iet kan nog een leuk seizoen worden' SPORT Lugdunum op de rand van nieuw dieptepunt ienaar ziet de an weer schijnen RCL - Montfoort Zaterdag, 14.30 uur De Zijl-LGB/Vivax loopt strijd om landstitel mis S2 non Prins verwacht dat RCL degradatie voorkomt Lugdunum - RKDEO Zondag, 14.00 uur Remon Prins: „Een overstap naar een hoofdklasser is voor mij zeker geen must." Foto: Mark Lamers De rechtsback kan zich wel vin den in de omschrijving dat Van Bohemen als coach te timide was. „De wedstrijdbesprekin gen waren vaak doods. Elke week hoorden we hetzelfde ver haal. Jongens goed gespeeld, jammer dat we hebben verlo ren. Dat kun je één keer zeggen, misschien twee keer, maar niet meer na zes keer. Er was ie mand nodig die de boel wakker zou schudden en dat zat niet in Bob." Vlak voor de winterstop trok de coach zijn conclusies. Op een moment dat Prins toch wel ver raste. „Het gebeurde in een week dat ik ziek was. Ik belde Bob op om te zeggen dat ik niet zou komen trainen. Hij dacht dat ik een dolletje maakte en zei nog 'nou tot donderdag dan'. Tot een teamgenoot, die ook niet kon trainen, mij belde met de vraag bij wie hij zich moest afmelden. 'Nou wat dacht je van Bob', reageerde ik. 'Nee joh, die is gisteren ontslagen', zei hij. Toen kwam ik er pas achter. Ik wist dat het niet lek ker ging, maar dat Bob van het ene op het andere moment weg was verbaasde me toch wel." Waar Van Bohemen faalde, daar slaagde Fred Eijsberg, die halverwege het seizoen van MVKV toestemming kreeg om naar Leiderdorpse ploeg over te stappen. „Hij brengt veel meer beleving, in woord en gebaar. Hij trekt ook vergelijkingen met de periode waarin hij zelf op hoog niveau voetbalde. Als het kan, is Eijsberg het liefste acht dagen per week met voetbal be zig. Zijn trainingen zijn fysiek ook zwaarder. We lopen meer en dat merken we in de wed strijden. We hebben een betere conditie", aldus de 22-jarige rechtsback. In zijn fanatisme voor het spel doet Eijsberg niet onder voor een voormalige trainer van Prins. Na in de jeugd vier sei zoenen Roodenburg, vier sei zoenen UVS en drie jaar Quick Boys te hebben doorlopen, kwam de verdediger bij de seni oren in aanraking met Arie van Duijn, de coach van het tweede van de Katwijkse hoofdklasser. Zijn eerste jaar liep uit op een grote feestpartij. Na de afde lingstitel, het zaterdagkampi oenschap voor reserve-elftallen, pakte Quick Boys 2 tegen Tone- gido ook de algehele amateurti- tel. „En dat terwijl we de avond voor die wedstrijd nog een bruiloft hadden. Óp weg naar het veld van Wilhelmus, waar het duel werd gespeeld, moest de bus langs de snelweg een tussenstop maken, omdat een van de spelers wat overtollig bier kwijt moest. Dat was echt een team. Het was feest op feest, mooier kon het niet." door Peter van der Hulst leiden - De Zijl-LGB/Vivax slaagde er gisteravond niet in om zich te plaatsen voor de play-offs om het landskampi oenschap. Om uitzicht te hou den op een plek bij de beste vier ploegen moest de water- poloformatie winnen bij Polar Bears, maar de Leidenaars verloren nipt met 8-7. „We waren er heel dichtbij en daarom ben ik een beetje te leurgesteld. Toch moet ik heel tevreden zijn. Niemand heeft zich tegen Polar Bears ge spaard", reageerde Jacob Spij ker. „Toen we aan de compe titie in de kampioenspoule begonnen, was de verwach ting dat we thuis misschien één punt zouden kunnen ha len. Het werden er zes, waar bij we tot het laatste duel zicht hadden op de play-offs voor de landstitel." De Zijl-LGB/Vi vax maakte de afgelopen maanden een enorme pro gressie door. Spijker: „De jon ge jongens spelen steeds bete. Ons tweede