>odenakker •ntheemde irenkelingen kandoenlijk respect voor Vestdijk Boeken Polsstokschuinsmarcheerder Daar komt een hond op ons af Vredenhof op Schiermonnikoog fragmentarische briefwisselingen tussen schrijvers rond de oorlog Jan Mulder over de warme zomer zaterdag 13 september 20C>1 ]f )rie Britten uit een neergehaalde bommenwerper worden op 2 maart 1 941 door de Duitse vijand van een zandbank in de Waddenzee gered. \an boord van een watervliegtuig krijgen ze dekens en cognac. Hun ,Jj edders zetten vervolgens koers naar het wrak om de twee andere be- ir( nanningleden uit het ijskoude water te vissen. Tijdens deze operatie ilaat het weer om; het gaat ook mis met het watervliegtuig. Een gealar- neerd schip redt iedereen behalve de drie Engelsen die veilig dachten 2- e zijn. Een van hen, Ernie Matthews (20), spoelt weken later aan op de 'ei iust van Schiermonnikoog waar hij op 15 mei ter aarde wordt besteld. n de stilte van de duinen, om- in ;even door dennen, rusten in envoudige met schelpen be dekte graven de slachtoffers ie de zee weer teruggaf. In de ente bloeien er naast de graf enen gele tulpen. Vredenhof de laatste rustplaats van een nternationaal gezelschap van 15 mannen die zijn aange- poeld of omgekomen op Ichiermonnikoog. De doden- •n kker op het eiland van de grij- zo e monniken is de enige plek n Europa waar Britse slachtof- èrs uit de Eerste Wereldoorlog _fiiet het standaard witte kruis p hun graf hebben gekregen, naar net als de andere graven en kleine, schuin omhoogste- 7e| endc witte steen. ?e[ ournalist en publicist Sietse an der Hoek schreef een mooi n liefdevol boekje over deze ti inieke plek. Net als de beheer- eijers, die in de loop der jaren :1 moeite hebben gedaan om atle nabestaanden op te sporen, rilde Van der Hoek van de angespoelden op Vredenhof irsonages maken, 'zodat ze lerinnerd kunnen worden. I. /ie Vredenhof zegt denkt aan ake van der Werff. De oud- eldwachter en oud-zeeman ie zich op Schiermonnikoog lot een initiatiefrijke hotelhou- er ontplooide. Hij zag tijdens een strandwandeling een laars uit het zand steken waarin een in ontbinding verkerend li chaam stak. Hij begroef het in de duinen, zoals hij daar eerder andere drenkelingen had her begraven. Met de zeeslagen tij dens de Eerste Wereldoorlog steeg het aantal doden dat de kust bereikte. Mede met het oog op de hygiëne stichtte Van der Werff samen met andere ei landers in 1917 Vredenhof. De door het zeewater en meeuwen aangetaste lichamen konden voortaan buiten het dorp wor den begraven. Hotelgasten Van der Hoek noemt verschil lende motieven voor de onge kende zorg en ijver van de ei genaar van Hotel Van der Werff. Het zakeninstinct speel de een niet te verwaarlozen rol. Immers de nabestaanden die naar Vredenhof kwamen, wa ren potentiële hotelgasten. 'Daarnaast zal ook de algemeen menselijke zucht naar sensatie hebben meegespeeld en wel licht het morele appèl dat doorklinkt in de streekverha len over drenkelingen die aan hun lot werden overgelaten wanneer de juttersbuit belang rijker werd gevonden. Wan neer een drenkeling eindelijk aan land komt, teruggegeven door de zee, bewijst dit dat de ziel rust wil; dit te eerbiedigen is de plicht van iedere vinder.' Vredenhof werd een levens werk van Van der Werff die er sinds 1955 zelf begraven ligt naast zijn oudste zoon. Dank zij koninklijke goedkeuring zijn zij de enige uitzondering tussen onbekende drenkelin gen, Franse soldaten en Britse vliegeniers. Naamlozen liggen er naast mensen met een ge schiedenis. De Duitse korpo raal Walter Wetzel die een meisje in Vlaardingen had en zelfmoord pleegde toen hij hoorde dat hij naar het Oost front moest, ligt er door toe doen van Van der Werff, tussen degenen die 'im Kampf für Volk und Vaterland' zijn geval len. Luise Schwiering kreeg dit te horen tegelijk met de medede ling waar haar man begraven lag. 