Brieven vanuit de kooi van het protocol EXTRA Zelfs de correspondentie van hare koninklijke hoogheden was strak gereguleerd f - ,-iC. CxdU-) Emma redde de Oranje-monarchie ZATERDAG 3 JANUARI 2004 l+y o/Mfri l7 Ju^t-n' /3 i-» wfaleis Voorhout ii )OsULt\\ COtf j/TlOfrvx 0/ZA 'Z-l-cA t Jtfrf ilts/ JuJZfr-ff (HA yÉAyV £^r '*h*>ï fJteyf- /n. S f&t-r SÜL-( ztsr "hw) L fij* Ju ver W ^TO dUOi f'rtry ■AJJf ürl^a*-7 £^*-1—1 /f- /e^t \frfr> ^eé^Aacaa s^^siTXZ/- Or döhsi/fi 6 ha^\ of Jt-t fcoox-f Y-, "frf 'llit '14 Zisl^isj farAfrlst/fh/f cS~ -> J v i 30- /j - rf y y Z m S/'y j4 jm ys A if 4 ft f f 'Aslt^tfrfrLA. ytr/T fafr U,^ tfïsisjsfc Z ZlA^y _wm^f ■//-c*4r-irtsistfx4 f 'J A&S~~ Y-vtAsts ^f-coi zl -fro-TT-7~- AfrOUy'^ (pyirU^, Kaart van koningin Emma aan Lita de Ranitz, gedateerd op 13 januari 1929 (bij haar 50ste verjaardag als koningin en 50 jaar Nederlanderschap) als dank voor een geschonken schilderijtje met een afbeelding de jonge prinses Juliana, gemaakt door haar echtgenoot, de kunstschilder Willem Tholen. Foto's: GPD/Cees Zorn './M <fQ< 'Het gemis Uwen man blijf ik dagelijks gevoelen' schrijft koningin-moeder Em ma aan het begin van de vorige eeuw aan de weduwe van haar geliefde parti culier secretaris De Ranitz. Dertig brieven van Emma en haar hofdame Henriëtte van de Poll komen op 14 januari bij de Haagse postzegelveiling Van Dieten on der de hamer. Ze bieden een uniek kijkje op het leven aan het hof, al worden er geen geheimen onthuld. door Hans Jacobs Koningin Wïlhelmina klaagde aan het einde van haar leven 'over de 'kooi' waarin zij werd grootgebracht - een we reld, bepaald door protocol, etiquette en hofhouding. De collectie brieven die in Den Haag wordt geveild geeft een beeld van die strak geregisseerde wereld. In september 1892 stuurt 'H.M. de Konin gin' - alias de dan net twaalf jaar gewor den Wïlhelmina - haar speelkameraadje Lita de Ranitz een mandje met appels en peren. Ze komen 'uit haar tuintje op Soestdijk', schrijft hofdame Henriëtte van de Poll er in een briefje bij. Lita, het dochtertje van de particulier secretaris van koningin-regentes Emma, krijgt de raad 'zo spoedig mogelijk een telegram aan de Koningin te zenden' om haar voor het geschenk te bedanken. Hoe de danktekst voor het fruit moet luiden ver telt freule Van der Poll ook alvast. 'Mag ik Uwe Majesteit hartelijk danken voor de mij gezonden vruchten' zo is de sug gestie. Van de tekst afwijken mag, 'je kunt ook zeggen 'heerlijke vruchten' meent Van der Poll. Wanneer twee maanden later opnieuw fruit wordt gestuurd, luidt het advies 'misschien enige andere woor den' te gebruiken om te bedanken. Henriëtte van de Poll was in februari 1880 aangesteld als hofdame van konin gin Emma en trad vanaf begin 1891 - met tegenzin overigens - ook op als zo genoemde 'superintendente van de op voeding' voor Wilhelmina. 'De freule heeft meer invloed gehad op mijn vor ming dan men aanvankelijk zou menen van iemand die zó bescheiden was en zich zozeer op de achtergrond hield als zij', meende Wilhelmina. Wilhelmina heeft in jaar jeugdjaren nau welijks met andere kinderen kunnen spelen. Af en toe werden echter kinde ren van hofdignitarissen, zoals De Rani tz, uitgenodigd op het paleis. De speel kameraadjes moesten namelijk altijd bij Wilhelmina komen, andersom was er niet bij. Zo wordt ook Lita de Ranitz blij kens een briefje uitgenodigd om bij 'goed weder met H.M. in het park te gaan' en krijgt ze van Henriëtte van de Poll het advies om iets warms aan te trekken want ze gaan uit rijden. De uit nodigingen hebben een dwingend ka rakter. 'HM de Koningin-Regentes draagt mij op om u te vragen om 11.20 uur voor een uur bij HM de Koningin te komen,' luidt de tekst van een briefje aan Lita's zusje Anna. Er wordt geen antwoord verwacht - een uitnodiging stond gelijk aan een bevel. Emma bepaalde praktisch van minuut tot minuut de dagindeling van haar dochter. Dat program stond beschreven op kartonnen borden naast Wilhelmi- na's kamer: opstaan, eten, thee drinken, wandelen en leren. Dat laatste nooit lan ger dan drie kwartier want anders zou het meisje te veel worden belast. Ook de speelkwartiertjes waren strak geregeld. 