i)e bommetjes Melbi Raboen SPORT ZATERDAG 6 DECEMBER 2003 SI Jcesvolle trainer terug als technisch adviseur Tonegido Sjvillem Spierdijk Raboen was een van de olste trainers in het ama- ïtbal. En één van de kleur- L De Hagenaar, die onder I» LDWS, LFC, UVS en Ouick er zich had, is sinds het an dit seizoen terug in stbal nadat hij in 1998 een I hartoperatie moest onder- Niet als trainer, maar als Jisch adviseur' van Tonegi- ■Voorburg. jjstje clubs van Raboen is rekkend, de resultaten ij met die verenigingen ook. Dat kan geen toeval zijn. Die successen zijn :n deel te danken aan de ibare speelstijl van de en die Raboen onder zich ihl.lk wil verzorgd voetbal geen lange halen naar 1, maar opbouwen van nbtuit. Daarbij moet je de pizjspelers op de juiste plaats ent), zo simpel is dat. Je moet I aanleg voor hebben om )ed te zien." heeft de Haagse trainer (aam en faam niet te dan- an de speelstijl van zijn Veel bekender is hij de onorthodoxe manier p hij spelers en elftallen ïerp zette. ft zag dat bij de warming- II speler staat te bibberen kou, mouwen van z'n 'Ver de handen getrokken, \akte ik 'm. Dan liet ik de altnan een shirt met nouwen tevoorschijn ha-, 1 dan zei ik tegen de spe- hk dit aan en zorg dat je 1 de wedstrijd niet koud bik. Er moet een prikke en. Dat had ik zelf vroeger fier ook. Je moet hongerig jitroductiepraatje bij een spelersgroep bevatte Jnste één vast onderdeel, jn, jullie kunnen alles te- Éij zeggen, maar onthoudt 'ng. Ik ben onvoorspel- onberekenbaar." Het boen iets mysterieus, een dat hij graag overeind „Als ze denken dat ik ■it ging, ging ik de andere _pp. Ik wilde zien hoe er gereageerd. Als een speler 9 tegen mij zei, ik ben linksbui ten, dan zette ik 'm rechtsbui ten. Als je dat als speler zonder weerwoord doet, ben je een slaaf. Ik wilde spelers hebben die daar tegen in opstand ko men. Eigenlijk zocht ik naar spelers en een spelersgroep die het niet met mij eens waren. Ik wilde dat ze boos, getergd wa ren. Als spelers het niet met de trainer eens zijn, kan je een goede uitslag binnenhalen." Als het goed ging met zijn elftal, vreesde de Hagenaar het mo ment dat de klad erin kwam. „Dat moment moet je als trai ner zo lang mogelijk uitstellen. Dus dan moet je iets creëren dat het nog beter gaat, af en toe een bommetje in die groep gooien. Ik probeer spelers te manipuleren; in de positieve zin, niet dat ze ten onder gaan." Zeg niet tegen Raboen dat hij een 'conflicttrainer' was, aan dat woord heeft hij een hekel. „Ik ben niet op zoek naar con flicten, ik wil discussie. Die heb ik altijd gezocht, elke week weer. Vooral met de goede spe lers, omdat zij het voorbeeld moeten geven, omdat zij de uit slag bepalen. Zij willen toch zelf als goede voetballers worden betiteld, dan moeten ze dat elke week laten zien. Spelers die met een grote mond uit het betaal de voetbal kwamen, hadden aan mij een slechte. Ik zei altijd, je speelt nu niet meer bij Spar ta, bij Ajax 2, of waar ook maar, je speelt bij mij." Onder de indruk van namen, gezag of geld was Raboen nooit. „Er kwam wel eens een sponsor naar me toe die zei: die speler heb ik betaald, maar hij speelt nooit mee. Dat is dan heel jam mer, antwoordde ik, maar die centen zijn weggegooid. Ik zeg wat ik denk, tegen spelers, be stuursleden en sponsors. Ik zal geen concessies doen om nog een jaar langer bij een club te kunnen blijven." „In de wedstrijd tussen Quick Boys en Rijnsburgse Boys had ik twee jeugdspelers op de reserve bank zitten. Leen Aandewiel, vader van speler Gert Aandewiel en een invloedrijk lid van de Katwijkse club, sprak mij daar na afloop van de wedstrijd in een volle kantine op aan, hij vond de bank niet sterk