'Moge u troost vinden in het rotsvaste geloof dat, als we willen winnen, juist het bloed van onze beste mannen vergo ten moet worden', schreef een vertegenwoordiger van de Luftwaffe. Het was het begin van een levenslange relatie met het Friese eiland. Ze logeerde steevast in het hotel bij juf frouw Dien, zoals Dien Bol ge noemd werd. Ze nam niet al leen het hotel over van Van der Werff, maar ook de zorg voor Vredenhof. Elk jaar op 17 no vember, wanneer het Volks- trauerdag is, stuurt ze bloemen en in 2002 liep de 88-jarige mee in een stille tocht. Het was 4 mei en samen met de burge meester legde ze een krans ter herdenking van de gevallenen in de oorlog. Een Duitse krant kopte: 'Niet alleen de doden zijn nu vredig met elkaar ver enigd.' Zijn gelijke niet Sietse van der Hoek noemt Vre denhof een plek die, voor zover bekend, zijn gelijke in de we reld niet heeft. 'Een begraaf plaats voor drenkelingen, een oorlogsbegraafplaats waar geen onderscheid is gemaakt tussen vriend en vijand en waar doden niet nationalistisch bij elkaar zijn gelegd, laat staan patriot tisch worden herdacht, een be graafplaats met een naam die nu eens niet een leeg cliché is.' ARJEN VAN GINKEL Sietse van der Hoek: 'Vredenhof. Rust- jot een initiatiefrijke hotelhou- rijker werd gevonden. Wan- steevast in het hotel bij juf- plaats voor drenkelingen op Schier- er ontplooide. Hij zag tijdens neer een drenkeling eindelijk frouw Dien, zoals Dien Bol ge- 50 °s!n 90 2541866 Contact' liSSISsill mSÊbÊÊÊSXSRM er ch Irievenboeken kunnen heel amusant zijn. Je |lp? r die tekst vallen de wa UVl unt het treffen datje een helder beeld de woorden'historisc Gif fiirr k/\n Ar* falit-.o tnircan A O Hirao Cfikoti- pn 'nncrtlOfhirP WOOri Muziekkorps en de eilanderbe volking begelei den op 2 augus tus 1949 het stoffelijk over schot van kapi tein Marquézy naar de veer boot voor een herbegrafenis in het Franse Lille. Foto uit besproken boek De ouders van Gerhard Spie sen in 1934 bij het graf van hun zoon die als matroos in de Eerste We reldoorlog om kwam. Foto uit besproken boek Schoonheid en verval op Jagtlust Voor Annejet van der Zijl moet een biografie meer zijn dan een qua inhoud deugde lijk verhaal. Wat ze daarmee bedoelt liet ze vorig jaar zien met 'Anna', de biografie van Annie M.G. Schmidt, een le vensbeschrijving op niveau die zich laat lezen als een li teraire roman. Minder op vallend was eerder 'Jagt lust', de biografie van de kunstenares en schrijfster Fritzi ten Harmsen van der Beek. Maar terecht is er nu een heruitgave, met een nieuw laatste hoofdstuk dat derhalve een aantal nieuwe, recente gegevens bevat. De schrijfster vertelt hoe deze dochter van een Goois echtpaar dat voor de oorlog furore maakte met illustra ties en teksten, na de oorlog hun chique bohémienstijl bleek te hebben overgeno men en vervolmaakte. In de Gooise villa Jagtlust schiep ze een oord waar de bewo ners verslaafd raakten aan 'de combinatie van schoon heid en verval'. Illustere landgenoten waren het die daar verbleven, de een wat langer dan de ander, de een klom op tot de status van haar 'verloofde' zoals Remco Campert. Voor anderen, zo als Hugo Brandt Corstius, bleef het bij hardnekkig po gen. Zelfs de al veel oudere Bergense dichter Adriaan Roland Holst dong er naar een warm plekje in haar he melbed. Maar uiteindelijk trok menigeen, zoals Ram ses Shaffy en Gerard Reve, weer weg omdat het leven te onrustig was om daar nog tot iets zinvols te komen. 'Want je stampte op de grond en het was feest', schreef Campert. Menigeen zou later inderdaad carrière maken, terwijl de gastvrouw na het publiceren van een aantal bejubelde teksten uit beeld verdween. Een schitte rend beschreven wereld, ge lardeerd met treffende, vaak literair treffende citaten. Annejet van der Zijl Jagtlust'. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, Amsterdam. 