De gruwelijke schoonheid van Solovki
BINNEN- BUITENLAND
Marijke Spoor in haar boek 'gevangen door het kwaad'
ZATERDAG IIOKTOBER 2003
Qrank Hendrickx
a paar afgelegen eilandjes
5^/itte Zee lag de kiem voor
9gtalins bloedige netwerk
rkkampen. In een voor-
ij looster van eigenzinnige
Üen leerden de beulen van
^lag hoe ze het best kon-
7 ekenen met afvallige so-
2in, intellectuelen, kunste-
7 n andere 'contrarevolu-
>n'. De bewoners van de
s ge Solovki-eilanden gaan
7 eigen manier om met
j^welijke verleden. „Daar
.oigewoon niet aan."
.0
^iptrein uit Moskou rolt
,3 am over 'de grote weg
5 :aan naar oceaan'. De
7 van tsaar Nikolai II is
!o men, een spoorbaan
0 divostok aan de Stille
'c naar Moermansk aan
i.intszzee, maar het barre
j eist ruim tachtig jaar na
i'o ng zijn tol in het noor-
eel van het traject. Ruwe
■'I ;n, bruusk remmen en
\A ie wissels verstoren de
j iting schiereiland Kola,
j'i d van de eeuwige kou
Semis', zoals het ooit is
even.
jÜOOS
3 p in coupe vier, praat
luwkundige Antonina
7 2 onverstoorbaar verder
9'j ir leven in Kandalaksja,
dje aan de Witte Zee.
J'i ichieten de 'longen van
5;; voorbij, de eindeloze
o.avan Karelië. „Let op",
0( onina, „hoe noordelij-
4#omen, hoe dunner en
2'> bomen. Uiteindelijk
i|! jen toendra over."
3i: t nu eenmaal moeilijk
^•j ebied waar de zon in de
4; iet opkomt en in de zo-
3,® ondergaat. Vooral de
o'! 1 worden gek van de
oi! chten, zegt Antonina.
3,( niet gewend aan zoveel
9irom brengen de mees-
4.TS ze 's zomers onder bij
w)f vrienden in het zui-
>4.4
J8.ïen zoon is jaren gele-
>0 %ar Minsk vertrokken.
i3,$nissen hebben even-
1 koffers gepakt. Het
1 loopt langzaam leeg,
4,( al sinds de tijden van
10- sjov en Brezjnev. Toen
e volhouders nog een
4, ca', een bonus voor de
e levensomstandighe-
77] dat voorbij is, zoeken
i6.èn hun heil in leefbaar-
Vanaf de Sekirna-heuvel is het uitzicht op Solovki adembenemend. Foto: GPD/Frank Hendrickx.
der oorden. „Ik weet niet eens
hoeveel inwoners Kandalaksja
nu heeft", zegt Antonina. „Er
zijn zoveel mensen vertrok
ken."
Eenzaam
Het gebied tussen de oevers
van de Witte Zee en de Ba-
rentszzee is altijd eenzaam ge
weest. Er waren wat nederzet
tingen van inheemse vissers en
jagers, maar de grote industrie
steden zijn een uitvinding van
Jozef Stalin. De dictator wist het
dilemma van grote rijkdom -
koper, nikkel, vis, hout - ver
stopt in een onleefbaar gebied,
op te lossen door massaal
dwangarbeiders in te zetten bij
de industrialisatie.
In Karelië en op het schierei
land Kola begon in de jaren
twintig de slaveneconomie van
de Goelag, de bureaucratische
afkorting voor Glavnoje Oepra-
vlenije Lagerej, het Hoofddirec
toraat der Kampen. De rest van
het imperium zou later op de
zelfde brute wijze tot ontwikke
ling komen, ten koste van mil
joenen mensenlevens.
