De enige kandidaat voor de Nobelprijs
Massale constipatie in Lelystad
De verschrikkingen van Noord-ltalië
'"-J/r.iWn-VMIK
Hugo Claus wordt ^e^X"dat
Max Winter op zoek
naar een ruilhart
TOP-10
BHRTi
*- nfrawn*
In oktober, wanneer de bladeren vallen en de
kachels worden opgestookt, maakt zich in Ne
derlandse en Vlaamse literaire kringen een ze
kere rillerigheid kenbaar. Krijg ik Hem nu ein
delijk of word ik opnieuw gepasseerd?, hoor je
sommige schrijvers denken. Ze dromen, niet
zelden hardop, van de Nobelprijs voor de lite
ratuur. De enige auteur die hem echt verdient,
vindt Jaap Goedegebuure, is Hugo Claus. Ko
mende maandag wordt de Vlaming 75.
door Jaap Goedegebuure
Vestdijk werd er naar verluidt steeds depres
siever van, maar liet wel een onvoltooide ro
man na waarin de winnaar zijn persconfe
rentie geeft. Louis-Paul Boon bezweek zowat
van spanning; een onbeves-
maandag 75 jaar Stockholm naar hem op
O J J weg was toen hij zijn laatste
adem uitblies. Harry Mu-
lisch lijkt een olympische zekerheid uit te
stralen ('wanneer iemand het verdient ben
ik het wel'), maar de druiven zouden ver
schrikkelijk zuur zijn als collega Nooteboom
en niet Mulisch de lauwerkrans kreeg. Noo
teboom op zijn beurt vindt dat alleen de No
belprijs de miskenning kan goedmaken die
hem in eigen land stelselmatig te beurt is ge
vallen.
Persoonlijk heb ik zo mijn eigen favoriet.
Hugo Claus is de enige levende Nederlands
talige auteur die mij Nobelprijs waardig lijkt.
Hij is kosmopoliet genoeg om zich te kun
nen meten met Marquez, Grass, Naipaul en
Coetzee (die al werden bekroond) en Kunde-
ra en Konrad (die nog altijd wachten). Tege
lijk is er niemand die Vlaanderen zo op en
top representeert als juist Claus.
Voor boertigheid, broeierigheid en burger
lijkheid had hij altijd al een fijne neus, getui
ge vroege romans als De Metsiers en Omtrent
Deedee. Het verdriet van België, dat zich ge
makkelijk kan meten met hedendaagse ldas-
siekers als Honderd jaar eenzaamheid (Mar
quez) of De blikken trommel (Grass), geeft
de perfecte balans te zien van een beladen
onderwerp (de Vlaamse collaboratie tijdens
de Tweede Wereldoorlog) en een frivole,
operetteachtige stijl.
Onheilspellend en beklemmend, ook over
die kwaliteiten beschikt de pen van Hugo
Claus. Zo wist hij in het romantweeluik De
geruchten en Onvoltooid verleden tijd een
indringend beeld te geven van de morbide
en corrupte kanten van het België ten tijde
van Dutroux. Hij deed dat op zijn eigen ma
nier en in zijn eigen stijl: carnavalesk en -
vanwege het beladen onderwerp - juist daar
om zo confronterend.
Claus onderscheidt zich niet alleen door de
bijna ondraaglijke lichtheid van zijn stijl,
maar ook door de patchiuorkachtige manier
waarop hij oeroude mythen in zijn oeuvre
verwerkt. Niet zelden bieden de grote verha
len van joods-christelijke en antieke oor
sprong (over aartsvader Jakob, moedermin
naar Oedipus en zondebok Jezus) hem de
stof die hij verknipt en vemaait volgens een
eigenzinnig patroon.
In het uiteenrafelen en verbroddelen van
oude en niet zelden geheiligde teksten gaan
respect en spotlust hand in hand. Claus, the
aterman van nature, is de komediant die ons
het liefst lachend de waarheid vertelt. Het
toneel waarop hij zich het beste thuisvoelt is
dat van de bijtende tragikomedie. Maar hoe
erg de door hem blootgelegde beerputten
ook stinken, altijd behouden ze het dorpse
cachet waarover een stedeling alleen maar
spottend zijn schouders kan ophalen.
Wat je van Claus ook zeggen kan, niet dat hij
zuinig is met zijn talent. Hij smijt ermee. Zijn
ZATEROi
3 APRIL
2004
Ter gelegenheid van Claus' 75ste verjaardag verschijnt onder meer
de bundel 'Groepsportret' waarin een selectie van citaten uit inter
views met de Vlaamse schrijver is opgenomen.
Uit handen van koningin Beatrix ontvangt Hugo Claus november 1986 de Prijs der Nederlandse Lette
ren. Archieffoto: Nationaal Persburo
Hugo Claus signeert 'Het verdriet van België' bij boekhandel Blokker in Heemstede.