153 blz, 12,50. ch Irievenboeken kunnen heel amusant zijn. Je unt het treffen datje een helder beeld e'' rijgt hoe de relatie tussen de twee scriben- m! en zich ontwikkelt. Hoe mensen in het le- en staan. Hoe ideeën ontstaan en tot was- om komen. Welke werkwijze wordt gehan- scj eerd bij het schrijven van een gedicht, een oman. Dat zijn heerlijke boeken om te le- en. Je künt het treffen. let Letterkundig Museum in zijn serie 'Achter het :k' vrijwel tegelijkertijd Al wee brievenboeken gepubli- vei eerd die het (net) niet hebben, tiro lelaas, want de potentie was root. Of was het misschien 'Paleer pretentie? Set eerste boek heet 'Schepe- n< jngen van j}e Blauwe Schuif at brieven bevat die bekende chrijvers (Bertus AaQ.es, Marti- ius Nijhoff, Hendrik de Vries, q0 imon Vestdijk en Klaas Heero- bn na) schreven aan August Hen- kt els. Henkels was de belang- hil ijkste redacteur van de onder- 'blfrondse uitgeverij De Blauwe chuit die vooral bekend is van 'orlijn illegale uitgaven met illus- hi ratief werk van H. Werkman, ipe let tweede heet 'Je bent een he nmogelijke man!', waarin de )US iriefwisseling is opgenomen ussen Simon Vestdijk en Jo- an van der Woude. De laatste vas een productief en ook ta- v; entvol schrijver die evenwel nmiddels compleet vergeten ,aris' )e boeken hebben raakvlak- icje en: in beide spelen de Tweede Wereldoorlog en Simon Vest- ijk een prominente rol. Van- lit het notenapparaat van 'De lepelingen' wordt veelvuldig erwezen naar 'Je bent een on- nogelijke man'. Overigens laar tal van andere uitgaven biografiëen, briefwisselingen) n dan zijn we meteen aange- and bij het probleem dat ik leb met 'De Schepelingen' en n mindere mate met 'Je bent en onmogelijke man'. !t P^derduik De dichter Bertus Aafjes. Foto uit besproken boek De Vries'. Dat valt tegen. Op z'n best bezorgt de briefwisse ling de lezer slechts fragmen ten van wetenswaardigheden. Wil je alles weten, dan ben je echt aangewezen op publica ties elders. Hongergevoel Dat heeft tot gevolg datje na- datje 'De schepelingen' tot je hebt genomen, last hebt van een soort hongergevoel. Een voorbeeld: uit de briefwisselin gen blijkt zijdelings dat Aafjes wordt geplaagd door een drankprobleem, financiële moeilijkheden en enorme twij fels aan zichzelf alsmede door de afgunst waar Aafjes tegenop te boksen heeft nadat zijn 'Voetreis naar Rome' een enorm succes blijkt te zijn. De anderen maken zich grote zor gen over Aafjes. Maar de fines ses van die problemen komen niet aan de orde, of slechts kortweg in de noten waarvan-' daan dan gemakshalve wordt verwezen naar allerlei publica ties (die waarschijnlijk niet eens meer verkrijgbaar zijn, tenzij in de Koninklijke Biblio theek). Een ander voorbeeld is de dood van Werkman die kort voor de bevrijding werd gepakt en uit eindelijk gefusilleerd door de Duitsers. De lezer moet maar raden (of ergens anders lezen) wat die man allemaal heeft doorgemaakt in de laatste maanden van zijn leven. Op dezelfde fragmentarische ma nier komt aan de orde dat Vest dijk en Henkels als een soort gijzelaars hebben vastgezeten in St. Michielsgestel. Met name de wijze waarop Vestdijk is vrijgekomen heeft destijds de nodige beroering gewekt (hij zou voor de Kultuurkamer hebben getekend), maar uit de ze briefwisseling blijkt van die commotie maar weinig. Adriaan Venema en Hans Vis ser hebben in de jaren tachtig nog manhaftige pogingen on dernomen om de uitsluitsel te geven over het tekenen van Vestdijk. Ze slaagden daarin niet, simpelweg omdat het aanmeldingsformulier met de handtekening van Vestdijk er niet is. Ook in de briefwisse ling 'Je bent een onmogelijke man' wordt niet het keiharde bewijs geleverd van Vestdijks aanmelding. Van dit boek valt wel meer te genieten dan van 'De schepelingen'. De briefwis seling is een stuk overzichtelij ker omdat