KUNST CULTUUR De ontdekkingsreis J van Joseph Kosuth Buitenbeentje met bluesgevoel Amusement van het betere soort in Stessen R9 jw boek Pluk de Petteflet Clapton eindelijk toe aan hommage Robert Johnson ng huisraad uhins Rommelige expositie bij galerie Pruijsen Brief Jan^s Joyce onder de namer woensdag 7 APRIL 2004 x'ige Janieck speelt de I in de film 'Pluk van de .IIP/ Marcel Hemelrijk dam - Begin mei ver- een nieuw boek over n de Petteflet. In 'Pluk dieren' is een aantal n gebundeld die niet jn boekvorm versche- mie M.G. Schmidt ze eind jaren '60 voor schrift Margriet, voor- f illustraties van de in overleden Fiep Wes- i. De tekeningen van 1 dorp werden terugge- bij de voorbereidingen Li tentoonstelling van irk, afgelopen najaar. In dt de dieren' moet Pluk de hand gelopen kli- s/#periment in een kas her- Doordat de binnenrui- een tussen de diverse ni atige klimaten, belan- ^pinguins in de tropen n er bibberende olifan- jsschotsen. Pluk moet naar hun eigen klimaat odsen. door Louis Du Moulin Rotterdam - Eric Clapton leef de zich al eerder uit als pure blues boy, zowel op de plaat als op het podium. Daarbij eerde hij ook zeker zijn voornaamste inspiratiebron Robert Johnson (1911-1938). Tot een complete hommage aan deze legendari sche pionier uit Hazelhurst, Mississippi kwam de Engelse gitaarheld echter nooit. Na veertig 'dienstjaren' denkt hij zijn grote held eindelijk vol doende te kunnen doorgron den, getuige zijn jongste album 'Me And Mr. Johnson', ook de aanleiding voor zijn Paasvisite, zondag en maandag, aan het Rotterdamse sportpaleis. Bij de eerste kennismaking met Robert Johnson, nog als jonge tje, werd Clapton direct bevan gen door de 'mythische sfeer' rond diens repertoire. „Tech nisch kon ik er best snel mee uit de voeten, maar er was na tuurlijk meer. Zoals de onge looflijke virtuositeit in zijn werk plus het besef dat deze man zijn ziel aan de duivel had ver kocht, waardoor hij op een knaapje als ik meteen buiten gewone aantrekkingskracht be gon uit te oefenen", zegt Clap ton (59) in de opgepoetste her inneringen rond het verschij nen van zijn 'tribute' in veer tien delen. Niettemin zou hij zich als aan stormend muzikaal talent toch eerder nog laten leiden door ei gentijdse vedetten als Chuck Berry, Buddy Holly en niet te vergeten Elvis Presley. Robert Johnson bleef weliswaar zijn aandacht houden, maar met het klimmen der jaren groeide ook het ontzag voor juist hem, uit wiens beperkte nalaten schap zoveel treffende diep gang sprak. Met als gevolg dat Clapton altijd een zekere drem pelvrees bleef houden ten aan zien van de 'King of the Delta'. Beweert hij nu althans, met ex tra nadruk, om zijn nieuwe vi sitekaartje in een specialer dag licht te stellen. Daarmee spreekt Clapton zichzelf wel een beetje tegen. Alsof zijn eer ste 'supergroep' Cream niet een belangrijk deel van haar sterrenstatus te danken heeft gehad aan de spetterende ma rathonvertolking die van John sons 'Crossroads' werd uitge bracht. En alsof hij zich later nooit zou hebben durven uitle ven in andere klassiekers van zijn 'goeroe' als 'Rambling on My Mind' en 'Kind-Hearted Woman'. Overzicht van publieke werken in Van Abbemuseum - Sotheby's in Londen 11 mei (kunst)voorwer- het huis van Yehudi in en zijn echtgenote srould. De wereldbe- violist en de ballerina, [els beiden overleden, jelden veel moois voor lis in de deftige Londen- Belgravia. Sotheby's ver smeer dan 600.000 euro t