KUNST CULTUUR Rita Reys denkt nog niet aan afscheid 'Ik moet nog veel leren' Anne van Eek boetseert het geheim van het leven Kees Torn blijvende aanwinst voor cabaret 'First Lady of Jazz' geeft concert in Oegstgeest Booker Prize DBC Pierre Expositie Dick Hogewoning eiden en de regio bestaat grote belangstelling voor isionele en amateuristische kunstbeoefening. Heilig 61 volgt stad- en regiogenoten die musiceren, zingen, I, toneelspelen, fotograferen of op andere wijze actief 'Vandaag: zanger Eriko Lekato uit Roelofarendsveen. J-tr, hij heeft nooit en te de behoefte gevoeld op te geven voor Idols. diagestuurd circus, Eitische reclamecam- t is niks voor hem. ito wil gewoon zijn !g gaan. „Weet je wat j^wordt verplicht covers P Eigen nummers, dat K Bovendien, met al die en eromheen kun je r jezelf zijn. Nu wel. c rustig bouwen." m t zo in eerste instantie k zelfverzekerd voor van zestien. Maar, zo ito, het is beslist geen tak. Hij heeft immers ncontract getekend o. En wat dat rustige betreft: hij hoeft niet Ie studio in te duiken. NG hij wat meer ervaring >p het podium. Op i van zijn manage nd at het de laatste tijd )(]nard is gegaan. p r jaar geleden had ik 'N eens het idee dat ik ilde worden. Al zong 3 ien ik heel jong was n tijdje naar de Am- e theateracademie ge gaan. Ik heb meegedaan aan diverse shows, Kinderen voor Kinderen en de mini-playback- s'how van Hennie Huisman. Leuk, maar ik had ook nog an dere interesses. Ik deed aan ka rate. En ik begon aan gitaarles. Ik was nog zoekende, zoals veel jongeren op mijn leeftijd." Het werd uiteindelijk toch zang. Voor een groot deel dankzij het werk van zijn va der, die als tourmanager regel matig artiesten met de auto naar hun plaats van optreden bracht: Replay, Tavares, Lon don Beat, Gibson Brothers, Baccara. Irene Cara en ga zo maar door. „Ik ging wel eens mee. Dan probeerde ik met de artiesten mee te zingen, in de auto of de kleedkamer. Of ach ter de coulissen." En van het één kwam het an der. „Een vriend van mijn va der zocht voor een opname wat kinderen. Voor een achter grondkoortje. Hij vond dat ik een leuke stem had. Ik heb meegezongen en daarna ging het balletje rollen." Adrian Hoes, de zoon van Johnny, hoorde de stem van Lekato en was op slag ver- _52iran. Foto: EPA/Andy Duran woensdag 15 OKTOBER 2003 ifös 5 ^t was de aftrap van tour. Volgend 1 er een nieuwe cd, ge- srd door Nile Rodgers elstuk in woonhuis Wiet Plantsoentheater Itweede voorstelling TJ een 19de-eeuws he- j0an het Plantsoen in Stfgelopen voorjaar |t dit initiatief begon- ben werd 'Kwelling' Jian Heijermans ge- Jaar wordt nu een ver- begeven met het to- fOpen huwelijk' van J De première is zater- Ttober. De voorstelling R november te zien op den (behalve zondag *ag) om 21.00 uur. Re- ^can via tel. 06- E0 (13-17 uur). 1 Istomin «den PNTON - De Amerikaanse gjigène Istomin (77) is a aan leverkanker. De erd mede bekend door Weidingen van violon- blo Casals en violist Is- Istomin trouwde met ve van Casals. Met Leonard Rose vormde snige tijd een trio, dat lethoven, Schubert en tohn speelde. lum IDTII I - Nederlands Dans I viert zijn 25-jarig ju- tet een bijzonder pro- getiteld 'Look at me t gezelschap heeft zes ge NDT Il-dansers uit- om balletten te ma- Wp 31 oktober hun pre- even in het Holland stival in Den Haag. yang en in de pauze rprise acts in het Lu stheater. na 18 jaar De Britse popgroep ""j^uran gaf gisteravond gde concert sinds acht- Met hits als 'The Re- A view to a kill' was de ~^in jaren tachtig razend In The Forum in Lon- LJNn leadzanger Simon :hts) en bassist John gisteren aardig op beeldende kunst recensie Bernadette van der Goes Expositie: Werk van Anne van Eek. Prijzen: 275 tot en met 2.880 