team is ook kam pioen van Nederland en dat zie je terug op de training." De opdracht van de Leidse ploeg was voor aanvang van het slotduel in de kampi oenspoule alles behalve een gemakkelijke. Thuis verloor De Zijl immers met 14-4 van Polar Bears. Zelfs bij een zege gisteravond was de formatie van Spijker nog niet zeker van de eindstrijd om de landstitel. Keeper Robert van Berkel eis te een hoofdrol op. Archieffoto: Taco van der Eb ZPB en HZ Zian zouden in dat geval nog roet in het eten kun nen gooien. Spijker was dan ook niet geheel gelukkig met het feit dat die ploegen mor gen pas tegen elkaar uitko men. „Het beste is om alle wedstrijden in die laatste be slissende ronde op zaterdag tussen zes en acht uur af te werken. Dan kan geen van de ploegen gaan rekenen." Polar Bears kende in het eigen bad een voortvarende start. Het team nam een 3-1 voor sprong, maar in de tweede pe riode haakte De Zijl weer aan. Het tafereel herhaalde zich in de volgende speldelen. Met nog een minuut op de klok ke ken de Leidenaars tegen een minimale achterstand aan: 8- 7. Vijfentwintig seconden voor tijd kreeg De Zijl zelfs een nu meriek overwicht, maar de ge lijkmaker bleef uit. In de laat ste periode eiste doelman Ro bert van Berkel een hoofdrol voor zich op. Drie keer dook er tegenstander vrij voor hem op. De keeper bracht evenzo veel keren redding. Door het negatieve resultaat van gisteren is De Zijl veroor deeld tot wedstrijden om de plaatsen vijf tot en met acht. De eerste tegenstander is pas morgen bekend, als de laatste duels in de kampioens- en de gradatiepoule achter de rug zijn. Spijker: „Worden we vijf de dan ben ik verschrikkelijk tevreden. Spelen we om de plaatsen zeven en acht dan hebben we een goed seizoen achter de rug, maar eindigen we te laag." Periodestanden: 3-1, 4-3, 7-3, 8-7. Doelpunten: Joachim de Ruysscher (3), Niels Joor, Roeland Spijker, Ivo Dietz en Jurjen Menagie. Een tweestrijd tussen De Zijl en stadgenoot LZ 1886 is niet ondenkbaar. De ploeg van Mi chel van der Zeeuw haalde gisteravond fors uit tegen Al liance: 18-5. Verliest vandaag zowel De Robben als PSV dan mag LZ aansluiten in de groep vijf tot en met acht. Bij elk an der resultaat worden de Lei denaars bij de onderste vier teams ingedeeld en wacht de strijd tegen degradatie. „Ik re ken nergens op, maar een confrontatie met De Zijl is wel leuk", aldus Van der Zeeuw. Periodestanden: 3-2, 8-3, 11-4, 18-5. Topscorers: Lucas Vlaardingerbroek (4), Martijn Laurense, Jein Langer- horst en Mathieu Spros (3). zaterdag 3 april 2004 ster van der Hulst n iöorp - Remon Prins kent 'enkele twijfel. RCL blijft ge- '<0 de tweede klasse. De elie een dramatische eerste Dshelft kende, krabbelt am maar zeker op. Racing iderdorp heeft nog vier ~m degradatie af te wen- iker geen kansloze missie, et team van Fred Eijsberg elt de laatste weken ge lijk punten. „Je mag er jS/eel over fantaseren, j js het ons lukt om recht- (j in de tweede klasse te ndan gaat dat zelfs mis- egepaard met een periode- tegt Prins. aan een bizar voetbalsei- lezig. Na het afscheid van i krachten als Alex Bar- Patrick Kamperveen en Ooyendijk hoefde nie- ervan overtuigd te wor- at de Leiderdorpse ploeg /are competitie tegemoet an. Maar dat de jonge se- - de gemiddelde leeftijd begin twintig - bij de stop pas zes punten uit duels had vergaard, was :en ander uiterste. „Ter- ?t voetballend toch niet ging. Na twee nederlagen 1 nog niets aan de hand, als dat er negen worden V het zelfvertrouwen wel r|r zat niemand bij die de -p sleeptouw kon nemen, al zat het niet goed en loet de trainer een ploeg ip het spoor zien