'De gewone omgang met kinderen was in de kooisfeer ondenkbaar; ik heb deze dan ook nooit gekend en schier geen mogelijkheid gehad tot het aanknopen van vriendschapsbanden. Uit mijn kin derjaren heb ik bijna geen vriendinnen, vrijwel alleen kennissen', merkte Wilhel mina later dan ook op. Zowel zij als de bezoekers vonden de verplichte visites geen doorslaand succes. En dat de klei ne Wilhelmina, ze was sinds de dood van haar vader in 1890 officieel de ko ningin, moest worden aangesproken met 'Mevrouw' maakte het contact ook niet erg spontaan. Moeder Emma trad op als regentes maar maakte steeds duidelijk dat ze na mens de echte koningin handelde. In de brieven aan Lita de Ranitz wordt daar om ook steeds consequent geschreven over 'Hare Majesteit de Koningin' als Wilhelmina wordt bedoeld. Emma wordt aangeduid als Koningin-Regentes en later als Koningin-Moeder. De vriendschap en genegenheid van Emma voor de familie De Ranitz was groot, zo blijkt wel uit de brieven. De helft van de verzameling, die op 14 janu ari als één geheel ter veiling wordt aan geboden, bestaat namelijk uit briefjes en De drie vrouwen die de Oranje-monarchie veilig stelden: Emma, Wilhelmina en Juliana. Foto: ANP kaartjes van Emma aan de echtgenote van De Ranitz en later ook aan Ota. Die geniet in Den Haag overigens nog steeds bekendheid door het in het Haags His torisch Museum tentoongestelde unieke poppenhuis, waaraan ook Emma heeft bijgedragen. Historicus Cees Fasseur beschrijft in zijn biografie over koningin Wilhelmina Se- bastiaan de Ranitz (1846-1916), als een man met een scherpe geest die zijn baas Willem IR de waarheid durfde te zeggen. Emma droeg hem - anders dan Wilhel mina - op handen. Zij stuurde hem bij voorbeeld op verkenning uit naar het Duitse Schwerin om inlichtingen in te winnen over Wïlhelmina's latere echtge noot Hendrik van Mecklenburg. Een aantal van de te veilen brieven is ge richt aan mevrouw 'Lou' De Ranitz. Het gaat dan vooral om bedankjes voor ge schenken, felicitaties of nieuwjaarswen sen. Ook het rouwbeklag na het overlij den van De Ranitz zit erbij. Emma schrijft op 30 oktober 1916: 'God heeft mij den trouwsten dienaar en vriend ontnomen, mijn steun sinds meer dan dertig jaren'. Dat verdriet komt ook in de daarop volgende jaren terug. 'Het gemis Uwen man blijf ik dagelijks gevoelen' meldt Emma in de zomer van 1917 van af Soestdijk. De warme gevoelens die zij in de briefjes aan De Ranitz' weduwe tentoonspreidt zijn goed te verklaren. Emma was in 1879 als 21-jarige koningin uit het mi nuscule Duitse vorstendom Waldeck in een vreemde wereld terecht gekomen en moest zich vanaf 1890 zien te handha ven als regentes en hoedster van de Ne derlandse monarchie. Enige vertrouwde hulp was daarbij zeer welkom. Die kreeg ze van haar doortastende secretaris. In 1919 verlooft De Ranitz' dochter Lita zich met de Haagse schilder Willem Tholen. Emma laat haar hofdame een felicitatie sturen. Een jaar later wordt Li ta persoonlijk door de koningin gecon doleerd met 'het heengaan van uw lieve moeder'. Het paleis laat in een aparte brief weten dat de koningin-moeder niet bij de uitvaart aanwezig zal zijn. Opval lend is dat koningin Wilhelmina in dit deel van de briefuitwisseling niet meer voorkomt. Wel krijgt Emma uit handen van Lita een kinderportret van Wilhelmina - mo gelijk door 'zondagsschilder' De Ranitz zelf nog gemaakt. Emma bedankt per soonlijk 'voor het kinderportret der Ko ningin, aan welk voor mij dubbele her inneringen verbonden zijn; gij hebt mij groot genoegen gedaan door het mij af te staan'. Er moeten meer portretten zijn geweest, want Emma schrijft: 'Ik waar deer ook zeer de wijze waarop gij met de andere portretten handelt en dat gij mij daarin gekend hebt'. Willem Tholen schildert in 1929 een portret van de dan twintigjarige Juliana, waarvoor grootmoeder Emma in een briefje aan Lita bedankt. 