1 Venijnige afrekening met de Marokkaan Voetbalboek om van te watertanden Uit de goot is het smakelijk drinken Bidden én porno kijken Hafid Bouazza treedt in voetsporen W.F. Hermans Memoires van 'schorre kip' Marjan Berk ZATERDAG 15 NOVEMBER 2003 ER BIJ Hafid Bouazza schreef met Paravion een ro man over de positie van Marokkaanse immi granten in Nederland. Prachtig van stijl, qua analyse schrijnend en onthullend, als docu ment confronterend voor Marokkanen én Nederlanders. roman recensie Wim Vogel 'Paravion' door Hafid Bouazza. Uitgeverij Prometheus. Prijs: €19,95. Paravion, zo noemen de achterblijvers in Morea het land en de stad waar hun man nen, hun zonen en hun vaders naar ver trokken zijn om nooit meer terug te keren. Op de spaarzame brieven die zij om de zo veel jaar ontvangen en die natuurlijk altijd aan de zonen zijn gericht, zien zij de blauw witte postzegel met een vreemde vogel erop die de naam van het land vermeldt: Para vion. Een mythisch land moet dat zijn waar niets gaat zo als het hoort, maar waar geld wordt verdiend dat binnenkort zal worden overgemaakt. Over die achterblijvers in Morea (Marokko) en over de positie van hun mannen en zo nen in Paravion (Amsterdam), daarover gaat de nieuwe roman van Hafid Bouazza. Qua taal, stijl en poëtisch vermogen prach tig, qua analyse schrijnend en onthullend, als document confronterend voor Marok kanen en Nederlanders: kortom, alles wat je van een goed boek mag verwachten. Het is lang geleden dat ik een auteur zo ve nijnig heb horen afgeven op zijn landgeno ten. Willem Frederik Hermans was daar een meester in. Zijn minachting voor, afkeer van en woede over onze zelfgenoegzaam heid, op de Nederlander dus die daarbij ook nog wel even het geweten van de we reld wilde zijn, diezelfde betrokkenheid proef je in Bouazza's cynische commentaar op de Marokkaanse mannenwereld. Para vion is een roman, maar soms zegt een ar tistieke individuele uiting meer dan alle rapporten over integratie bij elkaar. Het ingewikkelde is daarbij dat Paravion ook het exotische en mysterieuze van de Noord-Afrikaanse natuur en cultuur schit terend verbeeldt. En zo is er sprake van een gecompliceerd soort heimwee. Bouazza roept het gedroomde land met zijn bezielde natuur op in een klassiek-arcadische taal, vol beelden en personificaties, maar laat te gelijkertijd de bekrompenheid, discrimina tie en willekeur zien die de mannen zich al eeuwenlang in dat prachtige land konden veroorloven. Heimwee hebben zij in Amsterdam naar hun positie in Marokko waar ze 'in de scha duw van bloeiende amandels, citroenen en olijven' doodmoe werden omdat ze 'de vrouwen in de gaten hielden die gebogen, sommigen met baby's in een draagzak op de rug, op het land werkten om daarna het huishouden te verzorgen.' Een land waar over de prijs van vee en vrouwen altijd viel te praten. Geen wonder dat diezelfde mannen zich hopeloos misplaatst voelen in de stad aan de 'Amestel', dat zij zich geen raad weten in het Vondelpark dat zomers lijkt op een oos ters paradijs vol muziek en kleuren en nim fen en saters die zich zo maar uitkleden. Hun schotelantenne is hun houvast, hun theehuis de plek waar ze iedere dag op nieuw urenlang kunnen klagen over die domme Amsterdamse artsen die weigeren hun taal te spreken. Hun nieuwe wereld is zonder hen ontstaan en hun aanwezigheid daar is niet noodzakelijk. Zeggenschap over de manier waarop hier het leven verloopt, hebben zij niet meer. En dat in tegenstel ling tot hun achtergelaten vrouwen en dochters in Marokko die door de vaderlijke afwezigheid ineens veel meer vrijheid krij gen. Het is een