Drs. P en het ijflied van UVS SI eidse club heeft moeizame relatie met hoofdklasse SPORT ZATERDAG 10 APRIL 2OO4 L dit paasweekeinde kampioen worden. Als de jan trainer Hans van Leeuwen vandaag wint iw Wit uit Amsterdam en maandag bij SC Fey- de punten pakt, keert de Leidse club terug in [ste afdeling van het zondagvoetbal. Dat zou Ie verblijf van UVS worden in de hoofdklasse, ie in 1974 in het leven werd geroepen. Slechts j»er duurde dat verblijf langer dan drie seizoe- jals Drs. P. al zong in 'Veerpont': heen en weer, hweer, heen en weer. nton Diedrich |d Désar (1) ifdklassehistorie van UVS begint op het mo lt de historie van de hoofdklasse begint. April 'S is er vanaf het begin bij. Trainer werd de ierard Désar. „Mijn voorganger moest stop- iwege zijn gezondheid", zegt Désar, nu in itste jaar als voetbaltrainer werkzaam bij oten '97. „Plotseling moest er een nieuwe worden gevonden. Ik had net mijn papieren en trainde de B-jeugd." Op zondag voetbal- iog zelf in het eerste elftal, maar daar kwam Lipt einde aan. jaar lang duurde dat eerste verblijf van UVS in pfdklasse. Dat waren niet zeven vette jaren, [Désar. „We moesten toen al heel voorzichtig ingen met het behoud van het hoofdklasser- f' De reden: UVS was een pure amateurvereni- [erwijl langzaam maar zeker de vergoedingen 'amateurvoetbal de kop begonnen op te ste- UVS deed daar niet aan mee", zegt Désar. etekende dat wij een spelersgroep hadden, die paliteit niet meegroeide met de andere clubs, gen ex-profvoetballers erbij en trokken spelers t een grotere regio dan voorheen. Wij bleven pn met eigen kweek. Dat ging een keer mis. En et mis ging, ging het ook goed mis." I 1981 degradeerde UVS uit de hoofdklasse, jar later donderde de club zelfs in één keer aar de tweede klasse, een dieptepunt in de re- pstorie van de 90-jarige vereniging. „De de- ie uit de hoofdklasse was niet eens zo'n grote iMaar dat we daarna ook meteen de eerste uitvlogen wel." Raboen ïizoenen speelde UVS in de tweede klasse. De trainer Melbi Raboen nam het stokje over isar. Meteen in zijn eerste jaar keerde UVS te- het op een na hoogste niveau. En in zijn der- mei 1986, promoveerde de club opnieuw: te- ar de hoofdklasse. n herinnert het zich als de dag van gisteren, adden in die jaren geweldig spelersmateriaal, ran Leeuwen, de huidige trainer, was er na il nog bij." Hij lepelt moeiteloos een rijtje na- p: Theo van Seggelen, Leendert de Goeij, Fred Wijnand Sloos, Bert Jansen, Wim Visser. „Daar hoefde ik maar heel weinig mee te doen. En het waren jongens met een UVS-hart, echte liefheb bers." Hij heeft, geeft hij toe, best heimwee naar die periode. Maar die tijd komt, vreest Raboen, niet meer terug. „Het voetbal leeft nu minder in Leiden. Kijk naar Roodenburg, ook een club die vroeger in de wijde omgeving aanzien had." Van 1986 tot '89 bleef UVS in de hoofdklasse. Ruud de Groot werd de nieuwe trainer, en maakte in zijn eerste seizoen niet direct zijn gelukkigste tijd mee. Ruud de Groot „Een trauma dat ik nooit ben kwijtgeraakt", is het eerste dat Ruud de Groot zegt over 'rampjaar' 1989. In het jubileumjaar - UVS werd 75 - degradeerde de club uit de hoofdklasse. De beslissende wedstrijd werd met 1-0 verloren van AFC uit Amsterdam. „Nog een heel lullige goal ook", herinnert De Groot zich. Het was een pechseizoen. „Ik herinner me bij voorbeeld de wedstrijd tegen EDO. Zij losten in het hele