hoogleraren andere interes sante mannen voordragen en benoemen. De afgelopen jaren hebben universiteiten wel moeite gedaan om meer vrouwen aan te trek ken. Zo benoemde de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam in 2001 in één klap zeven parttime vrouwelijke hoogleraren. De universiteit van Tilburg bedacht een andere truc: voor elke be noemde vrouwelijke hoogleraar kreeg de fa culteit een premie van 75.000 gulden (35.000 euro). Als een vrouw met topfunctie vertrok, moest de premie worden terugbetaald. Alle maatregelen ten spijt: het aantal vrouwe lijke hoogleraren groeit slechts zeer traag. Hieronder geven drie topvrouwen hun visie en adviseren het aanstormend talent: 'niet huilen maar doorgaan'. ■4 I xm Drie vrouwen die de weg vonden naar de top: Links boven Anne Cutler, rechts boven Petra Rudolf, daar onder Els Goulmy. Foto's: GPD/Do Visser/Jan Zeeman/Harmen de Jong WEINIG VROUWELIJKE HOOGLERAREN AAN UNIVERSITEIT Spanje Land Portugal Finland Frankrijk Percentage vrouwelijke hoogleraren Terug naar Bosnië: Hoeveel tranen kun je vergieten? Ella Vogelaar, van CPN'er tot topvrouw Unilever Tweeling Kameleon heeft smaak van acteren te pakken Anne Cutler is hoogleraar vergelij kende taalpsychologie aan de Katho lieke Universiteit Nijmegen (KUN). Zij was in 1999 de eerste vrouwelijke hoogleraar die de Spinoza-premie won, een prijs voor wetenschappe lijk onderzoek. „Nederland is het land van de socia le controle. Je moet doen wat er van je wordt verwacht. Voor moeders geldt: om drie uur 's middags zit je met een pot thee thuis om de kinde ren op te vangen. Doe je dat niet, dan ben je geen goede moeder. Zelf heb ik geen kinderen, maar dat is geen vrijwil lige keuze. Als hoogleraar leid ik veel vrouwen op, maar ik zie hoe snel ze afhaken als ze moeder worden. Zeer getalenteerde, intelli gente vrouwen zitten de hele dag thuis; in grote huizen met grote tuinen, wachtend op hun schoolgaande kinderen. Ik heb een paar keer serieus geprobeerd om deze vrouwen op de universiteit te houden. Er persoonlijk voor gezorgd dat ze konden publiceren in internationale wetenschappelijke tijdschriften, zodat ze een prachtig cv konden opbouwen. Toch haken veel vrouwen af. Sommigen verhui zen naar het buitenland, omdat manlief daar carrière maakt, zij moet maar zien of zij ook nog een leuk baantje vindt. In de praktijk komt dat er meestal op neer dat ze thuis blijft en voor de kinderen zorgt, de hard werkende echtgenoot vindt dat wel zo prettig. Voor hoog opgeleide Franse en Amerikaanse vrouwen zijn dergelijke scena rio's absoluut ondenkbaar! Ook zij willen graag moeder worden, maar zullen hun am bities nooit opgeven! Ze zijn moeder én ma ken carrière: gewoon door hard te werken en goede opvang te regelen. In Frankrijk en Amerika ben je helemaal geen slechte moeder als je je kinderen vijf dagen naar de crèche brengt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 1