'Boeken moet je leesbaar maken' KINDERBOEKENWEEK Een klein bevertje met angst voor het donker 'Het gaat om de intensiteit, de echtheid' Hoofdrol voor heksen in nieuwe uitgaven Francine Oomen schrijft sprookje van deze tijd Piep in het DINSDAG 7 OKTOBER 2003 04 Itl OR lor door Marjon Kok Iedere avond als Francine Oo men naar bed ging, deed ze even een schietgebedje: Ik hoop dat ik een prijs win of het Kinderboe kenweekgeschenk mag schrij ven. Ze lacht: „Dat is natuurlijk een beetje overdreven. Maar toen ik werd gevraagd voor het kinderboekenweekgeschenk, sprong ik een gat in de lucht. Het is een enorme erkenning, waarvan ik stiekem heb ge droomd." Iedereen die tijdens de Kinder boekenweek een boek koopt van minstens 9,99 euro, krijgt er nog een boek bij: Het Zwanen- meer (maar dan anders). Fran cine Oomen, bekend van de puberserie Hoe overleef ik..., de jeugdboeken over Lena Lijstje en de Computerheks en de kleuterboekjes over Saartje en Tommie, schreef het. Het Zwanenmeer gaat over de twaalfjarige drieling Sam, Beer en Pip. Hun moeder is overle den en hun vader - de beroem de kinderboekenschrijver Wal ter van Zwanenburg - bakt niet veel van het ouderschap en worstelt ook nog met een wri ters block. Het huishouden komt dan ook volledig voor re kening van Sam, terwijl haar in telligente zus Beer zich op het gymnasium stort en broer Pip, die op school behoorlijk wordt gepest, zich steeds meer terug trekt. Hoewel ze in een prachtig huis wonen en alledrie een PP (pin pas) met onuitputtelijk saldo tot hun beschikking hebben, zijn Sam, Beer en Pip niet erg gelukkig. De buitenwereld be kijkt hen vol jaloezie, maar in tussen durft de drieling geen vrienden mee naar huis te ne men, omdat de kikkers er letter lijk ronddansen. Francine Oomen (1960) schreef Het Zwanenmeer speciaal voor de kinderboekenweek. „Eind vorig jaar kreeg ik de opdracht van het CPNB. Ik mocht na tuurlijk best een idee gebruiken dat ik nog had liggen, maar ik vond het leuk om het thema van de kinderboekenweek (Diep in het bos) er bij te be trekken." Het Zwanenmeer is volgens Oo men 'een sprookje van deze tijd' geworden, met allerlei dra matische wendingen. „Er zit natuurlijk ook een diepere ge dachte achter: geluk is niet voor geld te koop en nare dingen kunnen achteraf gezien toch er gens goed voor zijn geweest." Dat hoort nu eenmaal in een sprookje, vindt ze. „Maar het is wel een modern sprookje met problemen van deze tijd." Niet alleen in Oomens kinder boekenweekgeschenk zit een diepere gedachte. Ook in veel andere boeken komen 'levens lessen' aan bod. Vaak geeft ze op haar manier aan hoe pubers problemen zouden kunnen op lossen. „Ik heb er natuurlijk wel eens over nagedacht waarom ik dat doe. Het komt denk ik ge deeltelijk omdat ik niet zo'n heel erg leuke jeugd heb gehad. Ik heb vroeger alles zelf moeten uitzoeken. Het heeft natuurlijk geen pas om in kinderboeken raad te geven, maar ik vind het wel fijn als kinderen iets aan mijn boeken hebben. Dat zit een beetje in mijn natuur, denk ik." Schrijven is voor Oomen een eerste levensbehoefte. „Ik heb altijd overal boeken om mij heen. Ik kan niet slapen zonder eerst te lezen, ook al is het maar twee regels. Schrijven heb ik - net als tekenen - ook al van kindsaf gedaan. Schrijven is heerlijk. Je creëert een wereld waarin je almachtig bent, waar in je zelf kunt beslissen wat er