Archieffoto: United Photos de Boer
non-fictie recensie
James McGonigal
'Monte Cassino 1944' door Matthew
Parker. Uitgeverij Mets en Schilt Prijs:
€30,00.
De Amerikaanse en Britse Geal
lieerden hadden begin 1943
verschrikkelijke ruzie over de
voortzetting van de oorlog in
Europa. De Amerikanen wilden
na het einde van de oorlog in
Noord-Affika zich concentreren
op een aanval in Noord-Frank
rijk, om door te stoten naar het
Roergebied en Berlijn. De Brit
ten vreesden de Duitse kracht
in West-Europa en zagen meer
in een invasie in Italië, om zo
via de 'zachte onderbuik van
Europa' (Churchill) terug te ke
ren op het vasteland.
Het uiteindelijke compromis
leidde tot een veldtocht in Ita
lië, die na aanvankelijke succes
sen strandde op het hardnekki
ge verzet van de Duitsers, die
optimaal gebruik maakten van
de mogelijkheden van het berg
achtige landschap.
Napoleon had het al gezegd.
Italië is een laars, waar je van
boven af in moet gaan. De Ge
allieerden kozen voor de omge
keerde weg en het werd een
bloedbad. Nergens anders zo
erg als rondom de berg en de
abdij van Monte Cassino.
Begin 1944 vond hier een door
historici onderbelichte veldslag
van zes maanden plaats, die
250.000 slachtoffers zou eisen.
Duitse troepen die Stalingrad
hadden overleefd, waren ver
bijsterd dat Midden-Italië erge
re verschrikkingen bood.
De jonge Britse historicus Mat
thew Parker ontrukt terecht de
ze militaire gehaktmolen aan
de vergetelheid. Want toen de
slag bij Cassino, inclusief het
bombardement van de eeu
wenoude abdij, voorbij was en
generaal Mark Clark op 5 juni
1944 Rome bevrijdde, had de
wereld een andere belangstel
ling voor de oorlog.
D-Day, 6 juni 1944 in Norman-
dië, bepaalde al weken eerder
de publieke agenda, Italië was
ëen 'sideshow'. Bloedig, maar
in essentie overbodig. Britse
historici, en Parker is geen uit
zondering, zijn het daarmee
oneens. Zij menen dat zonder
de Geallieerde inspanningen in
Italië Hitier nog meer gevechts
kracht had kunnen concentre
ren in Noord-Frankrijk - waar
de invasie een dubbeltje op zijn
kant bleek.
Amerikanen zagen in de Itali
aanse véldtocht slechts een no
deloze afleiding van de kern
van de oorlog in Europa. Para
doxaal genoeg geeft Parker hen
gelijk. In zijn meer dan beel
dende beschrijvingen van de af
grijselijke omstandigheden
waarin de gewone soldaat
moest ploeteren, toont hij tege
lijkertijd aan dat het allemaal
zinloos is geweest. Na de inva
sie in Normandië hadden de
Duitsers toch wel snel Italië
verlaten.
Wat resteert is een gedegen ver
slag van een harde strijd in zeer
moeilijk terrein in vaak slecht
weer. Bergen, modder, kou, re
gen, sneeuw, uitglijdende muil
ezels, gewonden die niet kun
nen worden afgevoerd. Dit was
geen high tech-oorlog. Dat voor
deze overbodige militaire cam
pagne ook nog een eeuwenoud
cultuurmonument als de abdij
van Monte Cassino moest wor
den weggebombardeerd, maakt
Parkers boek extra navrant.
thriller recensie
Arno Ruitenbeek
'Rosa' door Felix Thijssen. Uitgeverij Luitingh-
Sijthoff. Prijs: €13,50.
Het zevende Max Winter-mysterie
draagt net als de voorgaande zes een
vrouwennaam: Rosa. Auteur Felix
Thijssen bevestigt ook voor de ze
vende keer dat hij met Winter Ne
derlands beste particulier recher
cheur heeft geschapen. Daar doet de
niet geheel geloofwaardige plot van
Rosa niets aan af. De serie kan tegen
een stootje.
Winter en zijn partner CyberNel zijn
krachtige karakters, de dialogen zijn
levensecht en spanning en humor
zijn in voldoende mate aanwezig. De
voormalige politieman Winter moet
dit keer opdraven bij een rijke, Ar
meense weduwe in Amsterdam. Ze
is bij een verkeersongeluk in de
buurt van Utrecht haar man en haar
enige dochter Rosa Siroun (de door
de moeder gebruikte, Armeense
voornaam) kwijtgeraakt.
