Het nut van discipline 'Het is vooral de ander die zich moet aanpassen'^— Vrijheid-blijheid in opvoeding heeft langste tijd gehad In de jaren zeventig van de vorige eeuw was discipline taboe: het zou mensen maar remmen in hun ontplooiing. Opvoeders hebben hun bekomst van die mentaliteit van vrijheid blijheid. Regels en structuur zijn helemaal terug. door Angela de Jong Veertien jonge mannen in camouflagepakken komen in looppas de binnenplaats van de Kolonel Palmkazeme in Bussum op. Ze stellen zich in strakke rijen op. Op bevel van de opper marche ren ze het plein rond. Langs de kant klappen en joelen hun fa milies. Drie maanden geleden kwamen dezelfde jongens nog sjokkend op appèl, sigaret in de mond en duidelijk met tegenzin. Thuis sliepen ze een gat in de dag en de rest van de tijd hingen ze op straat. De meesten zijn in aanra king geweest met politie en justi tie. „Discipline is goed", zeggen ze nu. „Je hebt structuur nodig om iets te bereiken." De Uitdaging heet het traject waar de Koninklijke Landmacht een paar jaar geleden mee is be gonnen. Drie maanden lang worden lastige jongens onder worpen aan een straf regime. Zes uur opstaan, zeven uur ont bijt, half acht corvee, acht uur appèl en zo door tot elf uur 's avonds. Tussendoor worden ze afgebeuld op de stormbaan of in bivak in de Ardennen en krijgen ze praktische opleidingen, zoals met een vorkheftruck leren rij den. Het was drie maanden lang af zien, vertelt Leon Miedema (17) uit Amsterdam. „Vijfentwintig kilometer lopen bij min vier, sla pen in de sneeuw. Weet je wel hoe zwaar dat is? Maar je moet verder, weet je. Als je gaat zitten, raak je onderkoeld." Leon zegt er trots op te zijn dat hij heeft le ren doorzetten. „Ik waardeer dingen nu meer, heb mensen le ren respecteren, met mensen le ren omgaan, leren samenwer ken." In september begint hij op de sportacademie, vastbesloten om sportbegeleider te worden en wat van zijn leven te maken. Blije kinderen Orde en discipline, structuur en tucht. Lange tijd waren het be smette termen. Toen leerkrach ten uit Almere onlangs scholen in Londense achterstandswijken bezochten, waren ze verrast door de on-Nederlandse disci pline die er heerste. Uniformen, strakke rijen, stilte op de trap. Wat hen nog het meeste ver baasde: de ldnderen zagen er nog gelukkig en blij uit ook. Langzamerhand begint door te dringen dat strenge regels de ontwikkeling en eigenheid van een kind helemaal niet in de weg staan. Steeds luider klinkt de roep om meer discipline en structuur: in de opvoeding, op school, op de universiteit, maar ook in de sport, in het leger en op de werkvloer. De politie die harder moet optreden, de alge mene verontwaardiging over kampers die geen belasting hoe ven te betalen, het debat over normen en waarden in de Twee de Kamer - het zijn allemaal sig nalen van een groeiend verlan gen naar meer discipline, orde en tucht. „We vinden vrijheid nog steeds een groot goed, maar als het zo ver gaat dat een ander daar last van heeft, zoals vandalisme en geweld, dan is een grens be reikt," constateert cultuursocio loog Gabriël van den Brink, ver bonden aan het Nederlands In stituut voor Zorg en Welzijn (NI- ZW) in Utrecht. „Hoe we die pu blieke discipline weer terug moeten krijgen, is de vraag. So ciale controle zoals in de jaren vijftig kennen we niet meer. Toen was er ook sprake van een openbare moraal. De dominee vertelde op zondag vanaf de kansel wat we moesten vinden. We accepteren het niet meer als een burgemeester, dominee of de buren zich met ons bemoei- Golfbeweging Onderzoeksbureau Motivaction uit