In Katwijk zijn niet
méér verslaafden'
'Een joint is voor mij een kalmeringstablet'
Verslaving in Katwijk is een onder
werp met twee gezichten. Aan de
ene kant de stellige beweringen
dat het in Katwijk niets anders dan
elders in Nederland is gesteld met
het gebruik van en verslaving aan
alcohol of drugs. Aan de andere
kant de levendige handel in soft
drugs op straat, recent door de
GGD in kaart gebracht, en het ex
treme drankgebruik onder stappers
dat dit voorjaar aan het licht
kwam. Hoe zit het nou echt?
door Saskia Buitelaar
In Katwijk schrokken ze er van. Katwijkse
stappers van het mannelijk geslacht zui
pen als Amsterdamse cafébezoekers:
veel. Het drinkgedrag is 'excessief en 'risico
vol', volgens de landelijke norm, maar de
Katwijkse jongeren vinden pas tien tot vijf
tien glazen drank te veel. Alcohol is een pro
bleem. schreef wethouder zorg Wim van
Duijn in het voorwoord van de 'Rapportage
Alcohol Meetkeet' die dit voorjaar werd uit
gegeven na het uitvoerige onderzoek onder
het Katwijkse uitgaanspubliek.
Opnieuw een opzienbarend bericht, eind
oktober. Hoewel Katwijk geen coffeeshop
heeft, haalt twintig procent van de jongeren
in de Duin- en Bollenstreek de softdrugs in
Katwijk, waar kennelijk een levendige straat-
en thuishandel bestaat. Desondanks is het
drugsgebruik van Katwijkse jongeren - waar
schijnlijk tien procent - niet hoger dan ge
middeld in het gebied Zuid-Holland Noord
(Leiden en omstreken, Alphen aan den Rijn,
Rijnstreek, Duin- en Bollenstreek).
Harddrugsverslaafden lieten Katwijk enkele
jaren geleden al schrikken, toen in 1994 het
inloophuis voor verslaafden De Brug werd
geopend en zich spontaan een grote groep
heroïneverslaafden meldde. Het drugspro
bleem, dat tot dan toe in Katwijk liever werd
ontkend, kreeg plotseling tachtig gezichten.
De media sprongen ér bovenop, smullend
van een christelijk vissersdorp in verval.
Achteraf bleek dat door een slordig uitge
voerd onderzoek door de Universiteit Leiden
te hoge aantalen harddrugsverslaafden de
wereld in waren geholpen.
De ontkenningsfase is Katwijk inmiddels
voorbij. Het Platform Verslavingszorg Kat
wijk, een club waarin elke denkbare organi
satie die met verslavingen of hulpverlening
te maken heeft is vertegenwoordigd, is al ja
ren bezig om problematisch drank- en
drugsgebruik in kaart te brengen en aan te
pakken. Zowel preventief, aan jonge risico
groepen, als aan Katwijkers die door hun
drank- of drugsgebruik in de problemen zit
ten. Op alle mogelijke manieren - met hulp
van huisartsen, ouders, kerken, cafés, sport
kantines - maar zonder de in Nederland ge
doogde coffeeshop. Daar zijn en blijven Kat
wijkse bestuurders, politici en hulpverleners
in meerderheid op tegen.
Vooruitstrevend
Het Katwijkse beleid is actief en vooruitstre
vend voor Nederlandse begrippen en in
geen enkele gemeente is meer onderzoek ge
daan naar drugs- en drankgebruik dan in
Katwijk. Dat is niet voor niets, want tegelijk
met het ontwikkelen van nieuwe plannen,
zette Katwijk de aanval in op de negatieve
beeldvorming. Er zijn in Katwijk namelijk
niet significant méér verslaafden aan drank
of drugs dan gemiddeld, zo beweren de di
verse instanties die zich bezighouden met
verslaafden of drugs- en drankgebruik. Zij
vinden in alle signalen en onderzoeken van
de afgelopen jaren daarvoor geen enkele
aanwijzing. Sterker nog - en daar scheppen
ze in Katwijk best een beetje over op - op
één punt scoort het kustdorp zelfs beter:
Katwijkse vrouwen blijken een stuk minder
alcohol te nuttigen dan de gemiddelde Ne
derlandse vrouw.
