Een meesterwerk
voor een prikkie
Spitsbergen: schijn bedriegt
Digitaal bewerkte textieldrukken verbluffend echt
Ijsbeer heeft zwaar
te lijden onder
milieuvervuiling
ZATERDAG
11 OKTOBER
2003
Zelfs wanneer je weet dat het nep is,
moet je twee keer kijken. Het gaat om
reproducties op linnen van oude
meesters uit het Rijksmuseum Amsterdam,
maar ze zien er o zo echt uit. De gekopieerde
meesterwerken worden onder andere verkocht
in de museumwinkel in de nieuwe dependan
ce op luchthaven Schiphol. Regelmatig verga
pen de toeristen zich op die plek aan de inge
lijste afdrukken. Totdat het personeel van de
museumwinkel hen er vriendelijk op atten
deert dat de 'echte', de originele schilderijen,
elders hangen.
Jos Bastiaans (47) moet er om grinniken, maar
hij is ook trots. „Zoals wij reproducties kunnen
afdrukken op linnen, dat kan niemand in de
wereld." Samen met zeven medewerkers
vormt Bastiaans onder de bedrijfsnaam Artiply
misschien wel het merkwaardigste onderdeel
van industrieconglomeraat Stork. In een rela
tief kleine kantoorvilla in Boxmeer, naast het
immense pand van Stork Prints (1.400 mede
werkers wereldwijd), drijft hij wellicht ook de
merkwaardigste kunsthandel van Nederland.
Want behalve reproducties, vervaardigt Artiply
ook gesigneerde afdrukken in serie van mo
derne kunstenaars. „Deze reproductietechniek
zou je kunnen vergelijken met etsen, houtsne
den of litho's, zegt Bastiaans. „Het is een
methode waarmee kunstenaars hun werk op
een artistieke verantwoorde manier vermenig
vuldigen, teneinde hun werk te openbaren."
Het bedrijf bestaat nu ongeveer een jaar. Moe
derbedrijf Stork beschikt over ongeëvenaarde
expertise in het drukken op textiel. Het bedrijf
is al jaren wereldmarktleider in systemen voor
textieldruk. „Een van de kenmerken daarvan is
dat wij drukken met acht basiskleuren, waar
de grafische industrie het doet met vier", aldus
Bastiaanse, staand naast enkele grote, high
tech drukmachines.
Artiply levert overigens ook speciaal bedrukte
textiel, naar ontwerpen van alle grote Parijse
modehuizen. „Daar verdienen wij ons brood
mee. Op een bepaald moment rees de gedach
te: zouden wij ook kwalitatief hoogwaardige
reproducties van kunst kunnen drukken op
textiel, werken die een toegevoegde waarde
hebben ten opzichte van de toen bestaande
reprodukties", zegt Bastiaans. In Amerika was
de markt voor digitaal vervaardigde kunst en
kele jaren geleden al 65 miljoen dollar per jaar.
Slinkse methoden
Zonder enig marktonderzoek of overleg met
mogelijke relaties gingen enkele mensen van
Artiply aan de slag („Voordeel van een klein
bedrijf, hè"). Van internet werd een plaatje van
een schilderij van het Rijksmuseum gehaald
(„We wilden qua inhoud hoog inzetten"), digi
taal bewerkt en afgedrukt. Vervolgens werd het
opgespannen zoals een gewoon schilderij en
voorzien van een passende lijst.
Met dit onder de arm toog Bastiaans naar het
Rijksmuseum, waar hij eerst werd beschuldigd
van slinkse methoden om bij het origineel te
zijn geweest („Nee hoor, komt gewoon van jul
lie website."). Onder de indruk van de kwali
teit van dit proefstuk kreeg Bastiaans de op
dracht er nog drie te produceren, waarvoor hij
wel mocht fotograferen in het Rijksmuseum.
„Wij maken een digitale reproductie van één
op één met dezelfde scanner als het Vaticaan
en het Louvre gebruiken voor het documente
ren van hun kunstschatten. Dat gebeurt zon
der contact, maar wel met een ongekende
scherpte/diepte", legt Bastiaans het produc
tieproces uit. „Wij maken een eerste afdruk,
die wij digitaal corrigeren voor 'het gevoel' van
een schilderij. Dat doen we met een panel van
drie experts. Als we uiteindelijk vinden dat het
gevoel bij het kijken naar de reproductie het
zelfde is, als bij het kijken naar het origineel,
kunnen we gaan drukken."
