WETENSCHAP Vervuiling bedreigt overgebleven koraalriffen Lopen over water verklaard 'l' Schizofrene muis levert medicijn Middeleeuwers niet kieskeurig over huidkleuf Heelal gaat uit als nachtkaars door afname aantal sterren Gevolgen jeugdkanker ernstig Astronomen schetsen pessimistisch toekomstbeeld zaterdag 13 SEPTEMBER 200 door Sean Connolly Koraalriffen zijn van alle marine ecosystemen de meest veelzijdi ge. Hier kun je 's werelds mooi ste organismen vinden. Zij zijn de voornaamste bron van proteï nen voor meer dan tien miljoen mensen. De activiteiten die in deze omgeving plaatsvinden (met name de visvangst en het toerisme) bezorgen miljoenen mensen een inkomen. Het mag duidelijk zijn dat een wereldwij de teloorgang van deze ecosys temen de mens onnoemelijk veel zal kosten. De overgebleven koraalriffen verkeren in ernstige staat van verval. Het einde is nog niet in zicht. Op sommige plaatsen zijn de koraalriffen al geheel vernietigd. Het gevaar bestaat dat de overgebleven riffen het zelfde lot zullen ondergaan. Er is echter ook goed nieuws. We weten wat de internationale gemeenschap kan doen om de koraalriffen te beschermen. We moeten niet alleen ernstig na denken over de gevaren van het broeikaseffect, maar ook het herstellingsvermogen van de koraalriffen in stand houden. Dat laatste is het vermogen zich aan te passen aan de verande rende omstandigheden die een natuurlijk onderdeel vormen van het leven in alle ecosyste men. Door de jaren heen bleek dat niet het broeikaseffect maar de visvangst en milieuverontreini ging de hoofdschuldigen van het verval zijn. In een gezond ecosysteem raken carnivoren vanzelf ondervoed wanneer hun prooi in aantal afneemt. Zodoende neemt ook hun aan tal af, zodat de prooivissen de kans krijgen in aantal toe te ne men. Menselijke jagers gaan niet zo te werk. Wanneer onze prooi in aantal afneemt, wordt de eco nomische waarde ervan groter, dus wordt er meer gevist. Dit betekent dat wanneer de roof vissen uitgestorven raken, er gevist gaat worden op planten- etende vissoorten, waardoor het aantal herbivoren met een enorme snelheid afneemt. Plantenetende vissen zijn erg belangrijk voor een koraalrif. Wanneer de hoeveelheid koraal terugloopt als gevolg van een cycloon, ziekten of andere ver storingen van het ecosysteem, zijn het de herbivoren die het zeewier op peil houden. Zonder herbivoren gaat het snel groei ende zeewier het koraal over groeien, waardoor het herstel tot een gezonde hoeveelheid koraalbedekking geen kans krijgt. Koraal ontstaat uit de symbiose tussen een dier en een eencelli ge plant. Het dier zorgt voor de bescherming en voeding voor de plant, terwijl de plant het zonlicht omzet in energie, die het deelt met het dier. We heb ben de reden ervan nog niet kunnen doorgronden, maar wanneer koraal blootstaat aan ongewoon hoge temperaturen werkt deze symbiose niet meer. door Peter de Jaeger Sommige insecten en zelfs ha gedissen (de Jezushagedis bij voorbeeld) kunnen lopen over het water. Wetenschappers van het Massachusettes Institute for Technology in Cambridge heb ben dit schijnbare wonder na tuurkundig ontrafeld. Een fraai staaltje vloeistofdynamica. Promovendus Brian Chan heeft met zijn collega David Hu het loopgedrag van de schaatsenrij der (Gerris remigis) bestudeerd. Dit insect beweegt zich al schaatsend' over het opper vlakte van zoetwaterpiassen en bosvijvers. De hydrodynamica van de op pervlaktespanning achter dit mysterie is nooit goed begre pen. Lange tijd werd gedacht dat de veroorzaakte rimpeling in het water door de druk van