De experts spreken vanuit hun ervaring.
Huisarts Hans Moolenburgh, voorzitter van
het Platform Verslavingszorg, krijgt regelma
tig problematische drinkers op zijn spreek
uur en jongeren met klachten door veelvul
dig gebruik van cannabis en xtc. Regiocoör
dinator Rob van den Berg van Pamassia
(grote organisatie voor verslavingszorg) weet
dat er een groep van vijftig tot tachtig perso
nen in Katwijk is die heroïne gebruiken,
want die maken gebruik van de voorzienin
gen, zoals de methadonverstrekking.
Hoe groot de groep is die buiten beeld blijft
en andere harddrugs gebruikt, is niet in te
schatten, zegt hij. „Maar de cocaïnegebrui
kers zijn er echt wel meer dan tachtig.'' Bij
het inloophuis voor verslaafden De Brug
ontvingen ze de afgelopen zes jaar zo'n vier
honderd vaste bezoekers, onder wie ook
steeds meer alcoholisten. Bestuurslid Rein-
der Vis steekt er bijna zijn hand voor in het
vuur dat daarvan honderd mensen van hun
de Bollenstreek zeggen nóg iets meer te ZATERDAG
drinken. Probleem is dat de hierboven ge- 15 NOVEMBER
noemde cijfers slaan op het gebruik van 2003
drank of drugs, niet op de verslaving er aan.
Wetenschappelijk onderzoek daarnaar is
niet verricht in Katwijk. Het blijft dus afgaan
op de deskundigen uit 'het veld'.
Heroïneverslaafden
Van den Berg is als regiocoördinator van
Pamassia betrokken bij Katwijk. Over aantal
len harddrugsverslaafden kan hij geen schat
tingen doen, omdat slechts een deel van de
verslaafden bij hulpverleners bekend is en
omdat definities over harddrugsverslaafden
uiteen lopen. Hij weet dat er een kleine
groep relatief jonge heroïneverslaafden is.
Een groep van 25- tot 35-jarigen, die waar
schijnlijk ooit samen zijn begonnen met ex
perimenteren met harddrugs. Ze maken deel
uit van de bij Pamassia bekende groep hero-
ineverslaafden die in totaal hooguit tachtig
personen telt. Deze groep is in beeld en
maakt gebruik van voorzieningen en hulp
verlening.
Problematischer zijn volgens Van den Berg
de veel grotere groep jongeren die experi
menteert met drugs en de nog veel grotere
groep mensen in Katwijk die een alcohol
probleem heeft. „Dat zijn de mensen die
nog ontkennen dat ze een probleem heb
ben. Alcohol is veel meer geaccepteerd dan
drugs. Ouders raken sneller in paniek als
hun kind een blowtje rookt, dan wanneer
het aangeschoten thuis komt. Terwijl alco
hol echt schadelijker is."
De nadruk van het verslavingsbeleid in Kat
wijk ligt daarom niet op de bezoekers van
het methadonspreekuur, maar op die grote
groep verborgen gebruikers. Waarbij Pamas
sia in Katwijk een bescheiden rol inneemt,
omdat de aanpak die in grote steden is geac
cepteerd, in Katwijk op afwijzing kan reke
nen. „In Den Haag testen we xtc-pillen op
feesten, want wij gaan ervan uit dat jongeren
nu eenmaal drugs gebruiken, dus die wülen
we zo goed mogelijk informeren over de risi
co's. In Katwijk kiest men voor een preven
tieve aanpak: risicogroepen opsporen, en
waarschuwen en voorkomen dat ze gaan ge
bruiken. Het zijn twee benaderingen om te
voorkomen dat er op het schoolplein wordt
gedeald. Ze zijn beide goed."
Hoewel de hulpverleners in Katwijk geen cli-
entenvolgsysteem hebben, denkt Van den
Berg dat de groep verslaafden aardig in
beeld is. Een deel meldt zich voor medische
of psychische hulp bij Pamassia, een ander
deel klopt voor sociale contacten of levens
beschouwing aan bij de christelijke versla
vingszorg De Bmg. Sommigen bezoeken bei
de instanties.