'Ik ben zéér ge lukkig met het schilderij van je man! En oh zo dankbaar dat hij die moeilijke op dracht op zich nam, want niettegen staande hij Juliana zóó weinig zag, heeft hij een indruk van haar gekregen 1 het portret weergegeven die mij b^ digt en lief is. De toon is zo mooi'Jan In de aan de brief voorafgaande dfere uitvoerig stilgestaan bij het vijftigj jubileum van Emma. 'Ik stel het zivol prijs en vind het zoo lief van je befaaar| mij in deze herdenkingsdagen, w$ de beeld van je vader die zóó veel voPe9 deed altijd in mijn oogen is, een tL k® vgn medeleven te willen geven', strio de dan 71-jarige vorstin aan Lita. Is collectie is het de laatste zelf gesc^, brief, daarna volgen nog wel teleg men en een brief van Henriëtte v£ Poll. Koningin Emma stierf op 20 1934, hetzelfde jaar waarin - ruim— maanden later - ook haar schoonDJl Hendrik overleed. Dat de correspondentie in het Ne— lands is, mag nu vanzelfsprekend maar dat was het in die tijd niet. I hoftaal was immers Frans en dat 1 ook de taal die Willem III en zijn f~ (en) gebruikten. Emma had bij hr komst naar Nederland weliswaar t|| ten met landgenoten alleen Nede[ te spreken, met de uitvoering daal moest ze wachten tot na de doodf koning. 'Een gelukkig initiatief, i de Wilhelmina driekwart eeuw lal 'Door dit voorbeeld dwong zij del gaande wereld in Den Haag de gJ te prijs te geven om zich steeds vreemde taal te bedienen. Dank i werd in korte tijd het Nederlands bare taal in uitgaande kringen', niai Wilhelmina in haar boek 'Eenzaa) maar niet alleen'. [iwd Ice! hst. Kuil iet 1 In 1892 schrijft de hofdame van koningin-regentes Emma aan Lita de Ranitz over het mandje appels en peren dat Wilhelmina haar stuurde. In het briefje de instructies over hoe te antwoorden aan de koninklij ke hoogheid. Foto: GPD/Cees Zorn De reacties op het tweede huwelijk van de bejaarde koning Willem III, op 7 januari precies 125 jaar gele den, waren op zijn zachtst gezegd besmuikt. De grilli ge en drankzuchtige vorst met zijn opvliegende karak ter was niet erg populair. De Oranje-monarchie had onder zijn langdurige bewind veel krediet verspeeld. Dat de 63-jarige Willem opeens aankwam met de veer tigjaar jongere Emma uit het kleine Duitse vorsten dom Waldeck en Pyrmont, werd in veel kringen onfat soenlijk gevonden. Het bleek echter een gouden greep van Willem, die daarmee zijn koningshuis van de wis se ondergang redde. Niet alleen wist hij in de laatste tieri jaar van zijn leven zijn eigen populariteit weer iets op te vijzelen, ook zorgde Emma al snel na het huwe lijk voor nageslacht - prinses Wilhelmina - dat de ko ning ook nog eens overleefde en kon opvolgen. Alle kinderen uit Wïllems eerdere huwelijk met Sophie van Württemberg zijn vroeg gestorven. Voor Emma was dus een sleutelrol weggelegd. Op haar schouders rust te na het overlijden van Willem in november 1890 de zware taak om dochtertje Wilhelmina, op dat moment al koningin maar tot haar achttiende nog niet gerech tigd te regeren, goed op haai' toekomstige taak voor te bereiden én het geschonden imago van de monarchie te herstellen. Geen sinecure. Zeker niet voor een vrouw in een door mannen gedomineerde wereld. Emma verrichtte een wondertje. Ze ging met Wilhel mina op toernee door het land om te laten zien dat de Oranjes 'er nog waren'. Dat was ook wel nodig: zlur Willem al bijna veertig jaar niet meer in Limburg" weest. mik Het prinsesje vertederde, maar de gouden kooi ^er f ze noodgedwongen werd opgevoed speelde haajirm durende haar hele verdere leven parten. Aan het nat van haar lange leven verzuchtte ze dan ook: 'Wal heb ik nooit eens mogen schommelen op de ketl voor het paleis?' Tijdens haar achtjarige regentsd wist Emma de belangen van de vorst(in) goed telj\i ken. Aan het einde van haar regering in 1898 stoei! monarchie weer als een huis, waarmee Emma k£GAR worden beschouwd als 'redster' van het konings.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 24