De kiem van het netwerk van
werkkampen met in totaal ze
ker 18 miljoen gevangenen lag
volgens de chroniqueur van de
Goelag Archipel, Alexander
Solzjenitsyn. op een paar kleine
eilandjes in de Witte Zee. Daar
leerden de Sovjets voor het
eerst hoe ze het effectief kon
den afrekenen met 'contrarevo
lutionairen' en 'vijanden van
het volk'. „O ja, Solovki", zegt
Antonina, gebruikmakend van
de Russische koosnaam voor de
Solovetskie-eilanden. „Het
moet er prachtig zijn." De ge
schiedenis kent ze, maar zoals
de meeste Russen vindt ze het
geen gespreksonderwerp. „We
weten toch alles al?"
Boot
De eerste gevangenen, die in de
jaren twintig per boot naar de
eilanden gingen, voorvoelden
meer dan ze wisten. Het kolken
van de Witte Zee, de straffe
wind over de baai van Onezjs-
ka, de kou die opstijgt uit het
water, het moet een verschrik
kelijke indruk hebben gemaakt
op de 'zeki', de gevangenen.
De reis verraadde hun lot: So
lovki was een plek zonder ont
snappingsroute. In de korte zo
mer was de zee te wild, in de
lange winter werd het eiland in
gesloten door kruiend ijs. „We
zijn met 800 man, 250 werst ten
westen van Archangelsk",
schreef de soldaat E. in 1921
aan zijn ouders. „Er is geen
eten en het is koud. Het is am
per te geloven dat we hier ooit
nog levend vandaan komen. In
dien mogelijk, help ons dan."
Toen zijn ouders in 1923 de
brief ontvingen was hun zoon
gestorven.
Nu is het vooral de schoonheid
die opvalt tijdens de bijna drie
uur durende bootreis. De groe
ne eilandjes, het heldere water,
de strakblauwe hemel en het
befaamde klooster dat plotse
ling uit het niets opduikt uit de
zee; de Finse toeristen zijn
zichtbaar onder de indruk. Een
enkeling trekt zijn eerste blikje
bier open en gaat vrolijk op weg
naar de Goelag.
Het klooster in de Witte Zee
staat vanwege het religieuze
verleden afgebeeld op de bank
biljetten van 500 roebel. Sinds
de zestiende eeuw gold het als
een heilige plek. De tsaristische
troepen beten jarenlang hun
tanden stuk op deze afgelegen
vesting van eigenzinnige gees
telijken. En tijdens de Krim-
oorlog voerde een Brits eskader
nog een tweedaags bombarde
ment uit op het klooster om de
rijkdom van het bedevaartsoord
te plunderen.
Fine fleur
De Britten dropen af, nadat de
heremieten hun schip bijna tot
zinken hadden gebracht. Pas bij
de komst van de bolsjewieken
capituleerden de monniken. Ze
moesten toekijken hoe hun
deels afgebrande klooster ver
anderde in een 'kamp van spe
ciale bestemming', een arctisch
Auschwitz.
„Honderdduizenden zijn hier
gestorven", zegt Joera, een van
de ruim duizend eilanders. De
gepensioneerde loopt over een
smal weggetje langs het 'heilige
meer', vlak achter het klooster.
„Overal zijn ze neergeschoten.
Hier bij het heilige meer, bij de
Sekirna-heuvel, bij de Baloen-
na-dam, overal. Verschrikkelijk.
We zijn er de laatste jaren ook
pas achter gekomen, dankzij de
televisie."
Niemand weet precies hoeveel
mensen zijn gestorven in de ja
ren tussen 1921 en 1939. De
schattingen lopen uiteen van
30.000 tot 200.000. Het was de
fine fleur van Rusland die hier
bijeen werd gedreven: schrij
vers, dichters, officieren en we
tenschappers. Velen stierven
van de honger, anderen van de
vermoeidheid, door de tyfus of
door de kogel.
In een klein museum in een zij
vleugel van het klooster worden
ze herdacht. De opzet is sober:
een foto, een korte biografie,
het sterfjaar of een vraagteken
als het sterfjaar onbekend is.