meubels, klokken, liijen, keramiek en zilve- iistvoorwerpen. Van Lady zijn kleding en juwe- t telling dader Leek gjj> - Het Kröller-Müller- j jn in Otterlo opent zater- ucp overzichtstentoonstel- t pi het werk van Bart van _eCk. Deze veelzijdige kun- die in 1958 overleed, rde tot het groepje be- eeielingen van Helene Het museum brjan ook honderden schil- i, tekeningen en interieu- ïrpen van Van der Leek. ir Leek begon als schil- ttoen hij in Laren ken- te met plaatsgenoot etveld, ging hij zich iezighouden met het ont- n van onder meer tegels, w. vloerkleden en glas-in- imen. door Rob Schoonen eindhoven - De eerste, onschul dig bedoelde vraag of hij nog steeds tevreden is met zijn werk in de Eindhovense stationshal, levert een onverwacht heftige reactie op: Joseph Kosuth maak te 'Play of advice' in 1996, in het kader van de tentoonstelling 'Travaux publics', en gebruikte daarvoor een tekst van Piet Mondriaan 'Conventie, een soort herinnering, is het grootste be letsel om te genieten van leven en kunst'. Joseph Kosuth (1945): „Het was verschrikkelijk veel werk en ie dereen heeft er ongelooflijk veel tijd en energie in gestoken. Op het laatst heb ik daar alleen maar wat van mijn onkosten voor betaald gekregen - de rest was een gift. Twee weken gele den ben ik er naar toe geweest en tot mijn verbazing hing er helemaal geen plaquette of ver wijzing naar de titel en de ma ker en zo, ofschoon dat een jaar geleden met de gemeente is overeengekomen. Ook heb ik voorgesteld - nu ik hier toch ben - om zoiets als een kleine onthulling te organiseren, dat leek me wel aardig. Ook niets meer van gehoord. Niet erg be leefd allemaal, helaas." Na die uitbarsting is praten over de inhoud van zijn werken een stuk eenvoudiger. De aan leiding, de presentatie in het Van Abbemuseum, is er dan ook naar. Die bestaat uit een overzicht van zijn gebruik van publieke media als kranten, billboards, tijdschriften en pos ters. In de toren presenteert hij een speciaal hiervoor gemaakte installatie: een selectie van de originele affiches, posters en spandoeken uit de periode 1968 tot 2004. De Amerikaan staat te boek als een boegbeeld van de conceptuele kunst. De destijds gangbare opvattingen in de kunst over vormen en toepas- singen werden en worden nog altijd door hem aan de kaak ge steld. 'Esthetica zit in de idee' is een uitspraak van hem. Deson danks houdt hij zich nadrukke lijk bezig met de inrichting van het werk - zit daar niets van es thetica of het omgaan met vor men in? Kosuth: „Nee, dat heeft te maken met de wens om inte ger bezig te zijn. Ik wil spelen met de architectuur en in die zin, op een laag, technisch ni veau zo je wilt, heeft het dus wel iets met vormen van doen. Hier in de toren van het Van Abbemuseum wil ik spelen met de tekst; de geschiedenis van de activiteit en die laten samen gaan met de architectuur. Alles wordt eerst in een model ge maakt. En dat ik hier ter plekke wat aanpassingen aangeef, heef te maken met het feit dat wer ken op schaal toch altijd anders uitpalri: dan op de locatie. Maar zelfs met die aanpassingen ben ik niet met 'vormen' of zo be zig; ik wil gewoon dat het in houdelijk klopt." Hoopt hij ooit nog een ant woord te krijgen op de vraag wat de betekenis van kunst is? „Ha, dat is een leuke vraag! Het doet mij meteen denken aan de uitdrukking 'Perfectie is iets waarnaar je streeft, niet wat je verwerft'. Het heeft dus met een proces te maken; een proces dat het