hij tot twee perso nen beperkt blijft. Hij beslaat ook een zeer lange periode. En vooral: hij is in zekere zin ook wel weer onthullend. Vuur uit de sloffen Maar dus niet over de Kuituur kamer-kwestie. Helaas ook niet over de rol van Van der Woude bij de vrijlating van Vestdijk uit St. Michelsgestel. Van der Woude, zo bleek al eerder uit een briefwisseling tussen Vest dijk en diens huisgenote Ans Koster, heeft zich het vuur uit de sloffen gelopen voor zijn vriend. In die zin valt het boek tegen. Althans, het beant woordt niet aan de verwachtin gen die de flaptekst wekt. In die tekst vallen de wat ronken de woorden 'historisch belang5 en 'onschatbare waarde' op. Wel komen we meer te weten over de personen Van der Wou de en Vestdijk en over hun re latie en in die zin is het boek beter te verteren dan 'De sche pelingen'. Twee zaken vallen op. Het al uit eerdere publicaties opgeste gen beeld van de eenkennige Vestdijk die vooral bezig was met zijn schrijverschap en met de centen die dat opleverde, wordt krachtig bevestigd. En dat hij mensen handig voor zijn karretje wist te spannen ook. Van der Woude was een van zijn 'slachtoffers'. Vestdijk was bijvoorbeeld niet te be roerd om Van der Woude (die enige maritieme ervaring had) een enorme lijst met vragen over de zeilvaart in een lang vervlogen eeuw voor te leggen omdat hij zich nauwkeurig wenste te documenteren voor een van zijn romans. En Van der Woude antwoordde nog ook én uitgebreid. Het valt ook op dat Van der Woude zeker wel doordrongen is van de onhebbelijkheden van Vestdijk. Ofschoon Vest dijk het bijvoorbeeld nooit, al thans niet in deze briefwisse ling, heeft kunnen opbrengen Van der Woude fatsoenlijk schriftelijk te bedanken voor diens inspanningen voor de vrijlating van Vestdijk, blijft Van der Woude een bijna aan doenlijk respect houden voor de man uit Doorn. 'Je weet wel hoezeer ik je werk waardeer en bewonder, hoezeer ik jou als persoon ben toegedaan', schrijft hij ergens in 1963. Het waarom laat hij achterwege. Zijn ergernissen ook. De man die toch de reputatie had geen blad voor de mond te nemen, kon slechts af en toe zijn onge makkelijk gevoel niet verhul len. 'Je bent een onmogelijke man! Maar ik neem aan dat men je dat moet vergeven', schreef hij in 1945. RUUD KERSTEN 'De schepelingen van de Blauwe Schuit', Achter het boek nummer 36, ISBN 90 76314 37 3, prijs 32,50; 'Je bent een onmogelijke man!', Achter het boek nummer 31, ISBN 90 76314 67 5, prijs 27,50. Beide boeken zijn een uitgave van het Letterkundig Museum. Hoewel Frank Koenegracht (1945) inmiddels zeven dicht bundels heeft uitgebracht, is hij een relatief onbekend dichter. Ten onrechte, blijkt nu uit de verzamelbundel 'Vroege sneeuw'. Met zijn vervreemdende humor neemt de Leidse psychiater een bijzondere plaats in in de Nederlandse literatuur. Koenegracht houdt van onrea listische combinaties in zijn gedichten. Hij roept met dood normale woorden een surrea listische wereld op, om niet te zeggen absurdistische werke lijkheid. Zo hoort tot de 'Ver enigingen waar ik lid van ben' de 'vereniging: Daar komt een hond op ons af en nog wat vreemde zaken. In 'Een klein epigram voor Lucebert5 schrijft Koenegracht dat hij gelooft dat iemand de duizenden speel goedbeesten opgeblazen heeft die na een scheepsramp rond drijven. Overigens gebruikt Koene gracht vaker traditionele titels zoals 'Epigram' of 'Ode', zon der dat het om korte gedichten of lofzangen gaat. Dat hoort bij het vervreemdende karakter van zijn poëzie. Het zijn gees tige gedichten, de vervreem ding werkt humoristisch. Niet dat het altijd om te lachen is, maar de humor biedt een vorm van troost. Die scheepsramp lijkt minder erg door de ge dachte dat iemand eerst 270.000 beesten op moest bla zen. En na een opsomming van horrorgedachten zorgt je 'vro lijke vriend Frank' voor een 'Ge dicht dat goed afloopt5. Neem het titelgedicht 'Vroege sneeuw5: 'In plaats van op de man te schieten/ begon het vuurpeloton allerlei vragen te stellen/zoals: waarom doe je ons dit aan,/ /waar hebben we dit aan verdiend,/ denk je dan alleen maar aan jezelf/ en: wat is er toch aan de hand.