euro. Te zien. t/m 26/10, wo t/mza 11-17 uur, zo 13-17 uur, Centrum Beeldende Kunst, Castellumstraat 1e, Alphen aan den Rijn. In het Alphense Centrum Beel dende Kunst (CBK) lijkt het wel een dierentuin. Anne van Eek exposeert er haar beesten van klei, was, polyester, plasticine en beton. Op een groot groen plateau liggen tientallen knal gele kanaries met hun fragiele roze pootjes omhoog. Overdui delijk zijn de vogeltjes gestor ven. Datzelfde geldt voor meer van de aanwezige dieren. In de buurt van de kanaries zien we bijvoorbeeld een enorme lichtroze rat die zwaargewond op een brancard is binnenge bracht. Hij ziet er levenloos uit, mist twee poten en zijn staart. Het beest ligt er eenzaam en reddeloos verloren bij. Wat dat betreft heeft de tentoonstelling op sommige plekken mis schien meer weg van een mor tuarium. Van een aantal andere dieren is daarentegen niet helemaal dui delijk of ze dood zijn of dat ze nog tot leven gewekt moeten worden. Zo is er een serie hondachtige witte wezens die doodstil in of op houten kisten liggen. Ze zijn heel globaal weergegeven, hebben een romp, poten en een kop. Maar verder ontbreekt elke individu aliteit. Het zijn net massapro ducten waaraan nog het een en ander moet gebeuren voordat ze de fabriek zullen verlaten. Aan de wand hangt een serie foto's van soortgelijke crea turen. Van Eek heeft een voorkeur voor het uitbeelden van wat niet meer is of wat nog moet komen. Daarmee houdt zij zich in feite bezig met het geheim van het leven. Altijd en eeuwig zijn levende wezens bezig te ontstaan, terwijl andere juist aan het sterven zijn. In een van haar werken geeft zij een soort samenvatting van deze natuur wet. Op de grond in een hoek van de zaal liggen negen witte hoopjes, die nog het meest lij ken op dikke rupsen. Hoewel ze van dezelfde soort zijn, ziet elk rupsje er weer anders uit. Opvallend is dat geen enkel diertje mooi glad en gaaf is. Al lemaal zijn ze op de een of an dere manier aangetast. De een vertoont slechts enkele plekjes van verval, de ander staat op het punt doormidden te bre ken, en bij een derde is dat al gebeurd. Alsof het organismen zijn die zich door middel van deling vermenigvuldigen. Van Eek is er heel goed in dit soort scheppingsprocessen weer te geven. Misschien wil zij daarom bezoekers ook zo graag laten zien hoe haar kunst ont staat. Op een werktafel in de galerie liggen drie beesten van klei. Voor wat betreft hun kop en bovenlijf lijken ze op konij nen, maar ze hebben de ach terpoten van kikkers. Elk uur besprenkelen medewerkers van het CBK deze fantasiedie ren met water. Van Eek komt namelijk geregeld langs om in de natte Wei verder te werken. Het ziet er spannend uit. Wor den het konijnen of kikkers? Een van de beesten in wording. Publiciteitsfoto door Vincent Okker oegstgeest - 'The Lady Strikes Again'. De titel van het album dat Rita Reys in 1999 uitbracht, is passend voor haar nieuwe 'mijl paal'. Ze weet niet van ophou den. Zodra het stil dreigt te wor den, onderneemt 'Europe's First Lady of Jazz' weer iets nieuws zoals afgelopen zomer een op treden bij North Sea Jazz en nu haar jubileumtournee 'Rita Reys, 60 jaar op het podium'. „Noem het alsjeblieft geen af- scheidstournee. Afscheid vind ik zo n akelig woord. Dat is net alsof je dood gaat", zegt Rita Reys. „Het was wel de bedoe ling na deze optredens te stop pen, maar dat wil ik nog hele maal niet. Ik ben nog in zo'n goede conditie. De stem en het lichaam werken nog prima. La ten we zeggen dat ik het per pe riode bekijk." Ruim 35 jaar heeft de jazzdiva opgetreden met echtgenoot Pim Jacobs aan haar zijde. Na zijn overlijden in 1996 ('Iedere avond draag ik een lied aan hem op') heeft ze het een aan tal jaren