„Ik kan niet zeggen wat er met
je gebeurt in Solovki", schreef
Julia Danzas, een vrouw die het
kamp zou overleven. „Maar de
dag dat deze geschiedenis be
schreven wordt, zal een moeilij
ke zijn voor de mensheid."
Hypocrisie
De hypocrisie van het sovjetre
gime was onovertroffen. Solov
ki werd voorgesteld als een vro
lijk heropvoedingskamp waar
de gevangenen bijles kregen in
de socialistische leer.
Ondertussen waren de kamp
bewaarders druk met het exe
cuteren van hun cliënten. Te
gen de kloostermuren hangen
de protokollen van de boek
houders van de dood. Ieder
vonnis is kort en bondig: .Ana
toli Malasjkin. Trotskist. Neer
schieten."
Het is een modderige weg vol
kuilen die leidt naar de beruch
te Sekirna-heuvel, met 98,5 me
ter 'het hoogste punt in de Wit
te Zee'. Tegensputterend stui
tert de dertig jaar oude Zil-le-
gertruck van eilander Andrej
door de dikke bossen van So
lovki. Steeds als de voorwielen
in een kuil belanden, slaat de
motor af. „Jij...hoer", gromt An
drej tegen zijn auto.
De slechte wegen zijn niet het
enige probleem van de eilan
ders. Op Solovki zijn de prijzen
vaak dubbel zo hoog als op het
vasteland.
Een kwestie van transportkos
ten, zegt Andrej. In de winter
moet alles ingevlogen worden.
„En een vlucht met een vol ge
laden vliegtuig kost toch al snel
50.000 roebel (1700 euro)", zegt
de parttime medewerker van
het piepkleine vliegveld.
Gelukkig kunnen de eilanders
grotendeels in hun eigen be
hoeften voorzien. In de meren
zit volop vis, het stikt in de bos
sen van de hazen en elanden en
dankzij het milde microklimaat
is het mogelijk om op het ei
land tomaten, kool en kom
kommers te cultiveren. „Daar
om is mijn vader hier na de
oorlog vanuit de Oekraïne naar
toe gekomen", vertelt Andrej.
„Zo'n mooie natuur vind je
nergens."
Adembenemend
Boven op de top van de Sekir
na-heuvel is het uitzicht over de
meren, de bossen en de zee
adembenemend. Hier lag de
centrale 'strafhoj izoljator' van
het concentratiekamp, een af
deling voor speciale gevallen.
Gevangenen werden vastge
bonden aan korte boomstam
metjes en daarna van de bijna
400 treden lange, steile trap af
gegooid. „Als ze beneden aan
kwamen, was er alleen nog een
soort kasja (Russische pap)
over", zegt Andrej.
Dan babbelt hij weer rustig ver
der over zijn bestaan op Solovki
(„het valt niet mee om hier een
vrouw te vinden"), over het
goede paddestoelenjaar („zo
veel paddestoelen als dit jaar
heb ik nog nooit gezien") en
over het vissen („hier kun je al
les vinden, baars, voorn,
snoek...").
En de verschrikkelijke geschie
denis dan? De duizenden men
sen die hier gestorven zijn? Hoe
gaan de eilanders daar mee
om?
„De geschiedenis?", vraagt An
drej verbaasd, „de geschiede
nis, daar denk je gewoon niet
95fiique de Knegt
i95
,70lterieuze moord door een 80-jarige
•j^nder trok Marijke Spoor naar
73 k, waar ze in een stü dorpje werkt
so r derde boek. Weg van alle oorlog-
•^Q die ze in Nederland maar niet kan
|23ften. „Hier lees ik geen kranten,
53tgeen radio en kijk ik geen televi-
jqIs een weldaad."