leven reflecteert. Het zal dus eigenlijk nooit een finale bereiken. Ik probeer wel dage lijks te begrijpen hoe betekenis in kunst kan worden verkregen; maar ik weet niet of dat nu pre cies hetzelfde is als de vraag..." Hoe moeten mensen het muse um uitlopen als ze zijn werk hebben bekeken? „Ik vind de conventies zoals die gelden voor de al wat oudere moderne kunst, wel acceptabel. Maar voor de eigentijdse beeldende kunst werken die niet meer; zijn ze te beperkt. Enige vorm van autoriteit zorgt automatisch voor een problematische di- 1 mensie die bevraagd kan wor den, sterker: bevraagd móet worden. En dat zie ik als een soort intellectuele ontdekkings reis. Dus die meer traditionele regels vormen dan een belem mering om de eigentijdse beel dende kunst te ervaren. Het mooie aan een museum als het Van Abbe is dat die twee ge dachten, die twee stromingen hier tegen elkaar knallen - dat maakt het karakter van het mu seum en ik hoop dat de bezoe ker dat zal ervaren." Zijn er wezenlijke verschillen in de werken die hij maakt voor de openbare ruitme en de meer autonome objecten? Kosuth: „Zeker: het museum is toch een specialistische plek, een labora torium; daar komt over het al gemeen publiek dat er min of meer verstand van heeft. Als een kunstenaar daarentegen een werk maakt voor pakweg een marktplein, en daarvoor gemeenschapsgeld krijgt, dan heeft hij daarmee een verplich ting aan die mensen die er langs komen - op weg naar hun werk of huis - mensen die dus geen speciale interesse hebben in dat werk. Dan moet dat werk hen ook aan kunnen spreken. Je bent dan verplicht om daar rekening mee te houden. En dat vind ik juist ook heel aardig aan dat werk in de openbare ruim te, wat ik nu zo'n vijfden jaar doe. Proberen om daaraan te gemoet te komen, zonder me zelf als autonoom werkend kunstenaar geweld aan te doen." „Ik kan me niet, zoals veel col lega's dat wel doen, opsluiten in mijn atelier, werk maken en Joseph Kosuth: „Ik kan me niet, zoals veel collega's dat wel doen, opsluiten in mijn atelier, werk maken en dat vervolgens sturen naar een museum of galerie." Foto: GPD/Kees Martens dat vervolgens sturen naar een museum of galerie - dat zouden mijn twee dochters wel leuk vinden omdat ze dan papa veel vaker zien, maar zo werk ik niet: als ik werk maak, dan moet dat een relatie hebben met de omgeving en ga ik er dus naartoe, onderzoek de lo catie, bestudeer de geschiede nis en maak vervolgens het werk. Meestal pluk ik dan een stukje uit die geschiedenis en ga daarmee aan de slag om zo - wederom - de acceptatie door de passanten wat makkelijker te maken." Zoals het werk in de Eindho vense stationshal, dus. Kosuth: „Precies." Joseph Kosuth 'Re-defLning the context of art: 1968-2004. Van Abbemuseum, Bilderdijk- laan 10, Eindhoven. Te zien: t/m 27/3, di t/m zo 11-17 uur. geiden en de regio bestaat grote belangstelling voor pro- pionele en amateuristische-kunstbeoefening. Heilig Vuur P[t stad- en regiogenoten die musiceren, zingen, dansen, ielspelen, fotograferen of op andere wijze actief zijn. Van- Je daag: Jim Wake uit Leiden. voordeel heeft Jim ar]e al. Als hij de blues zingt, het meteen Amerikaans, n.is geen blues op klompen, een Hollands accent. Nee, s onversneden, onvervals- ues, met een rauw, Ameri- ïs randje. Wake komt dan e oorspronkelijk uit Ameri- n a, en de jeugd daar krijgt Eenmaal meer blues voor iezen dan een doorsnee ands kind. „Maar", zegt ;ife, „het mag dan