:*sse Huta Galung
geen watje meer
SPORT
ZATERDAG 24 APRIL 2004
SI
ireldranglijst moet hij nog
lissers, onder wie 25 Neder-
Voor zich dulden. Jesse Huta
verkt dan ook pas kort aan
h ius bestaan als proftennisser.
.1 ige Hillegommer heeft zich
st in Barcelona, waar hij
voormalig wereldtopper
Jnchez. De banden met zijn
idorp zijn stevig. De komende
speelt hij
et vlaggenschip van de Hille-
Daarna stort hij zich weer
in de toernooiencyclus om
ten te sprokkelen.
tjan van Geen
t te ver om vergelijkingen te
it net Marat Safin. De voor-
ummer 1 van de wereld, die
adrukkelijk aan een come-
kt, verruilde op zijn dertien-
n skou voor het zonnige Va-
s aar werkte Safin dagelijks
6 aan het vervolmaken van
niek. Ook voor Huta Galung
ainingsfaciliteiten in eigen
j lager geworden. In het na-
ainingscentrum in Almere
te weinig hitting partners
;e leeftijd en niveau. „Na de
van vorig jaar kreeg ik te
t er wat dingen gingen ver
bij de bond", zegt Huta
anuit Barcelona. „In Barce-
le ik een paar trainers en
let Michiel Schapers (des-
bondscoach - red.) ben ik
en. We raakten heel en-
Michiel en technisch di-
ans Felius hebben me heel
smoedigd om de stap te ne-
n -trainer Harry Verdegaal
1 Galung als vijfjarige voor
park opkomen. Het ge-
3 de pal naast sportpark De
:i „Jesse was negen maanden
lierheen verhuisden", zegt
e Ier Yvonne. „Toen hij vier
smeerde hij hem al uit de
de tennisbaan. Hij ging ba-
r n en droeg de tassen van
t n ruil voor een ijsje. Van
kreeg hij een houten rac-
nee stond hij uren in de
Totdat een trainer
voorstelde hem af en toe een half
uurtje les te geven. Het liefste wilde
Jesse met een ballenkanon op de
baan staan. Dan kreeg hij de meeste
ballen. Het ene kind wil naar het
zwembad, Jesse vond tennis het ein
de. Als we op vakantie gingen, moes
ten er rackets mee. We hebben hem
nooit gepusht."
Verdegaal zag niet meteen dat er in
het kleine ventje een meer dan ge
middeld talent school. „Het straalde
er niet vanaf', zegt Verdegaal nu.
„Motorisch is hij een natuurtalent,
maar een goede tennisser moet
meer hebben dan dat. Hij was heel
druk, wild en onbeheerst op de baan
en ik had niet het idee dat er meer in
zat dan bij een normale tennisser.
Tot zijn twaalfde hing hij ver onder
de top en speelde alleen K4-toer-
nooitjes."
De grootste sprong maakte Huta
Galung als dertienjarige. De Hille
gommer kreeg een wildcard voor het
NK jeugd en bereikte meteen de
kwartfinale. Sindsdien stond hij in
zijn leeftijdscategorie steeds bij de
beste drie van Nederland. Hij werd
twee keer nationaal kampioen en
behaalde de jeugdmasterstitel. Als
lid van Jong Oranje kreeg hij de kans
zich te manifesteren op Grand-
Slamtoernooien, met een kwartfina
le op Wimbledon als hoogtepunt.
Vorig jaar draaide hij Martin Verkerk
warm voor diens gewonnen kwartfi
nale tegen Carlos Moya.
Ontwikkeling
Huta Galung stelt nadrukkelijk een
beginnend tennisprof te zijn. De
KNLTB betaalt tweederde van de
kosten die hij moet maken, sponsors
vullen de rest in. Zijn vader Marthin
onderhoudt de website www.hutag-
alung.nl en fungeert vanuit Neder
land als manager. In Barcelona krijgt
hij de kans om de reeds gearriveerde
toppers te ontmoeten en met hen te
trainen. „Er komen hier veel profs
langs. Twee maanden geleden nog
heb ik met David Nalbandian (de Ar
gentijnse nummer 9 van de wereld
red.) getraind. Met hem praat ik dan
over het leven als tennisprof. Ik vind
het kicken om die verhalen te horen.