j3een vrouw gedood", zei de 80-jari-
•0°io door de telefoon, nadat hij zijn
/^Jacqueline (74) in de tuin van de
,22 ad vermoord. De Franse politie
•^kbiet. Het dorp Fitou stond op z'n
i'o9' goedaardige, zachte Nederlander
i.39teduwe Jacqueline die hij al meer
/Jgltig jaar kende, zowaar van het le-
;>5lofd. De lokale pers stond er bol
1 atino werd door de rechter tot twaalf
J gojordeeld. De Nederlander zit al drie
^ojstraf uit in Riom. Zonder radio, te-
nauwelijks bezoek. De mysterieu-
^60d heeft de Nederlandse media
03reikt. Ook Joop Spoor, de dominee
'•*gt buitenland Nederlandse gevan-
j' ig^zoekt, wist niet van zijn bestaan.
3.55ijn zus en schrijfster Marijke Spoor
[ssjran kreeg via een Franse vriendin.
5!64jar comfortabele woning in Biltho-
J |3|n betrok in het Zuidfranse Fraïsse
D'33[ières een sober huisje in een vre-
4.50je tussen de bergen.
5 gjjinet bloemen geplukt en ze in een
6>5Chikt. Opvallende vrouw met lang
5,o6|d gestifte lippen, strak jurkje bo-
2 |3iie, de spontane blik van een
8I25D toch al 62 jaar. De woning is niet
270ier dan een deur en een raam. Een
7 00perde poes sluipt binnen. In de
5!9ojt een reusachtige open haard en
l'yjtde buffetkast staan zorgvuldig
7^45Pn art deco spulletjes mooi te zijn.
3.84|oet ze boven, net als schrijven, een
3^naast haar computer. Al met al
2!8cpntisch beeld, maar dat is bedrog.
>8.ocjhoe koud het hier is in april? Hoe
!5 3^egenen en waaien? Het hele huis
io,o4jtig. De afgelopen winter is het niet
9'°|l geweest. Stook dat maar eens
io'scpt een open haard die je bijna niet
18,4® of aan houdt. Ik paar onhandig-
j5ongeduld moet je weten. De was
Diet droog maar moest ik droog
Dan kreeg ik het zelf ook nog een
arm. Of ik reed negen kilometer
'ban voor een koffie verkeerd, want
in het dorp is er niet en voor me-
e zetten doe ik niet.De vut-regeling
Maatschappelijk werkster is geen
liettemin trakteert ze haar gasten
Btaurant twee dorpen verderop.
„Voor de kat?", vraagt de serveerster als
Spoor zoals gewoonlijk de helft van haar
hoofdgerecht heeft laten staan. De restjes
gevogelte worden keurig in plastic folie ver
pakt. Beetje brood erbij en ze heeft weer
een maaltijd voor vanavond.
Iedereen in de buurt kent 1 'écrivaine Hol-
landaise, die altijd vanuit de telefooncel
naar haar twee dochters belt en dan met
haar rug de deuren probeert open te hou
den omdat de penetrante pislucht niet is te
verdragen. Niemand gelooft dat ze 62 is en
ze zegt het ook niet meer. Ze heeft al ge
noeg bekijks. Veel mannen menen dat de
extravagante Spoor te krijg is en vrouwen,
vinden haar bedreigend. Dansen doet ze
amper meer, ze houdt zich in. „Vrouw al
leen uit Nederland", verzucht ze. „Die
staan erom bekend dat ze goed in bed zijn.
Franse mannen krijgen al een erectie als ze
m'n Nederlandse nummerbord zien."
Maar ik ben hier om te schrijven. Dat is
m'n passie. Het opbouwen van een ver
haal, een literair werk. Het componeren
van een roman boeit me mateloos."
Ze had zich zó verheugd op haar eerste
boekenbal, enkele jaren geleden. Zoals ge
vraagd was ze in het lang gekomen en met
veel zin in een goed gesprek en een nog be
ter feest. Maar wat ze ontmoette was een
bijeenkomst van zelfgenoegzame schrijvers
die helemaal niet in haar waren geïnteres
seerd en mensen die een short en t-shirt
goed genoeg vonden voor de gelegenheid.