te krij- ~1ob van Bohemen heeft iet om kunnen zetten, dat ligt niet alleen aan Jovendien had de trainer :h dat er veel geblesseer- laren. Tegen KRV zat er én selectiespeler op de Het waren allemaal pelers", zegt Prins, ander groot probleem is geen echte spits hebben, eëren wel veel kansen, naken niet veel doelpun- 'iet voor niets is Remco teruggehaald. Niet dat hij maker is, het is wel een k die in het veld aanwezig ij was in het derde team pelen en was bereid om H de brand te helpen. Ook luyt en Dennis van Rooy- |n sinds de winterstop ladrukkelijker aanwezig." „In het tweede jaar gingen we met nagenoeg hetzelfde team van start, er waren een paar jonge jongens bijgekomen. Het liep minder soepel. Waar dat aan lag weet ik niet. Verzadi ging? Misschien wel", zegt Prins. Zijn relatie met Van Duijn verslechterde in dat jaar. Arie is een geinige man. Ik was vrij jong en leerde veel van hem, maar ik had ook een eigen mening. In vond dat ik die mocht hebben. Hij niet, terwijl er genoeg spelers rondliepen die het nodige te vertellen had den, maar ondertussen weinig presteerden. Arie is een toffe peer, maar op een gegeven mo ment ging het niet meer." De verstoorde verhouding was niet de enige reden waarom Prins aan het einde van het seizoen vertrok. Zijn werkgever, Multi- Lease, was van Leiden naar Al phen aan den Rijn verhuisd. Prins zocht een club dichter bij huis om de reistijden te beper ken. „Ik wilde op zaterdag blijven voetballen en RCL was een van de hoogst spelende clubs dicht in de buurt van mijn huis", al dus de Leidenaar, die een over stap naar een hoofdklasser voorlopig uit zijn gedachten lijkt te hebben verbannen. „Op dat niveau ben je nog meer met voetbal bezig dan bij een twee deklasser. RCL is een ploeg van een aardig niveau en het gaat er hier toch allemaal wat rustiger aan toe. Een overstap naar een hoofdklasser is voor mij zeker geen must. Als je ook ziet hoe ze bij RCL de laatste jaren bezig zijn, moet het toch een keer mogelijk zijn om direct of via de nacompetitie te promoveren." Voorlopig lijkt dat een ver-van- mijn-bed-show. Met Mont foort, Jodan Boys, Soccer Boys en KRV heeft RCL nog vier fina les voor de boeg. „We kunnen die duels wel als heel moeilijk beschouwen, maar we hoeven zeker niet bang te zijn voor die tegenstanders. Het gaat in eer ste instantie om overleven, om het voorkomen van de nacom petitie en wie weet komen we dan wel in die andere nacom petitie terecht, in de strijd om promotie. Dat zou een dubbele beloning zijn, maar we zien het vooral toch als een geintje. Het seizoen begon vervelend, maar zoals het nu gaat kan het toch nog leuk worden." Raóul Deijn mist slimme speler op middenveld door Anton Diedrich leiden - Ooit, niet eens zo heel lang geleden, speelde Lugdu num op zondag in de eerste klasse. De club wedijverde met UVS, buurman en concurrent, om de titel 'beste voetbalclub van Leiden'. Zeven jaar later staat Lugdunum derde van on deren in de derde klasse en is er van het toenmalig voetbalbol- werk weinig over. „We keken altijd naar Roodenburg en dachten: dat gebeurt ons niet", zegt rechtsback Raoul Deijn. „En het gebeurde toch." Deijn, afgestudeerd in techni sche natuurkunde, speelt al vijftien jaar bij Lugdunum. De laatste jaren hangt hij tegen het eerste elftal aan, maar door blessures komt hij steeds vaker aan spelen toe. De rechtsback maakte van dichtbij mee wat er mis gaat bij de Leidse ploeg. Een ontwikkeling die jaren ge-- leden op gang kwam en moei lijk te stuiten lijkt. „De club speelde lang bovenin de tweede klasse. De resultaten waren goed, er kwam veel pu bliek kijken", vertelt