genoeg. Een week later zette ik Gert Aan dewiel op de reservebank. Toen vroeg ik in de volle kantine aan vader Aandewiel of de bank nu wel sterk genoeg was. Trots is Raboen niet op deze anekdote. „Ik deed dat uit ran cune, het was laf. Ik heb mijn invloed misbruikt, dat ging ten koste van een goede voetballer en van de club. Ik heb er later veel spijt van gehad. Op dat moment niet, ik zat vol met gif. Ik vond dat ik voor schut werd gezet op een manier die ik niet verdiende. Ik beschouw het als een tekortkoming dat ik me niet kon beheersen op dat moment. Bij UVS werkte ik samen met Wim van Loef als elftalleider, fantastische man, ik was on stuimig, hij was de rust zelf, hij trok me aan rhn jasje als ik te ver ging. Dat had ik bij Quick Boys met Jaap van Duijvenbo- de. Zulke mensen heb ik om me heen nodig." Het verhaal over de reserve bank leidde tot Raboens ontslag bij de Katwijkse club. In het dagblad Trouw had hij nog wat lelijke dingen over Aandewiel sr. laten optekenen. „Een ne derlaag op zich, en ik heb het zelf gedaan. Ik weet wat ik heb gezegd tegen de journalist. Ik wist tevoren dat dit zou gebeu ren, ik heb het bij mn volle ver stand gezegd. De journalist zei nog, Melbi, als dit in de krant komt. Ik zei, schrijf het op." „Mijn entree bij Quick Boys her inner ik me nog goed, ik stelde mezelf niet voor, ik liet aanvoer der Floor van Duijn de spelers aan mij voorstellen. Marco Dijkhuizen stond toen te lachen. Ik zeg Dijkhuizen, sta jij te la chen omdat Floor de spelers moet voorstellen of sta jij te la chen omdat je dit nog nooit heb meegemaakt. Niet verder lachen hoor, ik neem jou serieus, jij neemt mij ook serieus. Muisstil was het, je zag iedereen kijken, wat is dit voor trainer die Dijk huizen, dé man van het eerste elftal, meteen durft aan te pak ken. Raboen heeft zichtbaar plezier als hij terugkijkt op zijn periode bij Quick Boys. „Ik heb daar heel wat streken uitgehaald." Hij begon met een van de beste Melbi Raboen: „Eigenlijk zocht ik naar spelers en een spelersgroep die het niet met mij eens waren." Foto: Jacques Zorgman spelers, voorstopper Johan Jon ker, terug te zetten naar het tweede elftal. „Jonker is een zwager van Hans van der Plas. Ik wilde weten of Hans zou rea geren. Als-ie dat zou doen van wege die familieband, dan moest ik oppassen. Als-ie het riiet deed, koos hij voor het elf tal. Dan was er niks aan de hand." In de oefencampagne liet hij zijn ploegen wel eens met tien man aan de wedstrijd begin nen. „Vroegen de spelers of ik wel kon tellen. Nou, dat lukt nog wel. Ik zei: straks kom je in de competitie ook wel eens met tien man te staan. Maar het hield natuurlijk meer in: ik wil de ook zien wie dat in de spe lersgroep ging oplossend Trots is Raboen op het voetbal dat Quick Boys onder zijn lei ding speelde. „We hebben daar een voetbal gespeeld, daar kreeg een aap de hik van. We begonnen met 500 toeschou wers, binnen de kortste keren zaten er een paar duizend. Ze waren gewend om de bal bin nen vijf seconden naar voren te peren, ik zeg, heren, we hebben hier een voetbalclub en geen tennisclub, waar de bal meteen naar de andere kant moet." De Hagenaar wilde verzorgd voetbal zien. „Ik was on-zater- dags bezig. Ik kreeg de stront kar over me heen. Naar voren die bal, riep het publiek. De eerste de beste die die bal naar voren ramt, haal ik eruit, riep ik dan weer. Je had het publiek moeten horen, 'wat is dat voor trainer'. Heerlijk." .Achteraf dacht ik natuurlijk: had ik het maar handiger ge speeld. Denk je dat ik bij Quick Boys niet vijf jaar had willen blijven, denk je dat ik niet jaren bij UVS had willen blijven? Toen zei ik 'jammer dan'. Hoe kan je zo onhandig