Sirouns hart is getransplanteerd en
de zweverige weduwe meent dat er
iets aan de hand is met de drager.
Probleempje: de identiteit is onbe
kend. Aan Winter de goed betaalde
opdracht de ruilhartpatiënt te vin
den. Dat lukt hem vrij snel, maar
dan begint het pas. Want de man in
kwestie heeft andere besognes, van
criminele aard. Na een diamanten
diefstal en moord op de eigenaar
van de stenen, een Otterlose postbo
de in ruste, verdwijnt de patiënt
zelfs.
Deze verhaallijn komt samen met de
'avonturen' van de uitgerangeerde
journalist Bram Kars, om te eindigen
in een ziekenhuis in Antwerpen. Ik
verklap hier alleen dat de butler het
niet heeft gedaan.
De stadshaven van Lelystad. Foto: ANP/Phil Horvat
roman recensie
Jan-Hendrik Bakker
'De verstopte stad' door Bennie Roeters. Uitgeverij
Querido. Prijs: €14,95.
Steden figureren veelvuldig in romans. Bijna
altijd vormen zij het decor van een vertelling.
Maar als personage zelf komen zij er minder
in voor. Uit de wereldliteratuur zijn vooral be
kend het Oran van Camus' De pest en Stad der
blinden van José Saramago, terwijl men met
enige fantasie ook vol kan houden dat in Ulys
ses van James Joyce Dublin zelf aan het woord
komt. Een ander voorbeeld is het Aalst van
Louis Paul Boon, dat door middel van talloze
monologen van zijn bewoners vijftig jaar gele
den geportretteerd werd in De Kapellekens-
baan.
De Nederlandse literatuur is sinds kort een
nieuwe stadroman rijker. Hoofdpersoon is,
men raadt het nooit... Lelystad. Van alle ste
den die Nederland rijk is koos auteur Bennie
Roeters uitgerekend deze praktisch geschiede
nisloze poldernederzetting, vernoemd naar
een ingenieur die een heldenrol speelde in de
drooglegging van ons moerasland. Daarmee is
de stad bijna een symbool voor het heden
daagse bestaan van de Nederlandse stedeling.
Net als in De pest en Stad der blinden gaat het
in De verstopte stad om een ziekte. Niet zo
maar één, maar wat men in de literaire dia
gnostiek een 'metafysische' ziekte zou noe
men. Bij Camus verbeeldt de pest het Kwaad,
de blindheid in Saramago's naamloze stad is
een metafoor voor het menselijk onvermogen;
Roeters Lelystad lijdt aan constipatie. Letter
lijk, omdat de riolen verstopt zitten en er zich
onder de stad een stuwing van uitwerpselen
en etensresten heeft opgehoopt; figuurlijk om
dat haar bewoners een benard gemoed heb
ben met vele onvervulde verlangens, verkeer
de waarneming van elkaar en angst voor de
werkelijkheid zelf.
Bennie Roeters vertelt zijn verhaal vanuit een
alziend perspectief. Hij weet wat er in de rio
len gebeurt, ziet brave burgers in de tuin van
hun nieuwbouwwoning aan het barbecuen, is
op een vernissage in het clubgebouw van de
golfclub, volgt de gangen van een homoseksu
ele postbode, beschrijft een tafereeltje op het
postkantoor, observeert het overspel van een
gemeenteambtenaar en gaat met een van zijn
figuranten mee naar het zwembad. Ook de bi
zarre strapatsen van een puberjongen en -
meisje worden gevolgd.
Het is jammer dat Roeters' stijl ver achterblijft
bij de originaliteit van het plot en de onder
werpkeuze. Op zich is zijn nuchtere, registre
rende manier van schrijven wel afdoende.
Maar alleen als men bereid is deze roman te
lezen als was hij een filmscenario. Het boek is
een aaneenschakeling van zeer visuele scènes.
Daar zitten enkele parels onder, zoals de inva
lide die zich aan een met kap bedreigde boom
vastketent omdat deze boom de getuige is van
zijn (mislukte) huwelijk. En zo zijn er nog en
kele.
Maar de lezer moet zich voortdurend voorstel
len hoe bijtend deze scènes zouden zijn als hij
ze in een film gepresenteerd zou krijgen. In
Roeters' nogal opsommende manier van
schrijven werkt het allemaal minder. In de taal
gebeurt weinig. Nu is Roeters zelf een ervaren
televisie- en filmregisseur, dus wat let hem om
dit originele verhaal nogmaals met de camera
te vertellen.
