KUNST CULTUUR m Marjan Berk: 'Ik pleeg vivisectie op mijn omgeving'; 7n Nederland is alles zo Loekie de Leeuw-achtig Herman Koch: een hang naar wildheid Herinneringen van een bruikbare kracht aw hh i» Tn— Mm, mm mm tm mm m m m m m. dinsdag 2 DECEMBER 2003 m door Jacques Geluk Marjan Berk heeft haar memoi res gepresenteerd waarin ze met verbazingwekkende precisie put uit herinneringen aan haar leven en de rol die zijvanaf het begin van de jaren vijftig in het theater speelt. Een brok amusementsge schiedenis, gelardeerd met foto's en vele persoonlijke noten. „Ik ben nooit bezig geweest met mijn memoires. Wel heb ik als grapje altijd geroepen: 'Dat komt in mijn memoires'. En nu zei mijn uitgever ineens serieus: 'Joh, die verhalen die je altijd vertelt, kun je die niet opschrij ven?'." Voor 'Memoires van een dame uit de goot van het amu sement' - ze beschouwt zichzelf niet als een vedette, maar eer der als een bruikbare kracht - heeft Marjan Berk (71) met ver bazingwekkende precisie geput uit haar eigen herinneringen. „Met een jongen van het ballet van toen, Beer Gertenbach, die ongelooflijk goed gedocumen teerd is, heb ik wat bijgepraat. En met Friso Wiegersma, de le venspartner van Wim Sonne- veld. Voor de rest heb ik het op eigen kracht gedaan. Mijn ge heugen is een van mijn sterke punten. Bovendien heb ik altijd als een schrijver naar gebeurte nissen gekeken. Ik zuig alles op als een spons, wat natuurlijk ook niet altijd goed is. Ik pleeg ook vivisectie op mijn omge ving. Ik heb twee jaar aan dit boek geschreven. Er gaat ten slotte veel denken aan vooraf. Ik ben blij dat ik het nu heb op geschreven, maar ik ben niet uitputtend geweest. Er staan genoeg anekdotische rariteiten in om het prettig leesbaar te houden." Het boek leest, zoals Marjan Berk praat. Vlot en vrijwel zon der ophouden, maar nooit ver velend. De geschiedenis van het Nederlandse amusement vanaf Marjan Berk: „Ik ben geen ster geworden, maar heb altijd de kleine rollen gepoetst als zilver. Ik was ko ningin van de kleine rollen." Foto: GPD/Evert Elzinga het begin van de jaren vijftig komt in haar memoires tot le ven en krijgt een extra dimensie door de verhalen over haar per soonlijke lotgevallen vanaf haar vierde jaar die er doorheen ge weven zijn. „Guus Vleugel heeft me, dat staat ook in mijn me moires, aan het schrijven gezet. Hij heeft het eerste hoofdstuk van mijn eerste boek 'Nooit meer slank', dat een enorm succes in Nederland en Duits land is geworden en nu ruim twintig jaar later met zes nieu we hoofdstukken opnieuw is uitgebracht, letterlijk gedic teerd. Maar het is wel mijn ver haal. In een week tijd heb ik 's nachts - 'want dan slapen je vij anden' - de rest geschreven. Ik heb zoveel van Guus geleerd. Naar kritiek luisteren, bij mezelf blijven. Ik noem 'Nooit meer slank' een 'egodocument'. Het is de altijd durende speurtocht naar de oorzaken van mijn vraatzucht." Vervolgens somt Marjan Berk, die jarenlang werd gefrustreerd door haar streefgewicht, er een aantal op: hongerwinter, verve lende gebeurtenissen in haar jeugd. „Maar het is een beetje dubbel, want ik kan ook enorm genieten van eten. Vraatzucht gaat nooit over", zegt ze nog, „maar door het inzicht dat je krijgt kun je jezelf vergeven als je er toch aan toegeeft." Uit haar memoires blijkt dat Berk, wier lichaam door 'al die bevallingen al vijf keer zijn oor spronkelijke contouren heeft verloren', al heel lang bezig is met 'dat stomme gedoe' met diëten: 'Ik meldde mij in de ja ren zestig als eerste aan bij de Amsterdamse club van de Weight Watchers. Vóór ons dik kerds stond een broodmagere mevrouw uit Wassenaar, me vrouw Gratia Schimmelpen- ninck van der Ooye. Zij hield een weckfles met daarin een klont menselijk vet op sterk wa ter omhoog en riep daarbij: 'Dit zit er te veel aan, dames'. Die pot was een beetje vochtig. We moesten het ding aan elkaar doorgeven.' Marjan Berk kijkt even schuin naar beneden en constateert dat het nu allemaal wel meevalt met haar omvang. Pure luxe Het Fonds voor de Letteren heeft een subsidie gegeven voor met name de beschrijving van de theaterherinneringen in 'Memoires...'