zijn? Het was geen onhandigheid. Ik zocht bewust de problemen op. Ik dacht niet aan wat de gevol gen waren. Ja, pas later. Toen ik die juichende menigte bij het kampioenschap van Quick Boys zag. Daar had ik tussen kunnen staan, stom, stom stom." Natuurlijk kijkt Raboen niet al leen om in spijt. „Als ik denk aan alle spelers met wie ik als trainer heb, samengewerkt, voel ik me intens gelukkig. Als ik praat over LDWS, Pietje Gubler, een strateeg, lopen geen meter, maar die bal laten gaan met dat fabelachtige linkerbeen. Bij LFC, Cocky Slingerland, de bes te voorstopper die ik ooit heb gehad. Willem Visser, de kee per, uitlopen geen meter; maar op de lijn grote klasse. Cock van Weerlee, die rooie ploert, fan tastische voetballer. Cees en Ger de Roode, twee broers, fa belachtige techniek, pure voet ballers, ze botsten, scholden el kaar verrot en ik zat er tussen." Met respect spreekt hij lang zaam de namen uit van de LF- C'ers met wie hij werkte. René Holswilder, Ger Nagtegeller, Bles Zuma, Teun Hoek, Aad Neuteboom, Peter Gijsman. ,,En ik had een geile sponsor, Cor Sip, de nachtclubeigenaar. Hij had de middelen. Het enige wat hij vroeg: Mei, heb jij een plaatsje in je technische staf. Natuurlijk, dat was wel te rege len." „Bij UVS werkte ik met keeper Wijnand Sloos, met Bert Jan sen, hij leefde voor het voetbal, daar hield ik van. Bert bracht UVS van de tweede klasse naar de hoofdklasse, Leen de Goey, Theo van Seggelen, Hans de Kruijs, Hans van Leeuwen, Ma rio Faber, Fred Filippo. Een fantastisch elftal." Bij UVS promoveerde Raboen twee keer achtereen naar de hoofdklasse. „UVS is een hele nette, correcte club. Dan haal je Melbi erbij, ja, die botst met vastigheden, met standbeelden, die mot ik niet. Bewijs het maar, niet met praten, maar met je voeten. We haalden fan tastische resultaten, met af en toe een bommetje ingooien. Soms was het crisis, het tweede elftal ging naar het bestuur, Melbi eruit of wij gaan naar huis. Van alle kanten werd ik soms tegengewerkt. Bij een club zijn er allerlei krachten aan het werk. 'Melbi is niet eerlijk, want mijn schoonzoon speelt niet'. Of een sponsor roept 'hij is niet eerlijk want mijn speler speelt niet'. Dat was bij Quick Boys nog vijf keer erger dan bij UVS. En bij Holland tien keer." Bij Holland volgde ik Willem van Hanegem op, die ging naar Feyenoord. Bij de eerste bespre king over de speelwijze maakte Gert. de zoon van Willem, steeds aanmerkingen: 'bij Willem de den we het zo'. Op een gegeven moment zeg ik, Gert waar staat je auto? Op het parkeerterrein, trainer. Dan stap je nu in, en je rijdt naar De Kuip. En wie er mee wil. moet nu gaan. Uitein delijk zijn we met Holland kampioen geworden, we verlo ren om het kampioenschap van Nederland van vv Katwijk. „Ik heb ontzettend veel meege maakt, ruzie gehad, maar ook verschrikkelijk veel gelachen. Ik heb met fantastische voetbal lers gewerkt en ik heb er het maximale uitgehaald. Er is van alles over me geroepen, ik zou een beul zijn, een Idi Amin met een zweep. Maar ik denk ook dat er spelers zijn die zullen zeggen: Melbi? Dat was een toptrainer." V.L.N.R. RANDJE BUITENSPEL Lh O ■5 9 Staand van links naar Jan Vreeburg. Zittend: Particuliere foto rechts: Ronald Meijer (trainer), Jeroen Visser, onbekend, Richard Weijling, Winco Erades, Wim Oostveen, Gert- Ernst-Jan Buijs, Gert van den Berg, onbekend, Arthur Faas, Frank van den Berg. Liggend: Coen Hensing. padden veel jeugd. En nog goed linze jeugdteams speelden op het Jte niveau. Maar er was geen door- ling naar de senioren. En ook niet Ctlle B-jeugd, want die hadden we let weer niet. Veel talentvolle spe- ijn daarom gestopt of naar een an- 'ereniging