wonderlijk poëtisch en politiek boek dat Bouazza heeft durven schrijven. Veel van zijn landgenoten zullen hem zijn confronterende visies en uitspraken kwalijk nemen. Ik vind het vooral een tragisch boek omdat er opnieuw uit blijkt hoe misplaatst vele allochtonen zich zullen blijven voelen in onze westerse samenleving zolang zij weigeren compromissen te sluiten die hun wezen aantasten. Het meest te vrezen is de frustratie die daaruit groeit. Willem Frederik Hermans moest decennia wachten op een literaire prijs. Laten we die fout bij Hafid Bouazza niet opnieuw ma ken. TOP-10 1.(1) Youp van 't Hek, Liegangst. Thomas Rap, 7,50 2. (3) Hanneke Groenteman, Doorzakken bij Jamin Thomas Rap, 15,00 3. (-) Stephen King, Wolven van de Calla. Luitingh/Sijthoff, 24,95 4. (2) Snoecks 2004 Scriptum, 12,50 5. (4) Nicci French, De verborgen glimlach. Anthos, 18,90 6. (5) Baantjer, De Cock en geen excuus voor moord. De Fontein, 9,98 7. (-) Karei Glastra van Loon, De onzichtbaren. L.J. Veen, 15,95 8. (9) Hella Haasse, Sleuteloog. Querido, 16,95 9. (8) Bernhard Schlink, De voorlezer. Flamingo, 3,00 10. (7) Dif L.J. Veen, 25,00 Bron: CPNB/De Bestseller 60 De top tien is met ingang van deze week veranderd. Voortaan baseert deze krant zich op de officiële, lande lijke verkoopcijfers van het CPNB die wekelijks worden gebundeld in De Bestseller 60. In deze lijst wordt zo wel fictie (literatuur) als non-fictie opgenomen. Met ingang van volgen de week wordt onder de top tien een korte karakteristiek van elk nieuw binnengekomen boek opgenomen. sportboek recensie Cyril Rosman 'Voetbaljaarboek 2002-2003' door David Goldblatt. Uitgeverij Het Spectrum. Prijs: €34,95. De kaft oogt saai, alsof erachter het zoveelste duffe, droge jaarboek schuilgaat. Hoe schijn kan bedriegen. Want het Voetbaljaarboek 2002/2003 van David Goldblatt sprankelt, heeft een opmaak om van te watertanden en bevat zoveel statistiekjes, weetjes en ge- schiedschrijvingen dat de liefhebber er ze nuwachtig van wordt. Wie er drie jaar geleden kampioen van Suri name werd? Het staat er in. Wie het meest de Copa America heeft gewonnen? Is terug te vinden. De rijkste club ter aarde? De duurste transfer? Staat er allemaal in. De naam jaarboek klopt ook niet helemaal, want behalve bijna alle wedstrijden en cijfers van het afgelopen wereldwijde voetbalsei zoen, staat er ook een volledige geschied schrijving in van het ontstaan van de sport op de verschillende continenten. Het is allemaal versierd met tientallen graphics en kaartjes. Elke grote voetbalstad heeft een plattegrond gekregen waarop de belangrijkste stadions staan aangegeven. Minpuntjes zijn er vanzelfsprekend ook. Het Voetbaljaarboek is van oorsprong een Engel se uitgave en is dit jaar voor het eerst aange past voor de Nederlandse markt. En dat is slordig gedaan. Te meer omdat het weekblad Voetbal Inter national heeft meegewerkt aan deze uitgave. Zo heet de ontslagen Vitesse-trainer Mike Snoei, en niet Mark. En heet de voormalige directeur van NAC Roelant (met een t, geen d) Oltmans (en niet Oltams). En siert Meivin Fleur de rubriek Nederlandse spelers in het buitenland, maar Fleur speelde vorig jaar toch echt voor RBC en niet voor Anderlecht. Dat was al een jaar eerder. En, oh ja, Excelsior speelt in het rood-zwart, niet in het rood-blauw. Dat soort slordigheden doet je twijfelen aan de betrouwbaarheid van alle feitjes over an dere landen. Maar het blijft een boek om van te watertanden. (echt een luchtduel uit met Inter-verdediger Cordoba. Ondanks een 1-2 thuisnederlaag plaatst Ajax zich F tweede ronde van de Champions League. Foto: GPD/ Hans van Weel PSV viert het kampioenschap op het stadhuis. Foto: ANP/Jasper Juinen DE LEESTAFEL door Martin Hendriksma In de rubriek De Leestafel wordt tel kens een ander genre boeken belicht. Deze week drie sterk op de actualiteit geïnspireerde reisboeken. 