Amsterdam merkt in zijn jaarlijkse mentaliteitsonderzoek onder de bevolking dat de roep om discipline opvallend genoeg óók klinkt bij de 'moderne bur gerij', de mensen die hechten aan zelfbeschikking. Woordvoer der Martijn Lampert heeft hier bij twijfels: „Het is vooral de an der die zich moet aanpassen. Wat doen ze als hun eigen kind door een leraar wordt aange sproken op zijn gedrag? Geven ze de man dan gelijk of gaan ze verhaal halen?" Volgens cultuursocioloog Van den Brink is de opmars van re gels en structuur binnen de Ne derlandse gezinnen eind jaren negentig begonnen. Hij schetst de golfbeweging van het autori taire gezin in de jaren vijftig naar de vrije opvoeding in de decen nia daarna en de kentering nu. In de jaren zeventig hadden ou ders het niet langer voor het zeg gen in huis, de kinderen waren de baas. Aandacht was er in overvloed, maar regels zouden de ontwikkeling en eigenheid van het kind alleen maar in de weg zitten. In de hedendaagse gezinnen werkt vrijheid niet meer. Het aantal tweeverdieners neemt hand over hand toe. Gezinnen kunnen alleen blijven draaien als er duidelijke afspraken wor den gemaakt over wie afwast en wie de boodschappen doet. „Dat zijn harde afspraken. Je kunt het niet maken je niet aan die taken te houden omdat je er eenvou digweg geen zin in hebt," zegt Van den Brink. Er is wel een groot verschil met vroeger, stelt de cultuursocio loog. In de huidige maatschappij kun je bijna alles krijgen. „De kans op verwennen is groot. Kinderen moeten leren wat 'nee' is, dat er niet altijd meteen of misschien helemaal niet in een behoefte wordt voorzien. Dat ze soms hun best moeten doen om iets te verdienen." Cruciaal Adjudant Truitman kijkt trots toe hoe de veertien jongens van Basisschool De Bron in het Belgische plaatsje De Klinge telt ook veel Zeeuwse kinderen. Volgens de ouders is er meer orde dan op Nederlandse scholen in de omgeving. Foto: GPD/Roland de Bruin de elfde lichting van De Uitda ging hun diploma krijgen uitge reikt. Na een klein half ja^r zit zo'n 65 procent van de jongens nog op het rechte spoor. Het valt Truitman elke keer weer op hoe de jongens opbloeien door een simpel compliment als 'goed ge daan'. „Aandacht en belangstelling zijn vreemd voor ze. Dat zijn ze hele maal niet gewend. Thuis worden ze gewoon aan hun lot overgela ten. Ook als ze in het weekeinde thuis komen, is er nauwelijks be langstelling voor wat ze de afge lopen week hebben gedaan." Terwijl juist de combinatie van strakke regels en persoonlijke aan dacht cruciaal is voor een kind. „Als een van die twee in de opvoeding ont breekt, is de kans groter dat ze de wet overtreden," zegt orthopedagoog professor Ko Rink van de Rijks universiteit Groningen, ook ver bonden aan de stichting Jonge ren en Sociale Limieten. Rink doet onderzoek in rijksin richting Den Engh in Den Dol- der. Daar krijgen jonge crimine len op een vergelijkbare manier orde en structuur bijgebracht als bij De Uitdaging. Een strakke dagindeling, veel praten en met eenvoudige oefeningen leren sa menwerken. „Ze moeten inha len wat ze vroeger thuis gemist hebben." In België gaat het anders. Struc tuur en discipline, de scholen staan er bekend om. Met twee woorden spreken, in de rij naar binnen en naar buiten, wachten met gaan zitten tijdens de lunch' tot iedereen een plek heeft ge vonden. De bel gaat. Het buiten spelen is afgelopen op gemeen schapsschool De Bron in het Belgische De Klinge. Onmiddel lijk stellen de leerlingen zich in rijen van twee op bij de deur. De paar die lanterfanten hebben aan een korte waarschuwing van de