de poten in de vloeistof de voortstuwende kracht was. Ho ge snelheid fotografie (500 plaatjes per seconde) en ver nuftige visualiseringstechnie ken in combinatie met wiskun dige berekeningen weerleggen deze theorie. Als het insect op water staat, vormen de uiteinden van zijn lange dunne poten een minus cuul kuiltje in het water. Het middelste van de drie paar po ten wordt gebruikt als riemen om mee te roeien of liever als propeller. Door enorme snelle bewegingen wordt het water achteruit gestuwd, zoals bij een motorboot, en het dier schiet naar voren. Hij springt als het ware trampoline op de ontsta ne wervelingen onder water. Hij bereikt hiermee snelheden tot 150 centimeter per seconde. Hoewel de roeibewegingen kleine golfjes creëren spelen deze rimpelingen geen rol bij de voortbeweging, aldus Chan in een artikel in het tijdschrift Nature. Het moment van over dracht van kracht is voorname lijk het gevolg van de diepe wervelingen onder water. De jonge fysische onderzoekers hebben dit principe direct toe gepast bij een zelf ontworpen robot. Ze maakten een mecha nisch insect van negen centi meter lang van een blikje Seven Up (het lijf) en dunne roestvrij stalen draden (de benen). De middelste poten werden aange dreven door een simpel elas tiekje dat is opgewonden op een kleine katrol. Het blikken beestje, licht genoeg om op het water te blijven drijven, gaat schokkerig vooruit Een stuk minder gracieus en effectief dan zijn natuurlijke evenknie. Maar wel volgens dezelfde prin cipes van de vloeistofdynamica. Er zijn in de natuur talloze soorten schaatsenrijders. Alle typen worden geboren onder water en leven daar tijdelijk als larf. Eenmaal volwassen zijn ze louter boven en op het water te Onderzoekers en hun mechanische schaatsenrijder gemaakt van een blikje frisdrank. Foto: GPD vinden. Als ze per ongeluk on der water belanden kost het de insecten veel moeite om weer boven te komen. Dat kost ze een kracht van honderd keer hun eigen lichaamsgewicht. Hoe groter de afmeting van het insect hoe groter de benen moeten zijn om zich boven wa ter te kunnen hlijven houden. De reuzenschaatsenrijder uit Vietnam is met zijn twintig cen timeter het grootste insect dat deze kunst verstaat. In een vervolgstudie kijken de promovendi naar andere droogzwemmers. Zo is er de Microvelia, een waterkever die vooruitkomt door bepaalde stoffen uit te scheiden waar door de oppervlaktespanning van het water achter hem lager wordt. Mesovelia is een moer asinsect dat bobbels in het wa ter kan nemen door eroverheen te klimmen. Vijver - en beeklopers lopen over het water rond, maar dui ken ook regelmatig onder. Springstaarten huppelen als kangoeroes over het water. Het meest spectaculair is de basilisk - of Jezushagedis. Dit beestje gebruikt zijn achterpoten om over het water te rennen op jacht naar een prooi of om zelf te ontsnappen. De techniek hierachter is dat het amfibie bij het neerzetten van zijn poten telkens een luchtzakje vormt om de voet. Uit video-opnamen blijkt dat de hagedis over het water kan lopen omdat hij zijn poten sneller uit het water trekt dan het luchtzakje om zijn voet zich kan sluiten. In een artikel op de website van Kennislink is uitge rekend of de mens dit staaltje ook zou kunnen. De mens zou hiervoor moeten watertrappe len als een gek. Om precies te zijn zou men 29 meter per se conde moeten halen. Hiervoor is 25 kW vermogen nodig, vijf tien keer zoveel als wat een mens maximaal aan energie kan leveren. Lopen over het wa ter blijft dus voor de mens een wonderlijk verschijnsel. De