//Er kwam geen antwoord. Ook niet/ toen de generaal begon te spreken,/ de vreemdste dingen beloofde, zich van wanhoop// en woede zo'n beetje op de grond/stortte, ja er in feite een vrij pijnlijke/ scène van maak te. Geen antwoord. Gelukkig red de de kapitein de situatie./ Hij hees zijn oudere meerdere op,/ troostte hem, kuchte en zei://Kom heren dit was een kostelijke grap/ maar laten we nu weggaan het wordt immers/ al donker, kijk: de eerste sneeuw.' De titel suggereert een lieflijk, vredig gedicht, maar het blijkt te gaan om een man die voor een vuurpeloton staat te wach ten op de voltrekking van zijn doodstraf. Maar in plaats van met kogels wordt hij bestookt met vragen. De soldaten wer pen hem verwijten voor de voe ten zoals ouders bij een onge hoorzaam kind doen. Het wordt nog vreemder als de ge neraal van wanhoop op de grond gaat liggen. Pas aan het einde komt de sneeuw aan bod, als een smoes waarmee de ka pitein de situatie redt. Kortom, niets moet serieus genomen worden. ERIC KOK Frank Koenegracht: 'Vroege sneeuw. Gedichten 1971-2003'. Met een na woord van Rudy Kousbroek. 197 pagi na's. Uitgegeven door De Bezige Bij. Prijs-. 25. ISBN 90 23410823. Bekende Nederlanders mogen graag klagen dat ze het niet makkelijk hebben, onbeken de Nederlander zijn is ook geen lolletje. Zo treft de laat ste categorie het nare lot dat ze alles weet van bekende Ne derlanders, ook dingen die ze veel liever niet had geweten. Dat Jan Mulder als ex-voet- baller, tv-persoonlijkheid, columnist en schrijver te boek staat, is tot daaraan toe, dat hij tevens een notoi re vreemdganger is, had hij voor zich mógen houden. Want sindsdien kan hij geen stap zetten of hij komt in het licht te staan van zijn buitenechtelijke escapades. Zijn nieuwe boek 'Iris' bij voorbeeld kan over niemand anders gaan dan Jan Mulder zelf, ook al heet de hoofd persoon Arend en is hij geen ex-voetballer maar ex-pols stokhoogspringer. Arend immers heeft net als Mulder de reputatie dat hij het qua liefde nogal eens buiten de deur zoekt. Maar, dat moe ten we Arend/Jan meegeven, hij wil zijn leven beteren op dat punt. Hij zit met zijn 56 jaar stevig in de overgang, scoort weliswaar nog hoog op de ranglijst van Meest Sexy Oude Mannen, maar is tevens onmiskenbaar groot vader, met alle deugdzaam heden die van hem geëist worden van dien. Om 'het vak' van opa onder de knie te krijgen, brengt hij met de hele familie - vrouw, zonen, schoondochters en kleinkin deren - een vakantie door op Mallorca. Maar dan duikt Iris op. Zelfspot Meer dan van het verhaal moet het boekje het hebben van ironie en zelfspot. Mul der toont zich een columnist in de breedte, die het nieuws - Beckham, Bush, Blair, Bal kenende en borsten - be spreekt dat zich in de lange warme zomer van 2003 aan dient. Tussendoor maakt hij gewag van de lijfelijke ont beringen en geestelijke ma laise van een klassieke opa in wording tussen de piercings, tatoeages en ander ongerief op Mallorca. 'Iris' hangt zo'n beetje van seksuele toespelingen aan el kaar. Neem alleen al de pols stok, die kan niet veel anders worden gezien dan als een uitvergroot fallisch symbool. De man als polsstokschuins marcheerder. Wel heeft Mul der hier en daar nog wat quasi-serieuze aanwijzingen voor zijn 'medemummies', waarmee hij andere manne lijke vijftigplussers een hart onder de riem steekt. Al met al slaagt Mulder er met 'Iris' in aan de lezer een mt lachje te ontlokken. PETER VAN VLERKEN Jan Mulder: 'Iris'. Uitgeverij De Bezige Bij, 188 pag., €14,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 21