gegaan. Hijs Hokij uit laag wilde onze jeugdspelers graag in. Zo graag zelfs, dat ze aanboden lijn zoons met een busje te komen voor elke training, lichting heeft toernooien gewon- 1 Nederland en daarbuiten. Elk - Jpnieuw moesten we zelf echter 3/5aan de slag om geld voor de jeugd n te halen. De club begon steeds Naai tot 30 duizend gulden tekort op groting. En van de overheid moes- ofjtWe het ook niet hebben: we kregen pt subsidie per jeugdlid. Dus gin- ,ï#"^e pennen en stickers verkopen, f zorgen dat we naar uitwedstrijden IJshockeyclub Leiden Lions speelde twee decennia geleden op het hoogste niveau. Wedstrijden tegen gerenommeerde clubs als Feenstra Flyers en Geleen waren wekelijkse kost. Het hoogste team van de Leidse vereniging werd gevormd door buitenlandse spelers, voornamelijk Canadezen. Dat is de ondergang geweest voor wat een ijshockeybolwerk had kunnen zijn, meent Henny Hensing, toenmalig coach van de Ci-jeugd, waar zoon Coen het doel verdedigde. toe konden. In de tussentijd kregen die Canadezen dik betaald. En dan kwam je er eentje na het weekeinde tegen, had -ie er net 1500 gulden doorheen ge- Maar het was natuurlijk een schitteren de tijd. Ik herinner me nog goed dat ze bij een toernooi in Heerenveen het Frie se volkslied al klaar hadden liggen voor de huldiging. Ik zei: zorg nou maar dat je het Wilhelmus ook hebt. En inder daad moesten die Friezen het Neder landse volkslied voor ons draaien. We hebben op een ochtend in Rotterdam ook al op een buitenbaan gespeeld, dat was in 1978. Hebben we daar in alle vri- oegte het ijs staan schoonmaken, want het had geregend. Met de banken van de tribune staan slepen om de baan glad te krijgen. Koud dat het was... En in Assen kon je altijd op de vuist, vaste prik. Mooie herinneringen. Ook aan de ijsbaan hier in Leiden. We waren een echte vereniging. Heel gezel lig, met de ouders onderling ook. Hoe de gemeente dat zo heeft kunnen verwaar lozen, daar kan ik best nijdig om wor den. Zeker omdat ze nu een torenhoge subsidie geven aan die ijsbaan op de Beestenmarkt. Schandalig. De echte Leidse ijsbaan gaat er aan kapot. En daar hebben ze nooit enige aandacht aan besteed. Coen is nu scheidsrechter geworden, hij wordt de beste van Nederland. Als scou- tingleider brak hij zijn mg bij een klim partij, daarna is hij nog wel even gaan schaatsen, maar hij merkte zelf dat het niet meer ging. Gert-Jan Vreeburg heeft nog jaren bij Rotterdam gespeeld, op het hoogste niveau en Wimpie Oostveen heeft nog in Zweden met een club mee- getraind. Die heeft het nooit echt gered. Maar dit jeugdteam was goed. En gezel lig. We komen nog wel eens ouders van de andere jongens tegen, en dan zeggen we tegen elkaar: 'wat was dat toch een mooie periode'. Misschien wel de mooi ste van ons leven." Vanmorgen wordt in Heerlen Theo Pickée begraven. Mooie vent was het, de voorzitter van Roda JC. Een voetbalbestuurder die ik kon velen en daar zijn er niet zo veel van. Pickée deed zich niet belangrijker voor dan hij was. Zelfoverschatting, een kwaal die in het voetbal nogal heerst, was hem vreemd. Theo deed normaal, aardig ook tegen journalisten. In 1995 moest Roda in de tivee- de ronde van de UEFA Cup naar Benfica. Ik ging mee, om verslag te doen voor De Volkskrant. Het zou de aangenaamste van al mijn Europa Cuptripjes wor den. Niet in de laatste plaats dankzij Theo Pickée. En me vrouw Pickée. En Eusebio. Ik vond de parelvisser van Mo zambique daags voor de wed strijd in de catacomben van het Estadio da Luz. Er was mij ver teld dat de grootste aller tijden uit het Portugese voetbal van het pad was geraakt en door Benfica uit de goot was getrok ken. Ze hadden hem een baan tje op kantoor gegeven, nou ja baantje, Eusebio kwam zo nu en dan een bakkie doen op de burelen van de club en als Ben fica gasten had, mochten die de legende een handje geven en met hem op de foto. Afijn, ik trof het toen ik me op goed geluk meldde bij de ingang van het stadion. Eusebio was presenten bereid om met mij een beetje over zijn grote liefde te kletsen. 