planten sterven uit en het koraal wordt wit. Indien de temperatuur in niet al te lange tijd weer op het normale peil komt herstelt de symbiose zich. Maar als het koraal te lang 'ge bleekt' is. sterft het af. Voor veel koraalsoorten ligt de drempel van het bleken meestal maar een paar graden Celsius boven de maximum tempera tuur van die bepaalde omge ving. Zelfs wanneer je rekening houdt met de meest optimisti sche prognoses is het bijzonder zorgwekkend. Indien de drem pel voor het bleken stabiel blijft, zullen de zomerse temperatu ren deze drempel binnen enke le tientallen jaren regelmatig overtreden. Koraal groeit lang zaam, dus een rif dat ernstig ge bleekt is zal zich niet kunnen herstellen voordat het opnieuw bleekt. Er is gelukkig bewijs dat de bleekdrempel zich aanpast. De meeste koraalsoorten zijn geo grafisch wijd verspreid en ble ken afhankelijk van de locatie bij verschillende temperaturen. Veel soorten die voorkomen in het Groot Barrièrerif van Au stralië verbleken bij 28 tot 29 graden Celsius, terwijl dezelfde soort in de Arabische Zee tot 34 graden Celsius kan verdragen. Helaas zijn we er nog niet ach ter hoe lang het duurt voor een koraalsoort zich aan de nieuwe temperatuur heeft aangepast. We kunnen twee dingen doen om de koraalriffen te bescher men. Het eerste ligt voor de hand. Dat is minimalisering van het broeikaseffect door het Verdrag van Kyoto na te leven. Ten tweede moeten we het ver mogen van het rif om zich aan te passen aan omgevingsveran deringen - het herstellingsver mogen - weten terug te bren gen. We moeten daarom de vissen die het zeewier onder controle houden in aantal laten toene men, zodat de koraalpopulatie zich kan herstellen. Deze fasen van herstel zorgen ervoor dat het vermogen zich aan een ho gere temperatuur aan te passen zich verbreidt. Zonder vis zou een wildgroei van zeewier dit herstel belemmeren. De rampzalige daling van de visstand in heel de wereld heeft ons een harde les geleerd over het in de hand houden van de visserij. Er is een groeiend be wustzijn dat de standaard tech nieken van de regulatie van de visserij aangevuld moeten wor den met een systeem van 'vis serij vrije zones', gebieden waarin de visvangst geheel ver boden is. Indien de vispopulaties in deze visserij vrije zones zich herstel len, ontstaat er een 'overloop' proces waardoor de vangst in de gebieden buiten de verbo den zone toeneemt. Van nog meer belang is dat ze een schuilplaats bieden voor vispo pulaties, een soort verzekering tegen het instorten van de vis stand. Op de koraalriffen kun nen deze verboden zones ertoe bijdragen dat een gedeelte van de habitat een gezonde en ge varieerde visstand heeft en er zo voor zorgen dat het herstel lingsvermogen op peil blijft. Het prachtige bloeiende koraalrif in Fiji. Foto: gpd Gezien de omvang van de drei ging is de respons van de inter nationale gemeenschap beang stigend langzaam gekomen. Maar er is enig bemoedigend nieuws. In juni stelde de rege ring van Australië voor een groot aantal extra gebieden bin nen het Groot Barrièrerif in te stellen als verboden zones, tot wel 30 procent. Als dit voorstel aangenomen wordt, zou dit beleid wereld wijd een nieuwe standaard stel len en wellicht andere regerin gen ertoe aanzetten hetzelfi doen. De toekomst van tro| sche marine ecosystemen, de miljoenen mensen wien e vens erdoor beïnvloed woriP hangen ervan af. i Sean Connolly is als weten- t schappelijk medewerker vei a bonden aan het departemei van Marine Biologie en aan p Centrum voor Koraalrif Bio e versiteit van de James Cook