een voor in zijn om in Amerika te zijn storen, dat betekent niet dat Nederlander geen blues ^"kunnen maken." vijst in dat verband op zijn aZikale kompanen met wie jarenlang een band 3'fnt: Sleepwalker. Dat zijn voor stuk mannen die uit Nederlandse klei zijn ge- L#ken, maar wel degelijk de ops in hun vingers hebben. it uitstekende muzikanten, iet is zeker niet alleen na- len wat de band doet. Wel- -de meeste nummers op de lebben we zelf geschre- cd is 'Not an ordinary it', een mengeling van jazz en r b, die Wake and Sleepwalker recent in ei gen beheer hebben opgeno men. „We zijn er enorm trots op. Hopelijk betekent dit een opstapje naar meer optredens. Het is onze bedoeling de cd naar boekingskantoren en za len te sturen. Het is even af wachten, maar hopelijk valt hij op." Zelf is Wake (52) in elk geval een groot deel van zijn leven een opvallende vent geweest. Niet zozeer qua uiterlijk, maar wel qua opvattingen. „Je kunt gerust zeggen dat ik in Amerika een buitenbeentje was, geen doorsnee Amerikaan." Wake, uit Niagara Falls, New York, studeerde Liberal Arts, reisde door Afrika en Europa, werkte voor het Peace Corps in Burki na Faso en deed de pr voor een belangenorganisatie van India nen ('Native Americans') en een mensenrechtenorganisa tie. „Ik was geëngageerd, zoals dat heet." Tussen al die bedrijven door maakte Wake ook nog eens muziek. Hij kocht als jongen ooit een gitaar en begon uit zichzelf zelf te pingelen, omdat de beschikbare leraar alleen oude deuntjes wilde behande- Jim Wake: „Het mag dan een voordeel zijn om in Amerika te zijn geboren, dat betekent niet dat een Nederlander geen blues zou kunnen maken." Foto: Henk Bouwman len. „Zoals het oubollige 'Red sails in the sunset'. Dat zag ik niet zitten. Inmiddels kan ik gi taar spelen. Let wel, ik ben een beperkte gitarist. Ik speel geen lead-partijen, maar ik kan aar dig uit de voeten." Ook in de Nederlandse taal, die hij inmiddels behoorlijk mach tig is. De liefde deed hem een jaar of twaalf geleden naar Ne derland verhuizen. Die liefde is voorbij, maar hij zeifis blijven plakken. Omdat hij aardig zijn brood kan verdienen als free lance-schrijver. En omdat hij in Nederland zijn muzikale kom panen trof, mensen die qua muzikale smaak op dezelfde golflengte zitten. „Toen het uit was met haar, begon het net te lopen met de muziek. Dat was wel opvallend. Vanaf mijn der tiende had ik er van gedroomd, maar pas in Nederland kwam ik in een band. Op m'n 42ste had ik de kans om rock 'n roll te spelen, haha. Heerlijk. Op treden geeft echt een kick." Sleepwalker, bestaat nog steeds. In dezelfde samenstel ling. En dat onderstreept vol gens Wake nog eens, dat het muzikale maten zijn. Bluesma- ten. „Blues heeft me altijd ge trokken, al wist ik toen ik jong was nog niet dat het blues was wat ik hoorde. Mijn ouders na men me wel eens mee naar musicals op Broadway. Het enige wat ik daar leuk aan vond, waren de bluesnummers die af en toe werden gespeeld. Vanwege de muziek. De toon ladders en de akkoordensche ma's. Niet eens vanwege de teksten, die vaak gaan over een treurig en beroerd leven." Dejteksten van Wake en zijn maten hebben zo hier en daar wel en snik en een traan, maar. ademen zeker niet louter treu righeid uit. Wel is een vleugje maatschappijkritiek op de cd te beluisteren, zoals in het favo riete nummer van Wake, al thans waar het zijn eigen songs betreft, 'The greatest show on earth'. „Een subtiel politiek lied, over