Het blijft druk, dus plat. Maar omdat wordt af
gedrukt op linnen zit er toch een zekere diepte
en structuur in het eindresultaat. De combina
tie met de digitale correctietechnieken leidt er
toe dat het eindresultaat verbluffend driedi
mensionaal oogt, tot en met de dikte van de
penseelstreken. De reproductie moet ook wor
den behandeld als een echt schilderij: af en toe
heel voorzichtig afstoffen, niet in direct zon
licht hangen, niet in ruimtes waar veel rook en
stof is.
Bastiaans weet heel goed dat dit deel van zijn
bedrijf niet meer behelst dan perfect kopiëren,
zij het met iets extra's. „Meer pretenderen we
hier niet, maar ook niet minder. En het fs ook
gewoon niet echt, al zie je dat bij eerste blik
misschien niet." Behalve Johannes Vermeer
levert hij o.a. ook Anton Mauve en Jan Toorop.
Heel anders kijkt hij aan tegen de andere tak,
het in serie drukken van origineel modem
werk. „Dat is een vorm van kunst, gesigneerd
en gegarandeerd door de kunstenaar. In die
zin verschilt het niet van gesigneerde etsen of
litho's. Die worden ook gereproduceerd van
een origineel."
Artiply drukt alleen op bestelling, er is geen
voorraad. „Onze omzet is nu ongeveer een ton
in euro's, al zit er een gezonde groei in. We
willen de kosten zo laag mogelijk houden. Bo
vendien weten wij absoluut niet wat de markt
is: die zijn we zelf aan het creëren."
Ook op verzoek van individuele kunstenaars
drukt Artiply. Zelfs particulieren kunnen aan
kloppen met een verzoek om een offerte. In de
werkplaats laat Bastiaans tenslotte nog een ac
tiviteit zien, die absoluut niet mag worden ge
fotografeerd en waarover hij verder ook niets
kwijt wil. „Er zijn vermogende particulieren
die hun eigen kunstbezit laten reproduceren,
het origineel hoeft dan niet langer kwetsbaar
aan de muur van de villa te hangen, maar kan
terug in de kluis. Zeker als het achter glas zit, is
voor de gemiddelde leek het verschil niet te
zien en de eigenaar slaapt rustiger."
Bemiddelen
Bastiaans combineert een technische achter
grond met een kennismaking met de kunstwe
reld. Hij is van huis uit elektrotechnicus, die
zich heeft gespecialiseerd in textieldruk. Nu
ontwikkelt hij zich verder tot kenner van de
kunstwereld. „We benaderen naast het Rijks
museum nu ook andere musea. Ook in de we
reld van galeries en schilders gaan we aan de
weg timmeren."
De (twaalf) reproducties van het Rijksmuseum
worden verkocht in de museumwinkel, voor
prijzen van 400 tot 1000 euro. Dit is inclusief
lijst, certificaat en verzekerde verzending naar
elk adres in de wereld. Verkoopaantallen
houdt Artiply nog even voor zich. Bastiaans:
„Omdat we merken dat vooral op Schiphol
toeristen toch liever zoiets meteen mee willen
nemen, hebben we nu een tweede drukproces
ontwikkeld. Dan kan het doek worden opge
rold en worden verpakt in een doos. De klant
krijgt een voorschrift mee om het thuis te laten
opspannen en inlijsten."
De moderne afdrukken worden verkocht via
de kunstenaars zelf, dan wel via Artiply. „Bas
tiaans: wij bemiddelen dan. Dat is denk ik ook
nog een groeimairkt: mensen zien een schilde
rij, kunnen het absoluut niet betalen en willen
graag een reproductie. Zij kunnen het de kun
stenaar vragen, die ons benadert, of anders
om. Er zijn wellicht ook kunstenaars geïnteres
seerd om op deze wijze hun werk onder een
groter publiek te brengen. „Vergeet niet", zegt
Bastiaans, „Dat het veel mensen vooral gaat
om het gevoel van een kunstwerk. Zij kopen
een briefkaart of poster om dat gevoel mee te
kunnen nemen. Dat gevoel leveren wij in ver
sterkte mate."