. Een keur van be kende namen komt dan ook voorbij. Toneelstukken en ca baretvoorstellingen, waarvan naam en faam nu nog bij de wat ouderen in het geheugen staan gegrift, komen weer tot leven en herinneringen van de lezers worden weer op de juiste plek in de tijd geplaatst. Daar naast leert de lezer de 'sterren' van toeil, hoewel ze door het ontbreken van televisie-aan dacht rustig over straat konden, op een andere manier kennen. Van Wim Kan en Corry Vonk is bekend dat ze nogal wat af stand bewaarden tot de wereld. Marjan Berk - dan in het bezit van het diploma krankzinni genverpleging dat haar later van een wisse dood zal redden - maakt ook een andere kant van ze mee als ze eenmaal, tot haar stomme verbazing, is geënga geerd. „Later hoorde ik dat dat kwam omdat ik zielig was, omdat ik een kind had. Ik verdiende het eerste jaar 200 gulden, het jaar daarna 225. Het was een rare, maar leuke tijd bij Kan, wiens vader minister was. Corry had voor de oorlog gigantisch veel succes, maar had armoede ge kend. In Indië werden ze over vallen door de oorlog. Daarna kwam het ABC Cabaret en ont Marjan Berk met Hansje Toussain in de voorstelling 'Alle gekken kij ken' uit 1959. Publiciteitsfoto: Hans van den Busken wikkelde Kan zich steeds meer tot conferencier. Toen ik een keer zei dat mijn oma kwam lo geren zorgde zij voor een tafel, die zij had bemachtigd door tij dens een veiling tegen Wim Sonneveld op te bieden. Ik kreeg hem compleet met deken D voor oma, een persje en een kcP peren asbak. We zitten nog a steeds rond die tafel.P „Ik was nooit zo ambitieus, fi Zonder carrièreplannen heb ikfc mijn brood verdiend. Ik ben geen ster geworden, maar heb altijd de kleine rollen gespeeld^ Ik was koningin van de kleine rollen", zegt Berk nu, hoewel z| toneel, kluchten bij John Lan- ting, cabaret, radio ('ik heb ee# baan als diskjockey bij Veronicp laten schieten voor Lurelei') en' televisie heeft gedaan. Verder 1 heeft ze liedjes, waarbij haar toenmalige man Ruud Bos de P] muziek maakte, boeken en co-P lumns geschreven. En niet te vergeten de succesvolle drama® serie 'Vrouwenvleugel' voor j* RTL 4. Maar dat wapenfeit sta# niet in haar boek. En ze wilde Ij en kreeg een groot gezin. „Drifl kinderen zijn me overkomen, p. twee heb ik er bewust gekrege# En nu ben ik weer zwanger, vajl een kleinkind. Mijn 'Oma- en jï opaboek' loopt nog steeds. Na dat boek ben ik op verzoek va# Novib en de Verenigde Naties p de hele wereld over geweest alj Europese oma. Je wordt vanze ervaringsdeskundige, als je c maar lang genoeg leeft." Als ze een boek schrijft doet zef dat bevlogen en is ze 'diep ge lukkig'. „Ik beschik over het u vermogen autonoom dingen t# maken en dan ben ik niet bezifÉ met de receptie ter ere van de P presentatie van het boek. Ik kef geen verveling en als het af is f' geeft dat gemoedsrust, kan ik P1 lekker slapen en ben ik echt tef£ vreden. Nu werk ik aan het ve#1 volg op 'Toen de wereld jong was': 'De weg naar het Zuiden?' over liefde op hoge leeftijd. En'€ ik schrijf nog een column en f houd veel lezingen. Dankzij dij verdiensten kan ik zo'n boek l{ schrijven, want dat is toch pui!" luxe." 1 Marjan Berk: 'Memoires van een da f me uit de goot van het amusement'] Uitgeverij