rustig aan gedaan. Maar Reys, die zich naar eigen zeggen 'geen leven zonder mu ziek kan voorstellen', wil de mijlpaal van zestig seizoenen zingen op passende wijze vie ren. De jubilerende Grand Dame van de Swing mag inmiddels een jaartje ouder zijn dan het gros van haar collega's, het zangplezier blijft nog altijd even groot. „Mensen zijn nog steeds enthousiast bij mijn optredens. Althans, ze blijven nog steeds zitten. En die verhalen dat ik te oud zou zijn, vind ik grote on zin. Mijn oudste fan is nog al tijd tien jaar ouder dan ikzelf." Maria Everdina Reys (1924), ge boren in Rotterdam, groeide op in een muzikale familie. Moe der was danseres, vader violist en broer Karei koperblazer. Zingen doet ze al van kleins af aan, maar haar roots liggen niet in de jazz. Dat gebied heeft Reys, in 1940 debuterend in de band Hawaiian Ministrels, pas ontdekt nadat ze haar eerste man, drummer Wessel Ilcken, ontmoette. „Hij heeft voor mij de eerste steen gelegd", aldus de zangeres die zich vanaf dat moment, zonder muzikale op leiding in haar bagage, in rap tempo ontwikkelt tot een vo caal instituut. In 1953 vertrekt ze naar hét jazzcentrum in die tijd, Stock holm, voor concerten en de op name van een plaat. Reys treedt vervolgens op in alle uithoeken van de wereld: New Orleans, Tokio, Praag, Rio de Janeiro. Op het jazzfestival van Juan les Pins wordt ze in 1960 gekroond tot 'Europe's First Lady of Jazz'. Later wordt ze zelfs benoemd tot ereburger van New Orleans, de bakermat van de jazz. Als een van de weinige zange ressen weet Rita Reys door te breken in de Verenigde Staten. Zeker voor jazzmusici lijkt dat een utopie geworden. „Ik ben inderdaad een uitzondering", erkent ze. Verrassend genoeg noemt ze het werkklimaat in de jaren vijftig en zestig lastiger dan tegenwoordig. .Amerika überhaupt binnenkomen was toen enorm lastig, dit in ver band met werkvergunningen. Bovendien, ik ben blank en trad destijds op met een gekleurd Rita Reys: „Noem het alsjeblieft geen afscheidstournee. Afscheid vind ik zo'n akelig woord. Dat is net alsof je dood gaat." Foto: GPD/Roland de Bruin orkest. De jazzscene was toen nóg kleiner dan nu. De reden dat het mij goed ging, komt denk ik doordat ik trouw ben gebleven aan mijn eigen stijl. Mijn publiek heeft daar respect voor, want dat houdt van jazz. Veel zangeressen experimente ren. Zij verliezen daardoor hun eigenheid. En dat kun je horen, want de liefde en warmte ver dwijnen uit hun stem." Het beeld dat de 'First Lady of Jazz' soms erg overmoedig en zelfverzekerd overkomt, vloeit voort uit haar directe benade ring. „Ik ben rechttoe rechtaan, al mijn hele leven. De mu- ziekscene is een echte mannen wereld. Misschien dat ik daar door onbewust meer op mijn tanden bijt. Hoewel ik het leuk zou vinden als ik wat lieflijker zou worden omschreven, maak ik mij niet meer druk om dat soort opmerkingen. Ik ben al leen maar bezig met optreden. Dat doe ik al mijn hele leven. Op de bühne ben ik mezelf. Zo als ik net aangaf is dat is ook de reden van mijn succes. Ik ben altijd dezelfde gebleven. Ik be doel, ik kan er wel omheen draaien, maar wat heeft dat voorzin?" Rita Reys, zondag 19 oktober, 16.30 uur, Paviljoen Wilhelmi- na/Hotel Het Witte Huis, Wil- helminapark 33, Oegstgeest. Londen - De prestigieuze Britse Booker Prize gaat dit jaar naar DBC Pierre voor zijn debuutro man 'Vernon God Little'. Dat maakte de jury van de wereld wijd erkende onderscheiding voor Engelstalige literatuur gis teravond in Londen bekend. De satirische roman over de cultuur van geweld in de Ver enigde Staten vertelt het ver haal van een tiener in Texas. Hij moet zich verantwoorden voor een bloedbad, dat lijkt op de slachtpartij die twee Ameri