gebeurt." Toch is ze niet als kinderboe kenschrijfster begonnen. „Van huis uit ben ik industrieel ont werper. Omdat ik heel graag iets met boeken wilde doen ben ik na die opleiding met een portfolio langs uitgevers ge gaan. Maar ik kon toen nog niet goed genoeg tekenen. Ik was jong, had nog geen eigen stijl. Dus heb ik eerst iets anders ge probeerd." Het werd de reclamewereld. „Maar al heel snel wist ik dat dat niks voor mij was. Toen ik er terecht kwam was het ook nog de stereotype wereld vol vlotte mannen in zwarte BMW's die mij het liefst in mijn billen knepen en schatje noem den. Zodra ik een goed idee had, ging iemand anders ermee vandoor. En ik moest tussen negen en vijf creatief zijn. Dat past niet bij mij. Ik ben denk ik te veel een einzelganger. Ik functioneer het beste als ik mijn eigen dingen kan doen." Als ontwerper kwam Francine Oomen terecht bij een grote drukkerij in Zuid-Limburg. Ze stond aan de wieg van de mer chandising rond Dick Bruna. Ontwierp de allereerste Nijntje- collectie in Nederland: stoffen, behang, plastic zuigflesjes... „Dat was hartstikke leuk en ik heb er veel contacten opge daan." Bij die drukkerij werden ook kinderboeken ontwikkeld. Op een dag bedacht Francine Oomen een serie waar ze wel een illustratrice voor had (Dag- mar Stam), maar geen schrijver. „Toen dacht ik: dan doe ik het maar zelf, zo moeilijk kan het niet zijn." De serie over Saartje en Tom mie werd een groot succes, ook in het buitenland. „Nou, dat was natuurlijk een geweldige stimulans om door te gaan." Dus kwam er meer van Saartje en Tommie. Daarna kwamen de Sammie Eigenwijs-boeken waarin Francine Oomen ook te kende voor de illustraties. „Tel kens een stapje verder." Hoewel haar boeken diepgang hebben, worden ze soms op pervlakkig genoemd. Zelf ver moedt Francine Oomen dat dat komt omdat ze in de 'populaire klasse' thuishoort. Haar boeken zijn erg van nu. Ze schrijft in spreektaal, gebruikt de slang van de hedendaagse jeugd. Daarnaast verluchtigt ze haar boeken met e-mails, lijstjes, korte briefjes of dagboek-achti- ge aantekeningen. ,,Als iets toegankelijk wordt ge schreven - en ik denk dat mijn boeken heel toegankelijk zijn - is het al gauw niet goed. Te po pulistisch mag niet. De elitaire manier van schrijven kan weer wel, maar is vaak onleesbaar voor kinderen. Zo kan en wil ik niet schrijven. Als je wilt dat Francine Oomen. Foto: GPD kinderen je boeken lezen, moet je ze leesbaar maken. En ik heb nog nooit van een kind gehoord dat mijn boeken oppervlakkig zijn. Eerder juist dat het over hun gevoelens gaat. Dus eh... soit." Dan wordt ze maar niet onder het kopje 'literatuur' ge plaatst. Ze is er trots op dat ook volwas senen haar boeken mooi vin den. „Van hen hoor ik wel dat zij hun kind beter zijn gaan be grijpen door mijn boeken. Een heleboel mensen zijn vergeten hoe het voelde om klein te zijn. Ze kunnen zich het onrecljoj verschil tussen klein en hii en de onmacht van kin[ l om zelf te beslissen nietacl herinneren. Ik vind het fen tisch dat sommige ouderrd gaan nadenken na het feo van mijn boeken en er megrc kinderen over praten. Daltei ik belangrijker dan goedinj censies. Eén zo'n oudejrai naar mij toekomt en zegt d vj een betere band met zijnart heeft gekregen. Nou, dai de rest wat mij betreft onP fen." Veertigjarige uitgeverij Lemniscaat stelt inhoud boven verkoopcijfers door Annemiek