Juan Balcells was hier om te trainen.
Hij heeft een keer de Davis Cup ge
wonnen. Mijn grote wens is ook Da-
vis Cup spelen."
Met zijn bovengemiddelde service
en goed ontwikkelde volley komt hij
op snelle banen het meest tot zijn
recht. Huta Galung is een tennisser
die het liefst 'naar voren' speelt. Dat
hij in Barcelona traint, betekent niet
dat hij slechts gravel onder zijn voe
ten voelt. Spanjaarden zijn van natu
re gravelbijters, maar het is een wijd
verbreid misverstand dat Spanjaar
den alleen op gemalen baksteen oe
fenen. Huta Galung: „Er liggen hier
veertien gravelbanen, tien hard-
courtbanen en zelfs kunstgras. De
ondergrond waarop ik train is afhan
kelijk van welk toernooi ik speel.
Voordeel is wel dat ik hier altijd bui
ten speel."
Hans Felius volgt de verrichtingen
van Huta Galung als het even kan op
de voet. De technisch directeur van
de KNLTB reisde onlangs af naar
Spanje. „Het gaat goed met zijn ont
wikkeling", vindt Felius. „Hij heeft
goede basisslagen, is qua techniek
vrij compleet. Grootste aandachts
punten zijn zijn voetenwerk en con
stanter worden. Veel op gravel spe
len heeft zijn spel goed gedaan. Je
kunt niet zonder. Hij is ambitieus
aan het werk."
Zowel Felius als Verdegaal om
schrijft hem als een aardige jongen,
die soms iets te beschermd is opge
groeid. Verdegaal: „Zijn ouders heb
ben altijd heel veel voor hem gere
geld. Het is goed als kinderen een ei
gen weg kunnen uitstippelen en zelf
afspraken maken. Wat dat betreft is
hij in Spanje enorm gegroeid." Moe
der Yvonne vindt de stap naar Bar-
celona'gaaf„Ik heb het altijd ge
hoopt. De eerste vijfjaar van zijn le
ven heeft hij me altijd vastgehouden.
Tot zijn twaalfde is hij nooit uit loge
ren gegaan. Deze stap is beter voor
zijn ontwikkeling. Als hij thuis is
draait het hele gezin om tennis. Zijn
oudere zus heeft daardoor een hoop
moeten inleveren en voor zijn jonge
re broertje is het niet altijd makkelijk
om 'het broertje van' te zijn. Het is
zijn leven. Het is niet mijn ambitie.
Ik begrijp wat Hans Felius bedoelt
als hij zegt dat Jesse beschermd is
opgevoed. We hebben hem een
beetje weggehouden, want als je
wint heb je vrienden en als je ver
liest, zien ze je niet staan. Maar Jesse
beseft heel goed dat hij bevoorrecht
De Hillegomse tennisser Jesse Huta Galung in actie op Roland Garros, vorig jaar. Foto: pr
is. Er lopen in Spanje genoeg jon
gens rond die het niet zo goed heb
ben gehad en hij ziet ook anderen
met rijke ouders, maar zonder ambi
tie."
Felius: „Aardig zijn hoeft geen be
lemmering te zijn. Stefan Edberg en
Tim Henman zijn ook altijd heel aar
dige mensen geweest. Maar hij laat
zich snel van de wijs brengen. Hij
kan zich te veel aantrekken wat an
dere mensen over hem zeggen en
laat zich afleiden door dingen die op
de baan gebeuren. Een beslissing
van de scheidrechter of een tegen
stander die een punt pikt. Hij onder
kent dat probleem, maar het is geen
lichtknopje dat je aan of uit zet. Zo
iets moetje gaandeweg leren", aldus
Felius.