C| Universiteit in Queensland, e stralië. door Peter de Jaeger Onderzoekers van het Massachusetts Institute for Technology hebben een muis ontwikkeld met een afwijkend gen dat bij de mens schizofrenie veroor zaakt. Ruim één procent van de wereld bevolking lijdt aan deze psychische stoornis, waarbij de patiënt een gesple ten persoonlijkheid heeft. Nobelprijswinnaar Susumu Tonegawa ontdekte dat genetisch veranderde mui zen die het herseneiwit calcineurine niet aanmaken hetzelfde afwijkende ge drag vertonen als schizofrene patiënten. Zijn studie is de eerste die dieren ge bruikt om specifieke genen te identifice ren die leiden tot symptomen van deze geestesziekte. Het onderzoek, gerappor teerd in de Proceedings of the National Academy of Sciences, kan leiden tot me dicijnen die zijn gericht op de werking van het gen. In een andere studie is gevonden dat va riatie in het menselijk calcineurine-gen in verband staat met schizofrenie. Het enzym calcineurine speelt een belang rijke rol in het centrale zenuwstelsel en is onderdeel van de biochemische route in de hersenen bij de aanmaak van twee belangrijke stoffen (NMDA en dopami ne). Tonegawa onderzoekt de genetische co des van de moleculaire werking van het geheugen. Genetisch veranderde mui zen zonder het hersenenzym calcineuri ne blijken een aangetast korte geheugen te bezitten. Dit zogenoemde werkge heugen is eveneens beschadigd bij schi zofrene patiënten. Verdere proeven bij deze transgene muizen bracht aan het licht dat de schi- zomuizen tevens concentratieproble men hebben, afwijkend sociaal gedrag vertonen plus verschillende andere typi sche eigenschappen van schizofrenie. Vervolgens werden calcineurine-genen in dna monsters van patiënten en hun directe naasten onderzocht. De wetenschappers vonden een duide lijk verband tussen een specifiek calci neurine-gen en de geestesziekte. „De combinatie van bewijzen bij de transge ne muizen, samen met de menselijke genstudies biedt een sterk argumen k calcineurine te koppelen aan schizo e nie", aldus de onderzoeker. Doorga j worden veranderingen in meerdere nen gezien als oorzaak van schizoff Tonegawa vermoedt dat het mereni van deze genen onderdeel is van de aanmaak van het enzym calcineurii Als we eenmaal de genen kennen i e' hierbij zijn gemoeid, weten we tege ei welke eiwitten hierbij zijn betrokkei1)1 Hierdoor kunnen we een test opzet 21 om te achterhalen welke genen een n wenst effect hebben op de producti n van het hersenenzym. Dit kan uiteii ei lijk leiden tot de ontdekking van nit ee medicijnen voor psychiatrische pat e ten." door Johan Lamoral Door de hele geschiedenis heen hebben de Europeanen zeer verschillend tegen huidkleur aangekeken. Het keurig afge lijnde onderscheid tussen blank, zwart, geel en rood en de daarmee verbonden raseigenschappen begon pas door te dringen in de 16de eeuw. In de Middeleeuwen beschouwden de Europeanen zich niet als uitgesproken blank en gold de ideale huidkleur als een harmonische mengeling tussen blank en donkerbruin of zwart. Erg kies keurig over het kleurtje waarmee ie mand rondliep waren onze middel eeuwse voorouders dus blijkbaar niet. Dat beweert althans de Zwitserse histo ricus Valentin Groebner. De Spaanse historicus Bartolomeo de Las Casas beschrijft in 1544 in zijn 'His- toria de las Indias' hoe de inboorlingen zich bij de landing van Columbus in Amerika verbaasden over de kleding, de baarden en vooral de blanke huid van de Spanjaarden. Dat beeld van de don kere inboorlingen die verwonderd de witte huidkleur van de ontdekkers beke ken, beheerst