Adas. Prijs: 16,50 euro. |e door Jan-Hendrik Bakker Alsof het afgesproken werk betreft: kort na een bijna constitutionele crisis vanwege du bieuze contacten van een koninklijke verloof de met de Amsterdamse onderwereld, gaat Herman Kochs jongste roman 'Odessa Star' over die Amsterdamse onderwereld. En de aantrekkingskracht ervan, de patserigheid, en de bewondering van de gewone burger man, de loser, voor de winner. Herman Koch (1953) is schrijver, columnist en televisiemaker. Hij is het voorbeeld van een hedendaags auteur: werkzaam in meerdere media. Met Kees Prins en Michiel Romeyn maakt hij al jarenlang het satiri sche programma Jiskefet. De 'lullo's' en 'goeie 's morgens' zitten inmiddels in het standaard Nederlands van elke Hollander, ook van de niet-Jiskefetkijker. Koch maakte als satirisch schrijver vooral naam met 'Red ons, Maria Montanelli' (1989) en 'Eindelijk oorlog' (1996). Verder schrijft hij columns voor de Volkskrant. Zelf ziet hij die bezig heden als een samenhangend geheel. „Het uitproberen van een typetje in een tv- sketch lijkt veel op het verzinnen van een karakter dat je als schrijver moet doen", zegt hij. Het boek is een misdaadroman en sociale satire tegelijk. Het verhaal speelt zich in meer dan een enkel opzicht ook dichtbij de schrijver ervan af. Herman Koch: „Ja, mijn hoofdpersoon woont net als ik ook in de Pythagorasstraat. Maar een paar huizen verder. En niet in een benedenwoning. Ik heb wel een tuin, hij niet. Je moet daar niets autobiografisch in zoeken. Ik liep al langer met het idee om eens iets te schrij ven over een verhaal dat zich in mijn eigen buurt afspeelt. Er zitten ook andere privé- dingen in. Maar dat zijn knipogen naar mensen die mij goed kennen. En zoals de hoofdpersoon aan het eind van het boek eindelijk een echte Jeep Cherokee aan schaft, zo blijkt ook de auteur in zo'n mo del te rijden." Koch glimlacht. „Ik heb lange tijd niets met auto's gehad, maar dat is veranderd. Dat ding heb ik,aangeschaft in een tijd dat het niet lekker ging met me, er was veel dat me toen tegenzat en ik wilde mezelf eens een keer verwennen. Laat ik nu eindelijk eens doen wat leuk is, vond ik, en toen heb ik die auto gekocht. Maar heb je zo'n auto eenmaal, moetje wel altijd in de verdedi ging, is mijn ervaring. Overigens vindt het zoontje vap mijn hoofdpersoon zo'n Che rokee maar niks; iets voor verveelde huis vrouwen in Amsterdam-Zuid om de kinde ren naar school te brengen of boodschap pen mee te doen. Fred, mijn hoofdpersoon, zou graag indruk willen maken op zijn zoon, maar zijn zoon is iemand voor met een maar een Porsche of een Ferrari. De rest vindt hij suf." De overeenkomsten met eigen leven en buurt zijn echter vooral bedoeld om de ge loofwaardigheid van het verhaal te verho gen, verzekert Koch. Heeft hij research ge daan naar het gedrag van de Amsterdamse maffiabazen? Veel ligt voor het opscheppen in Amsterdam, zegt hij. „Ik herinner me dat ik in een restaurant heb gegeten waar naast ons twee kerels zaten, helemaal in het zwart gekleed, op tafel pontificaal twee sa telliettelefoons, een grote karaf cola en een liter rum. Af en toe ging een van hen even naar buiten. Dan weet je wel met wie je te maken hebt. Zulk soort types ken je. En verder zijn er een paar mensen die mij kon den informeren over de zeden en gewoon ten in het criminele milieu." En de geloofwaardigheid van de hoofdper soon? Acht hij het mogelijk dat hij zelf zo door de onderwereld ingepalmd zou kun nen worden als in het boek gebeurt met Fred? Ja, zegt Koch onomwonden. Wie is die Fred eigenlijk? In elk geval een man met een laag zelfbeeld, zoals dat heet. „Ik heb zijn beroep met opzet maar in