Watje
Zelf denkt hij al een flinke stap in de
goede richting te hebben gezet. „Ik
was een beetje een watje toen ik hier
kwam", zegt de Hillegommer. „Ik
had moeite om me af te sluiten van
de buitenwereld. Als ik een service-
game verloor, was ik meteen ook de
set kwijt, terwijl ik nu weet dat een
tegenstander ook in de problemen
kan komen. Als proftennisser moet
je ijzersterk in je kop zijn. In oktober
ben ik hier gekomen. Ik heb eerst
wat toernooien gespeeld, was met
kerst niet thuis en wilde na tweeën
halve maand terug. Sindsdien heb ik
geen last van heimwee meer. Mijn
ouders bellen om de dag en ik kan
naar huis wanneer ik wil. Het is
maar twee uurtjes vliegen. Je bent er
zo."
Hij volgt een strak trainingsregime.
Huta Galung staat om kwart over ze
ven op, wordt om acht uur met een
busje opgehaald en begint de dag
met een trainingssessie van drieën
half uur. Van twaalf tot half twee
staat een conditietraining op het
programma en na de lunch volgt
nog een tennissessie van half vier tot
zes uur. Tennisclub Hillegom kan
nog twee zondagen genieten van
zijn diensten. Daarna volgen twee
Futuretoemooien in Barcelona, twee
in Slovenië en Nederland: Heerhu-
gowaard en Alkmaar. Verder hoopt
hij op wildcards voor de kwalificatie
toernooien van het challenger in Hil
versum en het ATP-toernooi van
Amersfoort. Huta Galung: „Ik wilde
eerst geen competitie spelen en me
concentreren op de toernooien.
Maar Hillegom had problemen met
het vullen van het team. Ik kon met
behulp van een sponsor wat geld
verdienen. De eerste zondag was er
best veel publiek speciaal op mij af
gekomen. Allemaal mensen die me
vroeger gesteund hadden, kwamen
een praatje maken."
Hoewel het 'slechts' eersteklasseni-
veau betreft, maakte hij toch indruk
met een snelle zege op de Neder
landse gravelkoning Marcel Reuter,
een oude en getructe rot in het vak.
„Dat hij vrij dik van die jongen wint,
duidt op vooruitgang", zegt Felius.
„Ik vind dat een jongen van 18 dat
moet kunnen, maar het is toch een
ijkpunt." De TD voorziet een gestage
ontwikkeling op de wereldranglijst.
Dat Huta Galung in zijn eerste satel
lite-circuit (Mallorca) meteen de
Masters haalde, stemde hem tevre
den. „Als eerstejaars professional
heeft hij het goed gedaan. In 2004
moet hij bij de beste 700 komen, een
jaar later rond de 400 en twee jaar la
ter is de tophonderd het doel. Dat is
een normie gang van zaken voor
een Nederlander. Als het lukt is hij
sneller dan Martin Verkerk, maar
wat later dan tennissers uit andere
landen."
V.L.N.R,
RANDJE BUITENSPEL
O
Staand v.l.n.r: Arnold Bauw (grensrechter), Leen Aandewiel, Floor van Duyn, Koos den Hollander, Johan Korndorffer, Leo Steenbeek, Bas Wallaart (trainer) en Hans
Blankenmeijer. Gehurkt v.l.n.r: Cor van Duyvenbode, Anton van der Plas, Arie van den Oever, Peter Viool en Koos Schouten.
i
3
tot 1962 speelde ik in het eer-
iin in die periode werden we
^landskampioen bij de zater-
in '60 en in '62. Uiteraard
ploeg uit louter jongens uit
Spelers van buitenaf ha
toen niet bij. Trainer Bas Wal-
pen oud-UVS'er en een echte
pr. Zeker voor mij, doordat ik
vijftiende in het eerste elftal
mij vertrouwen gaf. Van het
toen zie ik niet veel spelers
j)uick Boys. Een aantal is ook al
gn een goede ploeg die op
peelde, misschien nog wel
Quick Boys kan vandaag bij ASWH de titel in de hoofdklasse A prolongeren. Het twee
de succes van trainer Gert Aandewiel die ook als speler kampioenschappen op sport
park Nieuw Zuid vierde. Zijn vader Leen (64), nog altijd trouw supporter, maakte deel
uit van de ploeg die in 1960 het beste zaterdagelftal van het land was.