kaanse jongeren in 1999 op de Columbine High School aan richtten. DBC Pierre (42), die eigenlijk Peter Finlay heet, werd in 1961 in Australië geboren. Hij groei de op in Mexico, leefde in de Verenigde Staten en woont mo menteel in Ierland. DBC staat voor dirty but clean en zijn vrienden noemen hem Pierre, naar een stripfiguur. Afgelopen weekeinde erkende hij dat hij door drugsgebruik ja renlang in een roes had geleefd. Met het prijzengeld (ruim 71.000 euro) wil hij een deel van zijn schulden aflossen. Het contract voor zijn de buutroman werd op 11 septem ber 2001 ondertekend, een uur voordat het eerste gekaapte vliegtuig zich in een toren van het World Trade Center in New York boorde. Vanaf dat mo ment had DBC Pierre het ge voel dat er een „ietwat donkere bestemming" rond het boek dwarrelt. Uiteindelijk kwam "Vernon God Little' begin dit jaar uit. In Nederland is het on der dezelfde titel verschenen. Bookmakers hadden de in Ban gladesh geboren Monica Ali als winnaar getipt voor haar de buut 'Brick Lane'. De Booker Prize werd in 1969 voor het eerst uitgereikt en is voor boe ken uit het Britse Gemenebest en Ierland. theater recensie Wijnand Zeilstra Voorstelling: 'In de gloria' van Kees Torn. Regie: Onno Innemee. Gezien: 14/10, Leidse Schouwburg. Kees Tom vindt het maar raar dat de warme bakker zijn brood moet verdienen met het bakken van brood - ga dan toch gelijk geld drukken. Flauw of niet flauw, het is Kees Tom ten voe ten uit die op lichtvoetige wijze met taal weet te goochelen. En met dit soort licht gekantelde redeneringen weet hij een avond te vullen. Veelal zijn het flinterdunne overpeinzingen, die je met gemak een glimlach ontlokken. Dit soort subtiele flauwekul boetseert hij tot kos telijke liedjes. Deze keer trakteert hij ons op veel Bach. Soms zo maar een paar motiefjes ter aanvulling op een liedje van eigen hand. Maar ook als begeleiding bij het tele foongesprek met zijn moeder en bij het bezingen van de heil zame werking van deze muziek. Verder veel eigen werk waarin je inmiddels zijn eigen muzika le idioom gaat herkennen. Zijn 'drankprobleem' (of voor liefde voor whisky) is in dit pro gramma extra nadrukkelijk aan wezig. Bij iedere andere cabare tier zou je die aandacht ronduit te veel en te eenzijdig vinden. Bij Kees Tom niet; die gaat nu eenmaal toch zijn eigen gang. De kracht van zijn optreden zit nu juist in de suggestie dat hij op het podium toch maar doet wat er zoal in hem opkomt. Dat is slechts schijn, het program ma is van begin tot eind dege lijk voorbereid, al zijn de onbe holpenheid en de kwetsbaar heid van deze eigenzinnige fi guur beslist niet gespeeld. Dat maakt het waarachtig en daar mee is hij onmiskenbaar zich zelf. Naast drank en alledaags getob brengt Tom ook zijn liefde voor vriendin José ter sprake, inclu sief de kleine (of misschien zelfs wel grote) crisis waarin deze re latie zich bevindt. Of dat laatste nu wel of niet waar is, het levert weer puntgave liedjes op. Of je hem nu gezien zijn taalvond sten met Drs. P wilt- vergelijken of wegens zijn hypochondrie met Hans Dorrestij n, Kees Tom is vooral zichzelf en als zodanig een blijvende aanwinst voor het cabaret. katwijk - Sinds vorig jaar is het voor kunstenaars mogelijk om te exposeren in de hal van het gemeentehuis van Katwijk. Fotograaf Dick Hogewoning is de eerste die van deze mogelijkheid gebruik maakt. Hij toont vanaf maandag een selectie van zijn werk. Zijn tentoonstelling bestaat uit 28 foto's die Katwijk als thema heb ben en die allemaal eerder in een regionale of lokale krant hebben gestaan. De 55-jarige Hogewoning werk freelance als persfotograaf voor onder meer het Leidsch Dagblad. Hij kwam tijdens zijn diensttijd op