Veelenturf Gedreven door idealisme start ten Jean Louis en Marijke Boele van Hensbroek in 1963 uitgeverij Lemniscaat op een Rotterdamse zolderkamer. Het echtpaar wilde hele mooie boeken maken voor hele jonge kinderen, iets dat toen nog heel weinig voorkwam. Veertig jaar later staat zoon Jean Christophe er nog steeds achter: „Het gaat om de intensiteit, om de echtheid. Kinderen herkennen dat zó." De huidige Lemniscaat-direc teur kan zich de zolder waar zijn ouders begonnen nog goed herinneren. „Mijn vader had een hele goede baan bij Unile ver. Maar toen hij even in de vijftig was, wilde hij iets waar zijn hart écht lag. Net als mijn moeder was hij een echt 'boe- kenmens'," zegt Jean Chris tophe Boele van Hensbroek. „Ook zijn vader was uitgever. Hij wist dat het een vak was waarin je veel van je idealen kwijt kon." Ze startten vanuit het idee: het mooiste dat je kan voortbren gen, is voor de kleintjes. Zoals ouders hun kinderen het beste van henzelf willen geven. En dus troffen zij boven voorberei dingen om te komen tot mooie prentenboeken. „Héle mooie prentenboeken", zegt Jean Christophe. „Ik weet nog dat we in die begintijd met het ge zin naar de stad gingen om eta lages van boekhandels te bekij ken. En ja hoor, daar lagen ze, prominent uitgestald. Een prentenboek, dat was iets heel bijzonders in die tijd." Ook in de andere uitgaven van Lemniscaat, dat al snel na de start verhuisde naar een statig pand, is het idealisme van de oprichters herkenbaar. Aanvan kelijk bracht de firma ook veel psychologie- en filosofieboeken op de markt. Tegenwoordig geeft Lemniscaat, dat kinder boekenschrijvers als Thea Beek man, Anke de Vries, Gijs Wan ders en Jan Terlouw onder haar hoede heeft, onder meer een 'kritische reeks' uit over globali sering. Maar: geen idealisme zonder realisme. Alles moet in even wicht, zoals de Lemniscaat, het symbool van de uitgeverij, aan geeft. Op de ruggen van alle boeken staat deze curve van Bernoulli, die doet denken aan een opgerekte 8 of een krake ling op z'n kant. Dit teken toont de binnen- en buitenkant van een band, dat daarmee het evenwicht en de samenhang symboliseert tussen het geeste lijke en het stoffelijke. „Of tus sen kunst en commercie", vult kinderboek recensie Hanneke van den Berg Wie het Kinderboekenweekge schenk schrijft, krijgt te maken met een oplage die zelfs popu laire schrijvers als Carry Slee en Paul van Loon niet kennen. In totaal liggen er binnenkort 367.000 exemplaren klaar om uitgedeeld te worden aan ieder een die voor 9,99 euro aan kin derboeken koopt. Maar ook de auteur/illustrator van het pren tenboekje dat vanaf het begin van de Kinderboekenweek voor het geringe bedrag van 2,25 eu ro te koop is, mag niet moppe ren over de oplage. Daarvan verschijnen er 115.000. Zou Michael Dudok de Wit het prentenboek Ik wil de maan van Jonathan Emmett en Va nessa Cabban kennen? Het boek dat onlangs nog de Kieke- boekprijs won voor het beste prentenboek van het jaar, komt meteen in gedachten bij het omslaan van de kaft van Vier bevertjes in de nacht. Hetzelfde blauw, dezelfde sfeer. Maar die eerste gedachte vervliegt snel, want Dudok de Wit slaagt er als geen ander in snel zijn eigen stempel op een boek te dnrk- ken. In zowel het prenten boek dat ver scheen naar aanleiding van de Oscar winnende animatiefilm Father and Daughter als het eveneens schitterende Oscar en