nog steeds de voorstelling van de eerste ontmoeting tussen de Ou de en de Nieuwe Wereld. In tegenstelling met Las Casas laat de beschrijving van deze eerste ontmoeting in 1492 door Columbus zelf, een ander geluid horen. In zijn veertig jaar eerder opgestelde aantekeningen is geen spoor terug te vinden van de wederzijdse ver wondering over eikaars huidkleur. Co lumbus beschrijft op een zakelijke ma nier de welgevormde lichaamsbouw en de fraaie gelaatstrekken van de inwoners van San Salvador die een kleur hebben 'zwart en wit maar niet echt donker'. Aan de hand van dit en andere voor beelden heeft Groebner onderzocht hoe de Europeanen tussen de 13de en 16de eeuw dachten en schreven over de ver schillende huidkleuren. Onder de titel Haben Hautfarben eine Geschichte? (Kent de huidkleur een geschiedenis?) stelt de auteur in het Zeitschrift für his torische Forschung dat huidkleur hoofd zakelijk in de medische en gelaatkundi ge geschriften in de Middeleeuwen een belangrijke rol speelde. Huidkleur werd beschouwd als een aan wijzing van iemands gezondheid, omdat men meende dat de Ideur en het pig ment van de huid het resultaat was van De eerste schilderijen van zwarte inboorlingen vijftig jaar na de ontdekking van Amerika, accentueren reeds het verschil tussen blank en zwart. Foto: GPD een al dan niet gezonde mengeling van verschillende lichaamsvochten. De kleu ren zwart, wit en rood werden als extre men beschouwd waartussen zich een breed veld van variaties en mengelingen bevond. Zo verraadt een rood gezicht een teveel aan bloed en oververhitting, terwijl een donkere huidkleur warmte en droogheid zou beduiden. Een witte huid wijst juist op een overschot van lichaamsvochten, op te weinig mannelijkheid en op een eerder flegmatische natuur. L Voor de middeleeuwers gold een h< monische mengeling van de versch de huidkleuren als ideaal. Er was er - sprake van scherp afgelijnde kleure tegorieën maar eerder van hoogst ii viduele en veranderlijke eigenschaj die afhankelijk waren van geslacht, derdom en gezondheid, zo stelt Gri i ner. Bovendien, zo vervolgt de Zwit historicus, werden de verschillende kleurencategorieën niet met een ge fische afkomst geïdentificeerd. Zwarten kwamen niet automatisch n Afrika en de Europeanen beschouv a zich niet echt als blank. De middel* se auteur Petrarca is in 1374 van mi dat de ideale huidkleur een mengel M tussen wit en donkerbruin/zwart, i ook Boccaccio in de 14de eeuw de ners van de pas ontdekte Canariscl landen als fraai gebronsd beschrijft 01 De Europeanen begonnen zichzelf H volkeren van andere continenten a gesproken anders gekleurd waar te 'e men in de tweede helft van de 15d< w eeuw. Door de zich snel uitbreiden oe slavenhandel werden duizenden Al m kaanse zwarten als vee op de slavei ce markten verkocht en ook naar Eurt ie! verscheept. re Daardoor evolueerde bij de Europt le de opvatting van huidkleur als een [ei viduele en toevallige eigenschap n« het collectieve, onveranderlijke en M geboren kenmerk van een bepaald mensencategorie. Hoe meer de Europese koloniale gi machten en handelsnaties zoals oc 'n derland, van de slavenhandel gebn 12 gingen maken, des te sterker blijkt toenmalige geschriften het verschi sen 'wij' en 'de anderen', tussen 'b ro en 'donker' en 'wit' en 'zwart'. ch Voor Columbus hadden de inboor iji in 1492 nog de ideale gemengde hi rat kleur van de Middeleeuwen. Ampe iet veertig jaar later, toen Las Casas h( ni haal van de landing van Columbus n, schreef, werden de donkere inboo 1S gen reeds voorgesteld als volledigar ders