Meer informatie: www.artiply.com
Voor een paar honderd
euro een verbluffend
'echte' Vermeer
('Melkmeisje' of
'Straatje') aan de muur?
Of liever een digitaal
perfecte kopie van een
kunstwerk uit eigen
jezit, zodat het kostbare
origineel veilig in de
kluis kan blijven? „Wat
wij doen, kan niemand
anders in de wereld."
door James McConigal
Artiply maakt reproducties van oude meesters die op linnen worden afgedrukt. Hier een Schevenings strandbeeld van Isa
ac Israels.Foto's: CPD/Cees Zorn
Met het bekende programma Photoshop worden de repro's van oude meesters bewerkt.
Mijnbouw, toerisme, de
jacht op olie,
klimaatveranderingen en
schadelijke stoffen (PCB's)
zijn slechts enkele
bedreigingen van Het Rijk
an de Ijsbeer. Spitsbergen,
de laatste stop voor de
Noordpool, ziet er schoner
uit dan het eigenlijk is.
door Windy Kester
De eerste ontmoeting met een ijsbeer
heeft de bezoeker op het vliegveld van
Longyearbyen, de 1.700 zielen tellende
'hoofdstad' van Spitsbergen. Het is een
ongevaarlijke, want opgezet. Op het poli
tiekantoor naast de koning van Artica
worden bezoekers gewaarschuwd dat
niet alle beren - er zijn er zo'n 3.000 op
het eiland - zo vriendelijk zijn. Niemand
mag zich zonder geweer buiten het dorp
wagen. Omdat de ijsbeer een beschermd
diersoort is, mag het wapen echter alleen
gebruikt worden als het echt niet anders
kan.
Het gaat niet goed met de soortgenoten
van de beer op de luchthaven. Als laatste
dier in de voedselketen heeft de ijsbeer
zwaar te lijden onder de Europese mi
lieuvervuiling. De schadelijke PCB's bij
voorbeeld die zich hechten aan vet. En
vet is nu juist wat pooldieren nodig heb
ben om de winter door te komen. Nadat
de vissen plankton hebben gegeten en
de zeehonden de vissen, is het de ijsbeer
die de zeehond verorberd en daarmee
een gevaarlijke hoeveelheid schadelijke
stoffen opslokt. Onderzoek wijst uit dat
de ijsbeer op Spitsbergen hierdoor zes
keer minder vruchtbaar is dan de soort
genoot in, bijvoorbeeld, Alaska.
Maar de gezondheid van de ijsbeer is
niet het enige dat Gunnar Sander van
het Noorse Poolinstituut hoofdbrekens
bezorgt. Hij moet onder meer het Noor
se ministerie van milieu in Oslo informe
ren over de toestand op Svalbard, zoals
de hele eilandengroep heet waar Spits
bergen toe behoort. „Kijk, die rode vlek
daar op de berg. Zuur, zwavel, metalen
die overblijven na jarenlange mijn
bouw." Sinds begin vorige eeuw wordt
er op Spitsbergen steenkool gewonnen.
Wrakhout en resten van een kolenmijn rond Longyearbyen. Afval of beschermd cultuur
monument? Foto: CPD/Windy Kester
Hoe netjes er na het sluiten van een
groeve ook opgeruimd wordt, er komt al
tijd wel iets in de bodem.
Er gebeurt echter meer op Spitsbergen.
Het Noorse parlement besloot in 1990 de
eilandengroep Svalbard open te stellen
voor toeristen en onderzoekers. Geolo
gen, biologen, meteorologen, en masse
komen ze voor Svalbards unieke bodem
gesteldheid, dieren, planten en klimaat.
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie
NASA zet er momenteel een filiaal op
omdat het landschap vergelijkbaar zou
zijn met dat van de planeet Mars.