juf genoeg. „Volgens mij doen wij hier niets bijzonders", meent juf Katrien, terwijl ze met haar kinderen naar de wc loopt voor de plas pauze, die een paar keer per dag op het rooster staat. „Onlangs waren we in Nederland naar de kinderboerderij, en daar hoorde ik een andere juf dreigend tegen haar kindjes zeggen: 'Pas maar op, anders moeten jullie ook hand in hand lopen, net als die Belgische kindjes.' Daar schrok ik van. We zijn toch geen straf kamp hier!" Juist die regels zijn voor steeds meer Nederlanders in de grens streek reden om hun kind naar een Belgische school te doen. Op De Bron in De Klinge, dat tegen Hulst in Zeeuws-Vlaan- deren aan- schurkt, is de leerlingen afkomstig uit Nederland. Zoals de drie zoons van SylvitfVerhagen. „Kinderen hebben structuur en regelmaat nodig," vindt ze. „Op Neder landse scholen rennen ze ge woon naar binnen als de bel gaat. Dat kan toch niet!" Eén van haar jongens is 'vrij druk', be kent ze. Tegen ADHD aan. „Ze ker hij heeft orde en regelmaat nodig. Op een Nederlandse school ging het niet. Hier gaat het prima." Alles meemaken Jongeren van nu hebben zelf ook een 'hang naar dwang', zegt so ciologe Christien Brinkgreve, au teur van het boek 'Vroeg mon dig, laat volwassen'. De huidige generatie groeit op in een tijd vol keuzen en mogelijkheden. Dat werkt voor sommigen eerder verlammend dan verrijkend. Je kunt wel alles worden, maar wie ben je nou precies? En wat wil je eigenlijk? Brinkgreve: „Je vraagt ook veel van kinderen. Ze willen alles meemaken, zijn bang om wat te missen. Dus wat als ze verkeerd kiezen? En dan is het ook nog hun eigen schuld. Ze kunnen het niet meer op hun familie, sekse of afkomst afschuiven zoals vroeger." Ouders kunnen niet vroeg ge noeg beginnen om structuur en regelmaat in het leven van hun kinderen aan te brengen, bena drukt orthopedagoog Rink. Het begint al bij bab/s. Op vaste tijdstippen wassen, voeden, sla pen en knuffelen geeft hen op 'biologisch niveau zekerheid en veiligheid'. „Kleine kinderen hebben een biologische klok. Net als een hond. Die weet ook wanneer het tijd is om uitgelaten te worden. Als een kind weet dat het gevoed wordt als het honger heeft, geeft dat veiligheid en ze kerheid waaraan het zich kan optrekken." Zodra ze een jaar of negen zijn, krijgen regels een nieuwe func tie. „Eerst gaven ze bescher ming, nu moeten de kinderen ermee leren omgaan. Leren on derhandelen met ouders over wat wel en niet mag. Leren dat je je aan sommige regels nu een maal moet aanpassen." De jongeren in Rijksinrichtingen blijken die verschillende reactie mogelijkheden veel minder te kennen. Rink: „Ze kunnen alleen maar aanpassen of radicaal hun kont tegen de krib gooien. Ze hebben nooit leren praten, nooit leren onderhandelen, nooit ge zien dat je problemen samen kunt oplossen." Hoeveel liefde je ook geeft, zon der vaste structuur en daarbij horende regels Week je onzeke re kinderen, die zeer manipula tief zijn ingesteld, benadrukt Rink. „Want de kinderen hebben nooit zekerheid gekend, dus doen ze er alles aan om hun ei gen wensen veilig te stellen." Regels zijn groeimiddelen, geen pressiemiddelen," zegt Rink. „Ik vergelijk het altijd maar met een bloembol. Die stop je onder de grond. Maar je moet de grond niet te hard aanstampen. Dan lukt het de bloem niet om er door heen te breken. Het is in de hele natuur hetzelfde." ZATERDAG 3 APRIL 2004 Vanuit de donkere tunnel lonkt een schuldenvrij leven De wrede praktijken van het Verzetsleger van de Heer Zwemmen en baden door de jaren heen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 1