Deijn. „We promoveerden met een ploeg die van bijna iedereen kon win nen. Maar het eerste jaar in de eerste klasse speelden we de gradatievoetbal, en veel spelers hadden het niet meer naar hun zin. Zij wilden liever bij een tweedeklasser gaan voetballen waar ze wel wedstrijden kon den winnen." Een leegloop was het resultaat. „Het jaar erop de gradeerden we." Het is niet zo dat de club in de tweede klasse geen ambitie meer had. Voor de zondagse lectie werd een trainer gehaald die de juiste papieren leek te hebben: Joop Molendijk. Geen succes, zegt Deijn. „Een drama. Helemaal de verkeerde man voor die groep, misschien wel voor elke groep. Hij kon de spe lers absoluut niet motiveren, hij liep zelfs bij de training te ver kondigen: 'Ze mogen me weg sturen, ik krijg mijn geld toch wel'. Zo spoor je een ploeg niet aan tot extra inzet." Molendijk werd aan de kant gezet en Hen- nie de Klerk nam het over. „Meteen gingen de spelers voor hem door het vuur. Zijn eerste wedstrijd speelden we, puur op inzet, gelijk tegen Voorschoten '97. We eindigden dat duel met acht man, dat hadden er eigen lijk zeven moeten zijn", zegt Deijn lachend. „Maar er was tenminste strijd." Dat moest ook wel. In de tijd dat de Leidenaar de overstap maakte van de jeugd naar de senioren telde Lugdunum nog drie selectie-elftallen. „Nu mis schien anderhalf, en daar mo gen we nog blij mee zijn." Sportief had de leegloop zijn uitwerking. Van de tweede klas se zakte de club naar de derde en vorig seizoen zelfs naar de vierde klasse, een tragisch diep tepunt in de clubhistorie. „Zo werd het binnen de club ook beleefd." Nu lonkt opnieuw de gradatie naar datzelfde lage ni veau, Lugdunum onwaardig. Deijn heeft een van logica doorspekte verklaring waaraan het ligt: zijn ploeg wint niet vaak genoeg. „De meeste wed strijden spelen we gelijk, of we verliezen op het nippertje een duel dat een hele tijd gelijkop gaat. Vorig jaar, toen we kampi oen werden in de vierde klasse, speelden we ook geen hoog staand voetbal. Maar we had den net het geluk dat dit jaar ontbreekt", zegt hij. „Acht pun ten uit de laatste zes wedstrij den is niet genoeg. FC Boshui zen verliest dan wel drie keer, maar ze winnen er ook drie en pakken op die manier negen punten." Alleen aan het ontbreken van geluk kan het niet liggen dat de ploeg weer op de rode streep balanceert. Er is gewoon niet genoeg kwaliteit, beseft Deijn. „We missen die slimme speler op het middenveld, die de boel verdeelt en controleert. Daar naast hebben we met Pieter van Schie niet een van de snelste spitsen. Pieter is iemand die de bal in de 'zestien' aangespeeld moet krijgen, dan kan hij zich er doorheen pielen en scoren. Wij leunen de laatste tijd wel erg veel achteruit, dan is het heel moeilijk om hem goed aan te spelen." Zo kan het gebeuren dat Lug dunum straks een zaterdagtak heeft die hoger speelt, mocht het oorspronkelijke vlaggen schip degraderen. ^Dat steekt wel een beetje' ^Rjnst Deijn scheef. „Daar worden op de club ook wel onderling wat grappen over gemaakt. Maar het is nu even niet anders." Om dat te veranderen, zal Lug dunum morgen punten moeten pakken tegen RKDEO. Weer een belangrijke wedstrijd, zoals elke wedstrijd de rest van dit seizoen. „Zij kunnen zich tegen ons definitief in veiligheid spe len", zegt Deijn. „Maar in onze klasse kan iedereen van ieder een winnen. Orize concurrent Altior won van koploper Docos, bijvoorbeeld. Wij krijgen Docos ook nog twee keer. Zij willen graag kampioen worden, maar die druk kan voor zenuwen zor gen. En we krijgen Altior nog thuis, een wedstrijd die we ab soluut moeten winnen." ran