het machtsmisbruik van Amerika. Ik ben een bui tenbeentje, hè." Jim Wake and Sleepwalker: 20 april in Q-bus, Uiterstegracht 142, Leiden; 24 april in café The Duke, Oude Singel. De cd is via sleepwalker.club.tip.nl te bestellen. Herman Joustra theater recensie Wijnand Zeilstra Voorstelling: 'Stessen'. Spel: Plien van Bennekom, Bianca Krijgsman, Paul Groot en Owen Schumacher. Tekst: Paul Groot. Regie: Genio de Groot. Gezien: 6/4, Leidse Schouwburg. Nog te zien aldaar vanavond. Plien en Bianca vormen een gouden koppel. Paul Groot en Owen Schumacher zijn dank zij hun bijdrage aan het televi sieprogramma 'Kopspijkers' nationale helden geworden. Voeg deze vier bij elkaar in een theaterprogramma, en het succes lijkt verzekerd. Dat hebben kennelijk meer men sen gedacht. Op voorhand is niet alleen de Leidse Schouw burg twee avonden geheel uit verkocht, zelfs voor de hele tournee is geen kaartje meer te krijgen. Met andere woor den: de verwachtingen zijn zo hooggespannen dat hun geza menlijke productie alleen nog maar kan tegenvallen. Maar neen hoor, 'Stessen' (een gebruikelijke verbaste ring van stewards en stewar dessen) blijkt daartegen opge wassen. Het stuk is kluchtig leuk - zonder in de valkuil van geforceerde lolligheid te trap pen. Daarvoor staat het vak manschap van deze vier men sen garant. Op een handige wijze heeft schrijver/acteur Paul Groot een flink aantal scènes door middel van een verhaallijntje aan elkaar weten te knopen. Het gaat om de bemanning van een Boeing die we vanaf het inchecken tijdens de vlucht en hun hotelverblijf mogen volgen. Hoogmoed, buitenechtelijke relaties, rod dels, persoonlijke frustraties en onderling gekrakeel - het komt allemaal aan bod. Om met vier acteurs een veelvoud aan personages te spelen ver eist een behoorlijke hoeveel heid puzzelwerk. Het plezier waarmee Groot dit zich zelf gestelde doel bereikt, doet denken aan het vroege werk van Alan Ayckbourn dat even eens kluchtig van opzet is en een handelingtechnische uit daging aangaat. De timing van verschijning van al die types loopt lekker, de voorstelling is inmiddels goed ingespeeld. Een ieder mag zich uitleven in enkele personages. Met weinig mid delen wordt veel gesugge reerd. En bij de keuze van de verschillende pruiken heeft men oog voor detail gehad. De anderen niet te na gespro ken, maar Bianca Krijgsman speelt ontzettend leuk. Het ene moment is ze een gewel dige tuthola en daarna in een oogwenk - inclusief de bijpas sende motoriek - een slettebak met problemen. Plien van Bennekom kan haar met weer andere types perfect weerwerk bieden. Alleen al de manier waarop zij als assistent-purser zonder woorden 'zogenaamd' de inzittenden inspecteert, is kostelijk. Paul Groot en Owen Schumacher vullen dat even eens met een veelheid aan raak getypeerde personages aan. Amusement van het be tere soort door vier mensen die hun vak verstaan en vooral ook serieus nemen. beeldende kunst recensie Bernadette van der Goes Expositie: Werk van Ellen van Toor, Ed van der Hoek, Lia van Vugt, Marianne Benkö en Mirjam Bentvelzen. Prijzen: 85 t/m 7.500 euro. Te zien: t/m 25/4, vrij 13-21 uur, za en zo 13-18 uur, galerie Henk J. Pruijsen, Dorpsstraat 40, Warmond. Vijf kunstenaars tonen op dit moment hun werk in de War- mondse galerie Henk J. Pruij sen. De expositie heeft geen ti tel of thema, dus zien we een verzameling schilderijen, beel den en sieraden die weinig tot niets met elkaar gemeen