gekleurd dan de blanke Spanj ?aj den. De onderdrukking en verslaving v; vaak de moord op de inheemse vo M was toen reeds in volle gang. Daar veranderde ook de opvatting dat a >e wat niet blank is, anders en minde er waardig was, aldus Groebner. ijl washington/ar - De kans van kinderen met kanker om beter te worden is aanzienlijk geste gen, maar zeker tweederde van de overlevenden krijgt op korte of langere termijn alsnog te ma ken met gevolgen van de ziekte of de behandeling. Dat staat in een onlangs gepubliceerd rap port van het Amerikaanse Insti tute of Medicine. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer een kwart van de overlevenden later ern stige of zelfs levensbedreigende gevolgen ondervindt van de jeugdkanker. Die gevolgen kun nen betrekking hebben op de groei, de vruchtbaarheid, de hartfunctie, de spieren of de verstandelijke vermogens. De ontvankelijkheid voor de ge volgen is afhankelijk van de leeftijd op het moment van de diagnose, de zwaarte van de chemotherapie en de hoeveel heid straling die is gebruikt, als mede van de ernst en de locatie van de kanker. De gevolgen kunnen aan het licht komen bij een nabehandeling of optreden in een latere levensfase, waar door vaak niet wordt gezien dat er een verband bestaat met de kanker uit de jeugd. Volgens de onderzoekers is het van groot belang dat dergelijke gevolgen van de ziekte of de behandeling in een vroege fase worden on derkend, zodat de schade kan worden beperkt. edinburgh/anp - Het heelal zal uitgaan als een nachtkaars. Astronomen van de Universi teit van Edinburgh zijn dit pessimistische toe komstbeeld toegedaan dankzij een nieuwe onderzoeksmethode voor het analyseren van het licht van verafgelegen sterrenstelsels. De nieuwe methode bevestigt het vermoeden dat er al miljarden jaren lang steeds minder sterren worden gevormd. Dit betekent dat er ooit een dag komt, dat er geen enkele ster meer zal ontstaan. Het licht van verafgelegen sterrenstelsels is miljoenen jaren oud en biedt dus goed inzicht in hoe sterrenstelsels zich gedragen als ze nog jong zijn. De astronomen hebben een zoge noemd fossielbestand opgebouwd van 40.000 sterrenstelsels. Zij schijnen met het gezamen lijke licht van alle sterren in dat stelsel. Als een sterrenstelsel jong is. dan heeft dat licht een blauwe gloed. Dat komt omdat dit grote, hele hete sterren zijn. Sterrenstelsels waarvan het licht roodachtig is, zijn ouder. Deze oudere sterren zijn kleiner van formaat. Door de nieuwe methode zijn de grote hoe veelheden informatie die uit het sterrenlicht te halen valt, beter te verwerken. Door die infor matie samen te voegen, hebben de astrono men nieuwe inzichten in hoe het heelal aan zijn einde gaat komen. Dit zal echter nog niet zo snel gebeuren. Vol gens recente schattingen zijn er minstens tien keer zoveel sterren in het universum als alle zandkorrels op de stranden en woestijnen op aarde bij elkaar. Het zal dus nog miljarden ja ren duren, maar ooit zullen alle fonkelende sterren aan de nachtelijke hemel uitdoven en wordt het heelal een ijskoud en pikduister oord. De mensheid maakt dat waarschijnlijk niet meer mee, in ieder geval niet op aarde. Onze planeet wordt over ongeveer vijf miljard jaar door een opzwellende zon verzwolgen. De zon stort uiteindelijk onder zijn eigen gewicht^ in elkaar en wordt een witte dwerg. Een klein ,e hemellichaam van koolstof en zuurstof blijft en over. Na verloop van tijd wordt zijn licht zwakker en zwakker totdat slechts de duister nis overblijft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 20