het midden gehouden", zegt Koch. „Dat zou te bepa lend geweest zijn voor het verhaal. Maar ik had zo mijn voorstelling bij het schrijven. Voor mijn eigen gevoel was het iets met het GAK. Een controlerende functie. Kijken of mensen echt ziek zijn. Dat soort werk. Werk waarmee je al gauw een grote hekel aan mensen krijgt en over engelengeduld moet beschikken, zoals iemand in het boek zegt." Tarantino In 'Odessa Star' draait het om het gebrek aan eigenwaarde van de hoofdpersoon en een verlangen naar meer spanning en ge weld. Voor de puberzoon is pap een sukkel, zijn echtgenote gaat vreemd (denkt hij) en kan hem nog maar nauwelijks velen. Fred verlangt naar een leven als in een film van Tarantino; veel luchtig geweld en noncha lante avonturen. Koch: „En dan kan het mis met je gaan. Laat ik het zo zeggen: de Fred in mij, mijn duistere ik, zou ook vrij makkelijk in het criminele milieu gezogen kunnen worden. Iedereen wel, vermoed ik. Het hangt van de omstandigheden af." Dan vertelt hij: „Weet je dat ik bij Klaas Bruinsma in de klas heb gezeten? Herinne ringen heb ik daar nauwelijks aan, maar ik ben me wel eens af gaan vragen wat er ge beurd zou kunnen zijn als ik Bruinsma, had hij nog geleefd, later tegen was gekomen. Ik denk dat mij hetzelfde zou kunnen overko men als-Fred in het boek. Stel: je zit een beetje in een lastige situatie. Je wordt geter roriseerd - door de buren bijvoorbeeld - en je bent verder ook niet zo gelukkig in je le ven. Tel daarbij op dat je toch wel wat meer spanning in je leven zou willen. En bedenk dat het zieken door de buren dag in dag uit doorgaat." „Dan duikt er plotseling een schoolvriend van vroeger in je leven op, een man die makkelijk even voor jè kan regelen dat die buren voortaan het zwijgen er toe doen. Je weet dat hij crimineel is, maar hij is toeval lig ook het type dat jou joviaal te hulp wil schieten. Wat doe je dan? Ga je de politie voor de zoveelste maal bellen om te klagen over de buren, terwijl je weet dat ze toch niets voor je doen? Of laat je het aan die crimineel over? Het komt redelijk vaak voor hoor, dat mensen wier handen gebonden zijn, iets door anderen illegaal laten op knappen. En ja, daar staat natuurlijk, hoe dan ook, altijd een verplichting tegenover. Zo gaan die dingen." „In mijn boek had Max al vage plannen met Fred, als hij hem voor het eerst ont moet. Hij vermoedt dat hij zijn Triviant- achtige feitenkennis wel eens zou kunnen gebruiken. Maar het hoeft niet per se van tevoren te zijn bedacht. Het kan ook ach teraf. Je compromitteert je sowieso en je bent verplicht om eens wat terug te doen voor de diensten die je zijn bewezen, al is het maar dat je Sinterklaas komt spelen voor de kinderen van je criminele vriend jes. Zo werkt het wel. Ik denk dat ook Mabel Wisse Smit uitermate kwetsbaar zou zijn geweest als het tot een koninklijk hu welijk was gekomen. Ik weet vrij zeker dat er in het milieu een aantal lieden handen wrijvend toe heeft zitten kijken bij die ver loving: ha, nu hebben we ook een mol in het koningshuis. Peter R. de Vries hebben ze zijn onthulling niet in dank afgenomen, reken maar." Naar aanleiding van de afloop van het boek, die hier verder niet verklapt mag worden, zegt Koch: „Ik heb het gevoel dat iemand die geen moreel besef heeft toch weg komt met zijn bedrog en misdaden. Dat gebeurt in mijn boek. Daar bereikt Fred toch wat hij wilde: respect van zijn zoon, een spannender bestaan en nog wat zaken. De brutalen hebben de hele wereld, Herman Koch: „Wat Balkenende betreft - ik heb zo'n enorme hekel aan die man, echt een hekel. Als ik zijn imago kan beschadigen, nou graag." Foto: GPD/Robert van Stuyvenberg ja. Het is