'Uit respect voor het Nederlandse voetbal', verzeker de de Portugese Pelé mij, 'omdat jullie propagandisten van het aanvallende voetbal zijn.Hij zag er patent uit, Eusebio. Ik had nu niet bepaald de indruk dat hij, zoals geruchten wilden, jarenlang laveloos was geweest. Het mooiste kwam na het inter view. Eusebio da Silva Ferreira vroeg of hij me een lift naar de stad kon geven. Graag maestro. En daar ging ik, op Lissabon aan in een klassieke mercedes die dezelfde rode kleur had als het shirt van Benfica. Voordat we instapten, groette Eusebio bij de stadionpoort het standbeeld van een voetballer. Degene die „Met mevrouw Pickée voorop trok een man of tien in polonaise mijn kamer binnen" op de sokkel stond, was hij zelf. De wedstrijd, een dag later, viel behoorlijk tegen. Van het Esta dio da Luz had ik me meer voorgesteld dan de kille, beton nen arena die het bleek te zijn. Het was ook behoorlijk leeg wat natuurlijk zo gek niet was. want van Roda JC had nog geen Por tugees gehoord. De club van Theo Pickée en trainer Huub Stevens kwam er in Lissabon zonder al te veel kleerscheuren van af. De 1 -0 nederlaag bood perspectieven voor de return in Kerkrade en daar moest op ge dronken worden. Hi, ha, lio. Nagedane arbeid (wedstrijdver slag plus reacties tikken en doorseinen naar de krant) trof ik in mijn hotel een vrolijke Limburgse bende aan. Het be stuur van Roda en zijn gasten bouwden een feestje. Normaal maak ik rechtsomkeer zodra ik op zuipend sponsorvolk shut, maar die keer liet ik mij gewillig meevoeren naar de bar. Goed volk die Roda-familie en ik heb flink op ze staan toosten. Toen ik het welletjes vond, groette ik meneer en mevrouw Pickée en riep ik voor de gein dat als de hotelbar zou sluiten de minibar op mijn kamer open ging. Dat heb ik geweten. Onder het tandenpoetsen hoorde ik op de gang een enorm kabaal. Daar werd op mijn deur geklopt. Nogal hard geklopt. Met me vrouw Pickée voorop trok een man of tien in polonaise mijn kamer binnen. De volgende och tend probeerde ik bij het uit- checken duidelijk te maken dat ik een hele minibar wilde afre kenen. Pardon? Jazeker, de complete inhoud van een mini bar. Que, como? De minibar, empty. Empty? Is not possible. Nou en of dat possible is. Ga maar kijken. Er werd een mannetje naar mijn kamer geshiurd en die kwam hoofdschuddend terug. Vervolgens moest ik een reke ning vereffenen waar ze bij de krant lelijk van zouden opkij ken. Maar in het vliegtuig kreeg ik van Theo Pickée een etwelop waarvan de inhoud mij deed blozen. De voorzitter was even met de pet rondgegaanen van de opbrengst had ik eélNtele batterij minibarretjes kunnen betalen. In de return op Kaalheide speel de Roda een geweldige wed strijd. Stompwijker Edwin Vu rens was uitblinker. Totdat hij bij een 2-0 voorsprong gruwelijk in de fout ging. Bali>erlies van Vurens betekende de ondergang van Roda. Ik baalde bijna net zo hard als de verslagen Roda-fa milie. Omdat ik nog graag een keertje met de club van Theo Pickée op stap was gegaan. Vanmorgen wordt de voorzitter van Roda begraven. Terecht dat de wedstrijd tegen Ajax gister avond niet door is gegaan. Mooi ook, dat zo'n afgelasting nog kan in een tijd van keiharde za kelijkheid. Jaap Visser Reageren? sportredactie.ld@hdc.nl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 21