marinevliegkamp Valkenburg in aanraking met foto grafie en sindsdien heeft dat hem niet meer losgelaten. Katwijker Dick Hogewoning heeft zijn expositie de titel 'Te kust en te keur' meegegeven. Wethouder W. van Duijn verricht maandag middag de opening. De foto's blijven tot en met vrijdag 7 novem ber te zien. a VUUR Rudy van Dam Friends - Haunted by an Angel Musici, zangers en zange ressen uit de regio zijn ook steeds vaker op cd te beluis teren. In deze rubriek wor den deze schijfjes bespro ken. Belangstellenden kun nen hun cd's, samen met een korte omschrijving van de uitvoerende (n) sturen naar de kunstredactie van het Leidsch Dagblad, Post bus 54, 2300 AB Leiden Je hebt van die cd's waar het speelplezier van afdruipt. En ook van die cd's die boorde vol melancholie zitten. No ten als tranen, zeg maar. Een combinatie van die twee komt veel minder vaak voor. Maar ze zijn er wel degelijk. Zoals het kersverse 'Haunted by an Angel' van Leidenaar Rudy van Dam. Hij haalt zijn inspiratie van ver, de coun try uit Texas en Louisiana. En hij doet dat met veel ge voel. Soms vrolijk, dan weer triest. Sterk punt van dit in Katwijk (The Box) in eigen beheer opgenomen album is de so berheid. Geen overdadige orkestraties of arrangemen ten. Nee, steeds is daar een simpele bezetting van gitaar, bas, drums of percussie. Aangevuld met hier en daar een viool, piano, harmonica of accordeon. Met de helde re stem van Van Dam daar bovenop. Eigen composities, met de sfeer van Texas en Louisiana. Zo beschouwd is het ook geen wonder dat hem dat in de States bij zijn vorige cd's lovende kritieken opleverde van countryken- ners. HJ „Bij Idols kun je, met al die toestanden eromheen, niet meer jezelf zijn. Nu wel. Nu kan ik rustig bou wen." Foto: Henk Bouwman kocht. Een platencontract was het gevolg. Ook de organisatie van het Avro Junior Songfesti val hoorde de muziek van Le kato en verzocht hem zich in te schrijven. „Maar dat ging he laas niet door, omdat ik net een maand zestien was. En dat was volgens de regels te oud om mee te doen." Van alle kanten begonnen ge- interesseerden te trekken aan het jonge talent. In overleg met zijn vader verkoos hij uiteinde lijk met Ben Sierhuis van Sylvia Sierhuis Entertainment in zee te gaan. „Daar hadden ze een plan dat mij veel meer aantrok dan alle andere. Ze zeiden dat het beter was eerst ervaring op te doen dan meteen een cd uit te brengen, met alle media- aandacht eromheen. Ik krijg nu ook zangles van Esther Polvliet, van studio Rob Elsenaar in Lei derdorp. En elke dinsdag ga ik naar Alkmaar waar ik van de bekende choreografe Diana Sa- tour les krijg in dansen en per formance. Zij heeft onder an deren ook Marco Borsato en Gerard Joling onder haar hoe de gehad. Joh, ik ben blij dat ik deze keuze heb gemaakt. Ik moet nog veel leren." „In de paar weken dat ik nu bij Sierhuis onder contract sta, heb ik zes optredens gedaan. Over een paar weken sta ik zelfs voor een paar duizend man, bij TPG Post. Met eigen nummers, maar ook met co vers. Want als onbekende ar tiest krijg je met je eigen num mers het publiek niet mee. Dus doe ik onder andere 'Step right up' van Jamai en 'Que si, que no' van Jody Bemad Intussen ben ik bezig teksten te schrij ven voor nieuwe nummers." Onder de naam Erico Lekato dus. „Ja, Erico is mijn echte voornaam. Lekato is een afkor ting. Mijn vader heeft oor spronkelijk de achternaam Van der Horst Lekatompessy. Toen hij met zijn ouders naar Neder land kwam is de naam Van der Horst overgebleven. Ik vond het wel leuk om iets met die oude achternaam te doen. Ik heb immers Moluks bloed in me en Lekato klinkt goed als artiestennaam." Herman Joustra

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 19