duel precies één schot, van 35 meter, en op dat kale veld hobbelt die bal zo het doel in." In de win terstop stond UVS nog bovenaan. Met zes nederla gen op rij werd de vrije val ingezet die pas eindigde in de eerste klasse. Een seizoen later was UVS alweer terug. De heen-en- weer in optima forma: UVS werd kampioen door Hermes DVS met 8-3 in te maken. En degradeerde - heen-en-weer, nog maar een keer - het jaar erop. De Groot: „Het was me een doorn in het oog dat we zo veel spelers verloren aan zaterdagclubs. Marcel Valk ging naar het betaalde voetbal. En Fred Filippo scheurde zijn kruisbanden af." UVS was in een klap niet meer hoofdklassewaardig. „Dan kun je een hoop doen door hard te werken", zegt De Groot. Maar niet als je jezelf ook nog in de voet schiet: in de wedstrijd tegen AFC scoorde UVS twee keer in eigen doel. De Amsterdammers wonnen met 3-0 en de Leidenaars zakten af naar de eerste klasse. „Het jaar erop gingen we weer voor promotie, maar we verlo ren de beslissende wedstrijd tegen AFC '34 met 1-0." De heen-en-weer verdween - voorlopig - achter de horizon. Gerard Désar (2) Het duurde drie jaar voordat de volgende veerboot richting schone kade van de hoofdklasse UVS weer aan boord nam. Door een 2-0 zege op RVC werd UVS kampioen van de eerste klasse in 1994. Onder Gerard Désar, terug aan het roer. 'Het jaar van Désar', zo herinnert UVS zich dat seizoen. Désar: „Ik geloof dat de concurrenten niet helemaal in de gaten hadden hoe we langzaam maar zeker in een steeds riantere positie kwamen." De parallel met deze jaar gang is duidelijk: ook toen had UVS twee inhaalwed strijden tegoed, terwijl het aantal punten vergelijk baar was met de andere titelkandidaten. „Ineens, twee wedstrijden voor het einde, waren we er. Doel punten van Edwin Robbers en Walter de Kievit." UVS was terug in de hoofdklasse. Maar niet voor lang. Er gebeurde indertijd wat er nu ook gebeurt, zegt Désar. „De Leidse voetballerij kan geen top clubs op de been houden. De budgettering vanuit de V.L.N.R. Raymond Bennekers in actie tegen Feyenoord. Wint UVS vanmiddag van Blauw Wit dan kan de club maandag tegen de Rotterdamse opponent de titel binnenhalen. Archieffoto: Dick Hogewoning gemeente en de sponsors is veel minder dan in bij voorbeeld de Bollenstreek." Ook dit verblijf in de hoofdklasse duurde één seizoen. De heen-en-weer sleurde UVS terug naar de eerste klasse. Ook dit keer maar voor een jaartje. Wim van Zwam Wim van Zwam volgde Désar op als trainer en in zijn eerste seizoen bracht hij de club terug naar het hoogste niveau, via de nacompetitie. De promotie degradatiewedstrijd tegen Hilversum, op het veld van FC Lisse, staat nog op zijn netvlies gebrand. „Dat duel typeerde zo'n beetje ons hele seizoen: de eerste helft waren we geweldig, we kwamen 2-0 voor en hadden er eigenlijk drie of vier moeten maken. In de tweede helft zakten we steeds verder weg en werd het 2-2. Een sublieme redding van Dave de Heiden bleek het keerpunt, we kropen weer uit het dal." De net ingevallen Raymond Bennekers scoorde vlak voor tijd uit een onmogelijke hoek de winnende tref fer. Van Zwam: „Hij stond zo'n beetje op de achter lijn, iedereen dacht dat er een voorzet zou komen. Maar hij peerde hem er keihard in." Het eerste jaar na deze nieuwe terugkeer in de hoofdklasse draaide UVS als nooit tevoren. De ploeg eindigde als zesde, en dat had misschien nog