Toch merkt bestuurslid Vis van De Bmg dat
zich voortdurend weer nieuwe mensen mel
den. „Mensen die al vijftien jaar in de shit
zitten. Die hadden hier al acht jaar geleden
moeten zijn." Bijna alle bezoekers zijn zoge
noemde polygebruikers: ze gebruiken diver
se soorten drugs in combinatie met alcohol.
Het is de ultieme combinatie van fysieke
verslapping en geestelijke verruiming, weet
Vis. De verhouding tussen vrouwelijke en
mannelijke bezoekers is één op drie. Meestal
zijn het mensen die nog redelijk functione
ren in de maatschappij. Slechts 'een handje
vol' Katwijkers leeft volgens hem op straat,
omdat ze tijdelijk uit het ouderlijk huis zijn
gezet of de huur niet hebben betaald. Het
merendeel van de bezoekers van De Bmg
leeft van een uitkering, weet Vis, of van cri
minaliteit. De christelijke identiteit voorziet
in een behoefte voor de verslaafden, merkt
hij steeds weer. Ontroerd vertelt de gepen
sioneerde schooldirecteur: „Laatst zat hier
aan tafel iemand erg in de knoop en hij
vroeg een vrijwilliger: 'Arend, wil je even met
me bidden?"
Onbereikbaar
Platformvoorzitter Moolenburgh begrijpt
wel dat er twee tegenovergestelde beelden in
Katwijk bestaan over de ernst en omvang
van verslaving. Het zijn namelijk ook twee
tegengestelde werelden, die van de verslaaf
de en van de niet-verslaafde. „En je hebt
geen idee hoe het is om in die andere wereld
te wonen. Jongeren lopen in de puberteit het
risico in een andere wereld terecht te ko
men. Experimenterend met drank, drugs en
vrienden raken zij soms onbereikbaar voor
de ouders, docenten, vrienden en hulpverle
ners."
Moolenburgh kent ze persoonlijk, deze pu
bers. Jaarlijks gaat het platform met vijftien
tot twintig probleemjongeren een week op
survivalkamp. De fysieke inspanning gecom
bineerd met voorlichting over drank- en
drugsgebruik en overlast, moet de lijnen
naar de 'gewone' wereld herstellen. Soms
lukt dat, soms niet. Eén keer was het ver
trouwen én de verleiding te groot: toen de
leiding wakker werd, was de bus gejat.
Moolenburgh blijft huiverig om zijn oordeel
te geven over de omvang van de verslavings
problematiek. „Drugs hebben we nu goed in
de hand. Er is veel zicht op. Ik zeg niet dat
we het uitgebannen hebben, maar we heb
ben in Katwijk wel veel mogelijkheden om
problemen op te vangen. Met hulp van bij
voorbeeld Pamassia of verslavingskliniek De
Hoop in Dordrecht. Die zit vol Katwijkers ja,
dat Idopt, want zij weten de weg te vinden.
Kijk, daar komt weer dat stempel: drugs-
dorp. Maar dat kun je met alle beschikbare
cijfers niet beweren. Integendeel, het lijkt
beter te worden. Vooral omdat we er in Kat
wijk opener over zijn geworden. Met een al
coholplan, een inloophuis, een xtc-campag-
ne. Op veel andere plaatsen zit de hele scene
ondergronds. Ik wil niet zeggen dat het in
Katwijk beter of erger is dan elders. Maar wij
werken aan een oplossing."
In geen enkele gemeente is meer onderzoek gedaan naar drugs- en drankgebruik dan in Katwijk. Archieffoto: Dick Hogewoning
verslaving af zijn gekomen.
En politiechef Jan Schoneveld van het team
Katwijk, Rijnsburg, Valkenburg kreeg tot au
gustus 21 meldingen binnen van overlast,
variërend van stank door hennep tot drugs
handel op straat of het vermoeden daarvan.
Het leidde tot ruim tien aanhoudingen van
dealers en hennepkwekers. Hij kan zich nog
herinneren, een jaar of vijf geleden, dat de
politie in Katwijk jaarlijks zo'n honderd
drugsincidenten had.
Dat het in Katwijk erger is dan anders? Nee,
dat kunnen de deskundigen niet beweren.