„Nooit meer." Op tafel liggen twee eerdere
boeken: Zeven jaar hel (over de gevangen
schap van Hans van Dam in India) en Het
volmaakte kind (een autobiografische ro
man over het oorlogsdrama in Putten).De
familie Spoor ontvluchtte tijdens de Twee
de Wereldoorlog het bombardement van
Rotterdam en dacht in het Veluwse Putten
rust te vinden. Marijke was vier jaar toen
meer dan zeshonderd mannen uit Putten
werden afgevoerd naar concentratiekam
pen. Net oud genoeg om er een trauma van
te krijgen. „Ik ben een oorlogskind. Wij za
ten in een kerk opgesloten die in brand zou
worden gestoken. Ons huis is opgeblazen
als represaillemaatregel."
Toen de oorlog met Irak begon, heb ik de
televisie uitgezet. Ik weet niet eens hoe de
oorlog is afgelopen. Hier volg ik niets van
nieuws. Ik heb niet eens telefoon en dus
ook geen internet. Dat is een weldaad. Dan
is m'n hoofd leeg en kan ik schrijven en
feest vieren. Ik wil het kwade ontvluchten."
En nu schrijft ze dus een boek over een
moord.
Menno woonde al bijna vijftig jaar in
Frankrijk. Begin jaren vijftig vertrok hij naar
de Ardèche, waar hij de huisbewaarder was
Schrijfster Marijke Spoor werkt in een stil dorpje aan haar derde boek. Foto: GPD/Phil Nijhuis
van een kasteel dat bewoond werd door
een Russische vrouw. Menno woonde in
het nabijgelegen koetshuis, waar hij tapij
ten weefde van leer. Hij was bevriend met
Kees van Willigen, een Nederlandse kun
stenaar die was getrouwd met de Franse
Jacqueline en een zoon met haar had.
Toen de kasteelvrouw in 1975 haar land
goed verkocht en Menno dakloos werd,
mocht hij in de oude molen in Fitou gaan
wonen die Van Willigen in 1950 had ge
kocht. Menno regelde de aanbouw van een
paviljoen. Kees en Jacqueline gingen schei
den. Hij keerde met kanker terug naar Ne
derland, verzoende zich met zijn ex-vrouw
en kinderen, en stierf.
Jacqueline wilde in de molen gaan wonen,
maar Menno liet zich na zoveel jaren niet
wegjagen. Jacqueline betrok het bijgebouw.
Volgens vrienden en bekenden hadden ze
heel vaak woorden maar gingen ze ook sa
men overal naar toe.
Op een zaterdagavond in november 1999
belden Jacqueline en Menno hun beste
vriend, omdat de muggenhor vast zat. Toen
hij het klusje had geklaard zeiden ze tegen
hem „We hebben je hard nodig."
De ochtend daarna lag Jacqueline dood in
de tuin. Vermoord door Menno. Waarom,
is nog steeds onduidelijk. Spoor heeft de
inmiddels 83-jarige Menno in de gevange
nis opgezocht. „Ik had me voorbereid op
een moordenaar. Een grote stevige man of
zo. Maar wat ik zag was een klein oud man
netje steunend op een kruk, helemaal blij
dat er bezoek was. Een man met vriendelij
ke ogen en een lief gezicht. M'n hart brak.
Ik vind u een lieve man, zei ik. En hij zei: Ik
heb wel iemand gedood. Dat intrigeert en
benauwt me tegelijkertijd: dat iemand met
zo'n zachte uitstraling kan doden."
Maar in Fitou lijkt niemand verbaasd dat
Jacqueline is vermoord. „Volgens dorpsge
noten en bekenden is Menno een lieve
zachtaardige man en Jacqueline een moei
lijke vrouw die altijd wat had aan te mer
ken. Ik heb de burgemeester gesproken en
die zegt ook gewoon dat het een kreng was.
Het goede heeft het kwade opgeruimd. Zo
denken de mensen er hier over. Maar is het
goede dan nog wel het goede? Dat houdt
me enorm bezig."