wel hoger moeten zijn. „Op de as van het elftal liepen jongens die wat extra's konden brengen", zegt Van Zwam. „Dave de Heiden, Marco Akerboom, Arthur van Orssagen, we hadden een goede selectie." Toch ging het de jaren ema minder. UVS had een te smal le selectie. „Tegen de zaterdagclubs konden we ook niet op, als het ging om spelers aantrekken. Of be houden." Jack Honsbeek, Mario van Heijningen en Arthur van Orssagen verlieten UVS. Van Zwam, te genwoordig werkzaam bij de KNVB in Zeist, ook. Paul van der Zwaan Toch hield UVS het nog tot mei 2001 vol in de hoofdklasse. Vijf jaar, het op een na langste verblijf op het hoogste niveau. Paul van der Zwaan was aan zijn tweede jaar bij UVS bezig toen de club weer de gradeerde. „We hadden een spelersgroep die het wel kon redden. Maar uiteindelijk was het net niet ge noeg." Volgens Van der Zwaan, tegenwoordig trai ner van Meerburg, is de degradatie terug te brengen op een blessure. „Walter de Kievit viel vijf wedstrij den voor het einde weg. Hij was zo belangrijk voor de balans van het elftal, en ook zo belangrijk binnen de spelersgroep, dat dat de nekslag was." Hans van Leeuwen Twee jaar nadat hij het overnam van Van der Zwaan, staat Hans van Leeuwen weer op de kade. Voor de zoveelste keer te wachten op die heen-en-weer. Als speler maakte Van Leeuwen tussen 1978 en 1995 al les mee bij UVS. „Er gebeurde altijd wat, het waren nooit saaie seizoenen." Hij was bij de degradatie naar de tweede klasse, de wederopstanding onder Raboen, de neer-op-neer jaren van Ruud de Groot en de op en neer van Désar in zijn tweede periode. Nu mag hij zelf als trainer zijn club naar promotie leiden. En dan? Melbi Raboen: „Ik vind het wel heel mooi als ze pro moveren. Ik ben nu trainer van Tonegido en ik ver heug me er enorm op om ze volgend seizoen weer tegen te komen. De oude kameraden, de mensen binnen de club die ik nog ken van vroeger." Ruud de Groot: „Ik heb UVS dit seizoen twee keer zien voetballen. Dat viel me niet mee, moet ik be kennen. UVS moet er hard aan trekken om erin te blijven. Ik hoop dat ze het redden, maar ik denk dat ze de selectie moeten versterken, anders lukt het niet." Paul van der Zwaan: „Het vertrek van Dave de Hei den is een enorme aderlating. Ik heb nooit begrepen dat hij pas nu benaderd is. Beter bestdét er gewoon niet. Zeker in de hoofdklasse, waar je vaak onder druk zal komen te staan, moet een keeper per sei zoen een paar punten voor je pakken. Dave pakte er niet een paar, die pakte er heel veel." Gerard Désar: „UVS is een vereniging die, hoop ik, op eigen kracht terugkomt op het hoogste niveau. Dat is een geweldige prestatie. Ik hoop met alles in mijn voetbalhart dat ze het redden. Ik heb ooit Hans van Leeuwen bij mij in de achtertuin, op een mooie zomerse middag, gevraagd om terug te komen. Hij voetbalde toen nog in de jeugd bij Feyenoord. Ik vind het geweldig voor hem dat hij met deze ploeg een kans maakt om naar de hoofdklasse te gaan. Kans maakt, ja, want het is nog niet binnen." Hans van Leeuwen: „We richten ons eerst op Blauw Wit. Om acht uur vanavond kijken we wel hoe we er dan voor staan. En vervolgens gaan we ons richten op Feyenoord. Wedstrijd voor wedstrijd, punt voor punt. Want we zijn er nog niet." RANDJE BUITENSPEL WtKIHe De stank van urine werd verdreven door een walm uit het frituurkot de indruk was. Het schijnt dat de Hampden Roar het