heb ben. Op zich is daar niets op te gen. De galerie is groot genoeg om iedere kunstenaar tot zijn recht te laten komen. Maar doordat de aard van de werken zo sterk verschilt en ook de kwaliteit nogal uiteenloopt biedt het geheel een rommelige aanblik. Vrij veel wandruimte is toebe deeld aan de abstracte land schappen van Marianne Benkö. Niet al haar kleurrijke composi ties zijn even goed gelukt, maar er zitten een paar juweeltjes tussen. Bijvoorbeeld een klein doek dat als titel 'Stille kracht' draagt. Daarop zien we hoe in elkaar vervloeiende kleuren een glooiende voorgrond, bergen en een schemerige wolkenlucht suggereren. Over de voorstel ling heen heeft Benkö een reliëf aangebracht met daarin de vor men van takjes en bladeren, waardoor het lijkt alsof het landschap niet alleen uit kleu ren bestaat, maar dat er ook be groeiing is. De diepgang en poëzie van de ze schilderijen contrasteert sterk met het kinderlijk aan doende werk van Ellen van Toor op de tegenoverliggende wand. Haar schilderijen, waar zij soms stroken kant en lapjes stof in verwerkt, vertonen vaak een opeenstapeling van voor werpen en indrukken. Evenals het geval is bij tekeningen van jonge kinderen vertelt elk afge beeld ding een stukje van het weergegeven verhaal. Tussen deze twee uitersten in is een aantal bronzen beelden van Lia van Vugt geplaatst. In haar tor so's en naaltien staat de bewe ging centraal. Een klassiek the ma waaraan ook menig ander beeldhouwer zich heeft ge waagd, maar Van Vugt geeft er af en toe een verrassende eigen invulling aan. Bijvoorbeeld in de twee beelden die zij vervaar digde van vrouwen die bezig zijn een koprol te maken. De een staat op het punt daarmee te beginnen, de ander is halver wege. Als toeschouwer maak je in gedachte de beweging af. In het zijvertrek van de galerie zijn de schilderijen van Ed van der Hoek tentoongesteld. Even als bij het werk van Ellen van Toor valt het grote kwaliteits verschil met het werk van Ben kö en Van Vugt op. De voorstel lingen van Van der Hoek doen sterk denken aan uitvergrote stripverhalen. We zien bijvoor beeld vier honden die in een open rode auto rijden. Of een kip die met haar pootjes in eën kom met vloeistof staat. 'Kip in zoetzure saus', luidt de titel die erboven is geschreven. De voorstellingen zijn vaak grap pig, maar niet meer dan dat. Je bent er snel op uitgekeken. Toch liet Mirjam Bentvelzen zich er bij het maken van enke le van haar sieraden door inspi reren. Uit wat in de twee vitri nes ligt uitgestald, blijkt dat zij voor haar hangers, ringen, arm banden en halssieraden door gaans natuurlijke en organische vormen kiest. Maar dit keer maakte zij een uitzondering. Ook uitgevoerd als zilveren hangers zijn Van der Hoeks honden in auto's grappig om te zien. Maar nu worden er min der hoge eisen aan gesteld. Een sieraad dient immers vooral als decoratie. Een schilderij moet steeds opnieuw fascineren. londen - Een bijna honderd jaar oude brief van de Ierse schrijver James Joyce gaat van daag bij veilinghuis Christie's in Londen onder de hamer. In de brief uit 1905 vraagt Joyce, be kend van het boek 'Ulysses', aan een uitgever om de verha lenbundel 'Dubliners' te publi ceren. Veel uitgevers weigerden de bundel destijds wegens het taalgebruik en de seksuele la ding. 'Dubliners' kwam uitein delijk in 1909 uit. Christie's schat dat de brief ongeveer 46.000 euro oplevert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 9