Wol laat hij met Vier bevertjes in de nacht zijn illustraties zo'n totaal eigen stijl zien dat je zijn werk uit dui zenden herkent. Vier bevertjes in de nacht is daarmee zijn derde hoogtepunt op rij. Het verhaaltje, hoe lief ook, is min of meer bijzaak, want zowel de kleintjes als vol wassenen zullen zich vooral vergapen aan de prachtige teke ningen van de bevertjes die hun kleine broertje van zijn angst voor het donker proberen af te helpen. Ze zingen een liedje voor de maan, kijken naar de rondvliegende vleermuizen en zwemmen midden in de nacht in een meertje. En net als het kleine bevertje de nacht leuk begint te vinden, zijn de ande ren zo moe dat ze meteen wil len gaan slapen. Hoe Dudok de Wit met schadu wen werkt, met simpele strakke lijnen die toch zo veel uitdruk ken, dat doen maar weini gen hem na. Je moet er (iets) voor be talen, maar het is met recht een ge schenk. IZar» Ko de Boswach*er tot Roodkapje en Rofcin Hood Jean Christophe Boele van Hensbroek aan. „Of actie en bespiegeling." Zo adellijk als zijn naam aan doet, zo alledaags is hij in zijn voorkomen. Gestoken in spij kerbroek en hemd met opgerol de mouwen, steekt Jean Chris tophe Boele van Hensbroek (53) een enthousiast betoog af over de uitgeverij die hij leidt. Toch was het geen liefde op het eerste gezicht. „Maar sinds ik hier werk, ben ik het wel steeds leuker gaan vinden." Hij rondde eerst een studie rechten af en werkte jarenlang met delinquente jongeren voor dat hij de overstap maakte. „Uitgever zijn is enorm veelzij dig. Je organiseert alles tussen schrijver en lezer," zegt Boele van Hensbroek. Somt op: „Na denken over nieuwe projecten, het kiezen van een manuscript, de correctie, het proces van vormgeving, afspraken maken met de drukker... Dan is het boek er, maar dan begint het echte werk pas. Want dan moet je naar buiten, naar scholen, bi bliotheken, naar recensenten. Dan opent zich een wereld van contacten." Een 'geweldig voordeel' is daar bij dat Lemniscaat een zelfstan dige uitgeverij is. „Wij kunnen uitgeven, wat wij willen," zegt Boele van Hensbroek. „Door inhoud gemotiveerd. Het grote probleem van de grote con cerns is dat daar rekenmeesters aan de touwtjes trekken. Dat leidt ertoe dat de verkoop het belangrijkste wordt. Neem het kinderboek van Madonna. Dat is zo slecht: ik zou het nooit willen uitgeven. Maar ja, er gaan er elke week 10.000 van over de toonbank en dat telt voor zo'n groot bedrijf..." Lemniscaat, waar veertien mensen werken, verkeert in de gelukkige positie dat de uitge verij geen bank nodig heeft om te kunnen draaien. „We hebben geen geleend geld. De zaken gaan goed genoeg om onszelf en onze eigen projecten te be talen en dat maakt ons heel ste vig. Wat we de ene dag verzin nen, voeren we de volgende dag uit." Ferm: „Veel uitgeverij en van kinderboeken zijn in de loop der jaren opgeslold door grote bedrijven. Dat zal ons niet gebeuren." Dagelijks komen bij Lemniscaat een a twee manuscripten bin nen van mensen die menen dat hun werk het waard is om in druk te verschijnen. Slechts en kele halen de eindstreep. Boele van Hensbroek noemt het ni veau 'in het algemeen niet zo denderend'. „Er zijn niet zo heel veel mensen die écht kun nen schrijven. Een boek moet heel bijzonder zijn, wil het ko men bovendrijven." Natuurlijk, het verhaal moet goed in elkaar steken, de schrijfstijl moet mooi zijn en