wonderlijk, maar je kunt iets tijde lijk regelen met geweld en illegale midde len en er uiteindelijk toch je zin mee door drijven. Het is het recht van de sterkste. Dat zie je toch ook in de wereld zelf. De VS re gelen uiteindelijk buiten de VN om wat ze geregeld willen hebben." „Maar misschien is dat eigenlijk zo slecht nog niet. De VN hebben als wereldregering nooit veel voorgesteld. In de VN zitten per slot van rekening ook de grootste schurken. Het is een machteloze organisatie die niet heeft kunnen voorkomen dat in Rwanda de Tutsi's met honderdduizenden zijn afge slacht. Het recept van de VN is per definitie pappen en nat houden. Ik heb zelf de cyni sche gedachte, dat als de VN op de Balkan niet hadden ingegrepen en de moslims dus waren gevlucht in plaats van dat zij bleven omdat ze dachten beschermd te zijn, er geen zevenduizend doden gevallen zouden zijn in Srebrenica. Maar ik geef toe: dat is erg cynisch." Balkenende Toch wil Koch het woord morele veront waardiging niet horen. Als hedendaags sa tiricus laat hij zich daar niet door leiden. Veel meer door woede om middelmatig heid en gezapigheid. Hoe ver kun je dan gaan in je satire? Heel ver, vindt Herman Koch. „Laat ik in de eerste plaats zeggen dat satire die alleen maar bedoeld is om te shockeren bij voorbaat mislukt is. Verder heb je ook domme satire, namen hoef ik niet te noemen. Maar daarnaast worden de grenzen uitsluitend bepaald door goede smaak." Is het pissen op een tatoeage, voorstellende minister-president Jan Peter Balkenende, een scène uit een van de laatste afleverin gen van Jiskefet, nog goede smaak? Koch: „De meeste politici zijn gevleid als ze ge persifleerd worden. Dan zijn ze belangrijk op de een of andere manier. Ze voelen dat ze mee tellen. Wat Balkenende betreft, ik heb zo'n enorme hekel aan die man, echt een hekel. Als ik zijn imago kan beschadi gen, nou graag. Met die scène in Jiskefet, met al die homo-erotiek erbij, hebben wij dat willen doen. Het zijn niet zijn politieke ideeën, het is zijn hele voorkomen, zijn op treden. Weer zo'n premier voor wie je je diep moet schamen. Eerlijk gezegd had ik dat ook met Wim Kok, hoewel op een neu trale manier. Die fietste samen met Parijn door Amsterdam. Leuk hoor, dat dat alle maal kan in Nederland - ze moesten eens weten wat er werkelijk allemaal aan de hand is!" „Voor wie ik wel waardering kon opbren- II d gen was Den Uyl, de bezetenheid van diej( man deed me wel wat. Zie je, het heeft allfo maal niets met politieke voorkeuren te mfo ken. Kok komt voor mij dichterbij Bush, ook zo'n marionetachtig, onbewogen ie mand. Bush heeft dan nog het voordeel dj hij alcoholist is geweest. Dat maakt hem ui menselijk. Weet je, in Nederland is alles zf zonder allure. Zo Loekie de Leeuw-achtigj Wij hebben dat in Jiskefet wel eens op de hak genomen, die sfeer. Balkenende komt voor mij uit hetzelfde vaatje als Loekie de Leeuw. Het is allemaal zo zouteloos, zoiet als lelijk behang; het hangt daar maar en niemand die er iets van zegt." „Nederland is, denk ik, doorgeschoten alk verzorgingsstaat. Van het echte leven heb ben wij geen weet meer. Dat er gestreden moet worden om te overleven bijvoor- 1 beeld. Met die werkelijkheid zijn wij het lll: contact kwijt geraakt. Dat is ook de reden waarom ik graag in Amerika kom. Ik rij du k zendmaal liever daar met mijn auto door^ de wildernis dan ergens in de buurt van |t0: Leidschendam, snap je. Het is niet voor |es niets dat alle reclames, zoals die van de Marlboroman of van nieuwe luxeauto's dat landschap als achtergrond hebben! Herman Koch: 'Odessa Star'. Uitgeverij Augus 304 pagina's, 18,50 euro

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 18