En hoewel het bijna ondoenlijk is om verge
lijkingen of ontwikkelingen te halen uit het
beperkte aanbod van onderzoek, lijken de
beschikbare cijfers de vier gelijk te geven
over het gebruik van drank en drugs.
Middenmoot
In de recent uitgevoerde GGD-peiling onder
3700 jongeren in Zuid-Holland Noord scoort
Katwijk in de bescheiden middenmoot. Er
wordt weliswaar flink in softdrugs gedeald in
Katwijk, maar in totaal zegt zeven procent
van de jongeren te blowen. Zoals bij al dit
soort schriftelijk vragenonderzoek is dat een
ondersdhatting, veronderstelt de GGD, die
denkt dat tien procent een realistischer aan
tal is. Katwijk komt niet boven Leiden uit,
neemt geen opvallende plek binnen de regio
in en toont ook geen verschil met hetzelfde
onderzoek vijf jaar geleden. Op één punt na:
jongeren zeggen geen heroïne meer te ge
bruiken.
Harddrugs worden in Leiden en Leiderdorp,
Oegstgeest en Voorschoten het meest ge
bruikt. Gemiddeld in Zuid-Holland Noord
gebruikt 3,4 procent van de jongeren hard
drugs (waaronder xtc, cocaïne, amfetamine
en ghb). In Katwijk is dat drie procent. Dat
cijfer viel zeker twee maal hoger uit in het
Meetkeetonderzoek onder uitgaanspubliek,
maar is onvergelijkbaar omdat zo'n onder
zoek nergens anders is uitgevoerd.
Voor volwassenen, zo staat in de alcohol- en
drugsmonitor 2000 van de gemeente Kat
wijk, wijkt het middelengebruik niet af van
de rest van Zuid-Holland. Wel valt op dat het
cannabisgebruik onder 24 tot 26-jarigen en
onder mannen tussen 35 en 50 jaar relatief
hoog is. Verder drinkt zestien procent van de
Katwijkse mannen (zeer) excessief, evenveel
als andere mannen in Zuid-Holland Noord.
Het drankgebruik onder jonge stappers werd
dit voorjaar met de Alcohol Meetkeet geregi
streerd. Ruim de helft van de mannelijke
Katwijkse stappers wordt geschaard onder
de groep excessieve drinkers, iets meer dan
gemiddeld in Nederland.
De recente GGD-peiling, ook onder jongeren
die niet in de kroeg zitten, nuanceert juist
het beeld dat Katwijkers stevige drinkers
zijn. Hun leeftijdsgenoten in de plattelands
gemeenten rondom Leiden en Alphen aan
den Rijn en in het noordoostelijke deel van
34) noemt zichzelf een gelegenheidsgebruiker. Maar hoewel
chts 'bij gelegenheid' de een of de andere drug gebruikt,
de verslaving haar leven behoorlijk in de greep. Het roesje
k, cannabis of cocaïne haar geeft, verzacht de pijn die zij
van het leven.
ont haar leven lang al in Katwijk. Alleen, in een huis waar
de stilte op haar af komt. Ze is borderlinepatiënt, weet ze
een paar jaar. Ze kan geen grenzen bepalen, heeft geen rug-
aat, zegt ze zelf en haar snel wisselende stemmingen slaan
elijk naar de sombere kant uit. Zo'n bui kan ze niet van zich
alleen ontvluchten. De drugs maken het leven vlakker,
te verdragen. Maar ook slomer en zinlozer.
bereid haar verhaal te vertellen, omdat ze ervan overtuigd is
leven in de huidige maatschappij voor veel meer mensen
d gaat of te hard is. Dat de uitvlucht door middel van drugs
gemaakt en veel vaker wordt gezocht. Door hele gewone
in gewone huizen en met gewone banen,
oet ze niets met haar mbo-diploma voor agogisch werk. Na
eeks tijdelijke baantjes is ze afgekeurd. Ze krijgt een wao-uit-
en is onlangs weer begonnen met school. Op het ROC volgt
ze een oriëntatiecursus, om te kijken wat ze wil en kan en om re
gelmaat in haar leven te brengen. Een paar uur per week verricht
ze administratief vrijwilligerswerk voor een jongerencentrum.