de lezer moet zich kunnen identi ficeren met de hoofdpersoon. Maar wat een kinderboek een góed kinderboek maakt, is moeilijker te vatten. „Geen pre tentieloos amusement," kadert Boele af. „En zo er al moraal in zit, dan verstopt. Maar het be langrijkste is dat de auteur het boek met zijn hart heeft ge schreven. Dat het verhaalt over iets dat hemzelf écht bezig houdt. Het gaat om intensiteit en echtheid. Dat levert iets op dat je raakt Kinderen herken nen dat zó." Een kinderboek maken stelt ex tra eisen. Een aanloopje nemen van tien bladzijden, in de litera tuur voor volwassenen niet on gebruikelijk, is taboe. Om het lezertje bij de les te hóuden is het verder zaak verhalend te schrijven, en niet zozeer be spiegelend. De illustraties moe ten passen bij de leeftijdsgroep. Kinderen tussen de 8 en 12 bij voorbeeld, willen geen sprook jesachtige of artistieke tekenin gen. Voor hen moet het realis tisch zijn. „Verder moetje met kinder ogen kunnen kijken. Dat is een talent, maar je kunt ook veel oppikken van de kindercultuur die tegenwoordig met bakken over je heen komt. Als je ogen en oren steeds goed open houdt, weet je dat het 'lauw vet' is, en niet 'mieters'." Boeken zijn heel belangrijk voor kinde ren, benadrukt Boele van Hens broek. „Lees ze voor, en ze ma ken met hulp van hun eigen fantasie een beeldend verhaal in hun hoofd. Door veel met taal bezig te zijn, leren kinderen beter te verwoorden wat ze waarnemen, wat ze denken en voelen. Daarbij komt: als je twintig woorden voor 'liefde' kent, kun je die verschillende soorten liefde ook leren herken nen en benoemen. Dat verrijkt je." Jean Christophe Boele van Hensbroek: „Het kinderboek van Madonna is zo slecht. Ik zou het nooit willen uitgeven." Foto: GPD/Joep vah der Pal Als heksen vermomde leerlingen van het Haarlemse Linnaeuscollege. Archieffoto: United Photos De Boer/Marisa Beretta door Francoise Ledeboer Dat heksen in bossen wonen staat vast. Ze heb ben een hekel aan de huizen van 'gewone' men sen omdat ze daar niet ongestoord hun akelige plannen kunnen uitvoeren of zomaar een beetje oefenen in toveren. Het maakt niet uit of ze goedaardig of kwaadaardig zijn, alleen tussen dicht lover voelen ze zich echt op hun gemak. Wie nog twijfelt aan de juistheid van deze obser vatie, kan zich laten overtuigen door nieuwe boe ken die aansluiten bij het thema van de Kinder boekenweek 'Diep in het bos... Van Ko de Bos wachter tot Roodkapje en Robin Hood'. Het duo Hanna Kraan/Annemarie van Haeringen maakte voor de leeftijd vanaf zes jaar Lang leve de boze heks (Lemniscaat, €3,50), waarin drie nieuwe verhalen zijn opgenomen over de be roemdste toverende mopperheks van Nederland. Op de omslag speurt ze voorzichtig van achter een boomstam naar iets nieuws om over te mop peren. Nieuw is ook de bundel In het bos voor de leef tijd vanaf acht jaar (Van Goor, €18,50), met bij dragen van onder anderen Sanne de Bakker, Car- li Biessels, Hans Hagen, Ted van Lieshout en Dolf Verroen. De Bakker bijt het spits af met haar ver haal De beste heks van het bos. Heks Hetty siddert van woede omdat ze in plaats van een nieuwe bezem een voetbal tovert en ook andere kunstjes ineens ziet mislukken. Oorzaak achter het verlies van haar toverkracht blijkt haar zuster Lola, eveneens heks. Hoe deze vete afloopt, dient na tuurlijk niet te worden onthuld. Mikkie is een zwarte zwerfkat