Duyl rdam - Maandenlang re- de duisternis het leven steven Pienaar met zó'n hand, dat velen zich af in of hij de zon ooit nog ibij zou zien. Maar eerder jnaand was hij, uiteinde- ch nog onverwacht, weer Met een invalbeurt tegen |JC bevrijdde de Ajacied ^jan de loden last van een 3e blessure. Sinds vorige Is hij weer basisspeler, ias eind oktober, voor de Irt bij PSV, toen de naam [even Pienaar (22) opeens j rijtje geblesseerde Ajax- "S stond. Toen de details lenaars aandoening dui- werden - een beschadig- jiuw door te lang contact s - én zijn rentree steeds |uitgesteld, begonnen al- grotere fabels de ronde te En uiteindelijk leek een deel van de buitenwacht overtuigd, dat Pienaar jneer zou voetballen. r[ tijd werkte de Zuid-Afri- in de luwte van De Toe- l - Ajax' jeugdcomplex - rijn herstel. Twijfel zegt Br nooit gekend te heb- [naar hij onderschrijft dat blessure afweek van de Pijn voelde hij eigenlijk er was zelfs geen beper- i/in zijn bewegingen. Toch 4 voorzichtigheid steeds op tste bladzijde van zijn her- pgramma, omdat het ge- •estond dat Pienaar in een (eblesseerd zou raken, die maanden van tegen- In ellende gunde Pienaar iiitenwacht één keer een b zijn belevingswereld. Bij p Sport zag Nederland een kwekkend portret van een sportman, die ver weg puis zijn emoties nauwe- onder controle kon hou- /Pienaar is een beleefde, leiden, bijna verlegen per- jijkheid. Niets verraadt dat ^groeide in de keiharde [ving van Westbury, één le mindere wijken van Jo- esburg. Toen Pienaar in irland doorbrak, moest hij den treure vertellen over het milieu van zijn jeugd; over criminaliteit en het gevaar, dat in Westbury nooit ver weg is. Tegenwoordig wordt zijn ach tergrond minder vaak voor het voetlicht gebracht, maar de band met Westbury en Zuid- Afrika is nog even sterk als ze altijd was. „Als er niet naar wordt gevraagd, praat ik er niet over", legt Pienaar uit. „Maar ik doe nog wel het een en ander in Zuid-Afrika. Ik ben betrokken bij een project dat moet voor komen dat jongeren in de ge vangenis komen. Verder is er een project tegen het misbruik van vrouwen en kinderen en help ik om de gevaren van aids onder de ■aandacht te brengen." Juist omdat hij een diepe liefde voor zijn vaderland koestert, deed het Pienaar pijn dat zijn blessure hem in januari tevens de weg naar het toernooi om de Afrika Cup versperde. Met een brok in de keel rept hij van 'een verstoorde droom'. „Ik ben wel naar Zuid-Afrika gevlogen en ben een week bij de ploeg ge weest. De teamarts heeft me onderzocht: hij zei dat ik kon spelen, maar geen hele wed strijden. Dan moet je aan jezelf denken, aan je eigen gezond heid. Ik ben met tranen in mijn ogen vertrokken. Tegelijk is het niet het einde van de wereld. Er komen nog zeker vier Afrika Cups waaraan ik wel kan deel nemen." Vooralsnog concentreert Pie naar zich alleen op zijn club. Hij lijkt net op tijd fit om nog een wezenlijke bijdrage te leve ren aan de landstitel, die Ajax niet meer kan ontgaan. Pienaar kan en wil ook niet om de con clusie heen, dat het spel Ajax vaak ondermaats is geweest. Maar hij meent wel, dat Ajax iets realistischer aan dit voet baljaar had moeten beginnen. „Ik had niet verwacht dat we het beter zouden doen dan vo rig jaar. Er zijn belangrijke spe lers vertrokken en wat nieuwe jongens bijgekomen. Jonge, on ervaren spelers ook. Het kost tijd om weer een ingespeeld elf tal te krijgen. En een heel slecht seizoen is het ook niet, we wor den kampioen." Raoul Deijn: Joop Molendijk kon de spelers absoluut niet motiveren." Foto: Taco van der Eb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 13