1. (2) Geert Mak,
In Europa
Atlas, 39,90
2. (3) John Grisham,
Het laatste jurylid
Bruna,€ 19,95
3. (5) Dan Brown,
De Da Vinci code
Luitingh-Sijthoff, 18,95
4. (6) Youp van 't Hek,
Komen gaan
Thomas Rap, 7,50
5. (-) Robert Ludlum,
De Tristan strategie
Luitingh-Sijthoff, €18,95
6. (9) Nicci French,
De rode kamer
Flamingo Noire, 12,50
7. (4) Remco Campert,
Een liefde in Parijs
De Bezige Bij, 15,-
8. (-) Jill Mansell,
Solo
Poema, €7,98
9. (-) Youp van 't Hek,
Liegangst
Thomas Rap, 7,50
10. (-) Farah Diba Pahlawi,
Memoires van een keizerin
House of books, 17,50
Bron: CPNB/De Bestseller 60
Robert Ludlum schreef een n
oorlogsthriller, die begint
herfst van 1940. Het Derde
op het toppunt van zijn r
Stephen Metcalfe, werkzaan
de Amerikaanse geheime
moet het tij keren met behu
een Russische ex-geliefdi
Mansell schreef een/ee/ goot
over een alleenstaande vrou
op een feest waar ze nieman
iets krijgt met een rijke ve
geplande one night stand
verregaande gevolgen. De
nieuwe binnenkomers Van
en Pahlawi zagen we al eei
de toptien.
Hugo Claus in 1998. Foto: GPD-
/Maurice Nelwan
zelden uitgebeeld als een gevecht. Die hang
naar agressie kenmerkt ook zijn liefdesge
dichten, die steevast in het teken van de
'zachte vernieling' staan, om maar een van
zijn romantitels te gebruiken.
Anders dan zijn Hollandse evenknie Luce-
bert, met wie hij de rebelse mentaliteit en de
voorliefde voor de barokke taal deelt, relati
veert Claus zijn bevlogenheid door het ge
kunstelde ervan te benadrukken. Ook als
dichter is hij eerder acteur dan profeet, en
dan van het soort dat voortdurend tegen de
decors aantrapt om te laten zien dat ze van
bordkarton zijn.
Toch is Claus geen auteur die inspeelt op de
gunsten van het grote publiek. Hij kan zich
met een zekere graagte in duisternis hullen,
en zelfs wie de weg in zijn labyrinten kent,
komt regelmatig terecht op een doodlopend
pad. En wanneer hij voor de variatie eens te
gemoet komt aan het verlangen naar een
voud en verstaanbaarheid, zoals in Het jaar
van de kreeft of Belladonna, dat is dat geen
concessie aan de algemeen gangbare smaak,
maar een weloverwogen poging om in te
breken bij een populair genre (in de ge
noemde voorbeelden de kioskroman dan
wel de soapopera) en dat naar eigen inzich
ten eens grondig te verbouwen. Want de ko
mediant in Claus is dol op parodie, pastiche
en andere streken. De Vlaming die hij is,
moet zich wel verwant voelen aan Reinaart,
de fameuze vos die zo mooi de passie kan
preken, maar zich nooit zal laten vangen.
scheppingsdrang is vulkanisch. Nu eens
spuwt hij vuur en iava. dan weer laat hij as-
regens neerdalen. En soms rommelt hij al
leen maar. In zijn grilligheid en onvoorspel
baarheid is hij een auteur met een zeer on
gelijksoortige en ook zeer ongelijkmatige
productie. Zijn veelzijdigheid is, zeker in ons
taalgebied, zonder weerga en manifesteert
zich in tientallen romans, verhalen, poëzie,
toneelstukken, films en filmscenario's en
schilderijen. Veel daarvan is schijnbaar non
chalant gemaakt, zonder enige gedachte aan
blijvende roem of eeuwigheidswaarde. Claus
zelf is de eerste om daar rond voor uit te ko
men. Ooit bekende hij in een gedicht:
Mijn verzen neuken niet klassiek,
zij brabbelen ordinair of brullen al te nobel.
In de winter springen hun lippen,
in de lente liggen zij plat bij de eerste warm
te,
zij verzieken mijn zomer
en in de herfst ruiken zij naar vrouwen.
Maar Claus is niet alleen maar een brodde
lende brabbelaar, hij is vooral een karakte
ristiek en groot dichter. Na Gezelle en Van
Ostaijen is er in ons taalgebied niemand
meer opgestaan die zulke muzikale poëzie
heeft geschreven, niemand ook die zijn werk
zo prachtig, met omfloerst pathos en sarcas
tische distantie, kan voordragen.
Meer nog dan de romanschrijver Claus weet
de dichter van de demonische kanten en de
nachtzijde van het bestaan. Al vanaf zijn de
buut is gefascineerd door het geweld waarin
de natuur ons voorgaat. De eeuwige cyclus
van groei, bloei en verval is door hem niet
Het werk van Hugo Claus is uitgegeven bij
De Bezige Bij