Kim verkeert na een paar jaar van overgave aan de drugs in een
moeilijke strijd. Ze wil heel graag clean zijn, maar het lukt haar nog
niet. Ze wil in God geloven, maar durft zich geen christen te noe
men. En dus: frustratie, teleurstelling in zichzelf, en een borrel,
een joint, cocaïne of speed om de pijn te verzachten.
„Soms voel ik me vuilnis, letterlijk junk. Dan helpt het om naar het
inloophuis van De Brug te gaan. Het is een veilige haven, want ik
kan er mezelf zijn en ik word in mijn waarde gelaten. En dan weet
ik weer: ik ben niet gek, er zijn meer mensen die het leven moeilijk
vinden."
„Ik ben op mijn vijftiende gaan drinken. Toen dronk ik al veel.
Hoeveel? Totdat ik omviel. Met drugs ben ik pas de laatste paar
jaar gaan experimenteren. Dat drinkgedrag is zo normaal tegen
woordig. Ik denk dat sommige jongeren ook drinken om te vluch
ten, daar maak ik me wel zorgen om. In deze 24-uurseconomie
moet je steeds meer. Het leven gaat altijd door, daar worden men
sen moe van. Coke of speed is dan een goed oppepmiddel om
door te kunnen gaan. Blowen is daarentegen juist een manier om
het leven wat af te remmen, dat geeft innerlijke rust. Een joint is
voor mij een kalmeringstablet."
„Ik ben wat je noemt een polygebruiker, ik gebruik meerdere soor
ten drugs, net waar ik behoefte aan heb. Heroïne wil ik niet meer,
dat vind ik te gevaarlijk, je bent er snel lichamelijk afhankelijk van
en dat wil ik echt voorkomen. Ik vind het ook niet lekker. Dat ge
doe met een aansteker onder een folietje en dan een druppel op
zuigen. Het smaakt goor. Cocaïne vind ik wel lekker. Meestal ge
bruik ik dat met anderen, want zelf koop ik het niet. Ze moeten die
pijp als het ware aan mijn mond zetten."
„Gisteren hebben we met zijn vieren vier gram coke gebruikt. Dat
is veel. Nu baal ik er van: waarom heb ik dat nodig? Ik wil dit niet
meer. Ik wil een overtuigd christen zijn, maar dat combineert niet
met drugsgebruik. Een christen doet toch geen dingen die het dag
licht niet kunnen verdragen? Laatst stond er iemand aan mijn deur
die over God wilde praten, terwijl de zakjes drugs op tafel lagen.
Dan schaam-ik me. Kim, waar ben je mee bezig, denk ik dan."
„Het gaat langzaam beter. Vroeger zat ik bijna elke avond in het
café, omdat ik moeite heb om alleen thuis te zijn. Maar sinds ik
een tijdje in De Hoop (kliniek voor verslavingszorg op christelijke
grondslag in Dordrecht) ben geweest, lijkt niets meer zoals het
was. De gezelligheid van de kroeg zie ik nu niet meer. Ik realiseer
me ook steeds meer dat ik mijn lichaam sloop met mijn manier
van leven. Niet eten, wel drinken."
„Soms ben ik zo ontevreden met mezelf, dat ik me iets aandoe.
Dan kras ik in mijn armen of ik eet al mijn medicijnen op. In het
verleden ben ik daardoor wel eens in het ziekenhuis beland. Daar
wil ik van af, ik maak mezelf belachelijk. Ik wil uit die slachtoffer
rol, mijn leven op de rails krijgen en daar heb ik nu ook professio
nele hulp bij gezocht. Het gaat me alleen niet snel genoeg en dan
heb ik weer de neiging om terug te vallen."
„Ik merk het gevaar van grenzen verleggen. Laatst stond ik tijdens
een verjaardag op het balkon een blowtje te roken. Hoever is dat
nog verwijderd van gaan stelen? Gelukkig ben ik gezegend met een
groep mensen die me willen helpen. Maar tegelijk voel ik me daar
schuldig om en ben ik bang. Hoe lang houden zij het vol met mij?"
„Een verzoek: liever niet mijn echte naam in de krant. Verander
hem maar in Kim of zo. Dat is een ander woord voor horizon. Ik
ben wel benieuwd wat er voor mij achter de horizon ligt..."