lederen monster wel eens in het doel van de gehate Engelsen heeft gebla zen. Ook heel mooi in het Wembley van Schotland was het uitzicht op Glasgow. Vanaf mijn pers- plek, pal onder het van ouder dom kreunende dak van de ere tribune, kon mijn blik het stadi on verlaten. Ik zag woeste luch ten, rookpluimen, havenkranen en verschoten gebouwen. Een en al vergane glorie en dat wekt bij mij een nogal aangename wee moed op. Zaterdag mochten de vergezich ten er trouwens ook zijn. Vanuit Easter Road keken we zo op zee. Maar gek genoeg hadden we bij het duel tussen de nummers ne gen en zeven van Schotland meer oog voor het spel. Dat viel namelijk reuze mee. Nauwelijks kick and rush, meer netjes on derhouden positiespel en zo nu en dan een technisch hoog standje. Vooral de spelers 7 en 14 van Livingston konden er wat van. Ze vonden elkaar blin delings en deden me sterk den ken aan Rafael van der Vaart en Wesley Sneijder in hun meester lijke kwartiertje tegen Frankrijk, meteen na rust. Even meenden wij twee mam moettalenten te hebben ontdekt, maar het programmaboekje hielp ons onmiddellijk uit de droom. Die nummer 7 was Da vid Fernandez, een reeds 28-ja- rige Spanjaard die Livingston leent van Celtic alwaar hij het onderspit heeft gedolven in de concurrentiestrijd met Henke Larsson en Chris Sutton. Lee Makel (14) bleek zelfs al de der tig te zijn gepasseerd, een was lijst aan clubs te hebben versle ten en als eeuwige belofte bij Li vingston aan het afbouwen te zijn begonnen. Zag het er voor rust naar uit dat Fernandez en Makel er wel eventjes 0-3 of zo van zouden maken, na rust hebben we onze ontdekkingen niet meer gezien. DeHibs wonnen met 3-1 en wij hadden daar vrede mee. Al was het alleen maar vanwege dat prachtig groene openbare toilet en die hartstochtelijke fan drie rijen onder ons die twee keer drie kwartier bezig is geweest om de grensrechter aan onze kant duidelijk te maken dat hij er geen reet van kon en dat hij zijn vlag maar beter rectaal kon opbergen. Na duister Edinbur&i kwam de helverlichte bovenwereld van de Champions League. Ik had me op het ergste voorbereid toen ik er van de week voor ging zitten. Maar zie, de pret duurde voort en voort. Hiberniarts - Livings- ton, Deportivo - Milan, wat een genot allemaal voor de ouder wetse voetballiefhebber. Leve de knock-out en moge de UEFA be seffen dat een Europa Cup-toer nooi niet vroeg genoeg met deze gevechten op leven en dood kan beginnen. Ik, romanticus, ver slaafd aan de nostalgie, verkeer met mijn hoofd in de wolken. Houden zo. Jaap Visser Reageren? Sportredaetie.ld@hdc.nl In het pishok van Hibernian FC bedacht ik zaterdag hoe mooi het kan zijn in het onder- maanse van het voetbal. Het re gende in Edinburgh en niet zo'n beetje ook, het was koud en een stalen pilaar die het tribunedak ondersteunde, bemoeilijkte mijn zicht op het zeiknatte veld. In de rust op Easter Road waterde ik tegen een muur die in het groen van de Hibs was geverfd. De stank van urine werd verdreven door een walm uit het aanpa lende frituurkot. Ik had het he lemaal naar mijn zin. De Schot se derby Hibernian - Livingston was me vele malen liever dan Nederland - Frankrijk, drie da gen eerder. Met vijf vrienden was ik er een weekendje uit. Onze zelfgeorga niseerde voetbaltrip had een ho gere amusementswaarde dan we voor mogelijk hielden. Ik kan het de liefhebbers warm aanbevelen: op vfij