meer dan het huidige eerste elftal. Na
tuurlijk is dat nu ook veel lastiger om te
doen, want het spel is veel en veel snel
ler geworden. Peter Viool, Floor van
Duyn en ik kwamen ook uit voor het Ne
derlands zaterdag-amateurelftal. Als je
Floor en mij op de foto naast elkaar ziet
staan dan kan je niet ontkennen dat on
ze zoons Gert en Floor veel van ons weg
hebben. Ik heb twee zoons die goed
konden voetballen: Gert en Huug. Trots?
In mijn hart was ik natuurlijk blij dat ze
het zo goed deden, maar daar liep ik
nooit mee te koop.
Dat Gert in zijn eerste twee jaar als trai
ner ook twee keer kampioen wordt, is
uitstekend, maar het is uiteraard niet al
leen zijn verdienste. Hij heeft zich opge
geven voor de cursus trainer/coach be
taald voetbal en ik hoop dat hij wordt
aangenomen. Gert zal natuurlijk niet
eeuwig bij Quick Boys blijven. Toch heb
ik er alle vertrouwen in dat door de hui
dige aanpak - met oud-spelers die het
technische beleid bepalen - de club ook
de komende jaren bovenin meedraait.
We worden echt niet elk jaar kampioen,
maar Quick Boys zal ook niet meer zo
snel, zoals we in voorgaande jaren mee
maakten, tegen degradatie moeten strij
den. Wees nou eerlijk, daar is Quick
Boys de club niet voor."
De schok was heviger dan ik
voor mogelijk had gehou
den. Ik lag in bad, met de Volks
krant, toen het Leidsch Dagblad
op maandag 19 april 2004 in al
le vroegte o?is huis binnen
drong. Mijn vrouw riep van be
neden dat het echt waar was,
dat het LD na 144 jaar werkelijk
van avondblad was veranderd
in ochtendkrant. Ik wist dat het
stond te gebeuren, had de dagen
afgeteld, maar op het histori
sche moment zelf, raakte ik toch
behoorlijk in de war. Twee
kranten op één ochtend, waar
haal je de tijd vandaan? Bij ons
thuis is het na het ontwaken
vrijwel meteen spitsuur. Ik ben
al spekkoper als ik de dag kan
beginnen meteen warming-up
in heet water waarbij ik dan
even snel en kris-kras door de
Volkskrant ga.
De transformatie van het
Leidsch Dagblad is mij de hele
week parten blijven spelen. Om
dat ik de nieuwe ochtendkrant
een faire kans wilde geven, heb
ik zijn concurrent een paar keer
links laten liggen. Maar toen de
Volkskrant 's avonds als een op
gewarmde kliek voor me lag, zat
me dat toch niet lekker. Ik ben
er zelfs een keer aan begonnen
nadat ik Het Parool al achter de
kiezen had. Kan niet. Mijn
vrouw en ik moeten het er dit
weekeinde maar eens over heb
ben, want zo kan het niet veel
langer. Ik merk aan haar ook
dat ze 's ochtends niet meer weet
waar ze het zoeken moet. In
welke van de tiuee ochtendkran
ten. Er eentje de deur uit doen,
zou de verwarring in één klap
wegnemen, maar het is geen op
tie. Beide kranten behoren al
meer dan 25 jaar tot mijn dage
lijks leven. Bij de één, het LD,
heb ik elf jaar gewerkt en bij de
ander acht. Ze zijn als het ware
onder mijn huid gaan zitten.