Op haar bed ligt een waaier aan boeken
over het Katharisme, een levensovertuiging
die in de elfde, twaalfde en dertiende eeuw
heel populair was in dit deel van Frankrijk,
het land van de Katharen. De katholieke
kerk heeft hen verketterd en verbrand.
„Volgens de katholieken zijn er twee mach
ten: een god die het goede heeft geschapen
en een duivel die het kwade heeft gescha
pen. De Katharen hadden de overtuiging
dat god zowel het goede als het kwade
heeft geschapen. En het kwade is de scha
duwzijde van het goede. Zoals de goede
Menno in staat was tot moord, zo moet de
vervloekte Jacqueline een goede kant heb
ben. Daar ben ik naar op zoek. Verder sta ik
open voor elk avontuur. Ik lok m'n eigen
boek uit."
Spoor is niet het type toeschouwer. Ze is
snel betrokken. Toen ze in 1996 op vakan
tie was in Frankrijk werd ze smoorverliefd
op een 25 jaar jongere Marokkaanse beig
netverkoper die zijn zoete broodjes ver
koopt op het strand. Ze kregen een relatie
en Spoor nam zonder aarzelen een jaar on
betaald verlof om Frans te studeren aan de
universiteit van Toulouse. Ze was er stu
dente onder de studenten en kwam terecht
in het milieu van beignetmakers en - verko
pers.
„Ze bleken totaal afhankelijk van cannabis
en coke. Van die coke wist ik eerst helemaal
niet. Ik wist alleen dat mijn vriend zwart
werkte, een uitkering had en een belasting
schuld. Ik leende hem steeds vaker geld,
maar kreeg het nooit terug. Daarbij was hij
vreselijk jaloers. Ik mocht niets meer, niet
eens meer dansen. Daar zat ik dan in een
klein kamertje waar hij tien, twaalf moslims
uitnodigde om de gehele middag hasj te ro
ken en erbij te drinken. Nu begrijp ik al die
vrouwen die in zo'n situatie zaten en die ik
als maatschappelijk werkster heb begeleid.
Ik voelde me diep ongelukkig maar kon
niet los van hem komen. Want ik was wel
verliefd op hem, we hadden geweldige seks
en hij had een zoontje van vier dat dol op
mij was en ik op hem."
Toen haar vriend uit jaloezie een man mis
handelde, lukte het Spoor om de ban te
breken. Ze verliet haar liefde waar ze nog
altijd vierduizend euro van krijgt.
Ze is inmiddels drie keer bij de molen ge
weest. In de aanbouw woont een vriendin
van Jacqueline. In de molen zeBwoont de
beste vriend van Menno en Jacqueline die
nog altijd het beeld van de vermoorde Jac
queline op z'n netvlies heeft en de kalen
ders in huis op 1999 heeft laten staan. Hij
heeft Spoor aanvankelijk van het erf wegge
blazen („als u iets negatiefs gaat schrijven
dan sleep ik u voor de rechter"), maar werd
kort daarna verliefd op haar.
Ze zucht. „Ik helaas ook op hem. Ik ben he
lemaal uit m'n evenwicht. Ik heb deze man
nodig voor m'n boek. Hij weet alles over
Menno en Jacqueline. En nu lopen roman
en werkelijkheid dwars door elkaar heen. Ik
weet vaak niet of ik hier als Marijke ben of
als Matena, de hoofdpersoon van mijn
boek. Dit is heel erg Kafka."
Aan het eind van het jaar keert ze terug
naar Nederland. Een huis heeft ze niet
meer, maar dan trekt ze gewoon in bij haar
90-jarige vader in Ede. Alle ruimte en rust
om haar ervaringen uit te werken tot een
roman. En daarna? Grote verbaasde ogen.
„Geen moment over nagedacht! Het is al
leen maar boek, boek, boek. Ik ben verliefd
op m'n boek."