dagmiddag met Easy Jet naar Edinburgh (kost weinig kwestie van tijdig boeken), een fijne avondwande ling door het oude havenkwar tier Leith, een pub of wat, kip madras van de Indiër, niet te gek laat naar bed, stevig ontbijt in het middleclass guesthouse, koffie in de binnenstad, met de bus naar Easter Road, lunch in de kroeg, voetballen kijken, stappen, op zondagochtend een kasteeltje hier en een kerkje daar, winkelen, eten, drinken, om elf uur pitten en maandag morgen de eerste vlucht naar Schiphol. Je bent twee keer zo lang van huis als met zo'n zoge naamde aanbieding van een in voetbal gespecialiseerd reisbu reau, het is drie keer goedkoper en vijf keer leuker. Dik tien jaar terug keek ik mijn ogen uit bij de Schotse bekerfi nale tussen de Rangers en het inmiddels ter ziele gegane Airdrionians. Het voetbal was niet om aan te zien, maar de en tourageschitterend. Hampden Park voor de verbouwing was een ruïne waarin het goed mij meren was. Ik kon me de 130.000 toeschouwers voorde geest toveren die volgens de overlevering zo'n kabaal maak ten dat zelfs de bal er van onder Het juniorenteam van Sportschool Leiden werd in 1979 in Noordwijk kampioen van Nederland. Het was het eerste succes voor trainer/coach Gerard van den Berg (47) die twee jaar daarvoor de sportschool van Aad van der Luit had overgenomen. Inmiddels is Van den Berg zevende dan taekwondo en hij werd voor zijn verdienste in de sport benoemd tot lid in de orde van Oranje Nassau. uit van de meest succesvolle lichting die Aad ooit heeft voortgebracht met onder meer Leo Leurink, Herman Harteveld en ik. Allemaal jongens die di verse nationale titels haalden en als team kampioen van Ne derland werd. Het heeft mij ge- inspireerd om met taekwondo door te gaan. Met als hoogte punten zes nationale kampi oenschappen, het coachen van Mandy de Jongh (wereldkampi oene en winnares van olym pisch zilver in Seoul, red.) en het halen van de zevende dan." „Eenmaal op eigen benen, trainde ik een jeugdteam dat ook bulkte van het talent en in Noordwijk kampioen werd bij de junioren. Het eerste succes onder mijn leiding. Piqué en Go hebben later de zwarte band gehaald. Paul de Nobel is van taekwondo overgestapt op ka rate en hij runt zijn eigen sport school in de Stevenshof. On- ti in 1977 Aad van der portschool over. Een heel ïre tijd voor het jongentje eigenlijk nog was. In de jaren daarna bleef Aad school betrokken, die og was gevestigd in de school aan het Noord- Later zijn we naar de Pie- 'kgracht verhuisd waar ik -eds zit. Van der Luit Is organisator geregeld in nt, maar het is aardig om en keer in zijn oude pos- irug te zien." 'akte vier jaar eerder deel Staand v.l.n.r: Aad van der Luit, Carlos Piqué, Paul de Nobel en Hans Vermeegen. Ge hurkt v.l.n.r: Hans Go, Steve de Goe de en Gerard van den Berg. Foto: Archief Ge rard van den Berg langs heeft hij zijn 4de dan ge haald. In 1997 bij het twintigja rig bestaan organiseerde ik een reünie voor alle zwartebanders. Piqué kwam niet en van Go be greep ik dat hij arts is en ergens ver weg in Azië woont. Dat ik op Aad en Paul na niemand meer zie van het eerste door mij getrainde jeugdteam, is niet erg. Die jongens gingen stude ren of moesten in dienst en raakten uit het zicht. Ik bewaar er wel goede herinneringen aan en de foto hangt nog steeds in de sportschool."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 13