Voor zover ik het nu kan over
zien, zit er niets anders op dan
de wekker zetten. Vroeger ont
waken om door twee kranten te
scheren.
Als ik het nieuwe ochtendblad
moet geloven, ben ik de enige
wiens leven van de week in de
war is geschopt. Elke ochtend
staan er op de voorpagina blij
moedige verhaaltjes over lezers
wier ochtendhumeur danig is
Van deze goed
nieuwsshow
hen ik nu
niet bepaald
vrolijk geworden
opgeknapt door de vroege ver
schijning van het LD. Van deze
goed nieuws-show ben ik nu
niet bepaald vrolijk geworden.
Slecht voor mijn zelfvertrouwen
ook, zo'n parade van opgewekte
abonnees die in een handom
draai de herinrichting van hun
dag hebben geregeld. Doorgaans
heeft de krant gelijk, maar ik
mag toch hopen dat er van de
week een beetje is gesjoemeld
met de voorpagina. Dat de re
dactie zichzelf een hart onder de
riem heeft gestoken door het
beeld een tikkeltje bij te kleuren.
Het zij ze vergeven.
Toen ik het LD van maandag
ochtend op de nog lege ontbijt
tafel had uitgelegd, gingen mijn
gedachten uit naar de jongens
van de sport. Hoe zou het hen de
avond daarvoor zijn vergaan?
Pagina's produceren onder
tijdsdruk, stukken tikken tegen
de klok, de stress die langzaam
maar onverbiddelijk bezit van
je neemt. Ik weet er alles van en
ik prijs mijzelf gelukkig dat ik
inmiddels een betrekking bij een
maandblad heb. In plaats van
bijna dagelijks nog maar eens
in de vier weken dat gebons van
mijn slapen, plus het angst
zweet tussen de schouderbladen,
vanwege die vrees dwars door
de deadline heen te schieten.
Kon ik het ergens aan aflezen
dat de redactie de avond er voor
onder hoogspanning had ge
staan? Nee. Het nieuwe LD had
de grote omwenteling ogen
schijnlijk feilloos doorstaan. Al
les wat ik nodig had, berichten
uit stad en streek, plus de sport,
stond er in, én op z'n plek, dus
als lezer had ik niets te klagen.
Wonderbaarlijk, vond ik aan
vankelijk, maar wat later, ter
wijl ik met grote vertraging mijn
werkdag aanving, ging ik besef
fen dat de verandering eigenlijk
niet zo groot is als zij voelt.
Want eigenlijk is het LD naar
zijn nieuwe bestaan toege
groeid, Sinds de krant zijn eigen
drukkerij niet langer kon bekos
tigen, schoofde sluitingstijd
steeds verder naar voren. Uit
eindelijk was die overstap naar
ochtendkrant niet eens zo vrese
lijk groot meer. Voor de redactie
dan.
Het is nauwelijks voor te stellen,
maar toen het Leidsch Dagblad
nog op stand kantoor hield, aan
de Witte Singel, kon er tot in de
middaguren in de krant worden
ingebroken. Dan kwam je er tij
dens de lunch achter dat je een
knoert van een taalfout had ge
maakt en dat die door de eind
redactie was geglipt. Kuierde je
op je gemak naar Moos Gallen,
of een andere machi0kt van de
dmkpers, en dan legde je een
arm om zijn schouder, vertelde
je dat je per ongeluk word je
met dt had getikt, legde Moos de
pers stil, haalde hij een hamer
tevoorschijn en na de klap stond
er op de gewraakte plek wor je.
En daar kreeg je tenminste geen
schaamrood van op de kaken.
Moos Gallert, wat zou die tegen
woordig doen? En wie bezorgt
ons 's ochtends eigenlijk het LD?
Nog steeds die aardige mevrouw
die vaak een handje werd gehol
pen door haar guitige klein
zoon, die eeuwig jonge oma op
wie wij de klok gelijk konden
zetten?
Jaap Visser
Reageren?
Sportredactie.ld@hdc.nl