'Godsdienst is allicht goed, maar weet je hoe wij de verplichte gods dienst noemen? Holy shit.' De Vlaamse journalist Rudi Rotthier op bezoek bij Iraanse studenten, die drugs snuiven en uit hun bol gaan op de muziek van Led Zeppelin. Het is een van de vele verrassende inkijkjes die Rotthier biedt in zijn ambitieuze boek De koranroute (At las, €24,90), waarvoor hij via Mar seille, Noord- en Midden Afrika, het Midden-Oosten en Bangladesh uit eindelijk in Indonesië belandt. Over zijn contacten met moslims in al de ze gebieden schreef Rotthier gedu rende dertien maanden een dagelijk se rubriek voor de Vlaamse krant De Morgen. Nu zijn al die losse stuk jes tot een soepel lopend, ruim 570 bladzijden dik reisverslag samenge smeed. Het ontbreekt in dit boek aan een theoretisch kader. Daar kon Rotthier in de krant vast niet mee uit de voe ten. Daartegenover staan honderden ontmoetingen met, vooral jonge, moslims waardoor de auteur de ano nieme miljoenenschare die zoveel mensen in het Westen angst bezorgt een gezicht weet te geven. Zoals dat van de Indonesische mos limmeisjes die vijf keer per dag tot Allah bidden, geen druppel alcohol aanraken, maar wel ongegeneerd naar pornovideo's kijken, 'om ervan te leren'. We nog dacht dat de we reldwijde moslimgemeenschap on der één noemer te scharen viel, komt bedrogen uit. Als ex-lid van het vermaarde diplo- matenklasje belandde Marcia Luyten via Buitenlandse Zaken in Afrika. Ze vestigde zich in Rwanda, waar ze de diplomatie verruilde voor de journa listiek en werkte voor onder andere Elsevier, NRC-Handelsblad en het NOS-joumaal. In Witte geef geld (Podium, €16,00) beschrijft ze de laatste twee Rwandese jaren. Ze pro beert de lokale bevolking op voet van gelijkwaardigheid tegemoet te tre den, maar een lange reeks van vaak bizarre incidenten maakt duidelijk hoe groot de kloof tussen Rwanda en Nederland is. Toch groeit er bij Luyten begrip voor de Afrikaanse levenshouding. 'Waar om zou je vooruit kijken als niet ze ker is dat je de mor gen haalt. Er is berusting. En er is de roekeloosheid van snel gewin - of dat nu gaat om geld, macht of de luxe te eten tot je niet meer kunt.' De Marokkaanse ge meenschap in Ne derland kampt, voorzichtig gezegd, met een imagopro bleem. We de Ma rokkanen eens van een andere kant wil leren kennen, kan prima terecht bij Mijn Marokko (At las, €18,50) van Gas ton van Camp. De reisjournalist reist kriskras door het land en vermengt zijn observaties met korte beschou wingen over de monarchie, de Ber bers en het verleden van het land. Mijn Marokko is een liefdesverkla ring, maar Van Camp verhult de minder aantrekkelijke kanten van zijn geliefde niet. Zoals wanneer hij op het door film en literatuur be roemde Gran Socco in Tanger be landt. 'Ooit was dit Tangers leven digste plein, gevuld met vertellers, leeglopers, briefschrijvers, slangen bezweerders, zakkenrollers, toeris ten, muzikanten, goochelaars, Rif vrouwen met kleurige rokken en bre de hoeden.' Nu is het plein 'smerig, lawaaiig, ongezellig druk, bijna op het louche af.' Gelukkig grijpt de ver loedering in de rest van het groten deels ongerepte land minder snel om zich heen. Mensen behagen door din gen te verzinnen en te ver tellen. En aandacht, daar heeft Marjan Berk haar hele leven al behoefte aan. Die aandacht valt het best te halen bij publiek: kijk-, luister- of lees publiek. In haar nieuwste boek Memoires van een dame uit de goot van het amusement komt ze er in hoofdstuk 1 meteen rond voor uit. Daarin beschrijft Marjan Berk (71) hoe ze als vierjarig kind in haar ouderlijk huis met een vinger poppetjes op de beslagen ruiten tekent en daarbij hardop een verhaal fantaseert over die figuurtjes. Ze voelt dat haar opa stiekem meekijkt, luistert en stil geniet. Ze heeft dan al publiek! Nog groter is het genot als ze ook applaus krijgt voor zelfbedachte voorstellingen tus sen de schuifdeuren. Haar moeder weet waar Marie Janne, zoals Marjan toen heette, terecht moet komen: 'Jij moet naar het cabaret'! Daar komt ze ook terecht, maar dat gaat niet van een leien dakje, zo als Berk in haar memoires vaak smakelijk en voor sommige hoofdrolspelers - inclusief zichzelf - af en toe pijnlijk uit de doeken doet. Eerst meldt ze zich op 21-jarige leeftijd aan op de Am sterdamse Toneelschool. Daar blijkt alras dat een grote rol in een avond vullend stuk haar niet snel ten deel zal vallen. Dat ze drie weken na het begin van de opleiding zwanger wordt, zit een voltooide toneeloplei ding ook danig in de Berk te gast in het Vara-jeugdprogramma 'Roffel', februari 1983. Archieffoto weg. Haar werkelijke liefde ligt meer bij het korte-baanwerk, bij het cabaret. In het Leidsepleintheater bij het ABC-caba- ret van Wim Kan en Corrie Vonk denkt ze het vak te leren. Nou ja, vak. Ze leert vooral door het vele kijken naar de conferences van Wim Kan wat timing is. En krijgt tegelij kertijd luid en duidelijk te verstaan dat zin gen niet haar sterkste kant is. Ook later hoort ze van anderen dat haar stem op z'n voordeligst sexy klinkt, maar de kwalifica ties hese sherrystem en schorre kip worden eveneens in de mond genomen. Berk laat zich niet uit het veld slaan en ge looft in haar plek bij het cabaret. Belandt onder meer bij het variété van Tom Man- ders, bij Fiet en Frans Koster, bij Jaap van der Merwe. En beleeft haar hoogtepunt bij het Lureleicabaret van Guus Vleugel en Erik Herfst. Zingt en speelt in 1966/1967 in het befaamde programma Relderelderel met Gerard Cox, die in het nummer Arme Ouwe tot verontwaardiging van velen koningin Juliana als een meelijwekkend figuur neer zet, met Jasperina de Jong en Erik Herfst en Rogier van Otterloo aan de piano. Ze holt in haar memoires door haar zeer af wisselende amusementsleven heen. Pakt van alles aan om aan de kost te komen. Kriskras een greep: Berk belandt in hoor spelen, doet radio- en tv-commercials (kan voor een kattenvoermerk met haar stem prima miauwen), speelt mee in de tv-serie Lotgevallen met de Franse slag, is Geesje Zoet in de kinderserie Oebele, staat op het toneel bij John Lantings Hé, mag ik mijn echtgenote terug! en schrijft de muzikale show Moeder en haar jongens. Berk roept met liefde en (zelf)spot vrolijke geschiedenissen, schmierpartijen, bonte avonden in de herinnering terug. Ze is niet voor niets in het verleden al eens tot 'ko ningin van het lichte boek' gekroond. Maar ze kan ook venijnig uithalen naar de 'gro ten' in het vaderlandse amusementswe- reldje. Deelt diverse sneren uit waar de be trokkenen liever niet aan herinnerd willen worden. Maar die wel zo wetenswaardig zijn om aan anderen (eindelijk) eens door te vertellen. Waarmee ze wederom - stil - applaus hoopt te scoren, waar ze vanaf haar vierde jaar al naar heeft verlangd. memoires recensie Gerard Veerkamp 'Memoires van een dame uit de goot van het amusement' door Marjan Berk. Uitgeverij Atlas. Prijs: €16,50 euro

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 9