De status van onderzoekersparadijs is
prettig, maar brengt ook problemen met
zich mee. Rond Longyearbyen ontstond
een woud van antennes voor onderzoek
van het noorderlicht. Het stikt er van de
weerkoepels voor de meteorologen. Op
de zeebodem wordt een glasfiberkabel
aangelegd om de nederzetting van 's we
relds snelste internetverbinding te voor
zien. De horde wetenschappers moet er
gens wonen en leven. Men reist vooral
per vliegtuig. Dat alles heeft gevolgen
voor het milieu. Voor de toeristen geldt
hetzelfde. Economisch gezien een suc
cesverhaal (dit jaar kwamen er 28.000),
maar toch. Er zijn nadelen. Sander „Van
uit milieuoogpunt is de groei natuurlijk
discutabel."
Tove Eliasen, werkzaam bij het Bureau
voor toerisme in Longyearbyen, is het
daar niet mee eens. „Zijn menselijke
sporen in de sneeuw een bedreiging van
het milieu?" Volgens haar zijn de regels
ter bescherming van het milieu streng
genoeg.
Pijnlijker wordt het als de zoektocht naar
olie ter sprake komt. Proefboringen wij
zen uit dat het zwarte goud waarschijn
lijk op Svalbard te vinden is, maar de
Noren zijn voorzichtig met het geven
van toestemming voor het echte werk.
Hetzelfde geldt voor het goud dat zich
vermoedelijk onder de permafrost be
vindt. De Noren zijn bang dat de weten
schappers wegblijven als de natuur niet
meer ongerept is omdat iemand met
goudkoorts aan het graven is geslagen,
maar de regering heeft nog geen stand
punt ingenomen. Sander: „Deze nieuwe
projecten conflicteren met de milieuwet
geving. Het wordteen grote uitdaging
het milieu dan nog te beschermen."
Nu kent Noorwegen al de strengste mi
lieuwetten ter wereld. Svalbard heeft
zelfs een aparte natuurwet. Zo staat er
op het weggooien van een papiertje een
boete van 50.000 kronen (6.240 euro).
Ook in Barentsburg (1.000 inwoners),
zo'n 60 kilometer ten zuiden van
Longyearbyen, geldt die wet. Maar het
eerste dat reizigers die de Russische
mijnwerkers-nederzetting aandoen op
valt, is de stank. Zwarte rookwolken drij
ven uit talloze schoorstenen de frisse
poollucht in. De stroomcentrale is sterk
verouderd. Overal liggen plasjes olie.
Barentsburg is genoemd naar ontdek
kingsreiziger Willem Barentsz, die in
1596 als eerste voet aan wal zette op
Spitsbergen. De Nederlandse nederzet
ting werd in 1932 aan het Russische
staatsbedrijf Artikugol verkocht. De eni
ge band die nu nog bestaat, zijn de sche
pen die steenkool voor Rotterdam ko
mmen halen.
Verder leeft in Barentsburg de Sovjet
Unie voort. Lenin staat nog op zijn sok
kel en de mijnwerkers krijgen drie keer
per dag te eten in de kantine. Afval wordt
gewoon in zee gekiept. Het milieu is
geen factor. Maar er is echter niemand
die de relatie met de Russen op het spel
wil zetten door hen daarop aan te spre
ken.
Hoe scherp het contrast is tussen Ba
rentsburg en de ongereptheid van de na
tuur blijkt even ten zuiden van de Russi
sche stad. Daar ligt de 3,2 miljard jaar
oude gletsjer Esmarkbreen. Kristalhelder
water dat in bevroren toestand zo ter
koeling van een alcoholisch drankje ge
bruikt kan worden. Waarbij de fijnproe
ver tegelijk de horizon afspeurt naar een
ijsbeer. De kans dat die zich daar laten
zien is echter klein. Het broeikaseffect
leidt ertoe dat ijsschotsen smelten. Om
dat de ijsbeer pakijs nodig heeft om op
te jagen, moet hij steeds verder naar het
noorden trekken. Sanders: „Behalve de
PCB's die de voortplanting in gevaar
brengen, is er dus ook het risico dat de
ijsberen over een aantal jaren, als steeds
meer ijs verdwijnt, verhongeren."
Jos Bastiaans bij de printer van oude meesters. Op de rol ligt een stilleven van Floris Claesz van Dijck.