die besluit op zoek te gaan naar een heks als baasje nadat hij heeft gelezen dat heksen dol zijn op zwarte katten. Pa wel Pawlak en Emily Horn beschreven voor kleu ters zijn avonturen onder de titel Ben u mis schien een heks? (Sjaloom, 1,45). Na Hek- senstreken en Heksenherrie schreef Mary Schoon onder de titel Heksentoeren voor de ba sisschool haar derde boek over de aandoenlijke heksen Grizela en Ratja (Van Holkema Waren- dorf, €9,75). De oude heks Rawanda komt bij Grizela en Ratja op bezoek om te vertellen dat ze naar het Woeste Woud gaat om de machtige en gemene opper- heks Grubecca met haar wonderlijke glazen bol te bezoeken. Grubecca is ziek en Rawanda wil de bol graag erven. De dames proberen Rawanda te snel af te zijn, maar dat gaat niet zo makkelijk als ze denken. In Hoog en Laag (Clavis, €13,95) van Ann Loo- tens krijgen Pipa en Mima hun eerste vliegles op bezemstelen. Maar Pipa kan niet wachten en gaat alvast in haar eentje weg. Dat gaat natuurlijk mis en er volgt een spannend avontuur. Over de ze vrolijke heksjes schreef Lootens ook Plus en Min en Nu en Dan. Voor het eerste deel van de nieuwe sprookjes reeks voor jongere kinderen bewerkten Marianne Busser en Ron Schroder het klassieke sprookje van Sneeuwwitje en haar heksen-stiefmoeder (The House of Books, €12,50). De omslag is voor deze jonge doelgroep geruststellend gehouden: Sneeuwwitje zit onder een boom met haar zeven dwergen gezellig te kletsen, nog niet wetend dat ze straks de giftige appel zal gaan eten die haar stiefmoeder heeft bereid om opnieuw de mooiste te zijn in het land. Voor iedereen die de leeftijd van lekker griezelen nooit achter zich wil laten, is nog steeds de uitga ve met Alle Sprookjes van Grimm met illustra ties van Philip Hopman verkrijgbaar (Van Holke ma Warendorf, 34,99 euro). Vól heksen, vól to verkunsten, vól spanning en gevaar, vól bossen, blijven deze sprookjes klassiekers met een eeu wigheidswaarde die het kader van welke Kinder boekenweek dan ook ontstijgen. "Vier bevertjes in de nacht' door Michael Dudok de Wit. Prentenboekje in het kader van de Kinderboekenweek. Uitgave CPNB. Prijs: €2,25. top- TO 1.(1) Nicci French, De verborgen glimlach. Ambo/Antnos, 18,90 HU 2. (-) Thomas Lieske, Gran Café Boulevard. ill Querido, 17,95 3. (-) Arthur Japin, jar Een schitterend gebrek. Arbeiderspers, 17,95 4. (4) Appie Baantjer, De Col geen excuus voor moord. r: Fontein, 9,98 5. (5) Geerten Meijsing, Malocchlo. Arbeiderspers, 17,95 6. (3) Dan Brown, Het Bernini Mysterie. Luitingh/Sijthoff, 19,95 7. (-) Yann Martel, Het leven van Pi. Prometheus, 17,95 8. (-) David Endt, Ajax-Zielen Contact, 10,00 9. (7) Bart Chabot, Broodje springlevend. Nijgh Van Ditmar, 18,50 10. (2) P.F. Thomese, Schaduwklnd. Contact, 12,90 De nieuwe Thomas Lieske^ over een meestervervalser dif de Tweede Wereldoorlog ar. blok valt voor een Spaans iflhi In het ingenieuze plot is e plaats voor de Leidse omfljj; den. Ook Japin duikt, en nie de eerste keer, met succes de rie in. Hij componeerde Eenf e terend gebrek rond de foiFai vrouwenversierder Casanovahat d De boekentoptien wordt Wekeli mengesteid op basis van verkoof van Athenaeum Boekhandel en Vries Boeken in Haarlem, Boefep Koovker in Leiden, Plantage Boer Harkema In Hilversum, Boekband V in Bussum en Boekhandel De Aii„. mere. 'ia£

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 16